BIMENLANDSCIIE TlJDÏNflES. En hier kunnen Wij niet nalaten, krachtens Onze bediening, aide vorsten en de andere beheerschers der volken met aandrang aan te sporen, om toch eindelijk eens te begrijpen en ernstig te overdenken, hoe groot de pligt is, die op hen rust, van te zorgen dat onder hunne volken de liefde voor de godsdienst en de eere- dienst vermeerdere, en met al hunne kracht te verhinderen, dat onder diezelfde volken het licht des geloofs uitgedoofd worde. Wee den regeerders, die, vergetend dat zij de dienaren van God zijn om het goede te doen, zulks zullen hebben verwaarloosd te doen, waar zij kunnen en waar zij moetendat ook zij vreezen en sidderen, vooral wanneer hunne werken den kostbaren schat van het katholieke Geloof, zonder welken schat het onmogelijk is aan God te behagen, vernielen. Want voor den regterstoel van Christus zullen zij een in de hoogste mate onverbiddelijk oordeel ondergaan en zien hoe verschrikkelijk het is te vallen in de handen van den levenden God en diens allergestrengste regt- vaardigheid te ondervinden. Ten slotte, Eerwaarde Broeders, kunnen Wij niet twijfelen, of gij, die de getuigen en de deelgenooten Onzer werken zijt, zult, dank aan uwe bekende en uitmuntende godsvruchten liefde en bijzonderen ijver voor de katholieke zaak, in vereeniging met Ons en de geheele Kerk, vurige gebeden storten, en den goeder- tierendsten Vader der barmhartigheden volhardend smeeken, dat Hij, ter wille van de verdiensten van Zijn eenigen Zoon Jezus Christus, Onzen Heer, zich over Italië en over geheel Europa en over geheel de wereld ontferme, en door Zijn godde lijk alvermogen volbrenge, dat Zijne heilige Kerk, alle dwalin gen, onheilen en stoornissen overwinne, op aarde vrede en volle vrijheid geniete; dat de maatschappij van de talrijke kwalen, waarmede zij gekweld wordt, bevrijd worde en alle volkeren elkander te gemoet treden in de eenheid des geloofs en der erken ning van zijn Zoon, wandelende op de wegen des Heeren en vruchten voortbrengende in alle soort van goede werken. Vlissingen 16 November. De stoomboot Stad Vlissingen n°. 1, welke woensdag morgen ten 61/, uur van hier naar Breskens was vertrokken, hoeft, ten gevolge der liooge zeeën, die plaats niet kunnen bereiken en is met schade aan de raderkasten teruggekeerd. De oorzaak dat het stoomschip Kayoomar hier zoo lang op de reede vertoeft, moet, naar men zegt, daarin gezocht wor den, dat het schip te zwak is gebouwd om de schokken, veroor zaakt door de werking der machine van 500 paardenkrachten, te kunnen wederstaal). Dingsdag is de vleeschhouwer M. Hakker alhier, aanne mer geworden van de levering van versch rundvleesch, ten be hoeve der equipage van Zr. Ms. schepen en van vaartuigen van oorlog, gedurende het jaar 1867, aanwezig alhier en op de Schelde, voor 64 cents het <8 pond. Woensdag is op 's rijks marinewerf alhier aanbesteed, het weghalen van het mot en de krullen, gedurende het jaar 1867, voorkomende op de werf en liet drooge dok. Aangeno men door J. de Groot, het mot voor 1 en de krullen voor 15 cents de kubieke el. Gisteren zijn in liet hoofdkiesdistrict te Goes, bij her stemming, de stembriefjes geopend voor een lid van de tweede kamer der stalen generaal. Daaruit bleek dat de heer mr. P. H. Saaijmans Vader is gekozen met 611 stemmen, terwijl mr. J. II. de Laat de Kanter er 493 verkreeg. In het geheel waren 1110 stembilletlen ingeleverd, waarvan 6 van onwaarde. 13ij koninklijk besluit van 22 September 1866, n°. 67, heeft Z. M., beschikkende op liet verzoekschrift van bestuur ders en commissarissen der te Middelburg gevestigde naamlooze vennootschap Middelburgsclie Maatschappij van Stoomvaart, zijne bewilliging verleend totde vernieuwde verlenging van den termijn, binnen welken alle aandeeleu in het maatschappelijk kapitaal zullen moeten geplaatst zijn. Men leest in de Nieuwe Iiotterdamsche courant van den 4 dezer het volgende: „Zagen belanghebbenden in het begin van dit jaar in verschil lende nieuwsbladen het blijde lierigt, dat eene aigemeene veeverzekering-maatschappij te Ooster hout zou worden opgerigt, en werd dit plan luide toegejuicht, wijl er maar ai te. lang behoefte aan dergelijke zaak bestaan had, cn die behoefte, in den laatste» tijd vooral, meer en meer ge voeld werd, met grooter belangstelling zagen zij de berigten omtrent de uitbreiding aan die zaak gegeven, en dat er bepa lingen waren gemaakt, waardoor allen tot die Maatschappij kun nen toetreden, namelijk door bij de onderlinge verzekering de deelneming met vaste premie open te stellen. Hoewel onderlinge verzekering steeds boven die met vaste premie te verkiezen is zijn er toch enkele veehouders, die de laatste wijze verkiezen, en alzoo nu d<5k in de gelegenheid zijn gesteld hun vee solide te verzekeren. De vaste premiën zijn billijk gesteld en belangrijk lager dan hij andere maatschappijen, zoo als o. a. de Koninklijke maatschappij: De algemeene veeverzekering, te Rotterdam. De maatschappij te Oosterhout zou ilie lage premiën niet hebben kunnen bepalen, indien zij niet eene groote hechtheid had be komen door hare onderlinge verzekeringen, die in ongelooflijk korten tijd tot een hoogst aanzienlijk bedrag zijn gesloten. Ook is die hechtheid gewaarborgd door liet bij haar ingevoerde stel sel van herverzekering, dat den deelhebbers den grootsten waar borg geeft. Wij verineenen, nu wij goed zijn ingelicht omtrent de Nationale veeverzekering-inaatschappij, haar allen veehouders bijzonder en nadrukkelijk te moeten aanbevelen en hen, die nog bezwaren mogten hebben omtrent veeverzekering, in het alge meen te verwijzen naar het bevattelijk geschreven boekje: „Hebt ge uw vee verzekerdZoo niet, waarom niet?" Dat boekje, dat door de verschillende agenten wordt rondgezonden en met milde hand aan aanvragers gegeven, behelst eene ferme uitlegging omtrent de, in den laatsten tijd herlevende, veeverze kering en de wijze hoedanig dezelve behoort te geschieden. Wij zouden nog oneindig veel meer ter aanbeveling kunnen zeggen, doch dit is ten eenemale geheel overbodig, te meer nog wijl de Maatschappij, door hare solide werking, zich zelve genoeg heeft aanbevolen, om elk te kunnen doen besluiten eene gelegenheid aan te grijpen, die hun met weinig opoffering de grootste zeker heid aanbiedt tot belioudiug hunner welvaart. Blijkens de opgave betreffende de cholera, voorkomende in de Staats-covrant van 14 dezer, zijn In de provinciën. lil de week van 28 Oct. tot 3 Nov. Sedert het uitbar sten der ziekte. aanget. overled. aanget. overled. Noord-Brabant 10 10 1970 1105 Gelderland 4 2 2254 1419 Zuid-Holland 15 9 12810 7657 Noord-Holland. 11 9 3567 2576 4 2 351 225 2 1 4149 26 4 S Friesland 2 2 718 451 1 1723 1 006 Groningen 2 4 2526 1479 Drenthe 603 361 Limburg 67 51 805 348 Algemeen totaal 117 91 31467 193S5 Berigten van veeartsen over de week van 28 October tot 3 November, zijn opgenomen in de Staals-courant van 12 dezer, welke ook bevat de opgaven betreffende de veeziekte in de provinciën Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland, als volgt Zuid-Holland. Aangetast 494, aan de ziekte gestorven 99, afgemaakt 327, hersteld 12, op het eindeder weeknog ziek 56 beesten. Sedert liet begin der ziekte: aangetast 61.623, aan de ziekte gestorven 26.321, afgemaakt 12.201, hersteld 22.896, nog ziek 205. Utrecht, Aangetast 898, aan de ziekte gestorven 572, afgemaakt 199, hersteld 223 beesten. Sedert liet begin der ziekte: aangetast 19.991, aan de ziekte gestorven 10.677, afgemaakt 1211, hersteld 7630, nog ziek 574. Noord-Holland, Aangetast 51, aan de ziekte gestorven 10, afgemaakt 71, hersteld 0, op het einde der week nog ziek 0 beesten. Sedert het begin der ziekte: aangetast 2522, aan de ziekte gestorven 621, afgemaakt 1141, hersteld 760, nog ziek 0. Leiden 13 November. Gisteren avond, omstreeks 10 ure, werd hier een uiterst brutale inbraak en diefstal gepleegd in de zeepziederij van de heeren Dros en gebr. Tieleman, aan de Middelste gracht. De waker, die zich daar steeds des nachts bevindt, was reeds op zijne post en ontdekte op dat ongewone uur licht in het kantoor. Onraad vermoedende, snelde hij heen om den heer C. Dros, lid der firma, wiens woning door een tuin met de fabriek gemeenschap heeft, te waarschuwen. Deze, aan de mogelijkheid van brand denkende, spoedt zich ijlings naar de aangewezen plaats, voorzien van eene lantaarn, en bemerkte daar, tot zijne niet geringe schrik en ontsteltenis, de dieven, vermoedelijk ten getale van drie. Inmiddels was een knecht, aldaar toevallig nog met eenig werk bezig, aangesneld. Toen de dieven zich ontdekt zagen, zochten zij zioh met de vlugt 'n

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1866 | | pagina 2