1866. N». 170.
Zalurdag 38 April.
Jaargang.
POLITIEK OVERZIET.
is op 15 dezer ij
Hen. Bekend is liei
pstaud in 1830 ge-
m gen.
ten verkoop aan»e.
Iischendijk, wijk A
li de Lange Nooti.
I. Een huis en erf
|t70. IV. Een hujs
•k. voor 720. A,
10. 106, verk. voor
•aat, wijk C 110.87,
e Lange Wolstraat,
1 huis en erf in it
01. IX. Een
:k. voor f 930. 5,
no. 20, verk. voor
oek, wijk L. no.
id.
en M. J. vau Hocke.ji
jjjj. L. Clemrné, jra. 21 j.|
ime, geb. de Beer, i. L.
rendonclc, z M. C.Smit,
Everaert, geh. Sesee, i
d. 6 w. J. de Bruijne,
ïde
7LISSINGSCH WEEKBLAD.
't1-'
F.
BUREAU:
H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven
Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco
per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaren en Post
directeuren.
Nieuwendijk H no. 101.
VLISSINGEN.
Advertentièn gelieve men aan den Uitgever in te
zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure-, de prijs
van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10
Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing.
inig handel.
33 a fr. 34; Napel*'
a fr. 3G. Gemalen r«
den als uit Walchcra
dito niet ter veil. Nieuw
op.
meerder bedongen.
f5,75 a f5,70 betaali
onbegeerd,
rd tot f9,59 aangi
liet beneden de f 7>50
zen nominaal.
per vat.
f 8,10. Rogge f 5,75'
5,70, Boekweit f—r>
f PaardenbooDEn
Erwteu f a f i
f Koolzaad f
ten.
2r/2
3
4
41/,
5
4
5
4'/,
4
2 llS
5
5
5
2 l/a
3
21/s
pet.
5®1/»
70
92%
94M4
77»/,
40
184
35»/i
50%
70
6313li5
25
764
E VLISSINGEN.
Met angst en vrees nemen wij eiken dag de nieuwsbladen in
de hand, om te zien naar welke zijde de hangende onzekerheid
tusschen oorlog en vrede in Duitschland overhelt, en telkens
wordt de hoop op het behoud van den vrede, die op de eerste
bladzijden wordt levend gehouden, verminderd op de tweede.
Zijn gedurig èn tijdingen, die de gronden leveren voor de
verwachting, dat het vraagstuk der hertogdommen in-statu quo
zal blijven, èn tijdingen die elk oogenblik eene uitbarsting van
vijandelijkheden tusschen het Oostenrijksche en Pruissische
leger en van een Europeschen oorlog doen voorzien. Wat zal
einde der onzekerheid zijn? Oorlog of nog eenigen tijd vrede?
I11 de allerlaatste berigten aangaande de tusschen de hoven
van Weenen en Berlijn met betrekking tot het hangende geschil
;ewisselde nota's waren niet onduidelijk redenen te vinden, die
de hoop voor liet behoud des vredes, versterkten, maar de tijdin-
1, die uit Italië herwaarts komen, geven weder voedsel aan de
frees voor oorlog. Hierin toch wordt gesproken van een ver
moedelijk verbond tusschen Pruissen en het jonge Italië, dat nog
wel niet définitievelijk geteekend moet zijn, maar besproken en ge
formuleerd tusschen beide partijen, ingeval van oorlog tusschen
Oostenrijk en Pruissen. En zou het niet kunnen gebeuren en
waarschijnlijk zijn, dat Italië, hetwelk oorlog wil, om Vene-
tie te kunnen bemagtigen, en dat nog in de verwarring van
Europa zijn kortstondig bestaan zoekt te rekken eenmaal
p den weg van onderhandeling met Pruissen, op dezen weg
wrtgaande, de bekoorlijkste aanbiedingen zal doen aan den
leer von Bismarck, om dezen in den oorlog meê te slepen?
En wat er nog bij komt, de door Oostenrijk noodzakelijk ver
ordende wapening in Venetie ten gevolge van troepen bewegin
gen in Itahe naar de grenzen van het begeerde Venetiaansche
grondgebied, kan ligtelijk een nieuw voorwendsel geven aan
Pruissen en Italië beiden, om Oostenrijk op nieuw te beschuldi
gen van oorlogzuchtige bedoelingen. Maar zal Pruissen in dezen
bui de wapening van Oostenrijk opvatten? Het zou niet onmo
gelijk zijn, eerder waarschijnlijk, omdat Pruissen naar het alge-
neen gevoelen, èn 02n zijne binnenlandsche oneenigheden, èn
°m zijn naijver op Oostenrijk, èn om zijne zucht naar het bezit
der beide hertogdommen,,oorlog gewild heeft, en men kan zeg-
'en, zoolang de heer von Bismarck aan het bewind in Pruissen
3,lijft, den oorlog nog wil. De koning van Pruissen aarzelt nog,
nu 111 het bloedig strijdperk te treden, maar heeft nog niet ge-
gel van zijn plan, om door middel van een Duitschen burger-
,tr'jd, den eersten vorst van Duitschland te worden, afgezien;
"wt had koning Willem dit gedaan, dan had hij zijn eersten
"nnister behooren weg te zenden, die geen ander droombeeld
pgtdan uitbreiding van Pruissen en bemagtiging van geheel
uitschland onder de klaauwen van den Pruissischen adelaar.
11 zal er veel van afhangen, hoe de Duitsche Midden-Staten
|1(j" in het conflict houden; indien deze eene meer neutrale, of
e staudige en van beide grootmagten onafhankelijke houding
^iiuemen, zal Oostenrijk veel toegeven en Pruissen minder blij-
vorderen, maar als de meesten der kleinere staten, zoo
te wachten is, zich scharen aan de zijde van Oostenrijk,
is de veronderstelling niet ongegrond, dat Pruissen het
"erste wagen zal in een verbond met Italië en den oorlog
t neemt ter volvoering van zijn plan, om over geheel
Duitschland den scepter te zwaaijen. Mogt het evenwel aan
Pruissen gelukken, om de sympathie der Duitschers op te wek
ken tegen het Habsburger huis, dat zooveel toegeeft aan Hon
garije, dan zal Oostenrijk, meer toegevend voor 't oogenblik,
den oorlog vermijden, hoe ook getart, en liever eene vernede
rende oplossing dulden, dan een strijd aanvangen tegen het
grootste deel in Duitschland aan de eene zijdeen Italië aan de
andere zijde. Hoe 't zij, als Italië, het nieuwbakken rijk van
verwarring en verdeeldheid, zoo duidelijk in 't spel is, en met
Pruissen in overleg, dan blijft de toestand onrustbarend. Men
hoopt nog altoos dat Frankrijk pressie oefent op Italië, en den
oorlog ontraadt, maar zou dit werkelijk zoo zijn? Wil keizer
Napoleon vrede of oorlog? voor 't oogenblik schijnt hij het
Fransche volk bezig te houden met de groote tentoonstelling,
die in Parijs staat gehouden te worden, en de vraagstukken van
Mexico en van de Donau-vorstcndommen eischen zijne bezorgd
heid zoodanig, dat hij inoeijelijk naar de spoedige oplossing van
een veel moeijelijker vraagstuk in Duitschland, door middel van
oorlog, zal mededingen; zoodat Napoleon voor het tegenwoor
dige waarschijnlijk geen Duitschen broederkrijg zal bespoedigen.
Maar wat Napoleon wil uitstellen, zal hij dit kunnen? Zullen
de mannen van de daad in Italië, die reeds te lang naar hunnen
zin, op Napoleon's wenk gewacht hebben, blijven wachten in
't oogenblik, waarop de strijd om Venetie gunstig schijnt. Wij
weten 't niet, maar veronderstellen dat Garibaldi Caprera heeft
verlaten, met het voornemen, om aan de spits van de mannen
van de daad, den oorlog uit te lokken, de Duitsche oneenig
heden te vergrooten, en aan Pruissen aanleiding te verschaffen,
om krachtiger tegen Oostenrijk te kunnen optreden.
Aller aandacht blijft voortdurend gespannen op Duitschland,
om de oplossing te kennen, die het Oostenrijksch-Prnissische
verschil nemen zal. De laatste tijdingen uit Weenen klinken
oorlogzuchtig, zelfs meer clan te voren; ter oorzake van krijgs
beweging in Italië, hetwelk in verbond schijnt getreden inet
Pruissen, terwijl de onmiddelijke spanning tusschen Weenen en
Berlijn verminderd blijkt te wezen; althans het laatste antwoord
van Pruissen op de Oostenrijksche nota, waarbij eene gelijktij
dige ontwapening wordt voorgesteld voor beide partijen, luidt
niet zóó ontwijkend, als men vermoedde. De zin toch van von
Bismarck's antwoord stelt de ontwapening voor als afhankelijk
èn van hetgeen Oostenrijk in dit opzigt doen zal, èn van de ont
wapening der andere staten van Duitschland, zoodat de afloop
voor 't oogenblik zal afhangen van een nader voorstel van de
zijde van Oostenrijk. In dit opzigt, als de kans van oorlog of
vrede meer afhankelijk is geworden van Oostenrijk, zal de vrede
wel de bovenhand behouden, als dit antwoord van Pruissen
geen neveninzigt heeft, om Oostenrijk de ontwapening te belet
ten door een in 't geheim beraamd plan van aanval aan de zijde
van Venetie door middel van Italië, 't Is opmerkelijk dat,'ge
lijktijdig met de meer vrede ademende an twoorden van Pruissen,
Italië liet hoofd begint op te steken, troép'en concentreert, ves
tingen wapent, Garibaldi los laat en gezantschappen naar Wee
nen zendt. Vooral dit laatste versterit hel vermoeden, dut