fLISSINGSCH WEEKBLAD
j.Jz.
iien terwijl (lie uit "Wal.
g echter van Bruïneboo- I
;e öito f9 a f 9,25.
et begin der beurs werd
f alzoo gevraagd,
rkt en f 12,25 a f 12,50
o willig als vorige week I
f 8,25 a f 8,75. Nieuwe I
t f 4 50 a f 4,85. Zomer- f
n f7,80 a f8,25. Witte f
paardeubooncu f 6,5011
),25 a f 19,75 met mtr
3de Jaargang.
|8ö5. N°. 145. Zalurdag 4 November.
POLITIEK 0VERZ1GT.
n de puike soort f 8,5/
11. Zachte f 14 per 104
i f 8,25, Rogge f o.oöil
f 55Boekweit f-,-1
f paardenboontjl
Srwteu f a f -
ten.
BUBEAU:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt wekelijksdes Zatardags uitgegeven^
Abonnementsprijs per drie maanden 80 Cents, franco
per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post»
directeuren.
Nieuwendijk H no. 101.
VILSSINGEN.
Advcrtentiën gelieve men aan den Uitgever in te
zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs
van 14 regels is 40 Cents, voor eiken Tegel meer 10
Cents, behalve 35 Cents zegclregt voor elke plaatsing.
ü'L Pct-
60'|j
.3 u
4 f»
95
4'/*
5
98
4
65»/
5 n
S2>||
ff
43'j
191
4')-J ff
853|
4 ff
66»/
2>/s
3
381',
5- w
5?i
5
19'
5
61»
2lU
3 w
29'
8»/,
-
iid-delbur?'
mtbieden, overa»;
Kunsttanden éh
Oude Friendtchft
Inijke voorwaar'®!
warden
stelt aM
Knijper-
van den GE®®.
S VAN NED®
door J. KUDflj
i. Vijf bladen
„g op den ge'11
;der blad zal v<
3 VMSSTNGEN-
In sommige buitenlandsche dagbladen wordt nog steeds een
herige polimiek gevoerd over de vrijmetselarij, naar aanleiding
van de jongste pauselijke allocutie. De organen der vrijmetse
laars komen daarbij van eene slechte reis. Zij hadden in den
aanvang de oude fabel nog eens voor den dag gehaald, dat hun
genootschap niets anders was dan eene inrigting voor onderlinge
liefdadigheid, welke zich angstvallig van het politiek terrein
verwijderd hield. Of deze lieden inderdaad meenden iu onzen
tijd met dergelijke beweringen de goê gemeente nog om den
tuin te kunnen leiden, is ons onbekend, maar vermakelijk is het
geweest te zien, hoe huil tegenstanders allerlei onwraakbare ge
tuigenissen en feiten hebben aangevoerd, waaruit zonneklaar
het politiek wroeteu en woelen der geheimzinnige broeders bleek,
i Nu, dit is uiet moeijelijkwant de vrijmetselaars, die in rustige
tijden zich schuil houden, en zich alleen met gastronomische
uitspanningen schijnen af te geven, werpen hun vermomming
achter de bank, als zij meenen, dat het doel bereikt is. Iu België,
raar hun haan tegenwoordig koning kraait, komen zij onbe
wimpeld met hun streven voor den dag, en zoo zjn zij ook, bij
gunstige gelegenheden, in andere landen te werk gegaan, waar
zij nu weder, om de veranderde omstandigheden, zich als smul
lende menschenvrienden voordoen, zonder de minste boosaar
dige plannen. De Patrie van Brugge bewijst dit met eenige
historische aanhalingen, waarvan wij er hier eeu paar over
nemen.
Op den 10 Maart 1S48 ontving de lieer Lamartine, minister
van binneulandsche zaken der toenmalige Fransche republiek,
een commissie uit de vrijmetselaars, en sprak haar volgender
vijs toe -.
fik heb de eer niet de bijzondere taal, waarvan gij u bedient,
to verstaan. Evenwel ben ik genoeg met de geschiedenis der
vrijmetselarij bekend om te weten dat uit uwe loges, eerst in
liet verborgen, toen in de schemering, en eindelijk in het volle
daglicht, de gevoelens voortgekomen zijn, welke ten slotte de
heerlijke ontploffing hebben voortgebragt, waarvan wij in 1789
getuigen zijn gejveest, en waarvan het volk te Parijs, weinige
degen geleden, ten aanschouwe der wereld een tweede en zoo ik
hoop laatste voorstelling heeft opgevoerd."
Protesteerden de broeders tegen dezen lof? Verklaarden zij
dat zij enkel een liefdadig genootschap waren aan de politiek
vreemd? In het minst niet. Zij aanvaardden wat Lamartine zeide
ds iets dat hun regtmatig toekwam. Wil men trouwens xneer
bijzonderheden over het aandeel dat dit liefdadig genootschap
genomen heeft in de voorbereiding en uitvoering van de bloe
dige gruwelen der groote Fransche omwenteling, dan raadplege
®en het werk van den ultra-revolutionnairen en socialistischen
geschiedschrijver Louis Blanc Histoire de la Revolution
fiiüfaise.
Een ander getuigenis. InJulij 1854 barstte in Spanje de
militaire opstand van Vicalvaro uit, die Espartero aan het be
stuur bragt. Zoodra was door verraad en geweld deze aanslag
«iet gelukt, of de leden van het liefdadig genootschap jubelden
el> vergaten zoodanig hun rol, dat zij in een hunner hoofd-
"'iKuven, den Observatevr beige, het volgende mededeelden
»Te Madrid, waar de centrale vrijmetselaarsloge gevestigd
"j «as het besturend comitee aanvankelijk meerendeels uit
progessisten zamengesteld; gaande weg maakten deze proges-
sisten voor mannen van nog sterker kleur plaats, die, gedurende
verscheiden maanden zich v.'fn de leiding der vrijmetselaarsloges
hebben meester gemaakt. Wij gelooven te mogen verzekeren
dat het teekeu tot den gewapeiiden opstand door dit comitée to
Madrid gegeven is, na het eerst te Saragossa, te Barcelona en in
het koningrijk Valencia gegeven te hebben."
Men ziet hier derhalve uit de gedragingen en openlijke medc-
deelingen der vrijmetselaars zeiven bewezen, dat zij zich nog met
andere dingen bezig houden dan met hun leden voort te helpen
en broederlijk met elkander te banketteereu.
(De Tijd, N. Soil, et.)
Lord Clarendon heeft heden de betrekking aanvaard van minis
ter van buitenlandsche zaken in het Britsche kabinet, openge
vallen door de benoeming van lord Bussell tot eersten minister,
in plaats van wijlen lord Palmerston. Als kanselier van het her
togdom Lancaster wordt lord Clarendon vervangen door den
heer Fortescue. Meer veranderingen in het personeel van het
bewind heeft lord Palmerstons dood voor het oogenblik niet
veroorzaakt. Te Parijs heeft men, naar het schijnt, geen ver
trouwen op den duur van het Engelsche ministerie zoo als het
nu is zamengesteld, en volgens de Indêpendance Beige blijkt
die opvatting uit liet feit dat de betrekkingen tusschen de twee
kabinetten den stempel van zekere voorzigtigkeid dragen, daar
het kabinet der Tuileriën geen verbintenissen wil aangaan met
of tegenover eene regering, wier bestaan niet verzekerd en ten
aanzien, van wier politiek nog niets stelligs bekend is.
lil Noord-Amerika wordt het bevredigingswerk steeds voort
gezet. Een deputatie van Zuid-Carolina heeft zelfs ondernomen,
eene petitie tot begenadiging van Jefferson Davis in te leveren,
en het mag wel betwijfeld worden of ook die niet gevolgd ware,
indien de heer Johnson het reeds nu had durven wagen, de
republiekeinsche partij dus voor het' hoofd te stooten. Zijn ant
woord, dat het proces Davis eerst gevoerd moest worden voor
het hoogst geregtshof der Vereenigde Staten wegens landver
raad alvorens hem genade kon geschonken worden, doet velen
vermoeden dat die genade vroeg of laat gewis volgen zal. In
derdaad behoort men al de eerste aanvoerders der rebellie te
straffen, of ook Davis vrij te laten, want dat men hem tot hoofd
gekozen heeft, is iets dat ieder der bovengenoemde heeren zich
zou hebben laten welgevallen. Natuurlijk stuit deze zoo verge
vende politiek velen tegen de borst, die vaders, broeders en
zonen verloren hebben, om dit laaghartig landverraad, door die
mannen bedreven, te bedwingen, terwijl nu die zelfde mannen
op nieuw het land in onrust kunnen brengen. Zoo oordeelen
velen, doch anderen hopen dat door deze vergevingsgezindheid
het Zuiden en Noorden spöftfeisl en duurzamer liereend zullen
worden, en dan gewis geene schade. Eene derde
klasse is ontevreden óver aéixMrSyibnt, daar zij in zijne goe
dertierenheid een bewijs meënt bevinden voor hetgeen ouzo
dusgenaamde copperheads voórgfeveji, n. 1. dat hij ineer en meer
begint over te lieilen naar de democratische partij, en wel naar
het slechtste deel daarvan. Door het Zuiden weder in de handen