BIOENLANDSCHE TIJDINGEN. Ei] zal deze in alle kerken van ons Bisdom op den Zondag Quinquagesima, op de gebruikelijke wijze van den predikstoel worden afgekondigd. Gegeven te Sassenheim, den 19 Eebruarij 1867. t GERARDUS PETRUS, Bisschop v.iN Haarlem. Op last van Z. 11. Hoogw. J. F. Vregt, Kan.-Secretaris. Vlissingen 22 Maart. Heden had de conferentie van den PI. Vincentius a Paulo alhier, de hooge onderscheiding een eigenhandig door PI. AI. onze geliefde koningin vervaardigd borduurwerk, als prijs voor hare aanstaande verloting met bijgaand schrijven te ontvangen ,,'s Gravenhage 20 Maart 1867. //Op last van H. Al. de koningin heeft de ondergeteekende de //eer, aan het bestuur der Conferentie van den 11. Vincentius a ,/Paulo te Vlissingen, het nevensgaande te doen geworden, om z/als prijs te dienen in de te houden verloting. (get.) „W. von Weckherlin. //Secretaris van H. M. de koningin." Wij wenschen de verecniging van den II. Vincentius a Paulo geluk met de haar ten deel gevallen onderscheiding, waarbij de milddadigheid en het kunstgevoel onzer hoogst geëerbiedigde koningin schitteren en waarin alle ingezetenen onzer stad zich met ons verheugen zullen. In de zitting der tweede kamer van dingsdag 11. zegt de heer de Casembroot (als antwoord op de rede van den heer Fransen van de Putte) dat de overbrenging met kracht van de pantserinrigting van Vlissingen naar Amsterdam nog al bezwa ren zal inhebben, en de minister van marine zich refereerende naar het zooevengemelde van den heer de Casembroot, voegt er bij, dat de pantserinrigting van Vlissingen nog niet naar Am sterdam kan worden overgebragt, omdat dit niet op de begroo ting voorkomt. Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Adolf hertog van Nassau, onder bevel van den kapitein ter zee G. P. J. Mossel, en Zr,. Ms. korvet van Spcijk, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee 1'. van der Velden Etdbrink, hebben, ter voortzetting hunner reis naar Nederland, Gibraltar verlaten, eerstgenoemdé den 14 dezer en laatstgenoemde den 16 daaraanvolgende. De minister van binnenlandsche zaken, gelet op art. 2 van het koninklijk besluit van den 6de" Maart 1867 Staatsblad n°. 11), heeft goedgevonden te bepalen: datslagtvee onder de in genoemd besluit gestelde voorwaarden kan worden vervoerd van Amsterdam per Hollandsclien spoorweg inet den trein van 4 ure 30 minuten des namiddags, en per Rhijnspoorweg met de treinen van 11 ure 20 minuten des voormiddags, en 12 ure 30 minuten des namiddags; van Rotterdam per Hollandseheu spoor weg met de treinen van 12 ure 25 minuten en 3 ure 25 minuten des namiddags, en per Rhijnspoorweg met de treinen van 10 ure 40 minuten des voormiddags, en 3 ure 10 minuten desnamid-. dags; van Arnhem per Rhijnspoorweg met de treinen van 10 ure 15 minuten en 10 ure 35 minuten des voormiddags; van Zwolle per Centraalspoorweg met den trein van 12 ure 3 minu ten des namiddags. Z. Al. heeft dezer dagen liet volgende bepaald: de chacot bij het corps der cavallerie wordt afgeschaft en voor de onder officieren en verdere manschappen vervangen door den kolbak van zeekalverenvel, voorzien van oranje cocarde, pompon van wol en stormketting inet drie leeuwenkoppen van wit metaal; in groot tenue bovendien versierd met kolbaksnoeren van wit katoen, een tot op den bodem afhangenden zak van rood laken, met witte laken biezen en kwast van wit katoen, alsmede eene pluim van wit paardenhaar. De officieren dragen een kolbak van gelijke grondstof, doch van fijner kwaliteit, de cocarde-pompon van oranje zijde, omzet met vier rijen zilveren torsade, de storm ketting en leeuwenkoppen van verzilverd metaal, zilveren kol baksnoeren, de afhangende zak inet zilverkoord gebiest en zil veren kwast, de pluim van witte struisvederen gelijk aan die thans bij de officieren van het wapen der infanterie in gebruik, gevat in een tulp van verzilverd metaal. Aan de sabelkoppel zal voortaan eene sabeltasch worden gedragen, voorzien van drie afhangrieinen, voor de onder-officieren en manschappen van zwart tuigleder, en liet nummer van het corps van wit metaal op het midden der tascli, voor de officieren de sabeltasch en riemen van verlakt leder, het nummer van verzilverd metaal. In het Weekblad voor de burgerlijke administratie komt een artikel voor naar aanleiding van de veepest, waarin de aan dacht gevestigd wordt op de omstandigheid dat overal, hij de hoogste autoriteiten tot de laagste toe, meer of minder de strek king wordt waargenomen om zich in dezen buitengewonen tijd niet al te gestreng te houden aan de wettelijke bepalingen. Hi t is daartegen dat genoemd weekblad ernstig waarschuwt. Zoowel bij de regering als bij de gewestelijke en vooral plaatselijke autoriteiten is dat over het hoofd zien der wetten of oogluiking nopens de naleving der wetten, een feit dat door voorbeelden gestaafd kan worden. Zoo wordt aan de medewerking der mili tairen tot handhaving der voorschriften tot wering van den veetyphus de voorwaarde verbonden, dat waar het op handelen aankomt het gezag overgaat van de burgerlijke op de militaire magt, die bij verzet op eigen verantwoordelijkheid handelen zal. Zoo heeft de commissaris des koniugs in Groningen eene mis sive uitgevaardigd waarbij aan de gemeenteraden wordt in over weging gegeven eene verordening vast te stellen om bij boete en gevangenisstraf te verbieden aan personen komende uit eene plaats waar veeziekte heerscht of sedert drie maanden geheerscht heeft, een stal, erf of weide binnen te dringen. In andere provinciën zijn verordeningen van gelijken aard aanbevolen, waaraan tal van gemeentebesturen gevolg hebben geneven. Met het oog op een en ander wordt zeer aangedrongen op algemeene verordeningen, geldend en bindend voor allen. De S/aats-courant bevat de opgaven betreffende de vee ziekte in de provinciën Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Holland en Gelderland over de week van 3 tot 9 Maart als volgt: Zuid-Holland. Aangetast 935, aan de ziekte gestorven 256, afgemaakt 11, hersteld 87, op het einde der week nog ziek 611 beesten. Sedert het begin der ziekte: aangetast 91.750, aan de ziekte gestorven 43.204, afgemaakt 14.970, hersteld 32.638. Utrecht. Aangetast 256, aan de ziekte gestorven 195, afgemaakt 0, hersteld 130 beesten. Sedert het begin der ziekte: aangetast 49.628, aan de ziekte gestorven 30.073, afgemaakt 3479, hersteld 15.806, en in het geheel nog ziek 270 runderen. Noord-Holland. Aangetast 167, aan de ziekte gestorven 4, afgemaakt 156, hersteld 7, op het einde der week nog ziek 0 beesten. Sedert het begin der ziekte: aangetast 8062, aan de ziekte gestorven 957, afgemaakt 6265, hersteld 860, nog ziek 0. Gelderland. Aangetast 5, aan de ziekte gestorven 0, afgemaakt 52, hersteld 0, op het einde der week nog ziek 0 beesten. Sedert het begin der ziekte: aangetast 842, aan de ziekte gestorven 48, afgemaakt 3403, hersteld 4, nog ziek 0. Noord-Brabant. Aangetast 0, aan de ziekte gestorven 0, afgemaakt 0, hersteld 0, op het einde der week ziek 0. Sedert het begin der ziekte: aangetast 291, aan de ziekte ge storven 13, afgemaakt 456, hersteld 0. Uit den daarbij gevoegden rekapitulatie-staat blijkt het vol gende: Aangetast in de week van 1723 Febr.: in Zuid-Hol land 1020, Utrecht 3S6, Noord-Holland 181, Gelderland 18, Noord-Brabant 2, totaal 1607; van 24 Febr. tot 2 Maart: in Zuid-Holland 878, Utrecht 252, Noord-Holland 104, Gel derland 14, Noord-Brabant 0, totaal 1248; van 39 Maart: in Zuid-Holland 935, Utrecht 256, Noord-Holland 167, Gel derland 5, Noord-Brabant 0, totaal 1363 runderen. In het geheele rijk zijn sedert het uitbreken der ziekte aan getast 150.573, overleden 74.293, afgemaakt 28.573 beesten. Zoodat de veestapel daardoor verminderd is met 102.866 stuks vee. Bath 17 Maart. Niettegenstaande het onwelkome winterweder, waarmede men op nieuw is verrast geworden, gaat men toch ijverig voort met het zinken van rijsstukken in de diepte, gelijk gisteren heeft plaats gehad, en met de verdere ver- rigtingen tot de gereedmaking van den dijk in de Ooster- Schekle nabij Bath, welke de provinciën Noord-Brabant en Zeeland niet alleen aan elkander zal verbinden, maar door de daarop aan te leggen ijzeren baan de Zeeuwen met hunne Neder- landsche broeders en verdere naburen in betere en spoedige aanraking brengen zal. Reeds zijn er bergen van rijs, riet, perkoenpalen, duizende lasten zware zinksteen, enz. door tal van schepen aangevoerd, en nog dagelijks worden er massa's materialen voor hetzelfde doel aangebragt. 17 Maart. Gisteren is bij het werk der afdamming van de Ooster-Schelde gezien de lieer de Matthijs, ingenieur des ponts et chaussées in Belgie, vergezeld van nog een heer, schijn baar ook een ingenieur, die zich zeker buiten voorkennis van het Nederlandsche gouvernement, derwaarts hebben begeven, naar het schijnt om zich te vergewissen of de werken tot afdam ming ui tijd tu'-g met het li peren te zijn. I alhier i Zwijsen verdwij band. T Amerika de just it tot de oi toe, nieti lukken.

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1867 | | pagina 2