VLISS1NGSGH WEEKBLAD
Maz.
w v <fm/
r.JE
unsttanden enz.,
de 1 riendschap
ke voorwaarden.
uur voor Roomsch-
I86T. i\". 216
Zalurdag 10 Maart.
-• C5
5'1" Jaargang.
levert ecne aangt-
jaar of 25 Centen
sluitend oorspronkelijke
irijvevs.
uit den jongelingstijd,
jikenkroon.
Itischc tafereelcn nit <ïcn
5rd-Brabant. Door
gbock van den Gerechts
ïenleving. Door H. A.
sche tafereelen uit den
'iet hedcndaagschc leven.
rkcu, waarvan de copiën
•gediseht oorspronkelijke
e schrijversziehier de
daardoor de Katholieke
een nieuw Tijdschrift
ijncn en buiten inteeke-
N.
van den dag.
icsters en alles wat met
et bijzonder, in verband
angex allen, door hen die
l zien het dagelijks, hoe
ingang te doen vindei1»
enkomsten of vooilezin-
:n dagbladen,
moderne licht te zetten,
sOen.
Ie geschiedenis van den
roor volksvlijt te
oer te Rome. Een
>redikanten. Hui
door ecu professoraten
er,
n[. Verhoeven.
K, te 's Ilcrtogenbosch
LISSIN GEN.
e*
BUREAU:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt wekelijks, des 7aturdags uitgegeven
Abonneme it-pvijs per drie maanden 80 Certs, franco
per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent.
Men abonneert zich bij alle Boekhaude'aren en Post
directeuren.
Nieuwendijk H no. 101.
VLISSINGEN.
Advertenticn gelieve men aan den Uitgever in te
zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs
van 14 regels i- 40 Cents, voor eiken regel meer 10
Cents behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing.
GERARDES PETRUS WILMERdoor de geno.de Gods
en de gunst van den Apostoli.sehen Stoet, Bisschop van
Haarlem, Assistent-bisschop bij den Pauseljken Troon,
aan. de Geestelijkheid en do Geloovigen van ons Bisdom
Zaligheid in den Heer.
(Vervolg.)
Maar waarom verkrijgt men ook dan niet altijd datgene wat
men vraagt? Hierop antwoorden wij U, B. G.zijn het geeste
lijke gunsten die wij verlangen te verkrijgen, of geestelijke kwalen
waarvan wij de bevrijding verzoeken; zeker is het, en het woord
der waarheid strekt ons ten waarborg: alles wat gij den Vader
in mijnen naam gevraagd zult hebbenzal Hij u geven. Alleen
de onvolmaakte wijze waarop wij onze gebeden en goede werken
verrïgten, kan daaraan hinderen. Zijn het tijdelijke zaken, dan
moeten wij onze beschouwing hoogcr opvoeren. Wat zijn
tijdelijke gunsten in het oog des geloofs? weldaden die God
geeft, niet als doel, maar als middelen ter bereiking van het
oenig wezenlijke en verhevene doel, waartoe wij geschapen,
door het bloed van Jesus verlost en vrijgekocht zijn, dat is:
ons eeuwig heil, onze zaligheid. Op zich zelve zijn de tijdelijke
goederen onverschillig; slechts van het goed of kwaad gebruik
in verband met het laatste einde, de zaligheid, hangt hunne
waarde at. De scliatlen en genietingen dezer aarde waren voor
den Rijkaard van het Evangelie een kwaad en verderf; de
armoede een onwaardeerbaar goed voor Lazarus. De mensch,
helaas! berekent de waarde der zaken veelal met den tijd. Gij
vestigt uwe aandachtzegt de H. Augustinus, op de weinige
dagen, die gij hier leef t, en gij wilt alles in die weinige dagen
vervuld hebben. Gj zoudt hier den goddelooze gesfra.ft, den
deugdzame willen beloond zienvestig, zegt hij, uw hart, op
de eeuwigheid van God, en met Hem zult gij eeuwig zijn; dat is
wanneer gij, gelijk God, de tijdelijke zaken beschouwt, alleen
met betrekking tot uw eeuwig geluk of ongeluk, dan zult gij
uit die beschouwing de wezenlijke waarde van tijdelijken voor-
en tegenspoed afmeten, en alzoo, wel verre van door mismoe
digheid u te laten vervoeren alsof uw gebed niet verhoord ware,
zijne al wij ze Voorzienigheid aanbidden, die, gelijk wederom
dezelfde Kerkvader opmerkt, niet zelden in zijne barmhartig
heid ons iets weigert, wat Hij anderen verleent in zijne regt-
vaardigheid. Maar, B. G., dan ook volgt daar niet uit, dat
uwe gebeden en goede werken geen verhooring hebben gevon
den bij God, die altijd Vader blijft, en, zoo als Hij zelf getuigt,
in de bedruktheid nabij is. Wie toch peilt de nlinagt, de wijs
heid, de goedheid en liefde van God? Kan zijne Voorzienigheid
niet (daargelaten nog de geestelijke voordeden) op duizende
andere wijzen zijnen zegen over u uitstorten, en even als ons de
geschiedenis van Job en Tobias leert, wat ge hier verliest, daar
honderdvoudig wedergeven, of, wat Hij u heden tot uw wezen
lijk geluk onttrekt, na de beproeving vergoeden? En zóó is,
zegt de 11. Ghrysostomus, de gewone handelwijze van God met
zijne uitverkorenen: Hij duldt niet, dat zij voortdurend in
lijden en verdrukking, noch ook dat zij onafgebroken in voor
spoed en vreugde zijn: maar als door eene wonderbare afwisse
ling van droefheid en blijdschap, van voor-en tegenspoed vol
maakt Hij den levensloop des regt vaardige; zoo als die Kerkva
der dit in de afwisselende vreugden en smarten van den II.
Joseph in het breede aantoont.
Éene zorg derhalve zij ons ter harte: om namelijk in de be
zoeking des Heeren aan God getrouw, volhardend in zijne dienst
voort te gaan, verzekerd als we zijn, dat de Godspraak niet kan
falenalles werkt ten goede voor degenen, die God vreezen.
En hoevelen misschien zouden door eigen ondervinding deze
waarheid kunnen bevestigen; die ook dan, wanneer de nood
hun het hoogste scheen, ook blijkbaar den bijstand des Aller -
hoogsten mogten ontwaren; zoo al niet door tijdelijke hulp,
dan toch door de genade van God, die hen met den Apostel te
midden der tegenspoeden doet overvloeijen van heilige vreugde
en met den heiligen man Job in volkomen gelijkvormigheid
aan den wil des Heeren doet uitroepen: 'de TIeer heeft gegeven,
de lieer heeft genomen, dat de naam des Heeren gezegend zij
Bovendien, hoe waar is de bemerking van den II. Augustinus,
dat God het kwaad toelaat, maar op eene andere wijze daaruit
een onwaardeerbaar goed weet te trekken. En waarlijk, B. G.,
ook deze beschouwing is in deze rampvolle tijden troostvol, en
juist geschikt om ons vertrouwen op God nog meer te verleven
digen.
Hoevelen, die in de cholera-ziekte en vee-typhus de regt-
vaardige straf van God hebben erkend, en getroffen door de
vrees des Heeren, die het begin der wijsheid is, het begin
maakten aan hunne bekeering en zaligheid, welke zij zonder
dien tegenspoed zouden gemist hebben! lioevele anderen zijn
door die ramp als door eene buitengewone genade verlicht ge
worden, en hebben thans beter dan ooit de vergankelijkheid, de
nietigheid der aardsche goederen ingezien; hun hart, daarvan
losgerukt, om het aan onvergankelijke goederen, voor welke
het geschapen is, vast te hechten, terwijl wederom anderen, die,
door voorspoed bedwelmd, zich aan overdadig zingenot en
weelde overgaven, thans op de eerste plaats het rijk Gods en
deszelfs geregtigheid zoeken, en zich met dubbelen ijver toe
leggen op de godsvrucht, welke alleen de belofte heeft van dit
en het toekomstig leven.
Voegt hierbij den schat van verdiensten voor den Hemel,
welke in die dagen van tegenspoed vergaderd is en nog verga
derd wordt. Wat al vurige gebeden zijn er gestort, godsdienst
oefeningen bijgewoond, verstervingen gepleegd, aalmoezen uit
gereikt, heldhaftige liefdedaden verrigt aan zieken, noodlijden
den, verlatene weduwen en weezen liefdedaden, die, even
als in de eerste tijden des Christendoms, niet zelden de verwon
dering van onkatholieken tot zich trokken en wie weet het!
even als toen ook nu welligt een genaderijken indruk hebbe.n
nagelaten, die in latere dagen vruchten zal voortbrengen!
Mogen wij alzoo niet met den Patriarch Joseph zeggen, dat
de algoede Voorzienigheid uit het kwaad goed heeft doen gebo
ren worden en dat daardoor groote verdiensten zijn verworven
voor den Hemel, die tevens nieuwe zegeningen voorspellen op
aarde?
Hoe gaarne zouden wij diezelfde beskou wing.,will en toepns-
1 sen op de geestelijke rampenwaarvan wij 1ieHpv aken,
den druk namelijk der H. Kerk, en bet toenemend, officio of.
Dan, bet bestek van ons herderlijk sefirij ven Jaai niefytoe,
hierover ditmaal in het breede uit te weidéiL.' Wij kunnei);eVen-