I lUllTENLANMCHE TIJDINGEN. fan een onderwijzer in de grammatiek aan eene jonge dochter. Mejufvrouw! J Vergeef mij de propositie, die ik de vrijheid neem u te doen, #iu mij aan te nemen voor uw nederig adjeclif; het is positief gat ik mij gelukkig zoude bevinden tot in den superlatief toe Inlien gij in mijne wenschen wildet toestemmen, ofschoon ik San karakter niet zeer demanstratief ben. Ik weet dat ik noch la eerste, noch de tweede noch de derde persoon ben, die u aan- Iraagt, maar wees verzekerd, dat niemand u zooveel bemint als p en dat ik u getrouw zal blijven, zoolang mij een partikel rede overblijft en tot het artikel van mijnen dood, dat ik nooit met u leii hoog woord verbezal hebben, dat ik nooit in mijnleven den %aaralieven toon zal aannemen, dat wij altijd akkoord zullen Kouclen in de wyze en in 't genre van leven, die gij wilt volgen, Bzal er in geen cas iets op aan te merken hebben, en zal geenen luderen regel volgen dan die, welke met uwe begeerten over- len stemt. Uw geluk zal volmaakt zijn, niet het minste onder- mtrp zult gij hebben om te klagen over de regime, die ik u zal Bteii volgen. I Het tegenwoordige en verledens zijn zekere waarborgen dat ■teen jntur ben dat niette versmaden is. Ik ben een actief rnan, ■(schoon réjléchi. Ik ben zeer weinig personneel en ik werk ■eel, ik heb eene kleine bezitting en ben niet bezwaard met Benig pastief. Indien uw besluit omtrent mij mek participeert Biet de wenschen, die ik u uitgedrukt heb, zoo zal uw eigen naam Boor alle tijden been tot den dood, mijn eenige vocatief zijn en de Benige ablatief van al mijne bezigheden. I Ik heb de eer te zijn enz. Frankrijk. I De berigten uit Algerië luiden alles behalve gunstig. Naar ■ca meldt, heeft maarschalk Mac-Mahon inlichtingen gezonden, liiaruit blijkt, dat de opstand van veel bedenkelijker aard is dan |l tie in de laatste tijden voorgevallen bewegingen in de kolonie. Bij dringt zeer aan op het zenden van meer versterking. I Voor eenige dagen werd in het kanaal van St.-Ouen ■bij Parijs te water gelaten een drijvend dok, bestaande uit een lor groote batterij met zes onderling verbonden vakken of Biimten, die gezamenlijk 70 el lang, 6 el hoog en 12 el breed ■ju. Dit ijzeren vaartuig is bestemd om alkohol, etherische en lette oliën, en andere ligt ontvlambare en zeer gevaarlijke zelf- landigheden op te nemen, om ze op het water tegen ontbranding I beveiligen. Elk vak kan 200 hectoliters bevatten. Nog vijf- Ben zulke drijvende magazijnen zullen worden gebouwd; vijf Bijn reeds op stapel gezet. I De New-York World, het orgaan van Mae-Clellan, heeft ■uns tot bestrijding der kandidatuur Lincoln een nieuw motief ■ingevoerd. liet blad zegt namelijk en biedt zelfs aan daar- Bm de bewijzen te leveren dat Lincoln en zijne echtgenoot Bjasienlijke inkoopen hebben gedaan van huisraad, porselein, ■mufaeturen, kant, juweelen eii andere artikelen, welk alles be- Bakl is uit de staatskas, buiten en behalve de door het congres ■astgestelde gelden ten behoeve van reparatie en onderhoud aan l't presidentshuis en daartoe belioorend terrein. Men begrijpt ■>t dit eene algemeene sensatie moest te weeg brengen, en dat Bfcr vraagt: zou het blad zulke bewijzen werkelijk kunnen bij- Braigen, ja of neen? In het eerste geval zou Lincoln en in het Beede geval het dagblad zeer gekompromitteerd zijn. 1 Over de petroleumbronnen in Pcnnsylvanië meldt een der ■nv-Yorksche dagbladen, dat aldaar eene enorme massa vaten Blroleum gereed ligt, tot wier verzending de aanwezige voertui- l'n niet toereikend zijn. Onophoudelijk, zegt de berigtgever, ■"trekken gcheele treinen met volle vaten beladen, zonder dat le« in die massa eenige werkelijke vermindering bespeurt. Been over de spoorwegvertakking, die van den Atlantisehen en ■'noten westelijken spoorweg naar de petroleum-districten is ■gelegd, worden dagelijks gemiddeld 2500 vaten vervoerd, |w aantal wel verdubbeld zou kunnen worden, wanneer er ■"lits wagons genoeg beschikbaar waren. Naar men bere- zullen de kosten voor den aanleg van die afzonderlijke ■aorireglijn binnen weinig jaren, meest door de opbrengst van I" petroleum-transport en het daardoor toenemend verkeer, ■heel gedekt zijn, Het laatste halfjaarlijksch dividend dezer ■'leUieining bedroeg 25 pereent. JSng'elancl. de reeds vroeger gemelde onregtnjatige handelingen ■Haniverving van landverhuizers voor de armee der Vereenigde ■«ten, wordt thans ook nog het volgende feit medegedeeld. Den 29 Augustus kwam het driemastschip Guerland, uit Antwerpen, ter reede van Boston, aan boord hebbende 251 Belgische en Eransche landverhuizers, die tot verschillende werkzaamheden in Amerika aangenomen waren. Zoodra de aankomst der Guer land geseind was, kwamen drie Amerikaansche stoombooten, met militairen aan boord er op af. Naauwelijks waren deze man schappen op het schip overgegaan, of de passagiers werden ge last aan boord der stoombooten te komen alwaar hun een papier ter onderteekening werd voorgelegd. Daar dit stuk in het Engelsch was opgemaakt en hun eene vertaling daarvan gewei gerd werd, begrepen zij spoedig dat het daarmede niet regt in den haak was. Zij verklaarden dus kortaf, dat hun bij het enga gement in Belgie eene. smn van 500 fr. benevens eene week werkloon, als een voorschot bij de aankomst in Amerika, was toegezegd; dat zij dus voor bepaalde werkzaamheden geënga geerd waren en niets te maken hadden met de onderteekening van een stuk in eene voor lien vreemde taal. Op dit antwoord w erden zij aan boord der stoombooten gevangen gehouden en 24 uren zonder voedsel gelaten. Den volgenden dag wisten 31 passagiers door geld een middel te vinden om op hunne eigene kosten aan wal te worden gebragt, waarna de overigen, door den nood gedrongen, op goed geluk af, het stuk onderteekenden. Onmiddelijk daarna werden zij naar een fort overgebragt, alwaar hun werd gezegd, dat zij hun engagement voor de militaire dienst geteëkend hadden. Wie nu maar gewillig een soldaten-uniform aantrok, kreeg dadelijk 100 dollars (in zoogenaamde greenbacks) tot handgeld. Een Eranschman en twee Belgen, die dit ten stel ligste weigerden, werden in boeijen geslagen en gevankelijk weggebragt. Omtrent de 31 personen, die zich aan wal hadden laten brengen, is thans gebleken, dat zij wel te New-York zijn aangeland, maar dat zij alles zijn kwijt geraakt wat zij bezaten. lil de Amerikaansche bladen leest men een schrijven van den meyer van New-Y'ork aan deir generalen agent der Ameri kaansche emigratie-maatschappij-in antwoord op een verzoek om ondersteuning van dat onlangs opgerigte genootschap. De meyer, die zich tegen den „invoer" van vreemdelingen verklaart, zegt in dat schrijven hoofdzakelijk liet volgende: „In gewone omstandigheden is emigratie eene bron van voor spoed en rijkdom voor een volk, en is aanmoediging van dezelve een pligt. Maar de onlangs uitgevaardigde akte van het congres „tot aanmoediging van de emigratie," tengevolge van welke uwe maatschappij isopgerigt, heeft naar mijn oordeel een ander doel; haar opschrift is onjuist; men had haar moeten noemen een ulokaas, om onder ledriegelijke voorwendsels vreemdelingen aan te werven „Het bedekte doel van den maatregel is hoofdzakelijk, solda ten voor het leger te verkrijgen; dit blijkt duidelijk uit de bepa lingen van de derde sectie; want de dagelijksche ondervinding leert ons hoe gemakkelijk landverhuizers, door den nood ge drongen of door bedriegers om den tuin geleid, er toe gebragt worden om bij het leger dienst te nemen. „Ik acht het onmenschelijk en onzedelijk landverhuizers naar een land, hetwelk in oorlog en nog wel in eenen burgeroorlog gewikkeld is, te brengen om in al deszelfs gruwelen verwikkeld te worden, terwijl zij geenerlei belang bij den uitslag van den strijd hebben. „Bij de overstrooming van het land met papiergeld is de toe stand van den arbeidsman hier te lande niet van dien aard, dat hij eene behoorlijke belooning voor zijn werk kan verwachten. De helft van zijne verdiensten wordt door de belastingen ver slonden, en het overschot bedraagt naar den tegen woord igeu koers omstreeks 40 cents wezenlijke waarde voor eiken dollar die hem nominaal wordt uitbetaald. Alleen in deze stad (New- Y'ork) zijn op dit oogenblik omstreeks 50,000 werklieden, die in bitteren nood verkeeren, omdat het verdiende loon niet voor hun onderhoud toereikend is. „De contracten, waarbij de ingevoerde vreemdelingen zich jegens uwe maatschappij zonden moeten verbinden, scheppen eene soort van slavernij, waarvan blanke mensclien de slagtoliërs zullen zijn. Hun werkloon, hun eigendom strekt tot onderpand voor de afbetaling hunner schuldj inmiddels blijven zij in eene afhankelijke positie als dierbaren, bijna lijfeigenen. „Zij zullen volgens het contract betaald worden in de „wettige munt der Vereenigde Staten." Maar wat is tegenwoordig die wettige munt?" Na nog eenige bepalingen van het contract, die geheel in het nadeel vim de ingevoerde landverhuizers zijn, te hebben aange haald en bestreden, eindigt het s'bhrijven van den New-York- sclien burgemeester aldus „Het ware beginsel ter aanmoediging van de emigratie is de zaak aan haren natuurlijken loop over te laten en de nieuw aan-

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1864 | | pagina 3