YLISSINGSCH WEEKBLAD. EN, I860. i\°. 181. Zaturdag 14 July. 4de Jaargang. VLISSINGEN. iPCfa ardiging over Hij meent zal in ieder ïoodig streng uit den weg zijde der Oos- Si-liot, j(l. 32 j. teems, d A. Mei- ault, gel). DlU't, (1. Agaart, get. ile 79 j. f 151. Frausclie 8/m. fr. 30.50 fl fr. 38; dito palud fr. i., zoowel wit on/.e jóplust voor Tarwe ongenegen om lager s betalen. 1» Rog?e bijna nï>'t ter markt •it£en weekjirijs bijna :ud. Mestingerwten ,30, Kogge f6, a f 6.20, Boekweit i\ i' Paar- t "Witte Erwten dito f a 1 jpet. 3 4 4 5 4 5 4Mo 4 3 5 5 5 2 3 2 >/s ö67/8 66 95 59 76"|, 40 178 *»U 32 PI, 489|is 66^/, 52 24s 67» BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Nieuwendijk H no. 101. Advertentiëu gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure- de prijs van 14 regels is 40 Cents, voor elkeu regel meer 10 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. PUBLICATIE. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, Overwegende dat de Cholera ook in deze Gemeente zou kunnen uitbreken en het daarom wenschelijk is in tijds policie bepalingen temaken op het begraven van aan die ziekte over ledenen. Maken bekend dat zij door de tijdsomstandigheden gedrongen, naar aanlei ding van art. 27 van de Verordening betreffende het begraven 'van lijken in de begraafplaats der Gemeente Vlissingen, zich verpligt zien te bepalen dat lijken van personen overleden aan besmettelijke ziekten, zullen moeten worden begraven op den dag van het overlijden wanneer het overlijden heeft plaats gehad voor des morgens tien ure, terwijl de lijken van lien die na het genoemde uur zijn overleden, zullen moeten worden begraven, uiterlijk voor acht ure in den morgen van den volgenden dag. Zij noodigen voorts een ieder uit, om in het belang van de algemeene gezondheid, zoo min mogelijk familie, vriendenen bekenden ten sterfbuize te ontvangen, en ook niet meer men sehen ter begraafnis uit te noodigen of toe te laten dan strikt noodig is. En brengen tevens ter algemeene kennis dat des verlangende in liet Gasthuis doodkisten verkrijgbaar zijn gesteld. Vlissingen, den 10 Julij 1866. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De Secretaris, P. FORBES WELS. H1FFER 8» 45 Cent. zoowel voor open en, waar men t het onderwijs vil geven van ver ,d voorgevallen) gezonde"' VLISSINCfiX. De aartshertog Albrecht, overwinnaar als opperbevelhebber van het zuider-leger van Oostenrijk in Italië, is benoemd tot opperbevelhebber van het geheele Oostenrijksohe leger. Deze aartshertog is met zijn overwinnend leger op weg naar Weenen, om in de omstreken dezer plaats, post te vatten en tegenstand te bieden aan het voortrekkende Pruissische leger, en zoo moge lijk de militaire eer van Oostenrijk tegenover Pruissen te her stellen. Elkeen ziet angstig de laatste en bloedige worsteling voor de wallen van Weenen te gemoet. Zeker is het, dat dc Pruissen een harden kamp zullen hebben. Want vooreerst zul len zij staan tegenover een leger, dat evenzeer door de drift der behaalde overwinning wordt aangevoerd als zij. Aartshertog Albrecht heeft eene schitterende zegepraal behaald op het leger van Italië en komt uitgerust van deze vermoeienissen met zijne moedige soldaten ter redding aansnellen van stad en vaderland. Zijn leger vereenigd met de corpsen van Benedek zal talrijker tijn dan dat der Pruissen. Daarenboven is er een noodkreet opgegaan onder alle Oostenrijkers, zoo mannen als vrouwen, om hulp te bieden en offers te brengen van goed en bloed tegen Jen indringenden vijand. Echtgenooten, kinderen en grijsaards willen mee te wapen voor liet behoud des vaderlands en voeden ('°or hun voorbeeld en noodgeschrei de geestdrift der aanko mende strijders uit Italië. De lucht zal weergalmen van vreugde- tangen bij de aankomst van Albrecht en zijn leger, gelijk de noodkreten weergalmden bij den aftogt van Benedek's leger scharen. Indien bet gebeurt, dat het leger van Pruissen voor Weenen wordt verslagen, dan zal de aftogt van het overwonnen leger veel bloediger zijn dan van het leger van Benedek, en geen vierrle gedeelte van het magtig strijd volk onder den koning der Pruissen zal in Berlijn wederkeeren. Al de vijandige landen, welke het Pruissische leger moest doortrekken, om zoover voorwaarts te dringen, zijn stil geble ven onder de vrees voor het Overwinnend lieir, maar diezelfde landen zullen opstaan, om den Pruissen in hunne nederlaag den terugtogt te bemoeijelijken en af te snijden. Zoodra Pruissen in zijne geavanceerde positié'n e'én veldslag verliest, daii is zijn leger reddeloos verloren. Pruissen zet veel op het spel, met niet toe te stemmen in den wapenstilstand en de vruchten te weige ren zijner behaalde overwinningen. Pruissen stelt zich bloot aan 't gevaar, van alleen gelaten te worden door Italië, van hetwelk geene getrouwheid aan het gesloten verbond kan verwacht wor den, als het Venetie heeft, en door keizer Napoleon in toom wordt gehouden, en om nog daarenboven bij het verlies van du behaalde voordeelen op Oostenrijk, zijn rijk verkleind te zien ten gevolge der gewapende bemiddeling van Frankrijk, welke volgens de telegrammen reeds genotificeerd is aan den koning van Pruissen. Door zijne te hooge eischen in 't oogenblik kan Pruissen gemakkelijk meer verliezen dan het gewonnen heeft. Wat de kans om ten laatste te overwinnen voor Pruissen nog ge vaarlijker maakt, is, dat de Oostenrijkers met allen spoed bezig zijn, zich te wapenen met gelijke soort van naaldgeweren, waar mede volgens aller gevoelen de Pruissen tot nu toe zooveel voor hadden op het Oostenrijksche leger. Dagelijks worden duizende naaldgeweren onder het leger van den keizer van Oostenrijk aangebragt, en vooral de soldaten, welke voor de bloedige uit werking van dit wapen verbleekten en terugdeinsden, zullen met datzelfde wapen in de hand thans met vernieuwden moed tegen de Pruissen te velde trekken. Indien de Goddelijke Voorzienig heid spoedig aan de wapenen van Oostenrijk eene beslissende overwinning geeft, dan zal hoogst waarschijnlijk een algemeene oorlog van Europa nog kunnen voorkomen worden. Maar mogt Pruissen overwinnen, dan is het einde niette zien van de groote en langdurige rampen, die over geheel Europa dreigen. Op een der bladzijden onzer courant staat het manifest te lezen, hetwelk de keizer van Oostenrijk, waarschijnlijk terstond na de formele weigering van Pruissen, om een wapenstilstand te sluiten, heeft uitgevaardigd. Het belangrijke stuk is dings- dag, den 10 Julij 11. te Weenen openbaar gemaakt. Elk een erkent in de woorden des keizers tot zijne onderdanen de eenvou- i dige, gepasteen waardige taal, die in den tegenspoed op de lippen is van degenen, die strijden voor de verdediging van 't regt. Frans Jozef is bedroefd, maar niet ontmoedigd; hij beweent den dood van zooveel dappere soldaten, hij toont de grootste deel neming in de droefheid der familiën en in den rouw van het beproefde vaderland. Hij geeft te kennen, dat hij, om aan zijne onderdanen nieuwe offers te sparen, zich bereid heeft verklaard, om de aanbiedingen tot bemiddeling door de regering van. Frankrijk gedaan, aan te nemen. Maar hij weet ook, dat dek volken van zijn keizerrijk tot gee"iïg5|ijjjLeen vrede zouden wen- schen, waarmee het keizerrijk s^iu»||iSjwc'tast worden en ten

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1866 | | pagina 1