BlfflMÜDSCIE TIJDINGEN.
BliIT
de oorlogskans mimi er gunstig staat voor de Zuidelijken. Men
wacht elk oogenblik belangrijke tijdingen van liet tooneel des
oorlogs. Eene gewigtige ontmoeting kan niet lang uit blijven.
Vlissingen 16 December.
Jl. zondag middag ten twaalf ure was het plein der nit-
rustingswerf alhier het tooneel eener buitengewone militaire
plegtigheid. Al de hoofd- en verdere officieren, ook die zich op
non-activiteit bevinden, met den scbout-bij-nacht, directeur
en kommamlabt der marine, benevens den kapitein koinman-
dant en officieren dér beide batai'llons mariniers met hunne
manschap, en d.e schepelingen hier aanwezig, waren daar, ouder
geleide van het uitmuntende corps hoornblazers van het (le
regement, aanwezig. Allen waren in groot uniform gekleed tot
het bijwonen dezer plegtigbeid, die hun militair gevoel streelde,
en hunne harten, bij de gedachten aan onzen ouden zeeroem,
op nieuw zoo schitterend gehandhaafd, van deelnemende vreugde
deed kloppen.
Nadat de manschap de geweren gepresenteerd en de volkslie
deren door de muziek waren aangeheven, werd door den luite
nant ter zee van der Star, daartoe door den directeur en kom-
inandant aangewezen, navolgende belangrijke stuk voorgelezen:
//Dag oude u
voor Zr. Ms. schepen en vaartuigen van oorlog en voor het corps
mariniers
z/Z. M., onze geëerbiedigde Koning, heeft mij opgedragen en
het is mij een aangename taak mij van dien last te kwijten, om
H. D. bijzonderen dank te betuigen aan de kommanderende
officieren, verdere officieren en schepelingen van de vier oorlogs
bodems, welke hebben deel genomen aan de krijgsvërrigtingen
in de Japansche wateren, bij gelegenheid van liet met geweld
openen der Binnenzee van dat rijk, voor hun lofwaardig gedrag
bij die gelegenheid aan don dag gelegd; de namen der vier oor
logsbodems met hunne dappere bemanning behooren hierdoor
voortaan tot de geschiedenis. De hoon, ten vorigen jare de
Nederlandsche vlag door den vorst van Nagato aangedaan, is
op eene schitterende wijze gewroken, terwijl de eer dier vlag
roemrijk is gehandhaafd onder liet oog van Engelands, Prank-
rijks en Noord-Amerikaas vlootvoogden. Het is mij hoogst
aangenaam dat ik geroepen ben u, namens onzen geliefden vorst,
H. D. welgevallen en erkentenis sver te brengen, en voeg daarbij
de verzekering, dat ik ten volle vertrouw op uwen moed, wan
neer de omstandigheden liet andermaal mogten vorderen, om
de eer van onze geliefde driekleur ongeschonden te bewaren.
Leve de Jcomvg!
,,'s Gravenhage, //De minister van marine,
7 December 1864.. „W. J. C. II. van Kattendijke."
Een donderend hoerahwas het antwoord op 's konings dank
betuiging aan onze brave zeemagt, die de sluwe dwarskijkers
slechts even de nagelen van den ouden zeeleeuw heeft doen ge
voelen.
Woensdag namiddag bad er een treurig ongeluk plaats
in de smederij van 's rijks marinewerf alhier. Een man, Put
genaamd, vader van een huisgezin met vijf kinderen, die over
liet konings-wiel van de leggende as van een boor-machine
wilde stappen, werd aan zijn broek door een der kammen van
het wiel gegrepen, met liet ongelukkig gevolg', dat zijn linker
been tot bijna aan de knie van het ligchaam werd afgedraaid.
Terstond werd er geneeskundige hulp geboden, en het been tot
boven de knie afgezet. Men hoopt den man in het leven te
behouden.
Den 14 dezer gebeurde bij het fort Bammekens het vol
gende ongeluk: Toen schipper J. P. E. van Banst met zijne
marine-waterschuit, komende uit de Dortsche kil, bij Bamme-
kens door de wind wilde gaan, sloeg de knecht Cornelis Roberts
door een slag van den schoot over boord. De schipper die alleen
aan boord was, sprong in de boot, liet de schuit alleen en mogt
na veel moeite het geluk hebben, zijn knecht die reeds buiten
kennis was, in de boot te krijgen en vervolgens aan boord van
de schuit te brengen,
Voornoemde schipper heeft vijf jaren geleden voor Zierikzee
een schipper met zijne vrouw, en twee kinderen en een knecht
gered, van eene tjalk, welke zinkende was.
De wet van den On Jiniij 1840 (Staatsblad no. 17 verza
meling no. 86) bevat geene uitdrukkclijke-bepaling omtrent, liet
geval, dat gebouwen in de plaats worden gesteld voor andere,
die, wat daarvoor ook'de oorzaak zij, zijn afgebroken of vernield,
en waarvoor ten tijde der slooping of vernieling, krachtens die
wet nog vrijdom werd.genoten, noch omtrent de gevallen, dat
maken. Op ei
deze aangelegd
aanvullingen
vastgesteld. T
iiaaldelijk met
de aandacht g
deze onderhen!
groot aantal ii
grond te gemoj
Te Ham!
leger aangekoi
einde bij de NJ
De publ|
verhouding*vol
land 30,565 dc
rijk 7,433 dol
Spanje 4,044 J
Bij den
ingekomen:
daar ons verzo
tuinders der f'r
de stompe ton
Edel Agtbare
den niet op den
ten moeten heb
zijn allen van
gaat, wij zijn tc
rindelijk ons
Onderdaanege
Elekind. Boerd
hart. Jan van n
geest. W. v. d
een gebouw binnen liet tijdvak dat het nog in de termen van
vrijdom valt, gedeeltelijk vernieuwd of door-aanbouw vergroot
of uitgebreid wordt.
De minister van financiën heeft daaromtrent te kennen gege
ven, dat voor het aangebouwde gedeelte,, geene. opzichzelf
staande aanhoorigheid zijnde, nimmer voor korteren tijd vrijdom
kan genoten worden, dan voor bet gebouw in zijnen borspronïe-
lijken toestand is verleend, terwij! het niet met de vrijgevige
strekking der gemelde wet overeenkomend nocli billijk zou kun.
nen worden geacht, indien de nog niet verstreken vrijdom van
een gebouw beschouwd werd als geëindigd te zijn, zoodra
omdat het geheel is vernield en weder opgebouwd.
Op die gronden heeft de minister voor een speciaal geval, dat
zich bad voorgedaan, magtiging verleend den vrijdom, die geno
ten werd voor een afgebrand buis, over te brengen op het
bouw dat op de oude fondamenten is opgetrokken en vervolgens
in gebruik gesteld, zonder dat daarvan aangifte is gedaan, daarbij
tevens doende opmerken, dat, vermits de wet van den 6n Junij
1S40 ook ter bekoming van de daarbij bepaalde vrijdomm»
voor gebouwde eigendommen, bij art. 13, laatste lid, specialt
aangiften vordert, de aangiften, bij art. I der wet van 24 April
1843 (Staatsblad no. 14) voorgeschreven, tot dat einde niette
pas komen, gelijk trouwens uit laatstgemeld wetsartikel ook nitl
is af te leiden.
Bij het departement van marine zijn de officiële rapporten
ontvangen van den stations-kommandant. en de kominanderemls
officieren der oorlogschepen in de Japansche wateren, over
expeditie in de straat van -Simonoseki. De hoofdzaken daarin
vermeld, komen geheel overeen met hetgeen reeds omtrent dien
togt bekend was. In het rapport van den kommaudant de Man
wordt de overeenkomst met den prins van Nagato medegedeeld
Deze luidt:
1. De straat van Simonoseki, en daardoor de Japanscht
binnenzee, wordt voor alle natiën geopend. Alle schepen, welk
behoeften, steenkolen, water of levensmiddelen verlangen, zul
len daarvan te Simonoseki, tegen billijke prijzen, voorzien wor
den.
2. Geene nieuwe batterijen zullen worden opgerigt, of geschal
op oude of nieuwe batterijen peplnatst.
3. Voor sparing der stad en oorlogskosten der geallieerd!
vloten zal eene behoorlijke schadevergoeding gegeven word®
de grootte van deze schadevergoeding zal door de Engelse»
en Amerikaanscbe ministers, te Jeddo residerende bepaal
worden.
4. AI het bovenstaande heeft geheel en alleen betrekking
de tegenwoordige zaken, en geenszins op de eischen van moge»
beden van vroegere of toekomende grieven.
De heer van Hoeuiskerck van Beest, die zich als zeesi
der reeds zoo gunstig beeft onderscheiden, is bezig eene s-
derij te vervaardigen van bet roemrijk gevecht onzer oorlof
schepen Metalen Kruis, Medusa, Djambi en Amsterdam,
vereeniging met de Engelsche en Eransche escaders geleveii
tegen de forten in de straat van Simonoseki, tot tuchtiging va
den vorst van Nagato en bet vrijmaken van de doorvaart doordi
Japansche Binnenzee.
- Den 23 en 24 November jl. is te Amsterdam eene vej
gadering gehouden van het bestuur der algemeene tentoonstel]
ling van voortbrengselen van tuinbouw enz., in het Paleis voij In den Times
volksvlijt in 1865 te houden. In deze vergadering is omtreilsultane Djeliina,,
den tijd der tentoonstelling hot volgende bepaald: De na»«ï huwelijk gegeveil
lijsten der in te zenden voorwerpen zullen moeten worden iiiï«®oüd was ten huv
leverd vóór of op 26 Maart; de. inzendingen zullen moetijden echtgenoot,
geschieden den 1, 3 en 4 April (de boeketten en dergelijB's alles behalve,Jb|
artikelen ook nog 5 April, des morgens vóór 9 ure). £)e bfB van een slaaf. Iel
oordeeling zal geschieden den 5 April; de jury zal zich t.en kj -;in den vorigen
einde ten 9 ure des morgens in het Paleis voor volksvlijt "■.fdoerschheid, lnn
eenigen; voor de nadere schikking der voorwerpen is delgelijk gevoel.bra
April bepaald. De plegtige opening zal geschieden den 7 AjjBte toouen. Deze
en voor het publiek zal voorts de tentoonstelling geopendzi'Bwigt verre acht
van 8 tot en .met 12 April. Voorts is'bepaald dat voor detmflwben opgemerl
sehe gewassen een der nevehzalen van bet Paleis voor volksviMjslief bejegende,
voldoende zal worden verwarmd, en zal men trachten, na hflo'lW hoofd onder
der tentoonstelling, de gelegenheid te geven aan de inzeiute#'ioud gewoonlijk
die zulks verlangen, hunne ingezonden planten en geWf«®*ooiite'dineert
in het openbaar te verkoopen. Er zullen pogingen worden:™
gewend om voor de inzendingen uit liet buitenland ttm
van invoerregten en van visitatie tc verkrijgen. Voor delf®'
van den jury en van het kongres zal men vermindering van
reistarief trachten té bekomen, als ook een verminderd vr»c"
tarief voor de in te zenden goederen. Het vervoer der goed®'1]
door Amsterdam zal men trachten zoo gemakkelijk mogelrp
De lieer Dur;
ging bij zijne jol
morgen, vergezi
zonder zijn naai]
trek van den dj
barscli //binnen1
met schrijven er
zijn bezoeker:
wachtte tot de b
zijn bezoeker a
inensch?" „Twe
en wat denkt gij
en gij wensd
dat niet!" „We.
eens zien, hoe gij
de minister van
Een der i
achterlating van
gaan.
IH'cii ii(j{ etcnsuii
P sofa plaat.
Deze kwan
|"J"e keizerlijke J
ï"'»0üdigi„„J
I0ïrliiüi(|jg3e
1'd'wi;
lieu!
c'i gewoon zi