IJ DM GMk
roken; wijl echter 4
pbberi de dieven sittl
!en der altaarkandeli:
fculiere corresponden;
en in de Amsterdam
:eidt over den stand
ussell voor eenige da»,
ren dat niet alleen i
ie troonopvolging, hl
den die ze onderteek;
van het uiterste ge»,
nnen. De traktaten, i
1 regeren, zijn alzoon
deze woorden past li
•faire toe. De ontln
ijk gebragt wordent
heer op den steun t
|et belang dier mogei
met betrekking tot
een vermaarden revc,
c schreef voor een p
ogenachtig, overmen
d altoos, maar altoos
zult gij ophouden
[len, beeft! De zwakl
te rekenen. O, gr»
u aanstaat, doodt al 1
etwelk door de diplót
tegt van den sterkste,
gemoed gevoelt er i
u het koningrijk Kap:
pweld aangevallen;
buit werden zij verdet
ulpe snelde? Nerge
an men zoo veel of
s een woord dat in isk
naar een beginsel is
en, gedurende een lat
leden vergoeden,en.
ers maken. Gisteren
rgen zal het Duitschli
gelooven,"" zeidelt
sclie vorst, die een a
net bedoelden vriend
door de omwenteling
oor veertig jaar den l
|toen deze, uit Indië
utie is tegenwoordig
|amd is geworden. 1
n tot. orgaan strekt,
Kt. „Skandinavië
p, n omdat de vorm
belangen der demo®
men gelijk, want
tt worden. Watgoet
s, en het beginsel
chclijk, wanneer de»
koningen, de aristoc
Ikatholieke klerikalisn
■n waar de degen en
men reeds gekomen i
jij ons. Ik wijs liet ge"
ren het nieuwe regt
en op een oogenblik'
schijnt dat er einde
gaan, die het verledt
3gen. Ja, er zij n vorst!
i trachten die groote
zich vogelverschrilk
|loen ontstaan, moetn
■eeds sedert tien jaar.1
ij een traktaat vrij''
jpartijen. Welnu, wi#
lies zal gemakkelijk
'ring aan het traktaat'-
Zurich. Ik heb reden te gelooven, dat dit zwaarwigtige onder
werp op dezen oogenblik ter sprake is gebragt. Hoe? door wien?
el, op welke wijze? Het spijt mij dat ik er heden niet meer van
zemren kan; ik verheug mij echter met innige voldoening het
feit te kannen berigten. De les, door de gebeurtenissen gegeven,
be<*int men eindelijk te begrijpen, en indien de keizers van
Oostenrijk en Rusland en de komng van Pruissen aan Napoleon
III komen vragen zoo als zij, naar ik veronderstellen mag,
doen zullen, om tegenover Europa de beloften na te komen
door hem te Villafranca en Zurich gedaan, dan zullen zij aan
alle monarchien een zeer groote dienst bewijzen. De oorzaak
van liet kwaad ligt, helaas! in het valsche beginsel: de volken
van hunne regeringen af te scheiden als van een gezag dat hun
vijandig is.
„Ik heb dezen brief met lord Russell begonnen, en ben onwil
lekeurig tot de Italiaansche kwestie gekomen; thans wil ik met
Bigelands minister van buitenl. zaken voortgaan. Het gerucht
dat hij de portefeuille zal overgeven aan lord Clarendon is voor
eerst nog valsch. Lord Russell zal eerst dan ontslag nemen,
wanneer Engeland oorlog moet voeren en het lagerhuis zich in
dien geest verklaart. Leest men de Londensche bladen, dan
moet. men ondanks zich zei ven aan oorlog denken, maar tusschen
vrede en oorlog ligt een gemengde toestand: geen vrede en
geen oorlog, en tot dien toestand helt lord Palmerston zelf over.
Engelands tusschenkoinst zal louter negatief wezen, dat wil zeg
gen: Kopenhagen en eenige eilanden zullen bezet worden en
daarbij zal het blijven. De leden van het Britsche kabinet zijn
over dit punt zeer verdeeld, en naar men zegt het parlement
ook. Neemt Engeland deel aan den oorlog, dan heeft de konin
gin er waarlijk geen schuld aan, want meer dan ooit betuigt zij
onbewimpeld hare sympathie voor Duitschland. Bij de laatste
receptie ten hove droeg zij het groote Pruissische ridderlind;
eene omstandigheid, die zeer de aandacht trok bij het bestaan in
Engeland eener niet geringe verbittering tegen het kabinet van
Berlijn. Aan Frankrijks onzijdigheid begint men te twijfelen.
Naar het schijnt wil Disraeli zich tot eiken prijs, zelfs ten koste
van de Rijnprovinciën, met Napoleon verstaan. Hoe diep is En
geland gezonken, nu deze mogendheid het scheidsregterambt
aanbiedt aan een vorst, wiens voorstel tot het honden van een
kongres zij pas vier maanden geleden zoo trotsch verwierp
Napoleon, die deze zege van de hand wijst, weet welk een voor
deel dit schitterende standpunt hem verschaft in zijne eigene
staten, en beoogt iets hooger: hij wil het zedelijke bondgenoot
schap dooden, dat zoo even te Kissingen is gesloten. Men weet
waaraan men zich te houden heeft niet betrekking tot hetgeen
te Kissingen en Karlsbad is voorgevallenop de Tuilerien wordt
er geen geheim van gemaakt, en volgens de France is onder de
punten, tusschen de drie souvereinen behandeld, in de eerste
plaats te vermelden de waarborg, welken zij elkander zouden
kunnen geven tegen de revolutionnaire beweging waarmede
ieder hunner zich bedreigd waant.
Wat ik u reeds voor tien dagen meldde betreffende een han-
delstractaat tusschen Frankrijk en Rome vind ik thans in den
Moniteur bevestigd. Ik voeg hier alleen nog bij dat de zaak
haren geregelden loop heeft, en dat, is het tractaat eens onder
teekend, Turijn vooreerst nog niet mag of niet kan hopen naar
Rome te gaan."
Te Cherburg zullen voor rekening der Fransche marine
twee kleine korvetten, naar het model der Noord-Amerikaan-
sche Kearsarge, gebouwd worden.
Dezer dagen is van Bordeaux het stoomschip Yeddo, dat
aldaar was gebouwd, naar Amsterdam vertrokken. Daar de
schepelingen het diepste stilzwijgen hebben bewaard omtrent
alles wat op het vaartuig betrekking had, gelooft men dat de
Yeddo bestemd is de Alabama te vervangen. De P/iare de la
Loire drukt echter den wensch uit dat daarover eenig licht worde
verspreid. Wat den gezagvoerder Semnes betreft, deze is te Parijs
niet aangekomen. Na de zekerheid erlangd te hebben, hetgeen
de aanhangers van het Zuiden niet weinig heeft ontmoedigd,
dat hij niet op de Tuilerien zou worden ontvangen, heeft hij
van dat reisplan afgezien.
Journal des Debate deelt zeer ongunstige tijdingen
uit 1 unis mede. De Europeanen verwijderen zich voortdurend,
omdat zij een crisis op handen achten. Zelfs in de hoofdstad is
e geest alles behalve goed. Den 16 Junij werden daar twee
althezers op de openbare straat vermoord en bijna tegelijker
ij werd te la Goulette op een officier van de Italiaansche marine
8 jke aanslag gepleegd, en wel in eene drukke straat. In den
nacit van 17^ op 16 Junij werd de telegraafdraad tusschen la
oulette en luuis op verschillende plaatsen doorgesneden. Al
eze w anbedrijven, die natuurlijk door liet gerucht nog vergroot
werden, verhoogen de ongerustheid waaraan de stad ten prooi
is en sommigen zijn dan ook van oordeel, dat liet gezag van den
Bey weldra zelfs te Tunis niet meer geëerbiedigd zal worden.
Engeland.
Dezer dagen begaf zich een deputatie van het Britsche genoot
schap tot afschaffing van den verkoop van sterken drank tot lord
Palmerston. Zij bestond uit veertig personen, waaronder eenige
geestelijken, en had ten doel den bijstand der regering te verzoe
ken, ten einde het door den heer Lawson in het lagerhuis gedane
voorstel wet wierde. Verscheidene leden der deputatie voerden
achtereenvolgens het woord. Zij keurden af het bestaande stel
sel, volgens hetwelk door de overheid vergunning wordt verleend
tot het slijten van bedwelmende dranken. Het groote aantal der
tapperijen is een bron vail verontzedelijking voor het volk. De
aanneming der ontworpen bill wordt, volgens die sprekers, door
den werkenden stand innig en bijna eenstemmig verlangd en
zou een middel zijn ter wegneming van het kwaad, te meer daar
zij aan de kiezers en de belastingschuldigen in de vlekken en
dorpen de bevoegdheid zou geven, te beletten dat de oude ver
gunningen vernieuwd of nieuwe verleend wierden binnen de
grenzen hunner gemeenten of parochiën, mits twee derden der
kiezers zich hiervoor verklaarden. Naar het oordeel der afge
vaardigden moeten bijzondere belangen niet in aanmerking
komen waar het de openbare zedelijkheid geldt. De werkende
klassen begeeren die wet, en in het belang dier klassen kwam
de deputatie de ondersteuning van den eersten minister vragen.
Lord Palmerston erkende in zijn antwoord de rampen door de
onmatigheid veroorzaakt, maar beweerde dat het invoeren van
verbodsbepalingen, met betrekking tot het regt van vrijen
handel en de regten des volks, zeer betwist wordt en betwist
baar is. Hij gelooft ook niet dat de meening van het volk ten
opzigte der tapperijen zoo algemeen is als de deputatie deed
voorkomen. „Hoe komt het," vroeg hij, „dat er zooveel tappe
rijen zijn, en waarom worden er geen huizen geopend waar geen
sterke drank verkocht wordt? Zou het publiek ze verlangen,
zij kwamen er zeker." De heer Pope, lid der deputatie, zeide
hierop: „De werkman verlangt dat men hem van de ver
zoeking bevrijde." Lord Palmerston antwoordde: „Stelt men
het sluiten der drankwinkels voor, dan moet er een middel ge
vonden worden om te vervangen wat thans een noodzakelijk
kwaad geworden is. Ik kan echter aan de deputatie de verzeke
ring geven, dat ik de zaak in ernstige overweging zal nemen."
Duitscliland.
Volgens tijdingen uit Weenen schijnen de Hongaren zich
meer gezind te toonen tot verzoening met de regering. Hiertoe
zal veel hebben bijgebragt de ondersteuning, welke van wege
de Oostenrijksche regering verstrekt is aan Hongarije bij de
rampen, weike dat land in 't bijzonder in de laatste tijden ge
troffen hebben. Hierin heeft Oostenrijk zeker een lofwaardig
voorbeeld gegeven aan Engeland, hetwelk Ierland aan vele ram
pen ten prooi laat, zonder zich het lot van die arme Ieren ern
stig aan te trekken. Wat ook vooral ten bewijze strekt, van
hetgeen wij zeggen, is een toast, welke onlangs werd uitgebragt
door den hofkanselier van Hongarije den graaf Zichij bij gele
genheid van een groot banquet te Weenen. De graaf na in dui
delijke woorden zijn polietiek program te hebben uitgesproken,
waarvan het doel is, om zijne landgenooten met de February-
constitutie te vereenigen, drukte de hoop uit op de aanstaande
verschijning der Hongaren in den Reichsrath. Aan deze woor
den van den graaf geeft men algemeen groot gewigt in den door
ons voorgestelden zin. Men merkt wel aan, dat de graaf, in de
gegeven omstandigheid, zijn persoonlijk gevoelen heeft uitge
sproken; en dat hij het woord voerde, niet in naam van Honga
rije, maar als eerste beambte in dat land, en dat hierom zijne
woorden dat gewigt niet hebben, hetwelk men er aan toeschrijft.
Evenwel een man, gelijk de hofkanselier van Hongarije, zou niet
gewaagd hebben eene zoo duidelijke uitspraak van zooveel be
lang te geven indien hij niet overtuigd ware geweest van de
stemming der gemoederen in Hongarije in den uitgesproken zin,
indien hij reden had kunnen hebben, om te vreezen, dat zijne
landgenooten met zijn woord niet instemden. Men kan dus te
regt veronderstellen, dat het Oostenrijksche gouvernement de
oplossing van het verschil met Hongarije langs vredelievenden
weg nadert en dat weldra de afgevaardigden van Hongarije
plaats zullen nemen in de Reichsrath naast de afgevaardigden
van de andere aan den Oostenrijkschen keizer onderdanige pro
vinciën. Ook wordt gemeld, dat meer en meer rust en vrede
beginnen terug te keeren in Gallieië, en dat het gouvernement
met eene prijzenswaardige gematigdheid en vourzigtigheid te
werk gaat. Het is dan ook zoo goed als zeker, dat bij de eerste