POLITIEK OVERZIGT. BIMNLANDSCHE BllTENLANDSCHE TUD1MEN. katholieken, de 'ngsc/i weekblad gas eden beschouwd, tot aanschaffing i lat gesteld. En blij] |den, dan zal weidt leggen kanaal- t jhet Weekblaadje zij den naam van ei jk klimmend eetGingen met de grootsche werken, die voor handel en nijver- itigers moesten niaiyjtevens zullen worden aangelegd, opdat niet Vlissingen geruïneerd worde, en op hare puinhopen de welvaart en [oei rijze van het andere gedeelte van Walcheren. Zijne [llentie de heer Minister heeft welwillend een schrijven ge- Ln de kamer van koophandel, tot antwoord op het boven held request eu in dat schrijven de verzekering gegeven, dat Je uitvoering en détail van de kanaal- en spoorwegwerken belangen van Vlissingen stiptelijk in het oog zullen worden Muilen. Wij hebben alzoo reden, om den heer Minister in de Lte plaats voor zulk opbeurend schrijven den hartelijkstendauk blad. Bij den dm (gen, en in Zijne Excellentie den Man te zien, die Vlissin- itigers gebragt, vo ,ïiet aan de willekeur van eenige partijdigen zal prijs geven. aanbeveling tevei lolgens bedanken wij de lieeren Leden van de Kamer van Hing nog gedieven jpkaudel voor de in deze zaak, waarvan leven of dood voor elen gewenschte ui ssingen afhangt, genomene moeite, omdat aan haar vooral ichieden. Aan lieert ter toekomt, van het initiatief te hebben genomen, om op |issingen brengen Nilen voor de ware belangen van Vlissingen. (mor het meerdere i [en slotte meenen wij de tolk te zijn van de inwoners onzer voor het Weekbh Lis wij aan de lieeren Leden van den Stedelijken liaad maar inet ineer aai BVlissingen, de waakzaamheid en zorg, de voorzigtigheid look, van Vlissinec(.| levens en bovenal de énergie toewenschen, welke vooral at oogenblikke.u van het Stedelijk Bestuur gevorderd |en,om bij de aan te leggen werken van kanaal- en spoor- ditwijziging en die verbinding te verwerven, welke noodig I zijn, om aan Vlissingen het regtmatige deel te bezorgen elraart en bloei, die komen zullen op Walcheren. laan bevelen; en «i| onderneming teziei [nde aanleiding gen ;n eene ondememini [matig, omdat zij uill der katholieken bt bij den aanvang va renschen wij toe, di [es Hemels onder al! blijven voor rampe geestelijke en tijdej Iniet alleen over he: door bijzondere bau| ner zegenend blijve: an al onze stadgenoot ^langstelling de hoojj jVlissingen, de stoul uiter gaf, met hart feoo gunstig gelegen paal en spoorweg nieil en bloei, hare grootj •e uitgesloten het ver- -orde ten koste en teel ir de inhoud van deel s ingezetenen, betee- s behoude als tweede net de hoofdstad van tenie. Wij openbarenj bijzonderen nadruk, 1 an de waarschijnlijk- bloeijen ten gevolgt ïeer deze zullen wof door den heer hoofd ei rouleert. Met hetj aar eene treurige toe hen wij, dat onze stad •rlaten van de wallen! nschouwen, waarvanl ^hooren. Volgens die' lavens, met hare dok- lij kste en uitgebreide orlog en koopvaardij;! •anaalwerken, sluizen 'ssingen aandoen, o® lan eu vooruitgang lfi| oorbij moeten varen, komen en den spoor- ssingen vergund vol enden weg, die waar- nding van uit de stad, het station van den n ook heeft de Kamc meer inziende dan "raad onzer stad, zK- wijze van request ge' van Binnenlandse» rzoeken voor de s!< ie Heiligheid, Paus Pius IX heeftop den eersten dag van ir de gelukwenschen ontvangen der Fransche officieren, door den hertog van Montebello werden voorgesteld. De ;e Vader drukte zijne erkentelijkheid en dankbaarheid uit liet Fransche leger, er bijvoegende, dat Z. H. dit jaar bij- rlijk zich verpligt achtte, dien dank te betuigen, aangezien isschien voor de laatste keer is, dat bij het Fransche leger legtigheid kon zegenen. Vervolgens sprak de Paus: „na Irtrek zullen welligt de vijanden der kerk en van den H. Ie Rome komen. Wat mij betreft, ik zal, naar het voor na den Zaligmaker in den hol der olijven, bidden, bidden et geheele leger van Frankrijk, voor de keizerlijke familie, 'rankrijk, en ook voor het ongelukkige Italië, dat gebukt aider den last van zooveel rampen." Men ziet uit deze :n, dat Pius IX de gevaren ziet, die hem dreigen; maar at ze te gemoet met eene kalmte, en een heiligen moed, Hem het vaste vertrouwen op de Goddelijke Voorzienig- liet besef van de heiligheid der zaak, die door den Paus jttvoordigd wordt, alleen geven kunnen. 'bt jonge Italië te Florence heeft zich weder een nieuw fiie gevormd, hetwelk zich evenmin als al de vorigen tijd zal kannen staande houden te midden der verwarring ringloosheid en bij den niet te herstellen achteruitgang ancien. Het kabinet der ministers van Victor Emmanuel «gesteld als volgt: de heeren la Marmora, president en I" van buitenlandsche zaken; Gbiaves, voor binnenland den; Jacini, voor publieke werken; Scialoja, voor finan- ifalco, voor justitie; Pettinengo, voor oorlog; Angioletti, [urine; voor onderwijs (ad interim), voor landbouw en is aangesteld, de heer Berti. is in het onzekere aangaande de al of niet vriendschap- oetrekkingen tusschen Frankrijk en de Vereenigde Sta si Noord-Amerika. Dun eeus zou men zeggen, dat die Wilgen in de laatste dagen op zeer goeden voet zijn, en gerezen geschillen aan de oevers van de Rio-Grande, zijn ["ud, en nu weder melden de laatste tijdingen, dat de heer pion, gezant van Frankrijk zich bevond te New-York, lui niei wilde terugkeeren naar Washington, alvorens gouvernement nieuwe instruction te hebben ontvangen. :«k dezer handelwijze van den heer Montholon moet 't worden in de woorden, die in het congres te Washing- Nen gezegd zijn ten aanzien van Frankrijk als bescher- Mexico. Evenwel hebben verschillende dagbladen van i'irk medegedeeld, dat de heer Johnson, véér de opening c°ngres, van den heer Montholon de verzekering had (lat de Fransche bezetting in Mexico niet lang meer en dat ten gevolge dezer verzekering, de president prrika zijne uitdrukkingen over Frankrijk in het congres ['«lit heeft. Vlissingen 5 Jannarij. Volgens een particulier schrijven uit Falmouth is Zr. Ms. stoomschip de Watergeus aldaar den 30 December binnen ge- loopen, hebbende een zwaren storin doorstaan, waardoor de sloepen zijn weggeslagen, kombuis en brandspuit van dek ge rukt en eenige manschappen der equipage kwetsuren hebben bekomen. Het schip moet lek zijn, en daar op die plaats geen drooge dok is, wacht men op nadere orders. Blijkens een bij het departement van marine ingekomen rapport van den kommandant van Zr. Ms. zeeuiagt, gestatio neerd te Curasao, is Zr. Ms. schooner Atalante op eene reize van Curapao naar St. Martin en St. Eustatius, den 1 December jl's namiddags ten 5 ure, op Punt Canon gestrand. De geheele bemanning en een groot gedeelte van den inventaris is gered, doch het schip moet als verloren beschouwd worden. Te rekenen van I J a n narij 1866 zal er gelegenheid be staan tot het overmaken en ontvangen van gelden naar en uit Belgie door middel van postwissels, die door de postkantoren in in de beide landen, bepaaldelijk met de afgifte en de betaling van internationale postwissels belast, op elkander worden ge trokken. Omtrent de namen der bedoelde Nederlandsche en Belgische postkantoren kan men zich de noodige inlichtingen op alle rijks-postkantoren verschaffen. Er worden geen post wissels voor Belgie afgegeven tot een hooger bedrag dan van 100. Het te betalen regt bedraagt 10 cents voor elke ƒ5 of gedeelte van ƒ5. ITranlirijk. Parijs 31 December. Het jaar eindigt slecht. De kei zerlijke regering is verbitterd en hare zenuwen zijn geschokt. Men bespeurt ditaan de maatregelen die zonder eenig onderling verband, door dik en dun genomen worden, dan eens tegen de personen dan weder tegen de drukpers. Zij wil er toe geraken, aan de vreemde bladen te verbieden te spreken over alles wat op haar bevel niet iu de Fransche bladen mag verschijnen; doch dit zal niet gelukken. De Indépendance beige is het eerste slagt offer dezer kwade luim. Misschien wordt de keizer bij liet klimmen der jaren wat gevoeliger. Nog beeft hij niet kunnen vergeten het opstel van den prins van Joinville over de marine, en hij tracht een weder legging er van te doen leveren; deze zaak moet echter alles be halve gemakkelijk zijn, want verscheidene artikelen, door ver schillende personen geschreven op last van Napoleon zelven, zijn tot lieden te zwak bevonden, en daarom is de opname van bedoelde wederlegging in de llenie contemporaine zoo lang uit gesteld. Het schijnt dat de Amerikanen thans kanonnen laten maken, zéé dik dat één voldoende is om er een oorlogschip mede te wapeüen. In de marine-artillerie hebben wij alzoo een omwenteling te verwachten, doch de keizer wil dit niet erken nen, hoezeer de prins van Joinville het ten duidelijkste betoogd liebbe. Onlangs zeide een Anierikaanseh officier dat hij de esca- ders van Cherbourg en Brest gezien had. „Uwe Fransche sche pen zijn zeer goéd gebouwd," verklaarde hij, „maar zij hebben één groot gebrek: er zijn slechts pistolen, geen kanonnen, aan boord. Zij zouden volstrekt niet bij magte zijn te strijden tegen de onzen, die ze zonden verpletleren zonder er door beschadigd te worden." Dit schijnt onbetwistbaar, en wat den keizer uiterst grieft, is dat het onmogelijk miskend kan worden dat de waar schuwingen, aan Frankrijk gegeven, vloeijen nit de patriotische pen van den prins van Joinville. Een particuliere correspondent van de Amsterdamsche courant schrijft uit Parijs van den 31 December het volgende: „Hier te lande hebben wij zeer vele soorten van policie; bij binnenlandsclie zaken, bij oorlog, op de Tuileriën, waar niet al Een van iiepoticiën is weinig bekend, maar verdient toch wel dat er een woordje van gezegd worde, want zij is van groot gewigt. Ik bedoel de gendarmerie-policie, met bijzonder veel talent ge organiseerd door generaal de la Rue, die tot belooning daarvoor een zetel in den senaat ontving. De werkkring dezer policie strekt zich over geheel Frankrijk uit; al de brigades der gendarmerie leveren elke week aan haren bevelhebber rapporten in. Zijn deze rapporten belangrijk of komen er feiten in voor van eenig gewigt voor de regering, dan worden aan de brigades zeer ruime extra belooningen in geld gezonden. Dusdanige gratificatie bedraagt, soms wel vijftig francs per hoofd. Door dit middel is de keizer er toe geraakt zijne prefecten te contröleren; liet gebeurt dan ook

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1866 | | pagina 3