"Imtenlandscïie tijdingen. >r den hoofdman mtwoord, verder Lr Kade, IJzeren >rew\in werd toe ing, welke ten 1 medailles uitgc- nier der sociëteit lid door de hainl- 11 zilver vergulde iunten geschoten inkenszand. Een Lede meeste rozen u Miert van Mid- ;r welke de meeste J. van den Dries den banier der ïklijke handboog- li medaille ten ge- koning der hand. iwe schroefstoora- proefreis te doei V( re !js konings in deze i staten, benevens erstaat en verdere loemde stoomboot der-officieren, van infanterie, naar de ongelukkig gevolg Igesleept en in de [ijk niet gevonden titulair H- Engels zen albier, vergun- er versierselen van koning der Belgen 1. J. W. Schubarf 'pm hiertoe gedaan lienst verleend. „cn in Belgie is sints Mei jl. een aanmerkelijk verlaagd tarief voorliet vervoer van reizigers in werking gekomen. Die tarief vermindering wordt, voor liet oogenblik althans, bij de bepaling der prijzen van doorloopende billetten van plaatsen hier te lande naar Belgische stations en omgekeerd niet in rekening gebragt. Reizigers alzoo, die zich naar Belgie begeven, zullen, om zich liet voordeel der verlaging te verzekeren, een plaatsbewijs tot het eerste station op Belgisch grondgebied en daar een nieuw billet voor den in Belgie nog te doorloopen afstand hebben te nemen. Omgekeerd geldt hetzelfde voor de reis uit Belgie naar stations hier te lande. Het iStaatsblad no. 10S bevat de wet van 11 Junij 1866 betrekkelijk liet verleenen van vergunning tot het tijdelijk voe ren der Nederlandsche vlag. De twee artikelen dezer wet luiden als volgt „Art. 1. Wij behouden ons voor om, onder de noodige waar borgen tegen misbruik, vergunning te verleenen tot liet tijdelijk voeren der Nederlandsche vlag door zeeschepen, hier te lande voor buitenlandsche rekening gebouwd, ten einde die schepen rejtstreeks naar de plaats hunner bestemming kunnen worden lloegeiaten. Art. 2. Deze wet wordt binnen een jaar na bare dagteeke- jiug herzien, bij gebreke waarvan zij geacht wordt te zijn invallen." De minister van financiën, graaf Schimmelpenninck, be- ist met het beheer van de zaken der hervormde en andere eere- iiensten, behalve die der roomsch katholieken, beeft, onder dag- tcekening van 22 dezer, de volgende circulaire gerigt aan de boogere kerkelijke besturen, tot zijn departement belioorende: „Het was steeds en het is ook thans nog een karaktertrek van kt Nederlandsche volk, dat liet in tijden van ramp en van gevaar rust en kracht vindt in zijn besef van afhankelijkheid van God, m van oudsher gaf het, door het houden van openbare gebeden, blijk van dien godsdienstigen zin. „De ernstige tijden, die wij beleven, zijn wel geschikt om dat proel van afhankelijkheid en dien godsdienstigen zin te verle- ndigen. „De godsdienstleeraren van de verschillende gezindten toonen hunne openbare gebeden een open oog en hart te hebben voor iet gevaar dat allen bedreigt, en voor de rampen waardoor velen «troffen worden, en reeds hebben eenige kerkelijke autoriteiten penbare gebeden verordend. „De koning en zijne regering zijn overtuigd, dat liet Neder- t den 15 Julij a. korvet Pallets, in pn 23 dezer, no. 66, ipitein ter zee O. ij !ver Zr. Ms. fref| L, ingaande met kj na dien dag hier' binnenkomst. m 23 dezer, no. li", mdselie volk de instelling van zoodanige nationale gebeden toe dicht of wensclit, en alhoewel de regering meent zich, ook met iet oog op de grondwettige vrijheid en zelfstandigheid der kerk, ^en wordt door den :.:i alle voorschrift daaromtrent te moeten onthouden, stelt zij rtoch hoogen prijs op, oui aan u en door uwe tusschenkomst in de gemeenten te doen weten dat zij, de godsdienst eerbiedi- :nde als den hechtsten steun der staten, zich vereenigd met den tuseh van zoo velen, die naar meer opzettelijkegelegenbeid tot nbnar gebed, waar die niet gegeven wordt, verlangend uit ten. „Ik laat het geheel en met vertrouwen aan uwe wijsheid over, lis belast met de I» in dezen wensch zoo veel en op die wijze gevolg te geven, als te Willemsoord, s iet den toestand en de behoeften van uw kerkgenootschap het ter zee 0.4 leest zal blijken overeen te komen." bodem opvolgen. De volgende circulaire is, onder dagteekening van 25 ij-nacht Uhlenbecl mij 1866 door den minister van justitie, belast met het beheer ndant der marine! er zaken van de roomsch katholieke eeredienst, aan de bisscliop- Clarckson in ial worden geplast-1 it May, die weget ji worden gestell betreffende de lolland, Utrecht 16 Junij. de ziekte gestor»1 en der Nederlandsche diocesen uitgevaardigd „De koning heeft zijn verlangen te kennen gegeven, dat de 'dsdienstige zin, maarmede het Nederlandsche volk in tijden in ramp en gevaar rusten kragt pleegt te vinden in zijn besef ui afgankelijkheid van God, ook thans bij de gevaren, die allen (dreigen, en bij de rampen, waardoor velen zijn getroffen, zoo- fel noodig opgewekt en verlevendigd worde. Z. M. beeft met welgevallen vernomen, dat de Nederland- de der week nog® he bisschoppen bereids openbare gebeden in de kerken huu- e: aangetast 50.S3 :r diocesen hebben uitgeschreven, om, in ootmoed des harten, aakt 9766, hers» t hulp der Goddelijke Voorzienigheid in te roepen en den Sen des Allcrhoogsten af te sineeken op de maatregelen, welke e gestorven 25, a'= ln het staatsgezag zijn uitgegaan, ten einde de onder mensehen het begin der ziek' i vee beerschenda ziekten af te weren en de bedroevende ge- 779, afgemaakt 1' ilgen daarvan zooveel doenlijk te lenigen. «Met het oog op de ernstige tijden, die wij beleven, is de 3e ziekte gestorven gering met Z. M. ten volle overtuigd, dat elke gelegenheid week nog ziek i- openbaar gebed aan bet godsdienstig gevoel des volks zul te 64, aan de ziekte' Snoet komen en, naar voorvaderlijke gewoonte, nergens onge- nog ziek 9. a'kt zal worden gelaten, ccssioneerde spoo'1 «Door deze inededeeling aan 's konings bedoeling voldoende, durf ik mij verzekerd houden: U Hoog Eerwaarde die bedoe1' ling allezins zal waarderen en tevens gaarne zal bevorderen, doo- aan uwe onderhoorigen zoodanige aanschrijvingen uit te vaar digen als U Hoog Eerwaarde zal vermeenen te behooren." 's Gravenhage 25 Junij. Alhier is aangekomen eene deputatie, komende uit China, ten doel hebbende den Nederlandschen handel en nijverheid te leeren kennen; zij be staat uit de heeren Pin-ta-.Jeu minister, hoofd van het gezant schap, Kuang Jink, secretaris, Jeng Jik, Ich-ming en In-Mwei, attachés. Het gezantschap wordt vergezeld door den heer E. E. Bowra en een talrijk gevolg. Oostburg 37 Junij. Op de lieden alhier gehou den varkensmarkt waren te koop gesteld 14 groote varkens en 810 biggen. Eerstgenoemde bleven meest onverkocht, doch van de biggen zal 2/„ zijn geplaatst. Zwolle 25 Junij. Gisteren middag werkten alhier eenige metselaars aan de likeurstokerij der heeren Doijer en van Deventer, toen een hunner door eene vlaag van krankzinnigheid werd getroffen. Hij bevond zich met zijne makkers op een stei ger, die ongeveer 20 voet iibog was, nam eene lat, waarmede hij verschrikkelijk om zich heen sloeg, zoodat die zich bij hem be vonden ijlings de vlugt namen en wierp hen toen met steenen achterna, waardoor de meeste der vlugtenden werden gewond; daarna wierp hij deladders om en wandelde ten aanzien van hon- derdc menschen alleen op deu steiger, allen die hem naderden met steenen werpende. Nadat vele pogingen om tot hem te komen vruchteloos waren aangewend en niemand zich meer in zijne nabijheid durfde wagen, nam eindelijk zijn meester, de heer Klinkert, het besluit zich tot den razenden man te begeven. Onder diens geleide kwam de ongelukkige naar beneden, en werd hij terstond in geneeskundige behandeling genomen. BERIGTEN BETREFFENDE DE CHOLERA. Den 24 en 25 Junij Sedert het begin der zijn: epidemie zjjn: aangetast overleden aangetast overleden Leiden24 21 1095 717 's Gravenhage. 32 23 422 261 Delft11 9 563 339 Rotterdam 17 13 875 538 Dordrecht 20 6 384 224 Gouda7 1 150 79 Utrecht78 64 904 564 Den 26 Junij zijn te Leiden aangetast 10 en overleden 10. Totaal 1105 aangetasten, 727 overledenen. Engeland, Londen 27 Junij. Peuters Office maakt uit Pardubitz» in Bohemen, van heden avond het volgende berigt bekend Sedert 10 ure lieden ochtend wordt onophoudelijk een artillerie vuur onderhouden tusschen de Pruissen en Oostenrijkers op den weg tusschen Nenstadt en Nacliod. De Pruissen werden tot nabij Skalitz teruggeslagen, waar de kavallerie zich in het gevecht gemengd heeft. Ten zes ure 's avonds waren de Pruis sen in vollen aftogt, hunne doodeu en gekwetsten op het slag veld achterlatende. De stukken betreffende de conferentie die te Parijs zou gehouden zijn geworden, wanneer Oostenrijk het niet verijdeld had, zijn dezer dagen te Londen openbaar gemaakt. Zij bestaan uit 39 dépêches, loopende van 1 Mei tot S Junij. In 'de eerste dépêche berigt de Engelsche gezant te Parijs aan den Engel- sclien minister van buitenlandsche zaken dat Oostenrijk en Pruissen de voorstellen des keizers tot de bijeenkomst van een congres aangenomen haddendoch de heer Drouyn de Lhuys gaf zijne vrees te kennen, dat de moeijelijkheden, die het bepa len van een grondslag in den weg stonden, onoverkomelijk zou den zijn, en de Engelsche gezant was van gevoelen dat de Engel sche regering aan eene conferentie niet zou deelnemen, tenzij de daar te behandelen vraagstukken vooraf zuiver bepaald waren. Vervolgens schrijft de Engelsche minister van buitenlandsche zaken aan den gezant te Parijs over de zwarigheden die de be handeling tier punten, waarvan de vrede afhing, vergezelden, aangezien Pruissen de hertogdommen wenschte in te lijven en Oostenrijk Venetie niet wilde afstaan, zonder vergoeding van grondgebied, liet Engelsche gouvernement was, evenzeer als dat des keizers, atkeerig om deel te pemen aan eene conferentie die oninagtig zou zijn den vrede tc handhaven. De dépêche

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1866 | | pagina 3