7LISSINGSCH WEEEBLAD,
1864. N°. 90. Zaturdag 15 October.
Jaargang.
POLITIEK 0VERZ1GT.
BUREAU:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven.
Abonnementsprijs, per drie maanden, 80 Cents, franco
per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren.
Nieuwenclijk H no. 101.
VLISSINGEN.
Adverlentiën gelieve men aan den Uitgever in te
zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs
van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10
Cents, behalve 35 Cents zegelregt voor elke plaatsing.
Het Fransehe dagblad le Monde levert eenige aanhalingen
uit eenige nog zoogenaamde gematigde dagbladen van de minis
teriële partij in Piemont, ten bewijze, hoe in Turijn de Fransch-
Italiaansche overeenkomst verstaan wordt en hoe daar, behalve
den toeleg om den Paus aan te vallen, het vastgestelde plan
bestaat, om ook Frankrijk te duperen. De taal van al die bladen
uit Italië kan zaamgevat worden in de volgende regelen„Frank
rijk heeft ons de verandering van hoofdstad naar Florence op
gedrongen, met het doel, 01* aan de katholieken waarborg te
geven, dat het gouvernement van Turijn afziet van zijne plannen
op Rome. Maar Frankrijk kan ons niet dwingen, oin onze pre-
tentiën op Rome te laten varen; Frankrijk bevindt zich in eene
valsche positie tegenover Italië; wij moeten door alle soorten
van concessiën, het vertrek der Fransehe soldaten uit Rome
verhaasten, en dan zullen wij Rome nemen, gelijk wij l'oskane,
de Romagnen, de Marken, Umbrie genomen hebben, niettegen
staande den kwaden wil van Frankrijk."
Ziedaar de taal van de meest gematigde dagbladen der minis
teriële partij in Turijn. De Perseveranza van Milaan neemt
onder zulke voorwaarden het program aan van het nieuwe
ministerie, maar, omdat men vreest, dat eenige ministers zich
schuldig zouden kunnen maken aan te veel opregtheid, door
met de overeenkomst de motieven aan te nemen, welkeFrankrijk
tot de overeenkomst hebben kunnen bewegen, voegt de Perse
veranza er bij„wij geiooven, dat het voor ons pligt is om het
nieuwe ministerie te steunenwij hebben vertrouwen in dit
kabinet, maar dit vertrouwen neemt niet weg, dat wij moeten
toezien." Onder zekere réserve dus wordt aan den minister
la Marmora steun toegezegd. En welke is die réserve? Hetzelfde
blad waarschuwt, dat men niet te veel geloof moet hechten aan
de dagbladen van Parijs, die voorgeven, dat in de overeenkomst
van 15 September een waarborg is voor de onafhankelijkheid
van den II. Stoel. „Wat is natuurlijker," zoo roept liet blad
van Milaan, „dan die taal der Fransehe bladen? De keizer moest
wel voorzien, op liet oogenblik van de teekening der overeen
komst, dat hij moest antwoorden aan tegenwerpingen van ver
schillende nuancesNiets beter derhalve, dan eene breede
ruimte open te laten voor alle mogelijke uitleggingenMaar
wat geven ons al die uitleggingen? Wat ons geeft, dat is, het
aannemen der overeenkomst; de letter van de overeenkomst
hebben wij noodig; de uitleggingen zullen op het geschikte
oogenblik wel komen! De Italianen zijn fijn, heeft de keizer
gezegd; en hij sprak waar. Italië is een volk van diplomaten;
liet is een volk, dat de prémissen weet aan te nemen en er ook
de konsekwentiën uit weet te trekken. Er was in Frankrijk, ten
tijde der annexion, een persoon, die ijverde voor een sta ten-ver
bond. Men publiceerde nu en dan lange artikelen over de nood
zakelijkheid van de federatie; maar die artikelen eindigden altijd
met de verzekering dat het beginsel van non-interventie ge
handhaafd zal worden. Dat personaadje meende den Italianen
vrees aan te jagen door die artikelen, maar moest tot zijne ver-
woudering zien, dat hoog geplaatste en invloedrijkste mannen
zich geen vrees lieten aanjagen. Alles werd verklaard, toen men
aan dat personaadje de weinige woorden voorhield met betrek-
hing tot de nón-interventie. Zietdaar de Italianen! zeide de
unpirateur van deze artikelen; in eene lange teregtwijzing vinden
zij een enkel woorden dit is hun genoeg. De toestand is thans
bijna dezelfde. Het enkele wooord, hetwelk den Franschen diplo
maat ontsnapte, zuilen wij nog weten te vinden in de overeen
komst van 15 SeptemberZoo is de taal van een der organen
van het Ilaliaansche liberalisme. Het artikel eindigt met duide
lijk te zeggen, dat de overeenkomst van 15 September ééne
poort van Rome heeft gesloten, maar te gelijkertijd twee andere
poorten van Rome heeft opengezet.
En men moet niet denken, dat de Perseveranza eene uitzon
dering maakt, met aldus te spreken, bij andere dagbladen. Men
leze de Opinione van Turijn, het meest gouvernementelële blad,
waarin onder meer de volgende woorden te vinden zijn: „Als
wij letten op de antecedenten van onzen bondgenoot, zullen wij
in de overeenkomst niets vinden, dat ons ontmoedigt of schrik
aanjaagt. De keizer behield zich voor in 1859 de regten te hand
haven van de onttroonde vorsten (in Italië.) Hij stelde voor, aan
Victor Emmanuel den titel en de hoedanigheid te geven van
vicaire van den H. Stoel over de Romagnen. Ia 1860 protes
teerde hij tegen de expeditie van Garibaldi. Weinig tijde daarna
kwamen er nieuwe en krachtiger protesten tegen de inbezitne
ming van de Marken en Umbrie. Wat is er gekomen," zoo ver
volgt de Opinione van Turijn, „van dat voorbehoud, van de
démonstratiën en protesten?De politiek van den keizer
heeft zich zoodanig ontwikkeld en ontplooid, dat het traetaat
van Zurich eene doode letter is geworden, en dat de Paus alleen
staat tegenover zijne onderdanen
Deze aanhalingen zullen voldoende zijn, om te bewijzen, hoe
men in Turijn de overeenkomst verstaat, hoe men zich daar vol
strekt niet stoort aan Frankrijk, en hoe men het gezette plan
heeft, om op even onregtvaardige en schandelijke wijze'als men
Toskane en de Romagnen enz. geroofd heeft, ook Rome te roo-
ven. Duidelijk geven al de Piëmonteschedagbladen te kennen, dat
het Fransehe gouvernement de Italiaansche revolutie niet kan en
niet wil tegengaan; en heeft het Fransehe gouvernement, zoo
spreken die bladen, tot nu toe in openbare stukken op gematig
den toon gesproken, het was, om Europa niet te verschrikken.
De Piëmontesche staatsmannen laten zich in zeer duidelijke
woorden uit over den zin, waarin zij het Fransch-Italiaansch
verbond van 15 September opvatten.
Bij gelegenheid van de komst te Milaan van den markies
Pepoli, den man die voor Piëmont optrad bij het sluiten van de
overeenkomst, hebben de inwoners van gezegde stad een groot
banquet gegeven ter zijner eer, hetwelk laatstleden zaturdag
gevierd werd. De held van het feest een toast gevende aan den
bloei van de stad Turijn, moest ook spreken over de gesloten
overeenkomst, en noemde de overeenkomst //niet alleen eene
weldaad voor Italië, maar ook eene zegepraal voor den vooruit
gang en de beschaving." Volgens hem //doet de overeenkomst
in geen enkel punt te kort aan het nationale pr«g*fthu ^aar zij
verbreekt den laatsten band, die Prankrijk v^reëiligdé im'öt de
vijknden van Italië." Ook heeft de generaal Menabrea op^den
21 September te Turijn^ene redevoering gd&ouden, waarin de
overeenkomst besproketf- woreït en. gezegd,Idat bij het' aangaan