\m. I Het v -vorstendommen gezant heeft bij n van magtiging t van gewapende >r den Bussisclien rstendommen be- lusschenkoinst zal :n slotte voor de arel I het nieuwe >pen voort om de in het fait accom- verneemt dat hij ekregen heeft, de [tumaansche leger iershuizen is de [ten eener leening aord van Oosten bladen is medege- Imschen Monitenr, odzakelijk maakt, orgaan vermoedt lie blad geleverde het schijnt zeker laar rneu zou zeer ijk te stellen. De d-Duitscliland en uissen ten opzigte alle andere Duit- eidiug tot al deze :i," zegt de Globe, naar ons inzien, oningrijk Italic te a om, zonder zijner Italianen te kunnen hebben weten wij iropa zou daardoor Idat ook zijn inner- - is iets anders, een staaniets anders, ij kunnen het niet Ie omstandigheden, lom voor Venetie te lerkt laten dat Oos- me wijze, waarover leine mogendheden, itlen willen neme: welke beweren d:l irlijk, wanneer di< grondgebied in het oed in Duitschlan4 lis eene nieuwe leer, indere staten wordt ban gedaan te zul- niets afstaan; even- .ndien derhalve de trlog uitbreekt moet ;nrijk geweten wor- origt, dat de behan- Jaar inen zegt, uitge- Bluitsohen staat, be- kunnen brengen tot den bond behoo- LOOO soldaten.^ Inwoners en 25.01 lo.OOO soldaten. 25.000 soldaten. 0.000 inwoners groot-hertogdom Hessen telt 860.000 inwoners en ij)00 soldaten. Het hertogdom Saksen-Weimar-Eisenach, Saksen-Meinin- i, Saksen-Altenburg, Saksen-Coburg-Gotha tellen 642.000 Ufoners en 7.700 soldaten. Brunswijk en Nassau tellen 7-36.000 inwoners en 10.300 ildaten. Pruissen telt 19 millioen inwoners en kan een leger van ^[3,294 man op de been brengen. Keur-ïlessen 740.U00 inwoners en 13.000 soldaten. Jleklenburg-Schwerin en Meklenburg-Strelitz 649.000 in pers en 5.500 soldaten. Holstein-Oldenburg en Anhalt-Dessau-Coëtquen en Schwarz- |irg 392.000 inwoners en 10.000 soldaten. De vrijsteden Lubeck, Frankfort, Bremen, Hamburg 463.000 ITOuers en 24.360 soldaten. De vierhoek. Op drie wijzen kan het Italiaansehe leger itenrijk aanvallen: in 't front op den Mincio; in den flank r Mantua, en van den kant der Adriatische zee, hetzij door erovering van Yenetie te beproeven, lietzh door eene landing bewerkstelligen op eenig punt der kust tegenover Italië. De aanval in 't front voert hen midden in den vierhoek, en moet opmerken dat de vierhoek van 1866 op dien van 1858 at, als een der beste sterkten van Vauban op de versterkin- a,lie Philip August rondom Parijs heeft opgeslagen, 'teehiera, Verona, Mantua, Leguano zijn onderling verbon- door geheele lijnen geduchte blokhuizen op een geweerschot elkander geplaatst, overal, om zoo te zeggen, waar een weg, holle doorgang, een beek, een pad, een heuvel te vinden is. Ie uitgravingen langs den spoorweg van Verona naar Man dienen tot gracht voor de afgescheiden forten, die onder de pgten van Marinirolo, Roverbella en in de vlakte van Villa- jgen; de aarden wallen strekken tot gordijn, om dit ge lde stelsel lage en vlakke werken, dat men op een mijl ai'stands :tontdekken kan, ten naauwste met elkander te verbinden. |Deloop van den Mincio is verbeterd; de bogten zijn met bol iden voorzien, men heeft de aarden werken rondom de kaze- itten, de bedekte wegen enz., die hun vuur kruisen, vermenig- Higd. Verona heeft meer dan 700 kanonstukken in batterij, waarvan rgereer 400 naar de nieuwste uitvinding verbeterd zijnnieuwe sfions zijn opgerigt rondom de torens van Maximiliaan en de e versterkingen, die reeds zoo geducht waren, rondom de :gen Baldo en het versterkte kamp van Massimo-Santafurio. [Mantua is onherkenbaar. De overstroomingen zijn verdub- De vier straatwegen van Guastalla, Legnano, Cremona en erbella zijn door bruggenhoofden verdeeld en beschermd; |)guineto is gedekt door afgescheiden forten; de meeren zijn !?kt door verschanste kampen en worden bovendien door eene ae vloot verdedigd. één woord, zonder de werken van minder belang in aan- iing te nemen, waarvan generaal Totleben de kracht heeft kennen en die de Oostenrijksche genie zonder twijfel op de igevallen punten opeen zal hopen, kan men zeggen dat de ithoek, aan zich zeiven overgelaten, met een vliegend leger ter ler beschikking van vijftig tot zestig duizend man behalve de uizoenen der voornaamste plaatsen, in sterkte met tien Sebas- gelijk staat; hetgeen zooveel zegt als dat hij van den kant aanvallers de opoffering van een leger eiseht van vier tot vijf derd duizend man. [De aanval in den flank over Bologna en Ferrara, die in 1848 «treffelijk zou geweest zijn, is om de overstroomingen der kb, die met veel kunst geleid worden, nu onuitvoerbaar; lenboven zou men blootstaan aan een conter-aanval der tenrij kers, die uit den vierhoek tusschen Mantua en Legnano 'Hide, zich op het middenpunt der operaties werpen en de ttlinge gemeenschap van het Italiaansehe hoofdleger verhin- sti zouden. En wat zou men nog gewonnen hebben zelfs zoo er in slaagde, om zich aan de andere zijde te vestigen? Is, volstrekt niets; want de gemeenschap tusschen Oosten- en den vierhoek zou zich bewerkstelligen over Verura, en ware het aan eene onderneming op Weenen te denken en N honderd duizend man achter zich te laten. [Deze beschouwing heeft reeds het nuttelooze aangetoond van aan val op Venetie. Vooreerst is het welslagen van zoodanige Rneming meer dan raadselachtig. De mondingen der kana- jijn door gezonken schepen enz, afgesloten. De Malamocco, lo enz. zijn bezet met batterijen van het zwaarst kaliber. 111 toegegeven; hoe zullen de Italianen, eenmaal meester van F'ie, op het vaste land geraken? En wat zullen ze er doen, '■ethmi gelukt om ten getale van dertig of veertig duizend man daar te landen, hetgeen wat te zeggen heeft als zij over zee moeten vervoerd worden. Nu blijft de landing in de Illyrische of Dalmatische kust nog over. Dit zon niet anders dan eene slechte afwending kunnen zijn, daar ze tot basis de zee heeft, en zulk eene ongestadige zee als de Adriatische. Zonder kracht uit zich zelve zou deze aflei ding Oostenrijk niet kunnen verontrusten of er moesteen opstand in Hongarije ontstaan? Kan men eene gebeurtenis van dien aard veronderstellen? In den tegenwoordigen staat van zaken vol strekt niet. Maar laat Hongarije in opstand komen, dan is Bus- land genoodzaakt om, voor de veiligheid van Polen, partij te kie zen en de tusschenkomst te hernieuwen uit den tijd van Kossuth. Zoo staat de zaak, uit het militaire oogpunt beschouwd. Voor zeker is dit geene zeer bemoedigende oplossing voor de partij gangers van het ééne Italic; en beschouwt men haar uit een finantiëel oogpunt, dan doet zij zich voor onder nog veel don kerder kleuren. De protestantsche bladen gaan voort met de godsdienstige hartstogten in beroering te brengen en een religie-oorlog tegen Oostenrijk te prediken, welke bladen gesteund worden door par tijmannen, die in openbare lezingen hetzelfde thema behande len. Oostenrijk wordt in die bladen afgeschilderd als een land waar de grootste onverdraagzaamheid heerscht, en de protes tanten in goed en bloed worden benadeeld; waar de burgerlijke regten der niet-katholieken met voeten getreden worden en het geen protestant mogelijk is tot een ambt of bediening te komen. Het schijnt echter die bladen onbekend te zijn dat men in dat opzigt bijna nergens billijker en regtvaardiger is dan juist in Oostenrijk en dat zelfs de aanvoerder van het leger dat door Oostenrijk zou worden uitgezonden om het protestantsche Pruissen te bestrijden, de beroemde veldmaarschalk von Bene- dek, een protestant is, evenzeer als de generaal van Hess. Tegenover de verguizingen waaraan Oostenrijk bloot staat wordt door een correspondent een krachtige getuigenis ten voordeele der verdraagzaamheid van Oostenrijk aangehaald. Een der professoren aan de hoogeschool te Weenen, tevens garni- zoens prediker, lid van het protestantsche consistorie, heeft een geschrift uitgegeven, waarin hij betoogt, dat in weinige landen de protestanten zoo vele regten en voorregten genieten als in het gelasterde Oostenrijk. Hij zegt in dat geschrift o. a. bet vol gende „Wat wilt gii, protestanten van Oostenrijk? Eene vrije en zelfstandige kerkregeling? Maar waar in Europa bezitten de protestanten die ineer dan bier? Is het in Saksen Frankrijk Engeland Zweden Zwitserland? „Wat wilt gij nog meer Bescherming en gelijke verdeeling in de staatsambten? Waar in Europa is er een katholieke staat te vinden die een zoo klein gedeelte zijner bevolking, als de pro testanten hier te lande, met zoo veel goedheid en bescherming behandelt, en hun deel geeft aan alle voorregten als het Oosten rijksche concordaat ons verzekert? Ik ga met stilzwijgen de dotatiën voorbij van de superintendenten en overheidspersonen, die door den keizer wel niet worden benoemd maar toch betaald ook meen ik dat de 8000 florijnen niet behoeven vermeld to worden die jaarlijks voor arme protestantsche gemeenten en scholen worden verstrekt, noch dat deze katholieke staat binnen den korten tijd van 3 jaren 80.000 florijnen besteed heeft tot de herstelling van protestantsche kerken te Weenen, Praag, Lem- berg, Verona en Venetie, zonder dat door de synode nog een woord van dankbetuiging hierover uitgebragt is. Jaarlijks wor den 10 jongelieden, die de theologie bestudeeren, naar de pro testantsche universiteit gezonden, waar zij tevens eene onder steuning van 600 florijnen genieten. In vroegere tijden moesten onze vaderen eerst jaren achtereen onderwijs geven om eenige penningen op te zamelen, ten einde limine studiën te voleindi gen. Al deze opgenoemde weldaden van de regering worden echter in de schaduw gesteld door de welwillendheid, die het gouvernement heeft betoond door de benoeming van een pro- testantschen superintendent in het hooge heerenhuis cn door te bepalen, dat de protestanten met de katholieken voor de wet geiijk gesteld worden tegenover het rijksparlement." ^aiobestediiig-en. In het gemeentehuis te Hoedekenskerke (Zuid-Beveland) zal den 5 Julij 1866 publiek worden aanbesteed: 1De vernieuwing en vergrooting van de los- en ladingplaats aan de haven te Hoedekenskerke; 2. Het bestraten van een eind weg en het verstraten van een gedeelte dorpsstraat te Hoedekenskerke, alles met keijen, ter oppervlakte van 1630 vierkante ellen.

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1866 | | pagina 3