VLISSINGSCH VEEEBLAD. 1867. i\°. 217 Zalurdu" 23 Maarl. 5de Jaargang, BUREAU: F. H. SCHIFFER. T)it BIriI wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven Aboiiuen.c it-prijs per drie maanden 80 Cents, franco per post 95 Cent-. A1/.ouderlijke nommers 10 Cent. Alen abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Nieuwendijk H no. 101. VLISSINGEN. Adverteuticn gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs van 14 regels i- 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents, Uebalve 35 Cents zcgelrcgt voor elke plaaUing. De TijdNoord-Hol'landsche courantvan donderdag den 21 dezer, bevat reeds de 7Lste lijst van vrijwillige bijdrage voor Z. II. Paus Pius IX, en wel tot een gezamenlijk bedrag van f 116.403.0P/a* GERARD US PETRUS WILMERdoor de genade Gods en de gunst van den Apostoliscjien StoelBisschop van HaarlemAssistent-bisschop bij den Pauselijken Troon aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom Zaligheid in den Heer. (Vervolg en slot.) Eindelijk, om nu nog een oogenbiik onze aandacht te vesti gen op eene andere geestelijke ramp, het schrikbarend onge loof, dat elders en zelfs in ons dierbaar Vaderland, als eene ware zielepest, zooveel verwoesting aanrigt ook dit kwaad, hoe betreurenswaardig, mag ons niet ontmoedigen; want ook hierin heeft de allesbesturende Voorzienigheid voor den geloövige troostbronnen opgesloten. En wel op de eerste plaats: is de gedachte niet verblijdend, dat door den gapenden afgrond van ongeloof de oogen van velen worden geopend, die door een genadestraal verlicht, uit de ver schrikkelijke gevolgen de ongerijmdheid van het beginsel zelf der dwaalleer inzien, en alzoo, wij mogen het hopen, in de keus tusschen het ongeloof en de katholieke leer want er bestaat geen midden tot de ééne ware katholieke Kerk, als tot de ark- des heils, zullen wederkecren Ten andere: gelijk de groote Apostel zelfs in het bestaan der ketterijen iets goeds ziet, namelijk dat daardoor de ware geloo- vige zich meer onderscheidt en doet kennen, zoo is het ook thans gelegen: want ofschoon wij het niet kunnen ontveinzen, dat helaas! sommigen niet genoeg bezorgd zijn, om zich zeiven of de hun toevertrouwden voor de gevaren des ongeloofs te be hoeden, is hét daarentegen blijkbaar, dat, ten gevolge zelfs van het ingrijpend kwaad, het leven des ongeloofs in ons midden door Gods goedheid meer en ineer toeneemt; van daar meer overtuiging van het belang eener christelijke opvoeding en van het godsdienstig onderwijs; meer doorzigt van- en zorg tegen liet gevaar, wat er voor de jeugd vooral gelegen is in de onbe zonnen keus van vrienden, in liet lezen van boeken, dagbladen enz., die, onder welken vorm ook, tegen de geloofs- en zedeleer van de II. Kerk zijn ingerigt. Wat al blijken van een levendig geloof vertoonen zich in het oprigten en onderhouden van gods dienstige scholen voor den gegoeden en minderen stand, doch voornamelijk ook voor armen en belioe'ftigen Wat al offers zoo van geldelijke bijdragen als van persoonlijke liefdediensten wor den daaraan ten koste gelegd! Wie kan zonder innigen troost en blijdschap denken aan zoovele andere, godsdienstige instellin gen, die U onder verschillende benamingen van: Proederschap- pen Geestelijke Vereemgingen Cotur-regaliën Leesin- rigtingen enz., bekend zijn; wier werkkring zich over alle standen, ouderdom en gesiacht uitstrekt en wier hoofddoel is om met den Apostel alles voor allen te worden, ten einde allen voor Christus te winnen. Reeds waren ons de weldadige uitwerkselen van die nooit genoeg geprezene instellingen bekend; maar met bijzondere voldoening hebben wij, op onze rondreis door het geheele Bis. dom, die ook met eigen oogen mogen aanscliouwen en waarde ren. Geloofd zij daarover God de Vader aller vertroosting, die, gelijk de Apostel er bijvoegt, ons troost in allen druk, opdat wij ook zouden kunnen vertroosten allen, die in druk en lijden zijn met de vertroostingdoor loelke ioij zelf van God vertroost En dit hebben wij getracht, B. G., door U eenige voorname troostgronden, die liet heilig Geloof ons aanbiedt, te verklaren, ten einde in de rampen, die ons kwellen, tegen alle mismoedig heid gewapend en gesterkt door het geloof tot God te naderen met vernieuwd betrouwen, maar ook in den geest van vernede ring, met vermorseling des harten, door het vermijden van de zonden en de naaste gelegenheden die tot de zonden leiden; door vasten, aalmoezen en vurige gebeden. Dat de goddelijke beloften ons steunen ter volharding, ook dan, wanneer wij niet aanstonds bekomen wat wij vragen; en dat ook andere zegen rijke uitwerkselen, waarmede God in zijne goedheid en voorzie nigheid veelal, en ook nu, groote rampen doet vergezeld gaan, ons bemoedigen, oin in alles de mngtige maar ook vaderlijke hand van God te erkennen, die de zijnen slaat en geneest, dm den tijdelijken voorspoed uitstort, wanneer deze ten zege is, of anders heinelsche belooning voorbereidt, waarbij aide druk en al het lijden van dezen tijd in geene vergelijking komen. Waakt dan, B. G., zoo roepen wij U met denzelfden Apostel toe, staat vast in het geloof, handelt kloekmoedig en icordt ver sterkt, vooral in den H. Vastentijd, die nadert en een bijzondere tijd is van boete en godsvrucht, maar ook van verzoening en buitengewone genade, tempus accegAabile dies salutus, de aan gename tijd, de dag van zaligheid Laat ons, B. G., in deze stemming naar de vermaning des Apostels, met vertrouwen tot den troon der genade naderen, om barmhartigheid te verkrijgen en genade te vinden, en terwijl de. Kerk door hare Priesters, de dienaars des Fleeren, tusschen het voorhof en het altaar dagelijks het smeekgebed Spaar o Heer, spaar uw volk" aan God opdraagt, vereenigen wij daarmede ook onze smeekingen en goede werken, als een aangenaam offer aan den Heer, door de verdiensten van onzen Goddelijken Verlos ser, onzen eenigen Middelaar bij den Vader, en de voorbede der Onbevlekt Ontvangene Maagd, de troosteres der bedrukten cum fiducia, met een groot en onbeperkt vertrouwen; want zegt de Propheet: God is genadig, barmhartig, langmoedig en groot in barmhartigheid. Gedenken wij hierbij in 't bijzonder Zijne Heiligheid Pius IX en de strijdende Kerk op aarde, vooral die landen, waar zij aan verdrukking is blootgesteld; Zijne Majesteit onzen geëer- biedigden Koning en floogstdeszelfs Huis, ons dierbaar Vader land in al zijne belangen; bidden we voor elkander, gelijk Wij dagelijks onze nederige gebeden voor U uitstorten, opdat wij ten bekwamen tijde de gewensche hulp vinden, en Gods barm hartigheid in eeuwigheid mogen loven en verheerlijkend. Wij sluiten dezen herderlijken brief met U, krachtens "de Ons door den Apostolischen Stoel verstrekte volmagten, dmdfde dispensation, in de kerkelijke wetten van onthouding te'vêrlee- nen, welke verleden jaar verleend zijn, en ónder dezelfdè voor waarden zullende de Eèrw. Heeren Pastoors de bedoelde ver gunningen afkondigen.

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1867 | | pagina 1