I
eit en cte scliulil
e integendeel do
eedvoerige plcit-
c bleek bij eene
tikelen 9 en 20,
hebben, en dat
hij vroeger vuur
ezat, bleef verze-
etwist; 2. dat de
in strijd was niet
eschiedenis er van
Mede werd door
ls het bij dagvaar-
len. Met belang,
ssiug der regtbank
et doet ons geuoe-
is voor Volksvlijtj
dien de bloemen-
inden, het voorns-
ar omstreeks Aprï
'en zeer uitgebiti
het licht zien. Ik
gen aan de heem
ten alhier, die reedt
eelomvattende tail
us. Het leger heek
hoofd-officieren. De
er, tot op zijne pet
er in de 5e militaire
eden. De overledene
d zich, toen hij nogi
1 van het regemen(
verworven zoo vat
met leedwezen wen
'oor, zijn vertrek ge-
ekwaamheden en vet]
arvan is, dat op <fc|
den Nederlandsche
ijl hij buitenge wo'
dene, niet minder
oionel Versteeg, out)
unent van oorlog,
dezen hoofd-officif
nclt
ill
eene belangrijke zat!
ïan kwam in de vori;
lij gaf een klein stuk
'lm vrouw, met uitnoc
open snijden vond
ouw deed aangifte'
el, waar de worst
wezige worst van g'
Het vermoeden ruSf
de worst heeft geste)
aar ontkent iets
us. Langzamerhand,
elijk deel, uit zijn i«j
deze gemeente
jr-Sohelde gezonken,
rmalige 5e district1
Nioolaas-Hulst-Neu
brengen dan eerst
laanderen, oostelijk d
[zijn.
Bs. Mag in 't algemeej
jnde of vrij gunstig
len daarvan getuigen,
ge dagen nadeelig otw
ts meer. Het beschot
sijn, en ofschoon het
oor het ongunstige
;eregelde afdorschen
oonen uitmuntend ten
;n voor. Van de aardcj
nten gevolge van de
ziestc hier en daar'
en paar jaren is opgeW'
groot beschot. De gr»'
hooilanden zijn uitmuntend geweest en er is meer dan voldoende
liooi gewonnen, tengevolge van den bij sommige veehouders
verminderden veestapel door den met vernieuwd gew. ld terug
keerenden veetyplius, die wie weet nog hoe lang zijne offers
vragen zal, daar over 't algemeen de landlieden hun eigen be
lang niet willen kennen en telkens, door vernieuwden aankoop
van vee op besmet land en besmette stallen, nieuwe brandstof
aan de besmetting toevoeren. Noch het rijk, noch de gemeente,
noch de vereeuigde krachten van doortastende veeartsen vermo
gen helaas iets tegen het geweld dier ziekte, waartegen men bij
het eerste uitbreken niet krachtig genoeg te velde gelrokken is,
trots de waarschuwende stem van hen, die geacht moesten wor
den de vreeselijke uitwerkselen eener ziekte te kennen, die vóór
vele jaren onzen veestapel insgelijks bedreigd heeft. Den treu
rige aanblik vertoont zich bij sommige veehouders, die meer
dan eens al hun vee zagen wegsterven en daardoor geen ge
bruik hadden van hunne weilanden, die of voor de ploeg onge
schikt waren, of wegens het gevorderde jaargetijde geene be
werking meer toelieten. Dat de zuivel-productie hierdoor lijdt,
is te begrijpen. Daarbij komt dat de boter en kaas door velen
en te regt gewantrouwd worden, en de ondervinding zal ook
leeren, dat de zoogenaamde legboter van besmette of nog kor
telings besmet geweest zijnde stallen niet aan de gestelde etschen
ui kunnen voldoen. Ook het aanfokkeu van vee heeft opge-
ioaden, en met de schapenteelt ziet het er zeer ongunstig uit,
Jaar Engeland alle invoeren hardnekkig blijft weigeren, en vele
landbouwers, die zich door het verlies van hunne koeijen meer
op de schapenteelt hadden toegelegd, daardoor vreeselijk te
leur stelt. Dn toch moet die maatregel in het algemeen belang
worden goedgekeurd, daar het toch bewezen is, dat deze dieren
als geduchte dragers der smetstof moeten beschouwd worden.
De cholera, die ons geheel vaderland bedreigde, heelt ook de
gemeente Nieuwveen niet gespaard, ofschoon het aantal overle
denen niet zeer groot is geweest in vergelijking met het cijfer
van het jaar 1849. Onder de overledenen belmoren ook een paar
werklieden, die uit Amsterdam overgekomen waren, om hij het
heijen voor de nieuw te bouwen It. K. kerk behulpzaam te zijn.
Met lofwaardigen ijver heeft liet armbestuur der li. K. gemeente,
die bovendien reeds zoovele arinen telt, eene wekelijksche uit-
deeling vau eene krachtige soep gedaan en alles aangewend wat
strekken kon om den nood te verminderen en het lijden te ver
zachten. Ook het gemeentebestuur heeft de noodige maatrege
len genomen tot het bekomen van zuiver drinkwater en het weg
ruimen van mestvaalten en privaten binnen de bebouwde kom
der gemeente. Jammer maar dat er niet meer voor de desinfectie
gedaan is, daar men toch in ijzervitriool en vooral teerpraepara-
ten waartoe in de eerste plaats het carbolzuur moet gerekend
„..li.- i
BEHIGTEN BETREFFENDE DE CHOLERA.
Den 26 en 27 Aug. Sedert het begin der
's Gravenhage
Delft
Rotterdam
Dordrecht
Utrecht
Amersfoort
Zutphen
's Hertogen bosch
zij n
aangetast overleden
8
8
6
2
9
7
0
1
3
3
3
4
4
3
10
6
epidemie zijn
aangetast overleden
1566
661
1771
59.5
2256
269
78
249
911
468
1126
381
1518
174
47
137
te Scheve-
Van de aangetasten te 's Gravenhage woonden
ningen, van de overledenen 1.
Den 25 Augustus zijn te Haarlem, Kampen, Zwolle, Meppel
en Groningen geene personen aan cholera overleden.
ItUIT Ei\ i A 1\' D D1 IVtïË
iJi.tcioo ilCb Lctl
worden, zulke krachtige middelen heelt.
Oostbiifg 29 Augustus. Ter varkensmarkt waren
[omtrent- 3U6 biggen aangebragt, die allen gretig werden ge
kocht, van ƒ4 tot f 11.75.
TJ t veelt t. Van de 60 werklieden, die van Mei tot
Augustus in de gazfabriek dezer stad werkzaam waren, is slechts
een mail door de cholera aangetast en daaraan bezweken. De
werklieden der fabriek woonden allen, bijna zonder eenige uit
zondering, in de meest geteisterde wijken der stad. De iuade- I
ining van gekooid en gezwaveld waterstofgazschijnt een preser- I
vatief tegen cholera. Naauwkeurige onderzoekingen, aangaande
de waarheid dezer vooronderstelling, zullen op aanzoek van een
Utrechtsch hoogleeraar worden ingesteld.
Blijkens de opgave betreffende de cholera, voorkomende
in de Staats-conrant van 28 dezer, zijn:
In de provinciën.
In de week van 12
tot 18 Aug.
Sedert het uitbar
sten der ziekte.
aanget.
overled.
aanget.
overled.
Noord-Brabant
Gelderland
Zuid-Holland
N'oord-Holland.
Zeeland
Utrecht.
137
138
238
119
31
63
17
88
SS
14
19
97
93
155
99
18
43
9
42
67
10
15
846
1251
11660
2705
149
3827
599
1427
2291
555
73
481
731
6852
1888
93
2442
371
817
1319
332
43
Friesland
Overijssel.
Groningen
Drenthe
Limburg
Algemeen rotaat 95iJ 648 25329 15369
Frankrijk.
Een blad geeft ten dienste van de kenken de volgende ken
merken van goed en bedorven of slecht vleesch op. Goed vleesch
bezit geene bleekroode noch donkerroode kleur. Het eerste is
een kenteeken van ziek vleesch, en het laatste regtvaardigt de
veronderstelling, dat het dier niet behoorlijk geslagt, maar op
andere wijze gestorven is. Goed vleesch is zoo goed met vet-
deelen doormengd, dat het een gemarmerd aanzien heeft, dit vet
is, vooral bij het vleesch der binnenste deelen, hard en kalkach
tig, nooit waterig. Het vet van ziek vleesch is daarentegen week
en waterig, somtijds van bijna geleiachtige hoedanigheid. Goed
vleesch is bij eenigen druk met de vingers vast eu elastiek en
maakt den vinger naauwelijks vochtig; ziek of slecht vleesch
daarentegen is week in het aanvoelen en daarbij dikwijls zoo-
waterig dat bij den druk met den vinger droppels van eene dikke
vloeistof te voorschijn komen. Goed en frisch vleesch bezit
slechts een zwakken, niet onaangenamen reuk, terwijl ziek
vleesch een lijkreuk heeft. Zeer duidelijk komt de reuk van het
vleesch uit, als men het in stukken snijdt en dan het mes ruikt,
of als tnen wat warm water op het vleesch giet. Goed vleesch
kriinp bij het koken niet ineen en verliest slechts weinig in ge-
wigt; slecht vleesch daarentegen verdwijnt als ware 't in den pot
en valt dikwijls in brokken uiteen.
JbJng-elaïicl.
Blijkens de officiële opgaven is de veeziekte aanzienlijk
verminderd gedurende de laatste weken. In de jongst verloopen
week werden slechts 127 gevallen gerapporteerd, tegen 161 in
de daaraan voorafgegaande. Het aantal aangetaste runderen
sedert dat de ziekte uitbrak, bedraagt 253.056, waarvan 84.495
werden afgemaakt, 124.273 stierven en 23.294 herstelden.
D uitsclila.ii <1.
Naar men verneemt, is in het vredestractaat tusschcu Beije-
ren en Pruisseu bepaald, dat de vergoeding van 30 millioen
gulden voor oorlogskosten in drie termijnen zal voldaan wor
den; namelijk 10 millioen voordat het tractaat geratificeerd is;
10 millioen drie maanden later en de laatste termijn van 10 mil
lioen binnen zes maanden. Daar echter bepaalt is dat de Pruis-
sische troepen lieijeren eerst dun vulledig zullen ontruimen, als
de vergoeding geheel voldaan zal zijn, zoo kan men aannemen,
dat de Beijersche regering met de kwijting der som niet wachten
zal tot den uitersten termijn.
Volgens berigten uit Berlijn in de Köluische Zeitung
medegedeeld, beschouwt de Pruissische regering het als een
der gewigtigste pligten, die ten gevolge der uitbreiding van het
grondgebied op haar rusten, om de van de geannexeerde lan
den overgenomen troepen op den Pruissischen voet te vormen.
Dit zal, wat het active gedeelte dier troepen betreft, geschieden
door de manschap afzonderlijk bij Pruissische corpsen in te
deelen, en ten aanzien der oudere en reserve-manschap door
hen tijdelijk aan de oefeningen der meest nabij zijnde landweer
bat aillons te doen deelnemen. De versterking, die het Pruissi
sche leger door de toevoeging van deze troepen zal erlangen,
bedraagt uit Keur-Hessen 15.209, uit Hannover 26.497, uit
Nassau 6721, uit Frankfort 1119, uit Sleeswijk-llolstein
omstreeks 15.000, of te zanten ruim 64.000 man, maar zou bit
f]p. 111 VftPrinrr -* 1
v- „„..itii ruin) ounuuu man, maar zou bij
de invoering der Pruissische wetgeving op het krijgswezen in
die landen tot 80 ii 90.000 man klimmen. J3.it echter reeds dit
jaar tot invoering dier wetgeving in de geannexeerde gewesten
zou worden overgegaan, wordt vplgeus het berigt niet waar
schijnlijk geacht.