i.Jz. 1866. N0. 190 Zalurdag 15 September. 4 Jaargang. II. uums i daarboven. Eukclt ;aat»dc week, en met ling. Houders onge il' f 8 en f 8 25 werd ïog maar gedeeltelijk de >0 per vat. ieuwe Kogge f 6.25 Nieuwe Haver ad f12 50 a f12 90. Rngge f 6.a a f 5.70, Boekweit al' Paar- Witte Erwten dito f a f VLISSINGSCH WEEKBLAD. 2llo pet. 56 3 n 4 SS1/., 4l/-2 5 a ®7»/, 4 ii 60 5 1, 1 77' 6 39'/, 18 2:'i~ *llt 84'/, 4 ,i 60" Is 2'i 4 831 3 5 n I 5 68"/, 5 a 49" |a 1 235/s 3 1 1 BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt wekelijks, des Zatjirdags uitgegeven Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Ceut. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Nieuwendijk H 110. 101. VLISS1NGEN. Adverteutiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. id-deVbïirg. ntbieden, over alle i Kunsttanden enz., Oude Vriendschap, llïjke voorwaarden, xi tot den verkoe enoemde Province j komen. K aan het advef :rdam. er herstelling erlange» pijnlijke plaatsen 4 70 cent het flescbje itltsclie A»t watten a 251' lesattesten en aanu' de Dépots ter inzaf j. HAM, te Utrecl» hiel cle Groo t Gent: J. Thompsoi erkenWed. Tazel» ij/ce: Bevin v. d. P*! 'ee: Kijn Geerlink, .j aanwijzingen. HAM te Utrecht TE VLISSINGEN. PUBLICATIE. VISCHMARKT. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen; Gezien art. 11 der verordening op het gebruik maken van de VuchmarH en het verkoopen van versche viseh, van den 11 Julij 1866, Maken bekend: dat, te beginnen met maandag den 17 September 1866 tot het verkoopen van versche visch vrfór 11 ure des voormiddags als verkoopplaats uitsluitend is aangewezen de Vischmarht, en dat het rondventen of ten verkoop aanbieden daarvan eerst na genoemd uur zal worden toegelaten. Waarop de aandacht der ingezetenen wordt gevestigd ten einde zich daarnaar te kunnen regelen. Vlissingen, den 8 September 1866. De Burgemeester en Wethouders voornoemd J. W. CALLENFELS. De Secretaris, P. FORBES WELS. PUBLICATIE. De Burgemeester en "Wethouders van Vlissingen; Maken bekend: dat het kohier van den Jiocfdel-ijken Omslag, waarvan de heffing is goedgekeurd bij Zr. Ms. besluit van den 26 April 1866, n°. 67, ingevolge art. '264 der gemeentewet, voorloopig door hen is vastgesteld en gedurende veertien dagen, aanvan gende op dingsdag den 11 September aanstaande, voor een ieder op de gemeente-secretarie ter lezing zal zijn nedergelegd. En is hiervan op heden afkondiging geschied waar zulks be hoort. Vlissingen, den 10 September 1866. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De Secretaris, P. FORBES WELS. PUBLICATIE. PETROLEUM. Burgemeester en Wethouders der gemeente Vlissingen; herinneren bij deze cle Ingezetenen, en voornamelijk de Han delaren in Petroleum, aan de maatregelen van voorzorg, die in deze gemeente zijn genomen, bij verordening van den Gemeen teraad, vastgesteld den 12 September 1S65, luidende //Het is verboden eene grootere hoeveelheid dan van 150 kan «petroleum op te slaan anders dan in kelders met steenen ge- «welven." «Niemand vermag eene groolere hoeveelheid dan van 20 kan «petroleum in hetzelfde gebouw of op hetzelfde erf voorhanden «hebben, zonder voorafgaande toestemming van Burgemeester «en Wethouders, en in elk geval in besloten bussen, flesschen of «kruiken." «Het is verboden in magazijnen of bewaarplaatsen van petro- «leum, vuur te bezigen, sigaren of tabak te rooken, evenzeer als «daarin met licht te werken." Met het oog op het groot gevaar hetwelk aan den handel in petroleum is verbonden, achten Burgemeester en Wethouders zich verpligt, op de stipte nakoming dezer bepalingen bij de ingezetenen aan te dringen, en hebben zij de noodige bevelen gegeven, dat daarop naauwkeurig van ivege de Policie en ILeeren brandmeesters zal worden gelet. En opdat deze algemeen bekend zij, zal deze Publicatie wor den geplaatst in de Middelburgsehe en Vlissingsche couranten en ter plaatse gebruikelijk aangeplakt. Gedaan teil Raadhuize te Vlissingen, den 13 September 1860. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De Secretaris, P. FORBES WELS. Men is in ons vaderland en in Belgie sedert de onverwachte en snelle overwinning van Pruissen niet gerust. Te minder, nadat zoo uitdrukkelijk door den Pruissisehen premier, den ge- vreesden heer vou Bismarck, de aandacht van Frankrijk is ge- bragt op ons en onzen nabuur. Napoleon moge de aanwijzing uit Pruissen, om vergoeding en uitbreiding van gebied te zoeken in Nederland en Belgie, hebben afgewezen in 't oogenblik, het is te vreezen, dat Frankrijk vroeg of laat, waarschijnlijk na afloop der wereld tentoonstelling in 1867, aan zijne zucht om de Fran sclie grenzen uit te breiden, voldoening zal geven teil koste der kleine mogendheden, die in de nabijheid zijn. Men zal ter ge ruststelling de betuigingen aanvoeren, die van de regering van keizer Napoleon zijn uitgegaan, om te verzekeren, dat Frankrijk er niet aan denkt, om Belgie of Nederland te verkleinen, en dat Engeland en Rusland niet zullen toelaten, dat zulke roof gevoegd worde bij de vele rooverijen ten believe van despoten onzer eeuw in Europa, die onder de leus van volleen te bevrijden de vrijheid en de veiligheid der maatschappij vernietigen. Maar wat betee- kenen deze verzekeringen van Napoleon? Hoe vele verzekerin gen van vriendschap, van bescherming heeft hij niet gegeven aan Z. H. den Paus, terwijl te midden van zoovele vieijende en gerust stellende betuigingen, onder toelating, medewerking en aanvoe ring van denzelfden Napoleon, de Pausselijke regering van het grootste gedeelte barer staten is beroofd; het weinige, dat den Paus van zijn wereldlijk gebied nog overblijft, is aan Zijne Hei ligheid gelaten niet door Napoleon, maar door Frankrijk, het welk niet kan dulden, dat de Paus, van zijn koningschap beroofd en verjaagd, als balling vlugteu moet. Als men de verzekerin gen van den Fransehen keizer, aan den Paus gegeven, in herin nering brengt bij de geruststellende verzekeringen aan Enge land ten aanzien van Belgie, dati vinden wij daarin meer reden van vrees dan welgrond ter geruststelling. Wanneer Napoleon aan eene kleine mogendheid deukt, die gadeslaat, en daarenbo ven haar geruststelt en streelt, dan achten wij het oogenblik mogelijk, misschien wel nabij, waarop hij uit liefde voor het volk en zijne vrijheid? die kleine mogendheid onder de bescher ming van zijn keizevlijkajï^cepter zal nemen en hij zijn keizer rijk inlijven.' Ware Pfuissén even beperkt in grondgebied ge bleven, als het was vóór deiWorlog, had het krijgsroem behaald, en zijne schatkist gevuld, zender meester te zijn geworden over 'VT ri W

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1866 | | pagina 1