VLISSIN6SGH WEEKBLAD.
1864. N°. 01.
Zalurdag 22 October.
2de Jaargang.
VLISSINGEN.
politieTWrzigt.
f 6,40 f 6,7(1
- 5,65 - 6,li
- 6,50 - 8 ill
- 7,— - 10,-
- 7,— i, - 10,-
- ii,a5 - —J
- 6,80 - 10,jl
J.2 hooger. LijnzaJ
3[4. Lijn-olie vliegtJ
en uit Walcheren
veil. Jarige Tarwe It
kocht. Rogge bleef n
er veil en daar cr va
ooger gekocht; mindt
en bijna niet gctooi
eiuig ter veil, zijn rui
weinig ter veil en al-
zeer weinig handelt
had alzoo genegen ki
t.
aud verlaten, dochbl
rnptie gekocht aau fl
,75 gewone f 8,50 a!
;r vraag.
f4,50.
aren er ter veil.
reinig aan men kochti
op f 13 af 11 naarh
der beurs werden eet
iurs tot f 10,25 a f 1(
1,25. Per vat op 6
an vorige week en gt
•ten.
f 8,0/75. Nieuwe
nner dito f 4 40 a f 4'1
enboonen f 5,75 af®
f 10,25.
a f 8.25, Rogge f5,1
i f5,10, Boekweit f-
a f Paardenbw
ÏErwteu f -
a f f Eooli
ten.
2'ls Pct-
3 a
4 n
4
5 ii'
4 n
5
6 ,i
m*
4 ,i
2*14
3
5
5 ,i
5
2lla
S ,i
*'lt
l
STOETS
en
LIESOY.
TE V LISSIN GEN-
BUREATJ:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdag^ uitgegeven.
Abonnementsprijs, per drie maanden, 8Q Cents, franco
per' post 95 Cerifs. Afzonderlijke nomniers 10 Cent.
Meu abonneert zich. bij alle Boekhaudelareu en Post
directeuren.
Nieuwendijk H no. 101.
Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te
zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs
van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10
Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing.
Bijzondere correspondentie» van Berlijn zeggen, dat er in de
laatste dagen ernstige onderhandelingen gewisseld zijn tussclien
de hoven van Ween en en Berlijn over de Fransch-Italiaansche
overeenkomst van 15 September 11. Het moet ook blijken, dat
het kabinet van Weenen zich ongerust maakt over de strekking
der overeenkomst, welke beschouwd wordt even vijandig te zijn
tegen Oostenrijk als tegen den Paus. In Parijs heeft men dit
waarschijnlijk vernomen, en dientengevolge welligt zooveel ver
zekeringen in de wereld gestuurd, dat er goede verstandhouding
is gebleven tusschen frankrijk en Oostenrijk; terwijl men toch
niet slechts in Oostenrijk maar ook elders de overeenkomst aan
ziet als eene oorlogsverklaring tegen Oostenrijk, wien men
Venetie ontnemen wil; en te midden van die verzekeringen van
vrede en vriendschap, welke Napoleon aan Oostenrijk geeft,
poogt de Fransche keizer Oostenrijk te isoleren en vooral te
scheiden van Rusland en Pruissen, om op het gegeven oogen-
blik nog eens aan de zijde van Italië tegen Oostenrijk ten strijde
te kunnen gaan. Het schijnt evenwel, dat de intriges van Napo
leon, om Oostenrijk te isoleren niet zoo goed gelukken, als bij
den laatsten oorlog. Althans hoe Napoleon zijn best doet, om
den Russisehen keizer in Parijs te krijgen, óf eene zamenkomst
te hebben, de czaar van Rusland wil, naar men verzekert, eene
zamenkomst, op beleefde wijze vermijden. Laatstgenoemde vorst
zou, zegt men, een eigenhandig schrijven aan den Eranschen
keizer gerigt hebben, waarin hij zijn spijt te kennen geeft, dat
hij, eene zieke echtgenoote door Frankrijk vergezellende, niet
naar de hoofdstad komen kan. Ook meldt men er nog bij, dat
Napoleon aan den keizer van Rusland had verzocht, om eene
plaats te kiezen, waar tusschen hen eene zamenkomst zou gehou
den worden, doch dat daarop door Rusland nog niet geantwoord
was, en hierom dacht men, dat er weinig van eene ernstige
zamenkomst komen zal. Napoleon schijnt dus al te doen wat hij
kan om Rusland te believen, terwijl Rusland beleefdelijk voor
de liefkozingen bedankt. Vervolgens, wat men voor eenige
dagen meedeelde als bewijzen van toenadering en betere ver
standhouding tusschen Pruissen en Frankrijk, wordt in latere
berigten tegengesproken, terwijl de goede verstandhouding be
vestigd wordt tusschen Pruissen en Oostenrijk.
Van wege de Oostenrijksche regering moet aan de Pruissisclie
voorgesteld zijn, oin op nieuw aan Weenen verzekeringen en
beloften te willen geven, dat in tijd van nood Pruissen aan Oos
tenrijk het bezit van Venetie zal waarborgen. Deze beloften
moeten wel niet in vollen zin zijn gedaan, maar het antwoord
van Berlijn moet toch zoo voldoende geacht zijn in Weenen, dat
op dit oogenblik de beste eensgezindheid is hersteld tusschen
beide hoven. Dit laat zich ook wel eeuigermate denken uit den
snellen loop, die thans de onderhandelingen genomen hebben,
tot eene gewenschte oplossing en beëindiging van het Duitsch-
Deensch verschil. Hierin zal Oostenrijk wel gaarne wat toege
ven aan Pruissen, opdat Pruissen toegeve aan Oostenrijk in de
ItaKaansché kwestie. Hoe 't zij, de Fransche keizer schijnt niet
°P zijn gemak, hij is ziekelijk, zijne groote jagtpartijen zullen
vooreerst nog niet gehouden worden, hij laat Turijn aanzeggen,
dat men met groote voorzigtiglieid moet te werk gaan en hij put
zich uit in allerlei verzekeringen aan den Paus, dat deze niets te
vreezen heeft, en in allerlei geruststellingen aan de katholieke
wereld. Neen Napoleon is niet op zijn gemak, zijne verzekerin
gen, door zijne gezanten aan den Paus overgebragt, om het
Fransche volk, dat met hart en ziel aan den Paus gehecht is,
zand in de oogen te werpen, en zijne geruststellingen aan de
katholieke wereld, worden niet meer aangenomen gelijk vroe
ger. Het gaat met Napoleon gelijk met de Piëmontesche staats
mannen. Hij wordt langzamerhand ook onder het volk en onder
zijn volk bekend, als iemand die zich vriend noemt, gehoorzame
zoon van den Paus, om onder dat masker den Paus over te leve
ren. Hij zal ligtelijk ook onder zijn volk en in zijn leger niet
meer den strijdlust vinden, om ten oorlog te gaan aan de zijde
der Piëmontezen, die het Fransche leger en een Franschen gene'
raai Lamoricière hebben beleedigd, zoodat meer Fransche gene
raals en met naam Pélissier den Piëmontezen harde en voor een
krijgsman vernederende woorden toewierpen. Neen Napoleon
is niet op zijn gemak, en hoe hij sust te Turijn, hoe hij aanspoort
tot voorzigtiglieid, hoe hij zich verlaagt om voor den vreemden
afgod Piëmont geld te vragen bij Rothschild, de zaken in het
jonge Italië worden meer en meer verward, en het ééne Italië
wordt al meer en meer voor de geheele wereld een ijdele klank.
Verward worden meer en meer de Piëmontesche staatsmannen,
verward worden meer en meer de inwoneren der groote steden
van Italië, voor zoover het geroofd is door Piëmont, verward
worden meer en meer de financiën. Napoleon is niet op zijn ge
mak, en het zou wel kunnen gebeuren, dat bij hem het voorge
voel ontstond van zijn ondergang in de revolutie, aan welke hij
zieh zeiven schijnt verpand te hebben.
De zaken in Italië gaan niet naar de vvenschen van de een
heids-mannen. De werklieden van Turijn hebben bij eene groote
meeting eene petitie geteekend, waarin gevraagd wordt vernieti
ging van de konventie van 15 September, welke geacht wordt
strijdig te zijn met de regten en de waardigheid van de natie.
Men had van de zijde dezer lieden eene beschuldiging verwacht
tegen het afgetreden kabinet, maar wat veel erger is, de petitie
bevat eene oppositie en beschuldiging tegen het nieuwe ininis-
-terie. De ontevredenheid van het volk in en oin Turijn vertoont
zich minder in dreigende straatrumoeren, maar de volks-oppo-
sitie tegen koning en ministers schijnt meer georganiseerd te
worden tegen den tijd, die weldra zal aanbreken, van de discussie
in de kamers. Als men dit hoort, kan uien ligtelijk begrijpen,
dat de groote heeren in Piëmont, die zoo wegloopen met de
volks-stemming, en die van volks-uitingen en volks-bewegingen
een middel gemaakt hebben, om vorsten, die in een rustig en
regtvaardig bezit waren van hunne troonen, weg te jagen, thans
in het naauw zitten. Men leest dan ook in een der dagbladen van
Italië dat de leden van het laatste ministerie weigeren om plaats
te nemen in de kamer der afgevaardigden, omdat aij-aioh te
midden der hoofdstad/nietweilig. achten, niettegenstaande de
sterke krijgsmagt,dié'in en bij.ïijfjjn iszaaingetrokken. Hierbij
komt nog, dat men/zefer vreest lil- Turijn dat de discussien in de
kamers aanleiding gullen-geven, tót-hevige hartstogtelijke débat
ten, waarbij het irle^ohïBj^kéji^ahndi beschuldigingen en waar
schijnlijk ook niet aan^véchtpai^yïn. En wat men ook in Turijn