zend geweren 11°. 1, getrokken, tot achterlading zullen worden gewijzigd, naar het stelsel Snider, en de daartoe noodige maat- regelen, alsmede die tot het vervaardigen van de tot die wape nen behoorende patronen, onverwijld zullen worlen genomen; 2. dat de gewijzigde geweren, naar gelang zij in gereedheid komen, bij het leger in gebruik zullen worden gegeven. De Staats-courant bevat de opgaven betreffende de vee ziekte in de provinciën Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Holland en Gelderland over de week van 27 Januarii tot 2 February als volgt Zuid-Holland. Aangetast 1497, aan de ziekte gestorven 364, afgemaakt 43, hersteld 131, op het einde der week nog ziek 956 beesten. Sedert het begin der ziekte: aangetast 86.622, aan de ziekte gestorven 39.763, afgemaakt 14.8S3, hersteld 30.398, nog ziek 1 553. Utrecht. Aangetast 685, aan de ziekte gestorven 470; afgemaakt 0, hersteld 362 beesten. - Sedert het begin der ziekte: aangetast -47.797, aan de ziekte gestorven 28.631, afgemaakt 3479, hersteld 14.620, en in het geheel nog ziek 1067. Noord-Holland. Aangetast 331, aan de ziekte gestorven 21, afgemaakt 296, hersteld 14, op het einde der week nog ziek 0 beesten; bovendien afgemaakt 148. Sedert het begin der ziekte: aangetast 7159, aan de ziekte gestorven 911, afgemaakt 5429, hersteld 819, nog ziek 0. Bovendien afge maakt 2510. Gelderland. Aangetast 88, aan de ziekte gestorven 3, afgemaakt 284, hersteld 0, op het einde der week nog ziek 0 beesten. Sedert liet begin der ziekte: aangetast 709, aan de ziekte gestorven 41, afgemaakt 2817, hersteld 4, nog ziek 0. Noord-Brabant. Aangetast 16, aan de ziekte gestorven O, afgemaakt 38, hersteld 0, op het einde der week ziek 0. Sedert het begin der ziekte: aangetast 281, aan de ziekte ge storven 13, afgemaakt 406, hersteld 0, nog ziek 0. Uit den daarbij gevoegden rekapitulatie-staat blijkt het vol- génde: Aangetast in de week van 13—19 Januarij: in Zuid- Holland 2018, Utrecht 1301, Noord-Holland 480, Gelderland 87, Noord-Brabant 14, totaal 3900; van 2026 Jan.: in Zuid-Holland 1981, Utrecht 826, Noord-Holland 288, Gelder land 153, Noord-Brabant 3, totaal 3251; van 27 Jan. tot 2 Febr.: in Zuid-Holland 1497, Utrecht 685, Noord-Holland 331, Gelderland 88, Noord-Brabant 16, totaal 2617. De Delf tsche courant ontleent het volgende aan een par ticulier schrijven, in antwoord op eene vraag naar den uitslag van de wasschingen der koeijen met carbolzuur „Ik laat mijne"koeijen tweemaal daags met carbolzuur kop en acliterdeelen wasschen. Indien men er eens den slag van heeft, gaat dit nog al spoedig voort, en het is iets, waar de koeijen spoedig aan gewennen. Berst hebben zij een tegenzin in het gebruik van een neusdoek. Zij laten zich de oogen, ooren en buik gemakkelijk wasschen, maar in den aanvang zeer onwillig den neus; in dat opzigt zijn zij even als kinderen, die, als ze jong zijn, ook veel daartegen hebben. Het is een onkostbaar middel, ik heb eene ledige koolteerton; daarin gaan 7 borncin- mers water, en hierop 2 bitterglaasjes boordevol carbolzuur is voldoende; en om 40 koeijen te wasschen, kop en acliterdeelen, heb ik niet meer noodig dan Va boruemmer, dus 1 bornemmer daags, en alzoo voor eene week voorraad. Uit eene kruik car- bolzuur kan men dus nog al langcarbolzuurwater voorliet was schen maken. Het schijnt een best preservatief te zijn, want op de badhoeve te Amersfoort wordt er ook mede gevasschen, en deze is tot nog toe bevrijd van veepest. Snellen, Gevers Dey- noot, Hardenbroek en meer anderen in de besmette en zeer be smette streken hebben er tot nog toe goed baat bij gehad. Dus, het is wel aanbevelingswaardig. Maar, maar! de boeren luiste ren niet altijd naar goeden raad van de „lieeren." Velen hon den het voor een straffe des Heer en, voor eene roede Gods, die men moet voelen, waartegen men niets mag aanwenden; ande ren zijn te traag om iets te doen, en gejooven niet, dat iets kan baten, omdat zij liever niets doen, dat inspanning kost. Ik heb deze treurige ervaring reeds opgedaan, enz," Men leest in de Tijd: z/Men verzekert ons van verschillende zijden, dat men eerst daags het overlijden te wachten heeft der kiezersvereeniging de Grondwet. De moedeloosheid onder hare leden en bestuurderen moet het toppunt bereikt hebben. Dat het genootschap ziel toogt, is trouwens voor ieder duidelijk, die op de uitkomst der verkiezingen van den laatsten tijd acht wilde geven. Z)e Grond wet heeft nagenoeg allen invloed op de kiezers verloren. Nog niet lang geleden was die invloed zoo magtig dat, zonder de medewerking van deze vcyeeniging, bijna geen candidalnur kon slagen. Zij heelt echter de kunst niet verslaan oin zich op dat standpunt te handhaven. Liever dan door liet voorstellen van aanbevelenswaardige candidaten zich, als vroeger, het vertrou wen van het publiek te blijven waardig maken, heeft zij zich be ijverd om de dienaars van partijschap te worden. Nooit kwam dit sterker uit dan bij de laatste algemeene verkiezingen voor de tweede kamer, toen zij, ondanks alle waarschuwingen, zich aan liet jammerlijk exclusivisme schuldig maakte 'trouwens de groote fout der gebeele liberale partij om de motie Keuche- nius als eeiiigeu toetssteen te nemen voor de verdiensten der afgevaardigden. Om dat exclusivisme door te drijven wat echter niet gelukt is beging zij den onpolitiekcn misstap van zich tot de sleepdraagster te maken eener jongere kiezersver- ëeniging, welke er naar streefde zich van haren invloed meester te maken. Benmaat in dat vaarwater, kan zij er niet meer uit. Zoo ile Grondwet nog een vonkje levensvatbaarheid over heeft, is dit alleen aan te wakkeren door verandering van luchten dieet. Beselt zij dat echter niet, en blijft zij staan waar zij nu staat, dan is haar dood, 0111 het even of die vrijwillig zal wezen of niet, onvermijdelijk, en in beide gevallen zal de uitspraak der deskun digen wezen, dat zij gestorven is aan onverstand en electoraal wanbeleid." Het eerste deel van de twaalfde jaargang 1867 van de Leesbibliotheek voor Christelijke Huisgezinnen is verschenen (zie advertentie.) Het is getiteld: In't vervallen huis. Drie herin neringen uit den jongelingstijd door Aug. Snieders jr., ridder der orde van de Eikenkroon. De schrijver toont in dit werk het doel der Leesbibliotheek goed te begrijpen: nuttige lectuur te verschaffen onder aange- Daine en bevailige vormen. Met kunst weet hij zijne lezers te boeijen en houdt hen zoodanig gekluisterd, dat zij het boek niet uit de hand leggen, alvorens tevens de les, die hij geven wil, ontvangen te hebben, en die op velen der onzen past: Hoog vliegen. Diep vallen. De verschijning van eeii oorspronkelijk werk van een katho lieke schrijver, voor onze tijd geschikt, is ons welkom. Wij hopen datde heer Henri Bogaerts inetzijn voornemen om ons acht oorspronkelijke werken voor drie galden te leveren zal kunnen doorgaan; men teekene daarom in op de Leesbibliotheek voor Christelijke Huisgezinnenjaargang 1867. De verzending van de boerderij bestemd voor de Parijsche tentoonstelling, ondervindt thans eenige moeijelijkhedcn, daar men in Belgie bezwaar maakt het stroo en al de andere zaken, bij het gebouw behoorende, te laten passeren. Er bestaat ech ter uitzigt dat die moeijelijkheden zullen worden overwonnen en dat het gebouw nog tijdig genoeg te Parijs zal aankomen om op de tentoonstelling te kunnen prijken. Gouda 10 Februarij. Gisteren is dnor de policie alhier aangehouden eene groote hoeveelheid vleeseh, afkomstig van een aan den veetyphus gestorven koebeest, terwijl heden weder door de policie aangehouden werd eene hoeveelheid zult en een en twintig stukken gerookt vleeseh, alles afkomstig van aan de runderpest overleden runderen en bestend voor de con sumptie. Een en ander is, 11a afgekeurd te zijn, onmiddellijk begraven. Leeuwarden 11 Februarij. I11 de laatste dagen heeft men in onderscheidene dagbladen eene opmerking kunnen lezen betreffende het vrij algemeen gebruik bij de veehouders in dit gewest, om de in dezen tijd des jaars geboren wordende kalveren te dooden. Wij werden hierbij herinnerd aan een be sluit, in de vorige eeuw, toen de runderpest in Friesland heerschte, door ge dep. staten uitgevaardigd, waarbij, 0. a., wer den verboden de uitvoer en het slagten van koe-kalveren, het vervoeren van rundvee naar de onbesmette plaatsen en het slag' ten van inelkkoeijen, op eene boete van 50 goudguldens. Wat in de lS^eeuw liet onderwerp kou zijn van een verbod van het prov. gezag, wordt thans door de veehouders uit eigen beweging behartigd. ISiemvecliep 9 Februarij. Gisteren avond zag men van hier op den zoogenaamde» Razenden bol bij afwisseling groote vuren branden, dat weldra bij velen de meeding vestigde dat daar op de Haaks een schip was gestrand. Redding te bieden was 0111 het vergevorderde avonduur, maar meer nog om den geweldigen storm in een slikdonkeren nacht, niet aan te raden; althans men ging eerst heden morgen met de reddingboot, die door de sleepboot weed voortgesleept, naar de plaats des onheils; en hoezeer men met een hevige branding te kampen had, gelukte het 0111 zes man der eijuipage, waarbij de kapitein, die op den kajuitskap van het schip ieder oogenblik den dood voor oogen zag, te redden. Negentien man der equipage waren met de

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1867 | | pagina 2