5de Jaargang.
RIJ.
getwijfeld onze
misschien over-
ndergaan, geen
n, maar veeleer
reva 1 hen in dan
d zullen wij niet
an de aarde ten
>1867. N°. 211. Zalurda» 0 Februarij.
VLISSINISGH VEEEBLAD
is hier bintien-
eesfer van Mid
3u bestemd naar
Ihier in liet dok
je, van hier naar
loogte van Vin-
gezeten te heb-
Martij, jd. 21 j. A.
geb. Calon, z. D. P.
s, geb. Meijer, z. A.
IS in. C. Smith,
11.
kking.
No. 4319 f 1000.
•ekkine.
89, 12100 en 16242
tkking.
No. 13G26 en 19428
verandering.
il-Brabautschc Boek-
;n aauvoer, terwijl die
nieuwe Walchersche
voor.
i-ht.
uiet meerder aanvoer
algemeen gevraagd.
>0, f9.75 en f 10 werd
f 13 niet te koop.
25. Bij het einde der
dito 1 7 a f 7 25.
zoo gevraagd. Grootc
vat.
f 12.—, Rogge f 7.50
0 a 7.Boekweit
afPaar-
Witte Erwten
w c dito i'-.a 1'-.—,
bh.
2j»ct.
5° 3I,
3
06
4
87»/,-
4'/*
5
92'/,,
4
5 S'l,
5
77'/.
6
40-1,
186'/,
82'/.
4 u
59
2'it
30'!,
5
45'/,
5 H
65
5
50'
*1,
22'/s
3
2'/,
LISSINGEN.
BUREAU:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blud wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven
Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco
per post 95 Cents. Afzonderlijke uommers 10 Cent.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren.
Nieuwendijk H no. 101.
VLISSINGEN.
Advertentiën gelieve men «an den Uitgever in- te
zenden uiterlijk Donderdag avoud ten 8 ure; de prijs
van 14 regels is 40 Ceuts, voor cl keu regel meer 10
Cents, behalve 35 Cents /egelrcgt voor elke plaatsing.
VRIJWILLIGE BIJDRAGEN UIT VLISSINGEN
VOOR
Z. H. PAOS PIUS IX.
Bedrag der vorige opgaaf
11. Vader bid voor ons
'i'wee misdienaren
f 149.78
- 0.35
- 0.75
Te zamen
150.88
De Tijd, Koord-Rollandsche courantvan donderdag den
7 dezer, bevat reeds de 548te lijst van vrijwillige bijdrage voor
Z. H. Paus Pius IX, en wel tot een gezamenlijk bedrag van
/,70.596.30V2.
Dé Burgemeester en Wethouders van' Vlissingen,
Maken bekend:
dat op vrijdag den 22 Februarij 1867, des namiddags ten 2
ure, ten Raadhuize dier gemeente zal worden aanbesteed, de
levering van
le 30,000 Felui Straatkeijen
2e 10,000 vlakke Straatklinkers
10,000 vlakke KlLnltei'S
55,000 hardgraauw lc soort
op voorwaarden die ter lezing liggen ter Gemeente-Secretarie,
en volgens de monsters aldaar voorhanden.
De inschrijvings-billelten moeten voor 1 ure op den dag der
besteding worden ingeleverd.
Vlissingen, 5 Februarij JS6-7.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. W. QALLENFELS.
De Secretaris
P. FORBES WELS.
Wij ontleenen het volgende aan het Algemeen HandelsMjl,
hetwelk ons uit de memorie van beantwoording van den Heer
minister van marine, op liet verslag van de tweede kamer der
staten-generaal, betreffende de vaststelling van liet VI hoofd
stak der staatsbegrooting voor 1867, wordt te lezen gegeven:
z/De minister is overigens met de meeste leden \an de tweede
kamer vau gevoelen, dat het tegenwoordig getal rijkswerven
van aanbouw en uitrusiing te groot is, zoo als ook blijkt uit
zijne memorie van toelichting, waar hij om redenen, door hem
opgegeven, de werf van aanbouw te Vlissingen onmiddellijk
wenscht op te betten en de daar aanwezige pantserinrigting
over te brengen naar Amsterdam. Bevreemdend is echter, het
gevoelen van sommige leden, die den vorigen minister van
groote weitelnio.edigheic! ten aanzien der opheffing van de werf
te Vlissingen beschuldigen, dat liet tegenwoordig hoofd van dit
departement daartoe te schielijk en zonder voorbereiding zoude
overgaan. Naar zijn gevoelen zou de minister, indien hij.als
oud-Zeeofficier en najaren den gang van zaken te hebben nage
gaan, omtrent dit onderwerp geen gevestigd denkbeeld half,' ook
blijken van weifel moedigheid geven.
//Be voorbereiding tot het opheffen van de wrerf van aanbouw
heeft sedert jaren plaats gehad. Het verval der kappen en hel
lingen, welke aanzienlijke sommen tot reparatie zouden behoe
ven, getuigt daarvan; ook dat er sedert gernimen tijd geen
nieuwe schepen op stapel zijn gezet, is daarvan wel een voldin
gend bewijs.
//Behalve dat Vlissingen, als werf van aanbouw, geheel open
ligt voor den vijand en buiten onze linien van defensie, is de
voorgenomen opheffing een maatregel van noodzakelijke bezui
niging; wij zouden eindigen met werven te bezitten en geene
schepen.
z/Dat Amsterdam even open ligt als Vlissingen wordt ont
kend; depositie bij Durgerdam is zeer goed en gemakkelijk te
verdedigen tegen maritime strijdkrachten, en de regering
heeft bovendien het voornemen aangekondigd, eerlang eenige.
gelden buitengewoon aan te vragen voor de verbetering der
werken tot de verdediging van Amsterdam.
,/Hoewel hetmit een oogpunt van bezuiniging raadzaam zoude
zijn de werf van Vlissingen ook nis werf van uitrusting en repa
ratie op te heffen en de Minister daaromtrent eene gevestigde
meening heeft, gelooft hij dien maatregel in overweging te kun
nen houden tot de eerstkomende bcgrooting, om reden de twee
aldaar op de hélling gehaalde schroefstoomschepen Citadel van
Antwerpen en Vice-Admiraal Koopman eerst in het laatst van
dit jaar en welligt iets later zullen hersteld zijn.
z/De meening dat het etablissement te Hellevoelsluis bijna
evenveel uitgaven vordert als het vroeger tezamen met dat te
Rotterdam kostte is onjuist en zeer gemakkelijk te wederleggen.
z/Met uitzondering van Vlissingen, alwaar sedert eenige
maanden maatregelen tot vermindering van personeel genomen
zijn, is het personeel der werven niet voor inkrimping vatbaar.
Be Minister die aan het hoofd eener maritime directie gestaan
heeft, is hiervan ten volle overtuigd en hij acht het zeer noodig
dat er, even als overal elders, een vlag-officiér aan het hóófd
van de etablissementen geplaatst zij. Hellevoetsluis heeft als
inrigting van minderen rang steeds eene uitzondering op dien
stelregel gemaakt. Ook het aanwezig zijn van een officier-ma
chinist op iedere werf is zeer noodzakelijk; de werktuigen wor
den niet, zoo als men onderstelt, uitsluitend te Amsterdam ge
repareerd: dit geschiedt op alle werven de machinale inrigting
te Vlissingen wordt daarvoor benuttigd, terwijl herstellingen
van meer belang en de aanmaak van nieuwe stoomketels te Wil
lemsoord geschieden. Ook te Ilellevoetsluis hebbenzoo als
reeds hierboven gezegd is herstellingen aan machines plaats.
"Wat het aantal ingenieurs betreft, zoo zij hier opgemerkt dat
er op de werven nog andere werken te verrigten zijn dan het
te water laten van een schip en dat het niet aan hen te wijten
is indien er in den laatsten tijd slechts één schip is te water
gebragt."
Volgens de bovengezegde woorden is het gevoelen van de
meeste leden der twe£(J-e=-kamer, dat het tegenwoordig getal
rijkswerven van aanbouwen uitrusting te groot is; dien ten ge
volge wenscht onz<Hegenwqördige, minister van marine de werf
van aanbouw te VBssipg'en onmiddellijk op te heffen en de aöii-
wezige pantserintfjjstóng over té brengen naar Amsterdam. De
voorgenomen opheffing .\vprdt-geacht een maatr&agtetasaii'n van
noodzakelijk bezuinigingDit Voord klinkt/'