i INGEZONDEN. ke tegengiften en nd terug te bren- fia ontging de on- Als beweegreden [orden eene dolle eeskundige dienst ijd geleden tot vijf inbedrijf doorhem ;ot dat dit vonnis :roordeeling alleen rpertum door den den apotheker 2c Alleen de heerï, issie niet, zoo dat st niet in die zaak [•ze lage wraakoefe- voor's hands nog wandaad gemaakt a van den heerfi., enoegen van alien, dat deze zich thans in beterschap loe nst te kunnen ktt- en Adv. BI.) - teleurstelling groot is, vooral bij hen die aandeelen dat uv als- „zooveel kabels gelegd," „op zooveel mijlen," „alles is in orde" leggM gaat goed" enz., niet in woorden waren over gemaakt, maar slechts uitleggingen waren van zeer geringe be- i„gen der naald, waaromtrent men vooraf overeengekomen was ia a's zekere vastgestelde boodschappen te beschouwen. Men za' z'c'1 'evens herinneren, dat zelfs in den tijd toen de kabel de beide stranden verbond, de berigten uiterst gebrekkig overkwamen, en er eigenlijk nooit een goed sein van eenige zin sneden verkregen werd. Een ligte en kleine stoombrandspuit van nieuwe uitvin ding, werd dezer dagen door de heeren Merryweather Sons, van Londen, bij gelegenheid van de landbouwtentoonstelling te Plymouth beproefd. Deze machine, welke niet meer weegt dan 25 wt-, gaf water binnen den tijd van 7'Is minuut van het oogenblik dat het vuur was aangestoken, niettegenstaande het waterkoud en de machine dien zelfden dag niet gebruikt was. Een straal water, van 1 duim in diameter, werd, ofschoon het sterk woei, op 150 voet hoogte geworpen. De proeven gaven de meest voldoende uitkomsten. Die stoomspuit is de kleinste, tot nu gemaakt door deze fabriekanten, en de Sutherland, die be hoort aan de Royal Dockyard, is de grootste, met uitzondering van de drij vende stoomspuiten. JBelgie. Tusschen den burgemeester en den deurwaarder der kleine gemeente Quévaucamps bestond voortdurend groote oneenig- lieid. Onlangs bij gelegenheid van het carnaval-feest, vond er, onder het commando van den deurwaarder, 's avonds eene mas- ierade-optogt plaats. De burgemeester in zijne waardigheid zich gekrenkt achtende, daar men zijne toestemming hiertoe niet gevraagd had, trad, vergezeld van zijne politiemannen dien avond ten elf ure eene herberg binnen en maakte proces-verbaal op tegen alle de zich daar nog aanwezig bevindende personen, waaronder ook de deurwaarder was, wegens overtreding der politie-verordening, houdende bepaling, dat zich na tien ure 's avonds niemand in een herberg mag bevinden. Hiertegen was niets in te brengen; maar toen nu vervolgens de burge meester, zelf vermoeid van de zoo even uitgevoerde taak en zicli verbeeldende, dat voormelde bepaling op hemzelven niet mogt worden toegepast, eene andere herberg binnentrad, om daar, onder het genot van een glas faro-bier, stilletjes uit te rusten, stond eensklaps de wraakzoekende deurwaarder voor hem, die insgelijks, als man van de wet, zich geregtigd achtte proces verbaal op te maken tegen den burgemeester. De deurwaarder verloor echter de waardigheid zijner betrekking daarbij geheel rit het oog, immers hij was zoo opgetogen vrolijk zich op zijn antagonist te kunnen wreken, dat hij zijn exploit van begin tot einde luidkeels zingende voordroeg. Hierna was ourniddelijk weer de beurt aan den burgemeester, die op nieuiv proces-ver lui opmaakte tegen den deurwaarder, wegens het verwekken oa nachtelijk buren-geruclit. De correctionneele regtbank te ïoornai veroordeelde den deurwaarder liedjeszanger tot eene geldboete van 15 francs, omdat hij zijn exploit met te luider hem had gezongen. Italië. Den 22 Julij heeft Z. H. de Paus de stad Albona bezocht. Aan de deuren der kerk werd hij door de geestelijkheid en de tjvile autoriteiten ontvangen, terwijl de aanwezige priesters vervolgens in de sacristie tot den voetkus werden toegelaten. Vervolgens deed de H. Vader eene wandeling door de stad, 'eiker straten cn pleinen prachtig versierd waren. Overal ont leg Pins IXde blijken der eerbiedigste toegenegenheid. Vier entwintig rijk gekleede meisjes strooiden bloemen langs zijnen 'eg, toen hij Albauo doorwandelde, waar tevens de Fransche en pauselijke troepen in gelederen geschaard stonden. Dat de "«'oners vol geestdrift waren en zich hoogst gelukkig voelden 'P het oogenblik, dat zij hunne hulde mogten bewijzen aan den 'Mehouder van Christus op aarde, behoeft naauwelijks gezegd te worden. Uit Napels schrijft men onder dagteekening van den 22 dat een verschrikkelijke aardbeving de grootste outstelte- 5js op het oostelijk gedeelte van Sicilië heeft te weeg gebragt. «schokken zijn in het distriet Catana bijzonder hevig geweest, het dorp Foiido Macchia is geheel verwoest; men telt er 150 Intusschen was het bekend, dat de ontvangen seinen, IU1.N. Is, maar de verwit- e hier op dit oogei- louden, en teregtai gouvernement niet n ander zal blijven, olge spoediger vu in aanvankelijk was 'oegt, de prins Met. luitschland uitstel- ■oor zij n vertrek te [villous linietroepeii; tters; 386 escadrois escadrons artillerie- inenten-depóts, os S compagniën geur- p escadrons trein: I Imilitaire werklied», ilken, 83 divisie-en daarenboven nog IS I onels, 335 luitenant- 11 luitenants en 47# j er intendance, 1305 385 paarden-artsen, ken. Het leger-cijftt reserve 211,002 man. 13 in Frankrijk,d«h zijn oorlogsvloot, b wel36 niet gef»'' ui, 27 gewone freg'1' ijkans voltooii)ajner ,e batterijen, 4scl\toeU ,ere vaartuigen. g 26 stoomvaartuig® I ihouw, wnarmede nlen P het herstel van den Jen men verwachte de dan met zekerheid de Prloopig \yordt er vooi he stroomen, aaidslf og slechts gissing, Hoogstwaarschijnlijk! ;n diepte van oiigeW en er 1250 Engelsekt pvisschen uit zulk een plen van den kabel van k niet gemakkelijk val- te doenlijk. Men W o levendig voorgesteld I hu; llzen, ciie in puin liggen, waaronder men 61 lijken en 55 ge- 'widen heeft gevonden. Vier andere dorpen, niet ver van den ana gelegen, hebben ook zeer geleden, echter minder dan I ftndo Macchia. Volgens een telegram, door den prefect van I Catana aan j;e„ van Napels gezonden, is de ellende 111 die stre- Wl hartverscheurend. Wij leven thans in de zoogenoemde verlichte eeuw. Het menschdom is, naar men zegt, tot eenen graad van ontwikke ling gekomen, zoo als men in vorige tijden nooit heeft waarge nomen. Of dit in alle opzigten wezentlijk het geval is, meenen wij om gegronde redenen te moeten betwijfelen; hiervan echter willen wij niet verder spreken. Zeker is het toch, dat èn kun sten èn wetenschappen in de laatste jaren zeer zijn vooruit ge gaan, en dat thans, meer dan ooit, van opvoeding en onderwijs werk wordt gemaakt. Het zij verre van ons, dat wij eene goede opvoeding, en een behoorlijk onderwijs voor de jeugd afkeuren; het zij verre van ons, dat wij de ontwikkeling van den mensch laag achten. Integendeel wij moeten erkennen, dat slechts een goed ontwikkeld mensch, de waarde van zijn leven naar behoo- ren kan waardeeren, en dat, zal men in den tegen vvoordigen tijd den naam van een beschaafd man kunnen dragen, men niet alleen moet kunnen lezen, schrijven en rekenen, maar ook met de gronden zijner moedertaal, met geschiedenis en aardrijks kunde, en met andere wetenschappen behoort bekend te zijn. Maar wat ons en wij gelooven ook anderen altijd heeft verwonderd, en verbaasd, is, dat men in deze eeuw, nu men zich zoo buitengewoon op verlichting beroemd, nog zoo onvoor waardelijk geloof slaat aan vele zoo klaarblijkelijk vervalschte gebeurtenissen van vorige dagen. Gaat men de geschiedkundige werken na, dan moet men zeggen, en dit is geene overdrij ving, misschien het tegendeel dat van de tien, negen als hoogst partijdig moeten beschouwd worden, en dat dit vooral bij onze vaderlandsclie geschiedenis het geval is, waarin zelfs sommige tijdvakken nooit behoorlijk zijn behandeld. Geen tijd vak echter daarin is zoo misvormd, zoo vervalscht, ja als het ware geheel van waarheid ontblood, als dat der Nederlandsche beroerten, bepaaldelijker de gebeurtenissen der 16e eeuw. Leest men dit, zoo als hetin onze vaderlandsche geschiedenissen wordt voorgesteld en der jeugd op vele scholen wordt onderwezen, dan wordt men al ligt geneigd vele personen van dien tijd met woeste tijgers te vergelijken. Wij willen geenszins zeggen, dat die gebeurtenissen nog niet kampen met de ruwheid dier tijden; maar zeker is het toch, dat, als men de zaken goed onderzoekt, de meeste dier gebeurtenissen hoogst overdreven en misvormd zullen voorkomen. En dit alles evenwel blijft men zoo maar voor goede munt aannemen. Moet men ons dus niet teregt ver wonderen, dat er sedert lang geen begaafde personen zijn opge staan, die gepoogd hebben de gebeurtenissen van dien tijd in een behoorlijk daglicht te stellen. Zoolang toch hier geen ge schikt werk over bestaat, zal de ware grond der Nederlandsche beroerten hij velen in liet geheel niet, bij anderen half, en aan enkele bijzonder begaafden en studielustigen geheel bekend zijn. Het is voor den eclit-katholieke altijd eene wezentlijke groeve geweest, in werken der geschiedenis, die hetn tot studieboeken worden aangewezen, de grootste aanvallen tegen zijne heilige godsdienst te moeten aantreffen, en daarin te zien, dat bijgeloof, volksvertrappiiig, bloedvergieten en moorden alleen aan de katholieken van dien tijd worden toegeschreven, ofschoon het grootste gedeelte daarvan onwaar, en het overige geheel ver valscht moet genoemd worden, en aan de tegenpartij misschien met meer regt zou kunnen worden toegevoegd. Het is ons plan niet dit te onderzoeken en te bewijzen. Maar verheugen mogen wij ons toch en de gegrondheid daarvan heeft ons aange spoord hiervan een enkel woord te spreken verheugen mogen wij ons toch, dat een begaafd Nederlander, een geschied kundige, die taak heeft op zich genomen, en wel dr. W. J. F. Nuijens, die onze litteratuur reeds met verscheidene werken heeft verrijkt. In het begin van dit jaar heeft men de prospec tussen van zijn werk rondgezonden met opgave, welke punten het zal behandelen. De voornaamste daarvan waren onzes in ziens: 1. „Dat de Nederlandsche beroerten niet zijn uitgelokt door de geweldadigheid der plakkaten en der inquisitie, omdat het getal der slagtoffers van dezen veel geringer is geweest, dan vele geschiedschrijvers hebben beweerd, en 2. dat het Neder landsche volk niet is opgestaan om den wille van de godsdienst omdat de groote meerderheid katholiek bleef." Welke gewigtige punten! Wie zou dit kunnen betwijfelen? Bij de eerste oogop slag moest men reeds dadelijk zeggen: slaagt de schrijver naar behooren in het bewijzen dier stellingen, dan mag zijn werk allerbelangrijkst genoemd worden. Sedert dien tijd is reeds het eerste deel, van de zeven of acht boekdoelen, die het geheel zal bevatten, verschenen, en wij hebben ook het genoegen gehad, het in handen te krijgen. Wij hebben het gelezen en herlezen, ja bestudeerd en kunnen er niet anders dan allen lof van zeggen.

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1865 | | pagina 3