zielen wisten te verkrijgen dusdanig te verkristelijke», dat des Heeren de Hauleville's diepzinnig woord thans der goegemeente volkomen begrijpelijk is geworden. Langrand-Dumonceau heeft van de herders der zielen zaakwaarnemers gemaakt ter eere Gods en der heilige kerk en ten profijte van zij no en hunne beurs." Hiernaast plaatsen wij eenvoudig de verdedigende toe lichtingvan de Middel burg sche courant van dingsdag Ik, zij zegt dat haar correspondent een kort maar zeer onderhoudend ver haal geeft „van de finantiële loopbaan van den heer Langrand- Dumonceau, om tevens de kracht aan te wijzen, welke de invloed van een dergelijk man op. de verkiezingen moest uitoefenen. Hoe de lagere geestelijkheid daarbij soms als hulpmiddel gebe zigd wordt, is mede besproken, even als bij den geheelen strijd der verkiezingen telkens van de manoeuvres der katholieken, zoowel als klerikalen (de Middelburg sche courant meent hier, ge- looven wij, liberalen) is melding gemaakt." Elkeen ziet bij deze woordelijke aanhaling, dat dé Middelburgsche courante welke wat water in den wijn wil gieten, bij de verdediging' van haren corres pondent aan zijne woorden een geheel anderen zin geeft, dan zij werkelijk hebben en duidelijk uitdrukken; De correspondent maakt de lagere geestelijkheid, op hatelijke wijze gespecificeerd in priesters en jezuiten en kapycijner monmkeh en luttt quanii, tot de eerste handelende personen, die met hulp van d.eu heer Langrand-Dumonceau er uitnemend in geslaagd zijn om wat zij bij wijze van erfstelling of door middel van captatie van de vrome zielen wisten te verkrijgenwat lage insinuatiën van den correspondent, die de financiële loopbaan moet beschrij - vep van den heer Langrand-Dumonceau! En de Middelburg- sche courant den zin van de woorden van haven cliënt willende geven ter verdediging, zegt hoe er mede besproken is 11. 1. dat de lagere geestelijkheid soms als hulp middel gebezigd wordt Hier is de lagere geestelijkheid voorgesteld als hulpmiddelsomSj gebezigd..... Is dit niet eeiie yerdraaijing, eene valsche voor stelling van de woorden van den Brusselse hen correspondent? en is het dus niet waar, dat de,, redactie der Middelburg sche .cou rant, in hare poging 0111 de hatelijkheden vaiï haren correspon dent na onze teregtwijzing wat te verbloemen, verdraait en valsclielijk voorstelt? Dit wilden wij aan de aandacht van het publiek brengen, dat de Middelburgsche courantverdraait en vatschcljk voorstelt; voor welke partij, dit vragen wij niet; in ieder geval zal liet afkeurtng bij het publiek verdienen, als men verdraait en valsclielijk voorstelt Maar gaan wij verder,' om een woord te zeggen over de aan leiding en den grond van onze teregtwijzing, Onze teregtwijzing vindt' hare aanleiding (niet eigenlijk haar grond) in liet stuk van de Middelburgsche courant van zondag #8 Augustus 11. onder den titel van Brieven uit Belgie, Brus sel 25 Augustus," waarin blijkbaar hartstogt, partijzucht en godsdiensthaat ademende uitdrukkingen werden opgedischt of uitgedacht door genoemde courant. Haren grond eigenlijk vindt onze teregtwijzing in de Middelburgsche courant zelve, in de be kende zucht, van de schrijvers van dat blad om de katholieken, in hetgeen hun dierbaar is, in hunne godsdienst en priesters te kun nen honen, in de bekende zucht van de schrijvers van dat blad om blaam te helpen werpen op de R. K. geestelijkheid. Eu deze aanklagt van het Ylissingsch weekbladdie de eigenlijke, grond is van de teregtwijzing, is dan ook in het oog van heeren redac teuren van de Middelburgsche courant te ernstig dan dat wij (zoo spreken die heeren) nog niet een enkel woord zeggen zouden. De woorden, die even te voren gezegd zijn door de Middelburgsche courant, over deze teregtwijzing, zijn woorden, waardoor zij den grond der teregtwijzing zoekt in de woördën van haren Brusselse/hen correspondent! En wat is dan het enkele woord, dat de Middelburgsche courant van zich zelve ter verdediging zegp? Op gemoedelijken toon begint de redactie dat enkele woord aldus: L)e zucht om de katholieken in hetgeen hun dierbaar is in hunne godsdienst te honen is eene zoo verfoeije- lijke ondeugd." (Let wel! dit zegt de Middelburgsche courant!) „dat wij ons waarlijk wel met de hand op het hart mogen afvra gen, of wij oils daaraan ook schuldig bevinden." Wel, wel, zegt dat de Middelburgsche courant, laten wij het nog eens herhalen, /,de zucht 0111 de katholieken in hetgeen hun dierbaar is in hunne godsdienst te honen is eene zoo verfoeijelijkeoiideugd".. Welk eene uitspraak van de Middelburgsche courantEn die ondeugd is zoo verfoéijelijk, dat de heeren redacteuren van die courant, Jret noodig achten zich met de hand op het hart af te vragen of zij zich aan die verfoeijelijke ondeugd ook schuldig be vinden. En wat is het antwoord van het hart? Geen antwoord. Wat zou eigenlijk," zoo vervolgen die herren, „onze eigene ge tuigenis baten? Het Vlissïngs'ch xoéekbladföo. 7Ï\j wel het aller naast overtuigen kunnen," Maar ziet op de ernstige vraag met de hand op het hart, die de heeren redacteuren aan zich zei ven stellen, of zij ook schuldig zijn aan de verfoeijelijke ondeugdom de katholieken in hetgeen hun dierbaar is in hunne godsdienst te honenkomt eene enkele opmerking, aan het oordeel van het Ylissingsch weekblad onderworpen. E11 wat is die opmerking? Al tracht men met. de meeste naauwgezetheid zich te plaatsen 'boven elke geloofsverdeeldheid, zoo blijft het toch althans zoo lang men zich ten taak stelt zijne lezers toaarf ijk zooveel moge lijk omtrent elk belangrijk verschijnsel in te lichten onmoge lijk niet nu en dan eene tijding te brengen die onwelkom is, of eene opmerking te maken die pijnlijk treftwie in dit opzigt al ■te schroomvallig is, handelt roekeloos door op de gladde baan der journalistiek zich te wagen. Mn zouden ook de protestant en, zoowel zuiver gereformeerden als de voorstanders der moderne Wig ting, niet nu en dan zich over ons te beklagen hebben. Zeker wel, maar blijkt daaruit wij rig ten die vraag bepadld top u Ylissingsch weekbladde zucht om hen opzettelijk wat ge noemt hatelijkheden te zeggen, „Als deze opmerking kwam van eeiie redactie, dje eene courant oprigt en zulk eene vlag gaat hijschen bij haar eerste optreden op de gladde baan der journa listiek, dan zouden wij die ó{>tïièrking volkomen kunnen beamen, volkomen en allezins juist vinden, dat eene redactie, welke met de meeste naauwgezetheid zich tracht te plaatsen boven elke geloofsverdeeldheid, toch nu en dan eene tijding moet brengen, die onwelkom is of eene opmerking moet maken die pijnlijk treft. Maar als deze opmerking-komt van de redactie eener courant, die een lang verleden achter zich heeft, hetwelk toont dat zij zich geplaatst heeft niet boven elke geloofsverdeeldheid maar wel onder de partij, diejagt maalct op alles, waarheid, of onwaarheid, rijp of onrijp, wat den katholieken honen kan en blaam kan werpen op de R. K. geestelijkheid, dan geven wij aan de redactie van zulk een blad ten antwoord, dat wij ons niet kunnen begrijpen, hoe zij zulk eene opmerking, waardoor zij zich zelve veroordeelt, durft maken. Zulk eene redactie had zich moeten onthouden, om die opmerking te onderwerpen.uan het oordeel van het Ylis singsch weekblad. Als de heeren der redactie van de Middelburg - sche courant de goê gemeente in een achterhoek van Belgie, waar men geene Hollaudsche taal kan lezen, hadden uitgekozen oin aan die gemeente de opmerking op te dringen, mogelijk had zij ingang gevonden en had men daar de Middelburgsche courant voor een met de meeste naauwgezetheid boven elke geloofsverdeeld heid zich plaat'send blad aangenomen, maar al de gemeenten van Zeeland, die de Middelburgsche courant lezen, tot de goêste toe, moeten aan de heeren redacteuren van de Middelburgsche cou rant vragende antwoordenmaar heeren wat zegt gijtoen gij inet. de hand op het hart u. hebt afgevraagd, of gij u schuldig bevindt aan de zucht 0111 de katholieken in hetgeen hun dierbaar is, in humie godsdienst te honen (wat gij zelf heeren! eene ver foeijelijke ondeugd noemt) hebt gij in dat oogenblik, de hand op het hart leggende, niet hard moeten drukken, om de stem te smoren van het geweten, dat wilde roepen: schuldig! schuldig! aan die verfoeijelijke ondeugd Nadat de redactie van de Middelburgsche courant op de gladde baan barer journalistiek, waarop men staal met. de meeste naauw gezetheid boven elke geloofsverdeeldheid,) ongelukkiglijk is uit gegleden en gevallen, valt zij uit de hoogte, waarop zij zweven wilde boven elke geloofsverdeeldheid, neder in de leerschool van het katholicisme. Wie had het kunnen denken, dat de redactie dien onverwachten tuimel zou maken, wie zou niet denken, dat zij tuimelen zou in de leerschool van godloochenaars? Maar neen, men kan toch vreemd tuimelen. Zij tuimelt 111 de leer school van het katholicisme. En wat zal zij in de leerschool van het katholicisme doen Zal zij zich plaatsen op de banken om onderwezen te worden? onderwezen te worden, vooral in de liefde voor den evenmensch? onderwezen te worden, omdat zij niets weet van liet katholicisme? Neen, de redactie plaatst zich gaarne hoog, 0111 te zweven boven anderen uit, zij beklimt den leerstoel, 0111 te onderwijzen, om, wie had het kunnen verwachten! nog niet aan een katholieken leek maar aan een katholiek, dien zij daarenboven houdt voor een man met herder lijke zorg, voor een behoeder van het geloof, les te geven over het katholicisme. Zij zegt aan dien man, dat bij het katholicisme, „waar het als staatspartij optreedt, niet kan onderscheiden van het katholicisme, waar liet de vrome uiting is van het innigste gemoedsleven." Welk eene les van de Middelburgsche redactie! waarlijk, zij moet dien katholieken man, dien zij houdt voor een behoeder van het geloof eener katholieke schare met her derlijke zorg, wel voor zeer dom aanzien, in de kennis van het y katholicisme! De redactie van het Ylissingsch weekblad geeft I aan die van de Middelburgsche courant den gepaste» raad, om, J als zij les wil gevën een reisje te maken naar Parijs in de school der go-.lloo<B katholicisme, wnnrij tie, die voor den <hfl een katholieke i'dsl dpor inen vergilfei elk katholiek knul katholieke kerk leil kliigt. van zijne zon gffiaffen, die men oi| eene redactie weteiB Ylissingsch weekbhn redacteuren, de les, vSsch is. Het "katl Mogen er soms me J hoeren, en deze of jj het katholicisme tri] ijijde eenheid des gtl tarten te bremren in HDü Middelb nrgscM lnstne les te hebben twijn, kruipt naar aan hefc Ylissingsch les te geven. Het 71 journalistiek volgen! dat wil zeggen, ate borgen houden voois zag liet Ylissingsch j' I vorm verschijnen. W| dai dit uw weirsch i j Hfr wezenEn Mi el niét afnemen maar wjj Hi/in een eenigzinsf Wij ignoreren 1 tej rant. „Er hebben 1," zoo spreekt zij' j nederlaag voor c •d dezer dagen te ij uitkomst was wellf grondslagen van It; gij ignoreer iet welgevallig is 'i's dringt ge hen •11 het zekerste ge T is toch aanmatig jpende weer de leë stiek, wil zij haa (houden, hoe raar 1 van het katholiek [Ie leerstoelen te d ld ad! let Ylissingsch. w\ jnt elke week een! blad van zelf niet reld kan worden, [t nog, dat. het blad putei lissen, die in |ui vele couranten, pb dat de redactie [teiide maken, zoe die liet mees |u redactie van het v-ni het katholiek fd de uitkomst een 1 1,1 yan het katholie Maar heeren red ,Z1J( gij dom 111 1,1 katholiek geloo (ontvangt deze jucisiue, dat gij aa |°htkc geloof gelei VflJi Hem, die ze "bine kerk bouw Ndijjen." Wel ku jkcheleu, dat het r .gehouden is, dan die, als men 0 [rct^wijbeid niet b( mannen, wier Wmef. naanwgezeih r wil in ruimeren ""nnen worden.

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1864 | | pagina 2