ID1KEN.
|ou\vkunde, en voorts
en, l.in de handwer-
ten 1 als hoofdonder
wijzer in de Ifransclie
Jouwkunde en ;1 als
;n in de lakenfabriek
Koenen, gehuwd en
(or onvoorzigtigheid,
lerwijl zij in werking
onverwijld tot stil-
hugelukkige dermate
}agte genees- en heel-
t'ordèn geamputeerd,
bij gemis van zijne
eschikt. zal zijn.
kwam hier van Ant-
agt -Terume Napoleony
ïtwerpen. Aan boord
bezienswaardige van
in oogenschouw zal
r de batterij van het
en andere officieren
om den prins op te
in de haven,
zullen, tengevolge
)ran Istolïen, eerlang
id ook stoomschepen
ordt reeds een met
cht.
mordig zeer voordee-
ps 150 manden schol
wigtjes of 900 pond,
|t, dat tegen eenige
waren, en een com-
aren, om niet anders
r de justitie proces-
er had alhier het uit-
leiialve dat van deze
izen, Itapenburg en
komen sociëteiten is
t feest uitgereikt ge-
bkt het berigt, dat
itsche kabinet heeft
lazzini te bewerken.
jêches van den heer
n de gesprekken van
rd over hem gerept.
die regering over de
Kkt niet op ééne lijn
peer onverschillig, of
eblij keu ontvangt/'
'•elands zaak, te zor-
Aspromonte bereid,
ïgen en den koning
mge. Over hetgeen
idersteuning der be-
oen, heeft Frankrijk
rouot de kostbaarste
sint j lang ter dezer
Iiscliap van wijlendr.
ichilderstukken van
Ruisdael, Wouwer-
n zijn correspondent
ichroven, heb ik mij
zijn van de militaire
riet toeval heeft mij
in de stad gekomen,
lement. Even als ik
burg en de zeeëngte
.van Alsdikken gedaan heb, wil ik in korte woorden u bet bol
werk van Denemarken en liet omgevende land beschrijven.
Indien de zeeëngte, dieFionij van .Jutland, scheidt minder breed
ware zon 'nen Fredericia een bruggenhoofd kunnen noemen.
Het voorbastion is geheel afgewerkt, op de Hollandsche wijze
vervaardigd met zeer hooge walkatten en met water gevulde
grachten en buitendien dekken twee kleine voorwerken de
straatwegen die naar de vesting heen voeren.
De bastions zijn ten getalle van tien. Ter linkerzijde en voor
de drie eerste bastions bevindt zich een uitgestrekt moeras dat
de Denen onder water gezet hebben en hetwelk door drie straat
wegen doorsneden wordt, welke ieder naar eeu dorp voeren,
welke dorpen Eritio,Fuglesanden Stoustrup genaamd, in de magt
der Oostenrijkers zijn. Het terrein voor dit moeras tot aan de
vesting is eene uitgestrektheid bouwland, met tamelijk goede
wc»en doorsneden, geheel vlak en tot op een afstand van 3000
nieters door de bastions bestréken wordende. Aan den anderen
kant der stad aan de zeezijde vormt een citadel en aarden werken
liet laatste toeviugtsoord van de plaats.
De stad zelve is vrij regelmatig gebouwd, de huizen hebben
gewoonlijk slechts ééne verdieping, de straten zijn regt en snij
den elkander in regten hoek. Nog slechts acht dagen geleden
bevolkte eene nijvere inwoning deze kleine stad; thans is zij een
tookende puinhoop.
Het zwakste punt van verdediging bevindt zich aan de uiter
ste regterzijde. Op een afstand van duizend nieters van de ves
ting bevinden zich hoogten, die door den vijand bezet, het moge
lijk zouden maken om de linkerbastions van achteren te
bestoken en hem tegelijk de communicatie van de stad met het
teiland Fianie zouden kunnen doen afsnijden. Men heeft deze
(hoogten moeten bezetten, en dagelijks worden de werken, die
bezelve inet de stad verbinden versterkt. Reeds zijn zij met 200
stuk geschut bezet. Ongelukkigerwijze gaat de uitgestrektheid
'der verdedigingswerken eenigzints de krachten der bezetting te
boven. Gedurende het laatste belegcriiigsvuur verdedigden
islechts .10,000 man de vesting; thans is dit getal aanzienlijk
vermeerderd, doch het zou onvoorzigtig zijn het cijfer der bele
gerde Denen juist aan te geven.
De Denen hebben besloten zich onder-derzelver puin te laten
beg raven, en zij zijn verbitterd over de wijze waarop zij door de
Duitschers behandeld worden. Hun bevelhebber is een man van
zeldzame geestkracht en men vermoedt, dat, wanneer de vijand
eenmaal tot onder liet bereik hunner bajonetten voortdringt, de
strijd een der verwoedsten zal zijn."
Engeland..
Tegenwoordig dat de katoen, eene zoo aanzienlijke plaats
in de geweven stoffen ingenomen heeft, en hei gebruik
wegens derzelver duurzaamheid voor de maatschappij eene
eerste behoefte geworden is, verdient de volgende statistiek
eene hooge belangstelling. In Engeland werd in liet jaar 1861
eene hoeveelheid van 1,131,594,576 ponden ingevoerd meest
van de Vereenigde Staten, waarvoor betaald is 173,591,740 dol
lars. (De waarde van den dollar is ongeveer ƒ2,50). In 1863
zijn slechts ingevoerd 473,336,244 ponden, waarvoor besteed
is 188,375,825 dollars, hetgeen derhalve ongeveer op het drie
voud voor dezelfde hoeveelheid neerkomt. Men heeft te vergeefs
getracht door aanvoer uit Indie, Bresilien, China en Egypte de
Amerikaansche katoen te vervangen. De betere kwaliteit dezer
laatste is zoodanig, dat algemeen als bewezen aangenomen is,
dat zoodra als de gewone productie van Amerika weder zal her
steld zijn, bij een mogelijken terugkeer van den vrede, de katoen
van Amerika die van genoemde andere landen geheel zal doen
verdwijnen.
Op eene verkooping die laatst te Londen plaats heeft ge
had zijn de navolgende prijzen voor de eerste uitgaven van de
tooneelstukken van Shakespeare besteed. Voor de eerste editie
gedrukt in 1623 met een fac-simile van gedichten van Ben-
Johnson is f 3200 besteed, voor de tweede, van 1632 f 624;
Ivoor de derde van 1664492, de vierde van 1685276.
De ontvangst van Garibaldi te Southampton is datgene
geweest, wat men er van verwachten kon. Dit kon hem den ont
vangst te Malta doen vergeten; op dit eiland toch, waar de in
woners zeer katholiek zijn, is de gouverneur genoodzaakt ge
weest, ten einde volksdemonstratien tegen te gaan, welke van
die zijde uitgaande met die van revolutionaire partij in botsing
dreigden te komen, Garibaldi als het ware in zijn hotel opgeslo
ten te houden. Daar geen koetsier den geëxcommuniceerden
generaal wilde vervoeren, moest de gouverneur zijn eigen rijtuig
afstaan. Te Gibraltar was het anders en te Southampton is de
geestdrift algeineeu geweest. De maire der stad de heer Brinton
ontving hem in zijne woning, waarheen hij ouder de luide toe
juichingen van het volk gebragt was en rigte tot hem eene toe
spraak, waarin hij Garibaldi den edelsten en meest belangloozen
vrijheidsvriend onzer eeuw noemde. In het antwoord door den
generaal daarop gegeven merkt men vooral de volgende zinsnede
op. //lint is thans niet voor de eerste maal, dat de sympathie van
het Engelsche volk voor de zaak, welke ik voorsta, zich niet alleen
in woorden, maar ook in dadeu kenbaar maakt. Zij heeft zich
in meer dan eene omstandigheid mijns levens vertoond en vooral
in 1860, wanneer het mij zonder rle hulp der Engelsche natie
onmogelijk zoude geweest zijn in het zuiden van Italië tot stand
te brengen, wat ik er verrigt. heb. Het Engelsche volk heeft
ons manschappenwapenen en geld verschaft; het heeft de eeu
wige erkentelijkheid van Italië verdiend."
Onitselxlanrl.
Men is in het algemeen zeer ingenomen in Pruissen met
den uitslag, dien het geschut in den aanval tegen Duppel en
Fredericia voortgebragt heeft. Dit geschut, volgens het belgiesch
systeem Wahrendórf vervaardigd, treft nog vrij juist en zeker op
een afstand van 6000 pas. De Öostenrijksche artillerie daaren
tegen even als de Deensche getrokken kanonnen, hoewel eene
groote verbetering op het oude systeem aanwijzende, zijn verre
van dien trap van volmaking bereikt te hebben. De Pruissen
hebben bovendien geweren, die van achteren geladen worden,
en waarbij de laadstok vervallen is; niet alleen de juistheid maar
ook de veelvuldigheid der schoten, die daarmede gedaan wor
den berokkenen de Denen ontzaggelijke verliezen in man
schappen.
-De Gaze fa Narodotoa geeft de volgende uittreksels uit een
brief van den 2 Februarij van ee.n Oostenrijkseh onderdaan, die
in handen der Russen gevallen is en naar Siberie gevoerd wordt.
„Ziedaar drie maanden, zegt hij, dat wij Kiew verlaten hebben.
In drie paren, of zes aan zes aan elkander geketend, zijn wij
op weg naar Siberie tot aan onze knieën door de sneeuw, en
gekleed als gewone veroordeelden, 's Avonds worden wij in
kleine hutten opgesloten en komt een koortsachtige slaap over
onze oogleden. Voor ons onderhoud ontvangen wij drie kopeken
daags, waarvoor wij naauwelijks een stuk brood knnnen koopen,
en wij leven grootendeels van de aalmoezen die de voorbijgan
gers ons toewerpen. Rusland is een land zonder einde, waarin
de dorpen op een grooten afstand van elkander leggen, welks
onmetelijke steppen met sneeuw zijn overdekt, en waarvan de
wegen onbruikbaar zijn. Wij hebben reeds 200 wersten afge
legd en moeten naar Tobolsk, hoofdstad van Siberie, waar wij
in Augustus hopen aan te koinen. Wij glimlachen als wij ons
de sneeuwbuijen te binnen brengen, die wij door liet venster van
onder liet vaderlijk dak aanschouwden en zeiden: „dat is een
weer om geen hond buiten te jagen." Hoe zoude men daardoor
een denkbeeld van de Russische sneeuw en ijs verkrijgen? Hier
is het het vaderland van den winter en het is slechts bij toeval
als hij zich even in Gallicie laat zien. En toc.li moeten wij hem
trotseren zonder zware laarzen, zonder voldoende dekking;
zonder brandewijn of verwarmende drank. Bij dit alles is de
hoop, dat wij eenmaal in liet vaderland zullen wederkeeren,
voor de meesten onzer slechts een ijdele lioop. De ellende slaat
de krachten van velen onzer reeds ter neder, vooral van die
genen, welke, zoo als ik, aan eene wonde lijden welke nog niet
geheel genezen is."
-A-merika,.
Eene uitkomst die van de goudgravingen in Californie
niet verwacht werd, zijn de ontdekkingen op geologiescli- en
etnulogiesch gebied daardoor verkregen. De Scientific Ameri
can deelt hieromtrent eene bijzonderheid mede, die wel de aan
dacht verdient, het vinden namelijk van een inenschelijk ge
raamte van niet minder dan elf voet lengte, op 50 mijlen ten
zuiden van de missie van Kadakaman op het grondgebied van
San Joaquin. Weinig landen leveren zulk eeu ruim veld voor
de natuuronderzoekers op als Californie, maar weinig landen
worden ook zoo volledig en zoo diep doorgraven. Als men de
meuschenbeenderen nagaat behoorende lot bet antidiluviaansche
tijdperk, die aldaar op verschillende diepte gevonden worden,
en die gemiddeld het dubbel van de tegenwoordige mensehen-
lengte bedragen, dan begrijpt men de geschiedenis van de reu
zen, die den Hemel wilden innemen. De onnadenkendheid van
de eerste goudzoekers heeft echter veel verloren laten gaan, tot
eeuwigen spijt der natnurvorschers en geleerden. Daar waar een
delfstoffelijk voorwerp behoorende tot de voorwereld hunne ont
dekkingen had kunnen in de hand werken, zag de goudzoeker
vaak niets anders dan een vormeloos voorwerp zonder waarde,
dat hem volstrekt geen belang inboezemde.