ÏLISSINGSCH WEEKBLAD. 1807. N°. 208. Zaturdag 10 Januarij. 5,e Jaargang. fUSjSI'INIGoSOM WIIKBLAD, SC,Hi; TIJPHGM. 3 Als wij nu weten dat onze Hoüandsclie kust zonder beschut ting van banken is en bijgevolg onbeschut ligt tegen de stort zee, bloot en open voor de gansche Noordzee, zullen de haven hoofden van het kanaal door Noord-Holland meer dan reuzen- sterk moeten wezen, oiu liet uit te houden op den duur tegen de volle zee. Daarenboven bestaat de mogelijkheid, zoo als bij andere havens van een zich voor de haven neerzettende baar* Het gevaar voor zulk eene baar bestaat op kusten, waar vlakke zandgronden zijn, zoo als de kusten van Holland hebben. Voor andere havens waar men klip- of rotsgronden of s/ijle oevers aantreft, bestaat zulk gevaar niet. Het zou dus wel kunnen gebeuren, dat de zeehaven van het kanaal door Noord-Holland, na aangelegd te zijn, door zulk eene haar werd belemmerd, zoodat gepantserde schepen niet zouden kunnen binnenvallen of uitgaan, zelfs geen houten schepen, omdat de rijzing van het water op de Hollandsche kus ten niet hooger gaat dan vier voet. Men kan hierop aanmerken, of door spuijing de groei van eene baar niet is te voorkomen of weg te nemen? Geenszins, omdat de spuijing hare kracht ver liest buiten de haven en eerder meewerkt, om door het uit werpsel de haar te vergrootcn. Bijgevolg zeggen wij niet te veel, als wij veronderstellen, dat de werf van Vlissingen, die niet wordt opgeheven, zoolang de kanaalwerken door Holland nog niet voldoende worden bevon den voor de doorlating van gepantserde schepen, misschien nim mer zal worden opgeruimd, maar veeleer de eenige en geschikte werf voor den aanbouw van ijzeren schepen zal blijken te wezen. Dc slechting der vestingwerken van Vlissingen aan de land zijde en de herleving onzer marinewerf zijn derhalve de voor name gronden, waarop wij met gerustheid de toekomst van Vlis singen te gemoet zien, die een tijdperk zal openen van bloei en welvaart voor de niet genoeg gekende en gewaardeerde stad. OVERGEDRU KT UIT HET Van Zaturdag 9 February 1S67. N°. 211. Wij ontleencn het volgende aan het Algemeen Handelsblad hetwelk ons uit de memorie van beantwoording van den lieer minister van marine, op het verslag van de. tweede kamer der staten-generaal, betreffende de vaststelling van het VI hoofd stuk der staatsbegrooting voor 1867, wordt te lezen gegeven: „De minister is overigens met de meeste leden van dè tweede kamer van gevoelen, dat het tegenwoordig getal rijkswerven van aanbouw en uilrusting te groot is, zoo als ook blijkt uit zijne memorie van toelichting, ivaar hij om redenen, door hem uxi i^v.g.ouncr-uioui.il uv,iituAu U..U .w0w....- stad Luxemburg van den 9 dezer: „Op het einde der zitting van de kamer van afgevaardigden van dingsdag is cr eene leven dige woordenwisseling ontstaan tusschen den leider der opposi tie, den heer Metz, en het lid der behoudende partij Fraanpois, ten gevolge waarvan eerstgenoemde zijnen staatkundigen tegen stander tot een tweegevecht heeft uitgedaagd. De rijtuigen waren woensdag ochtend reeds voorgekomen, om de beide par tijen met hunne getuigen over de FranscUe grenzen te brengen, toen het aan een vriend van beide mogt gelukken, de zaak te schikken/' Nieuwendijk H no. 101. VLISSINGEN. ertenticn gelieve men aan den Uitgever in te uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs -4 regels is 40 Ceuts, voor eiken regel meer Ï0 behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. 3 Mahon is deti 0 dezer te Algiers terug- der. volgenden dag na$r Blidah begeven, door de aardbeving aangerigt, in oogen- 'se meldt, dat de heer von Beust, Oosten- buitenlandsche zaken, aan de vreemde 'uwelijke dépêche omtrent het keizerlijk ig van een buitengewonen rijksraad, dus he aangelegenheid, heeft doen toekomen. zich daarin de hevige oppositie niet, vooral in de Duitsche gewesten der vonden; maar hij geeft te kennen dat de st besluit uit te voeren, overtuigd als zij ile gezindheid ook weldra door de Duit- zal worden. Het besluit moet en zal uit- le minister o. a., en de Duitsche drukpers e rijksraad ihaar eenmaal bijeengekomen inzigten heeft kenbaar gemaakt, aan de ing niet onthouden. te is van rrieening dat de heer von Beust ijk bedriegt. singen 18 Janvarij. Vlissingen n°. 1, welke in December p de hoogte van Borselen is gezonken, avond door behulp van ligters boven iet strand gezet; het ongunstige weder r kettingen is oorzaak dat men er niet is. Gisteren morgen is de stoomboot de. i eerstgenoemde boot alhier binnen te imt heeft de regtbank te Middelburg, in anzeiling van de Nederlandsche schoener or de Engelsche stoomboot Zealous, aan >m schadevergoeding ontzegd, als zijnde en worden aan welk der beide schepen moet worden geweten. us is gisteren van hier buitenom naar het wapen der infanterie benoemd: bij capiteiu 3e klasse (naar ouderdom van o-adjudant J. C. P. A. Lanzing, van het tiet 3e regement, tot majoor den kapt. le kl. L. C. G. Vijgh, van liet le regement; bij het 5e regement, tot len luit. (naar ouderdom van rang) den 2en luit. jhr. A. W. Bou vier, van het corps, bij het 6e regement, tot len luit. (naar ouderdom van rang) den 2en luit. L. H. Huigens, van het corps; Bij het Se regemejjt tot kapt. 3® kl. (naar ouderdom van rang) den lcu luit. <Jep Exter van den Brink, van het regement grenadiers eryjjagers. Z. M.'heeft bij liet -p'érsoneel der militaire administratie benoemd (naai1 onderdon! van rang)tot kapitein in zijne tegen woordige bef^ekküjg dpn luit.—dir. van het gani^oegs-

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1867 | | pagina 7