vm ix. LISSINGSCH VEEEBLAD. mL ES. lEWESTEN, ARMEN, FABIOLA. N°. 102. Zaliirdag 3 Maart. Jaargang. F. H. SCHIFFER. VLISSINGEN. SQTHEEl i van ars, omïnicus, SCHIF.DENIS, INNING, zijne dochtev. SEN AKS, groepen enz. ;scl\e leven, Je. een pendant varo \T, Fabiola of delj I6S ontvangen jn] lat. 5 de BUREAU: pit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven Itonriementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco Lr post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent. a abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post- |t£ftcuren. Nieuwendijk H no. 101. Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in tc zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing. 'd/gens de laatste lijst van de Zljcl is bij de redactie dier Irant als vrijwillige bijdragen voor den Paus ingekomen |90,531,56l/2. jirma Jos Smuldejïs lolgens deskondigeu eed schenen zijn. jeu kalmte; in zijn lielJt; Indheid en goedheid door; |eid; in zijn geheelen pers welke de kunstenaar iliede Boekhandel»! 1 Z. H Paus Pi us IX. Vtogeubosch. fei* Courant |N ING: LEKTUÜR. h A.GHEW. 2,oi| uitgegeven: [7A ALACO- Irt van Jesus, 'E KARDINAAL ANTONELL1 OVER DE OVER EENKOMST VAN 15 SEPTEMBER 1861. I. M. et is u zekerlijk niet onbekend hoe de overeenkomst den 15 fember van het voorgaande jaar gesloten tusschen de Fran- regering en die van Piëmont, waarvan eerst den 2Sn dier md des namiddags aan den Heiligen Stoel kennis werd gege- ian P. N. Vekhoevei reeds in het jaar 1865 een begin van uitvoering heeft ge- :eii door het achtereenvolgend vertrek der Fransche troepen lome. De regering van den Heiligen Stoel, die vreemd bleef liet sluiten van dit verdrag, blijft evenzeer vreemd aan de kring er van. Daar desniettegenstaande de gevolgen, die lit diplomatiesch stuk zullen voortvloeijen, haar regtstreeks n, heeft het haar noodig toegeschenen die duidelijk aan te n, zoowel om in dit opzigt de openbare meening teregt te |tn, welke een leugenachtige pers gedurig beproeft op liet poor te leiden, als om, in de oogeu der wereld, de verant- |nlélijklieicl van den Heiligen Stoel te dekken. (lert zich op het Parijzvr congres van 1856 de begeerte ge ward heeft om de Pauselijke Staten door de vreemde legers uitruimen, is het onmogelijk geworden die ontruiming te i plaats hebben, zonder ongerief na zich te sleepen voor de ran het land en de bevestiging van het gezag van den Hei- aStoel. De heer Drouyu de Lliuys, in een dépêche den lSn ember van het voorgaand jaar aan den Franseheu gezant 11. gerigt, drukt zich over het zelfde onderwerp op deze Je uit: „Wij waren besloten deze eerepost niet te verlaten, Ifrens het doel der bezetting bereikt was." Zoo nu, onder de bestaande motieven tot terugroeping van bet Fransche uit de Kerkelijke Staten, ook de meening voorkomt, dat pik een voorwaarde voldaan is, heeft de Pauselijke regering om te verklaren, hoewel zij niet ondervraagd is, dat dit kuiven geheel en al denkbeeldig en op een valsche verwach- Ijgebouwd is. Noopt de terugtrekking der Fransche troepen Jtegenwoordige omstandigheden de openbare mecning niet de volgende vragen te stellen: Beantwoordt de toe- tvaariii men den H. Vader laat aan het doel, waarmede fecbied van den Heiligen Stoel door de buitenlaudsche troe- bezet? Is dat het wat de II. Vader wilde, toen bij zijn deed op de katholieke mogendheden, waar Frankrijk !ulke kinderlijke genegenheid gehoor aan gal'? Is het met "S °p zulk een uitkomst dat dit zelfde Frankrijk besloot, toejuiching van geheel de katholieke wereld, welke het |6tt oiiuitwisclibare erkentelijkheid voor zal blijven toedra aide uitnoodiging des Pausen te beantwoorden? Wie zou mond der dappere krijgslieden, die naar hun vaderland j"orden geroepen, deze woorden durven leggen„Wij zijn toioe geweest, in naam der katholiciteit, op de roepstem des 'slMie hulp en bijstand vroeg om weder in het bezit zijner ,,e'i hersteld Ie worden; hij is thans beroofd van het groot- Ietrus ca- Itegen al onze van |el den H. FABIOLA, Izninen fening voor 350l ang zijn slechts 6» uitmakende, ei'!| i. te bekomen. tfioeilgekeurd ;arig abonnerewk 1 |de verlangende, ene zuster van 1' te vi.isswgln. „ste en rijkste gedeelte zijner gewesten, en wordt bedreigd „voor hetgeen hem er nog van is overgelaten, door nieuwe be hooving van wege een magtig vijand, die hem aan alle zijden „omringt, en evenwel is het doel bezetting bereikt." De geëerde minister, zoo even genoemd, heeft met zijn be kende scherpzinnigheid al liet vreeselijke van zulk een gevolg trekking moeten vatten. Hij beijvert zich dan ook in de hierbo ven aangehaalde dépêche de premissen dezer gevolgtrekking door verschillende opmerkingen te wettigen, en er het ruwe van te verzachten door te wijzen op de aangegane verpligting om den Heiligen Stoel van de zijde van Piëmont te dekken. Ik behoor dus eenige beschouwingen mede te deelen over deze verschillende punten. De opmerkingen van den heer ürouyn de Lhuys beginnen met de herinnering dat, bij den aanvang van het jaar 1859, de Heilige Vader zelf heeft voorgesteld om een einde te maken aai de tegen woordigheid der vreemde troepen in zijn staten. Men voegt er bij dat in 1860 deze ontruiming werd vastgesteld voor de maand Augustus, maar dat zij in het vervolg zich niet kon verwezenlijken. De hinderpaal kwam geenszins van den Heiligen Stoel, die niets deed om haar te beletten, maar van de woelin gen, die zich voordeden. Zekerlijk het is onnoodig om uit te wei den over deze herinneringen, dewijl er tusschen de huidige en de toenmalige omstandigheden een ontzaggelijk verschil is, dat van zelf duidelijk in het oog valt. In 1S59 was de Heilige Vader niet alleen in het volleen geheele bezit zijner staten, niet alleen was hij overal aan zijn grenzen door bevriende mogendheden omringd, maar hij kon zelfs niet het minste vermoeden koeste ren van de heiligschennende aanslagen, waarvau hij in vervolg van tijd het onschuldig slagtoffer werd. Toen kon hij dus met reden meenen dat het doel der tegenwoordigheid van de vreemde legermagt in de Pauselijke Staten bereikt was. Zoo de Heilige Vader er toe kwam om het aangehaalde voorstel te doen, was dit niet terwijl hij er onverschillig voor kon zijn vreemde troepen in zijn gebied te houden, of omdat hij de belangrijke diensten voor bijzag, welke zij hem bewezen, diensten waarvoor hij altijd de grootste erkentelijkheid betoond heeft en zal betoonen, maar de eenige drijfveer van zijn gedrag in die omstandigheid was het beletten van rampen, welke men vreesde, sedert door een hoog geplaatst persoon gezegd was dat het verlengd verblijf der Fran sche troepen in den Kerkelijkeu Staat een Europeschen oorlog na zich slepen zou. In 1860, hoewel de Romagna hem reeds was ontweldigd, be vond de II. Vader zich nog in het rustig bezit van het meeren- deel zijner staten, met een voldoend leger om er de orde te handhaven en de grenzen tegen ongeregelde troepen te verdedi gen. Niet alleen was zijn westelijke en oostelijke grens verze kerd tegen zijne vijanden, maar deze grenzen waren zelfs door bevriende mogendheden omringd. Voorts had het parlement van Turijn nog niet liet beiligschendenij.jj£§hnt uitgesproken om op eene of andere wijze de stad Roiil^Sfé^óSlstad van het nieuwe koningrijk te erlangen, en daajpblj ^voliffiën geheelen Kerke lijkeu Staat aan toe te voegèir. Kaffunsii mtóe tegenwoordige omstandigheden de sjelfde wsarborgöi SSruA^nden? De feiten spreken te duidelijjk, (Jan dat, een van mijne zijde noadig zou wezen. -

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1866 | | pagina 1