w 1864. N°. 61. Zaturdag 26 Maart. 2de Jaargang. lil''}.;, POLITIEK OVERZIGT. VLISSINGSCH WEEEBLAD! BUREAU: F. H. S CHI FF ER. Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven. Abonnementsprijs, per drie maanden, SO Cents, franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Nieuwendijk H no. 101. VLISSINGEN. Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Donderdag avond ten S ure; de prijs van 14 regels 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents, behalve 35 cents zegelregt voor elke plaatsing. Denemarken zal dan eindelijk aan de raadgevingen van Enge land gehoor leenen en de conierentie van de mogendheden, die het tractaat van 1852 teekenden, aannemen. Het kon wel niet anders, vermits het kleine land niet tegen Duitschland opgewas sen is. Maar, mag men zich afvragen, welk zal de uitslag van deze conferentie zijn? Men kan moeijelijk aannemen, dat Rruis- sen en Oostenrijk de vruchten hunner overwinning zullen prijs geven en genoegen nemen in den toestand zoo als die was voor den oorlog. Denemarken daarentegen blijft stokstijf aan de ver- eeniging der hertogdommen, van Slees wijk ten minste, aan de oude Deensche monarchie vasthouden. Beide partijen staan derhalve even scherp als vóór den oorlog tegenover elkander, en gesteld eens dat Pruissen en Oostenrijk toegevend waren, hetgeen zij niet behoeven te zijn, dan nog zou hun dealgemeene opgewondenheid der gemoederen in Duitschland verbieden een tractaat aan te nemen, waarbij het eigen beheer der hertogdom men, doch nog steeds onder den schepter van Denemarken, vastgesteld was. Men legt Denemarken ten laste, dat het voor den oorlog zich aan regfcsverkrachting tegen Slees wij k-Iiolstein schuldig maakte, waarom zou het zulks na den oorlog niet even zeer doen? De grond der kwestie zit echter daarin, dat Duitschland tracht eene zeemogendheid te worden. Waarom zou het deze heerlijke kans om eene zeekust met verscheidene doel matige havens te verkrijgen, niet met beide handen aangrijpen, onder het allezints geschikte, voorwendsel van zich voor de ge maakte oorlogskosten schadeloos te stellen. De conferentie zal derhalve niets opleveren dan schade voor Denemarken, want nooit zullen de diplomaten vermogen daarop Duitschland's zin te veranderen. Engeland wel is waar, zal daarbij Denemarkens belangen verdedigen, doch is het te vooronderstellen dat het zulks met dien ernst zal doen, dat daaruit het grijpen naar de wapenen volgt? Engeland vat het zoo hoog voor Denemarken niet op; het gevoelt sympathie voor hetzelve, maar van daar tot het aangaan van een oorlog voor die zaak, daar tusschen ligt nog een groote afstand. Overigens zijn kort geleden in Italië eene menigte aanhechtingen tegen alle wet en regt in gebeurd, zonder dat Engeland de minste tegenwerping te maken had. Ditmaal schijnt. hetzelfde stelsel, doch door het regt van ver overing met meer grond, op zijne vrienden, de Denen, toege past te zullen worden, en nu tracht het te vergeefs den storm van hen af te wenden. Dit alles hebben de Deensche staatslieden zeer goed ingezien terwijl zij zoo lang gedraald hebben met het aanvaarden van het door Engeland voorgestelde middel ter verzoening, de con ferentie. Zij hebben begrepen dat zij als de zwakste ook daar het gelag zullen moeten betalen en van daar welligt hebben zij zoo lang rondgezien of niet van den een of anderen kant eenige hulp voor hen kwam opdagen. De hulp schijnt alleen nog iiaauwelijk van Zweden en Noorwegen te kunnen komen; immers onophoudelijk leest men van manifestaties, waardoor het volk daar te lande zijne gevoelens ten gunste zijner Scandi navische broeders openbaart. Waarop zou die hulp echter ten laatste uitloopen? rlligt op niet veel beters voor Denemarken, eene vcreeniging van hetzelve met Noorwegen en Zweden. Want ook daar is de lucht zwanger van eenheidsbegrippen; j indien het woord, het eene Italië, zoo verlokkend klonk voor j zuidelijk Europa, en indien de Duitschers van een vereenigd Duitschland droomen, zoo ook zien de Noordsche mannen in I een vereenigd Scandinaviesch rijk het middel om ook te wegen in de schaal der volken. Bij dit alles wee echter voor de kleine I staten, terwijl zich meer en meer in Europa de geest tot ver- I zwelging van deze door hunne grootere naburen openbaart. Het oorlogsnieuws van deze week meldt ons, dat Fredericia in Jutland door de vereenigde Pruissiesch-Oostenrijksehe legers is gebombardeerd, en dat de vesting op verscheiden plaatsen in brand is geschoten. Ji)e bevolking verlaat zooveel mogelijk de stad. De Denen zouden daarbij beduidende, de Duitschers onaanzienlijke verliezen geleden hebben; daar echter deze be- rigten slechts van eene zijde komen en de Denen van hunne zijde evenzeer beweren weinig verliezen te lijden, zal de waar heid eerst later bekend worden. Alle berigten stemmen daarin overeen, dat de conferentie door Denemarken slechts is aangenomen op den grondslag van de scheiding van Holstein van Sleeswijk, en de vereeniging van de laatste landstreek met Denemarken, en buitendien van geen wapenstilstand wil weten. Dit is bijna zooveel gezegd, als dat het de conferentie niet aanneemt, want de Duitsche reagten gaan juist van het tegenovergestelde uit. De versterkingen van Fre- dericia zijn allergeduchtst en de Denen hebben daaraan sinds 1818 onafgebroken werkzaam geweest; buitendien bezitten zij eene menigte versterkte punten en voor dat de vereenigde legers er in geslaagd zullen zijn om deze alle te bemagtigen, zal er nog wel een zomerveldtogt noodig zijn. De vrede is derhalve nog verre van gevestigd, en het is voor als nog eene ij dele hoop, dat de beide twistende partijen op de conferentie naar rede zullen luisteren. Berigten uit Caprera van den 21 dezer melden dat Garibaldi dien dag liet eiland verlaten had met de Engelsche stoomboot Valelta begeleid door acht personen, waaronder zijne beide zonen Menotti en Bicriotti en de Engelsche kolonel Chambers. Hoewel van liet doel der reis niets bekend was, is men algemeen van gevoelen dat hij zich naar Londen op weg bcgei en heeft, i .1 zelfs zegt een berigt uit Londen van den 23 Maart dat in do City een meeting wordt bereid, om Garibaldi feestelijk te ont vangen. Zou liet niet in de bedoelingen van lord Paknersfnn liggen om Oostenrijk door revolutionnaire bewegingen in zijn. kroonlanden te gaan bestoken, ten einde het tot meer toegeeft- lijkheid in de Deensche zaken te dwingen? Men heeftin dezr. week op nieuw van onlusten in Hongarije vernomen, en uit Italië stemmen steeds de berigten daarin overeen dat er van beide zijden van den Po onafgebroken met voorzorgsmaatrege len of liever krijgstoerustingen voortgegaan wordt. Hoeveel grond krijgt daardoor de vooronderstellinjwgp^t'gje. reis van Garibaldi daarmede ju verband staat te mcerjwffi^l^fctadeiikt dat ook in de Wallachijsclje provinciën vorst Cojffca nrejjTerug roeping van den öóstejijsijjselien gezapt' uit Bucharest' ii be dreigd, in geval dat hij geeinstrenge maatregelen nam, èm aan

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1864 | | pagina 1