VLISSIN6SCH WEEKBLAD. t lager. Kanariezaad 3 68. ZeeuwsclrJ; 67. nbeduidcncl, tenvijl die .50 verlcoclit. Jarige ietliug, maar weinig lie. puike soort 1' 11.50 ca lij ge rijf werd f 8.2-3 a ;emcui begeerd, dort] iet. Voor de beste werd Nieuwe dito waarvan voor de beste soorten Afwijkende en mindere ikel uitgelezen partijtje laarhoven gehouden, ea l en puike soort uicüe- op ril. 1.50 per vat. 11.50. Rogge f 7.50a 25 a f 6.75, Boekweit af Witte Erwt uwe dito f w t - ten. pet. 4 */t 5 4 4l/e 4 *i4 5 5 5 2l|2 3 1866. N". 109 Zalurdag 17 November. 4'h Jaargang. 543l, 65u, 87% 95'Ie 79! 39l|4 ier I 83a/,l 59 30a|4 43a/4 67 471,/J 2l7!g f 52 LTEN—WIBAUi ierigten, dat hij Sf' alhier gevestigd huis SMITS- BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven Abonnemeutsprijs per drie maanden 80 Cents, franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent. Meu abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Nieuwendijk H no. 101. VLISSINGEN. Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs van 14 regels is 40 Cents, voor eiken Tegel meer 10 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. gehouden in het geheim E OORSPRON- GAL, SLIJM, MA1 ering. Zij verst itslagenverwekP hoofdpijn, igenhalen deze^1 e Markt, G n». WJ J. N. BBOODMA» B VLISSINGEN. ALLOCUTIE van Z. II. PIUS IX, consistorie van 29 October 1866. Vervolg en slot.) Ook is liet aan allen bekend, met welken ijver de Bisschop pen der katholieke wereld Ons burgerlijk vorstendom en dat van dezen Apostolischen Stoel, zoo bij woord als bij schrift ver dedigd en tevens verklaard hebben, dat gemeld vorstendom, vooral in den tegenwoordigen toestand der wereldlijke zaken, volstrekt noodzakelijk is om de volle vrijheid van den Pans van Home in het weiden van degeheele katholieke Kudde te bescher men en te verdedigen, welke vrijheid bepaaldelijk verbonden is met de vrijheid der geheele Kerk. En soortgelijke menschen ontzien zich niet aanhoudend te eischen, dat Wij met Italië, dat wil zeggen, met de vijanden van onze godsdienst, die zich beroemen Italië zelf te zijn, in gunst moeten trachten te komen. Maar hoe kunnen Wij, die tot ver dedigers en handhavers der heilige godsdienst, der heilzame leer, der deugd en der geregtigheid gesteld, het heil van allen moeten bezorgen, ooit met hen in overeenkomst treden, die de gezonde leer niet verdragen en zich van de waarheid, die zij hooren, afwendende, verre van ons vlugten, en niet eens hebben willen voldoen aan Ons verlangen, noch aan Onze smeekingen, dat zoo vele bisdommen, van herderlijken troost en beheer beroofd, hunne Bisschoppen zouden erlangen. O mogten zij allen, die de Kerk, Ons, en dezen Apostolischen Stoel zoo hevig aanranden, geest en hart tot waarheid en regt- vaardigheid rigtend, eindelijk verlicht worden, tot beter inzigt komen, en in zich zeiven teruggekeerd het heil hunner zielen betrachtend, door heilzame boetvaardigheid geleid, pogen tot Ons te komen. Voorzeker zou Ons niets aangenamer kunnen zijn, dan op het voorbeeld en de wijze van den Vader in bet Evangelie hun te gemoet te snellen en hen te omhelzen juichend in den Heer, omdat zonen, die dood waren, tot het leven zijn teruggekeerd, die verloren waren, teruggevonden zijn. Alsdan zouden zij duidelijk inzien hoezeer Onze verhevene godsdienst, vruchtbare moeder en voedster aller deugden, en verdrijfster der ondeugden, bevorderlijk is, zoowel voor het huiselijk geluk van een ieder in het bijzonder, als voor het openbare geluk van allen in het algemeen. Waar immers de godsdienst en hare heil zame leer heerscht, daar moeten, het kan niet anders, de eer baarheid der zeden, de eerlijkheid, de vrede, de regtvaardigheid, de liefde, en alle deugden bloeijen; daar zullen de volken niet door die uiterste onheilen geteisterd worden, die hen zoo deer lijk onderdrukken, waar diezelfde godsdienst met hare leer ver acht en vertreden ligt. Uit deze betreurenswaardige feiten, ter loops en niet zonder weemoed in herinnering gebragt, en uit de bedroevende gebeur tenissen, die dagelijks in Italië plaats hebben, kan een iegelijk gemakkelijk zien en bevroeden, welke en hoe groote gevaren dezen Apostolischen Stoel omringen, terwijl hij aan de vreesse- lijkste bedreigingen der muiterij, aan den veelvuldigen baat der Qngeloovigen en aan de euvelen van de vijanden van het kruis van Christus is bloot gesteld. Woedende stemmen weergalmen onverpoosd van alle zijden, waarbij de bitterste vijanden niet ophouden uit te roepen, dat de stad Rome aan dezen allerverder- felijksten opstand en muiterij van Italië, deel moet nemen, ja, daarvan het hoofd dient te zijn. Moge God, rijk aan barmhar tigheid, deze god.ielooze verlangens en raadgevingen van vijan delijke menschen door Zijne almagt verstrooijen, en nim mer toelaten, dat deze oude, Ons zoo dierbare stad, waar Hij door eene groote en geheel bijzondere weldaad den zetel van Petrus, dien onwrikbaren grondslag van Zijn goddelijk geloof en godsdienst heeft gevestigd, terugkeere tot den rampzaligen door Onzen heiligen voorganger, Leo den Groote, zoo treffend beschreven toestand, ten tijde dat de gelukzalige Prins der Apostelen deze zelfde stad, toen de Koningin der aarde, voor de eerste maal is binnengetreden. Wij intusschen, al ontbreektOns bijna alle menschelijke hulp, zijn Onzen pligt volmaakt indachtig, en Ons geheel verlatende op den bijstand van den almagtigen God, zijn bereid, ook met gevaar des levens, de zaak der Kerk, Ons door Christus den Heer op goddelijke wijze toevertrouwd, onverschrokken te ver dedigen, en mogt het noodig worden, in een ander land Onze wijk te nemen, waar Wij op de beste wijze, die nog mogelijk is, Ons opperst Apostolisch Ambt zullen kunnen uitoefenen. Dewijl echter in een zoo verschrikkelijken storm de eenige en krachtigste bijstand in het gebed gevonden wordt, zoo drukken Wij het alle Onze Eerw. Broeders, de Bisschoppen der katho lieke wereld en de geheele katholieke geestelijkheid op het hart en insgelijks alle kinderen van Onze Moeder de H. Kerk, die (Jus steeds zulke schitterende en talrijke bewijzen van liefde en trouw hebben gegeven, en nimmer hebben nagelaten hunne hulp te verleenen in de drukkende benaauwdheden, die Ons en dezen Apostolischen Stoel kwellen, dat zij toch met alle ge loof, hoop en liefde gedurig aan God gebeden en smeekingen offeren, om de vijanden der Kerk te overwinnen en hen tot de wegen der zaligheid terug te roepen. //De gebeden immers/' om de woorden van den heiligen Chrysosthomus te gebruiken, zijii groote wapens, eene groote gerustheid, een groote schat, z/een groote haven, eene allerveiligste plaats mits wij in matig- z/heid en waakzaamheid tot den Heer gaan, onzen geest van alle /kanten in getogenheid bewaren en geen toegang aan den vijand „van ons heil open laten." Te midden van de groote bezwaren, waaronder Wij gebukt gaan, vinden Wij evenwel een niet ge ringen troost als Wij bedenken, dat God, wanneer Zijne Kerk van menschelijke hulp verstoken is, wondere dingen doet, die Zijne almagt en Zijn Goddelijken arm duidelijk doen kennen en ontegenzeggelijk bevestigen dat de poorten der hel nooit of nimmer de Kerk zullen overweldigen, die bijgevolg ten allen tijde over hare vijanden zegepralend, onwankelbaar tot het einde dér eeuwen zal staan. Maar te betreuren is het, dat het niet zeker is dat deze of gene natie den kostbaren schat van ons god delijk geloof en godsdienst wel altoos zal behouden. Er bei-t.ian inderdaad vele volken, die weleer het hun toevertrouwde pand des geloofs en de tucht der zeden getrouw bewaarden, en thans helaas! van de steenrots, waarop het gebouw der Kerk steunt, en van Hem zijn afgescheiden, aan wien de magt werd gegeven om de broeders te bevestigen en de lammeren alsook de schapen te weiden, onderling twisten, en door de duisternissen der dwa lingen omgeven, in het grootste gevaar voor hunne zaligheid verkeeren. -5 -

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1866 | | pagina 1