1864. N'\ 59. Zaturdag 12 Maart. 2de Jaargang. IJKE KERK ND, F. H. SCHIFFER. VLISSINGEN. POLITIEST OVEIUKa" smartelijk lijden ren, mijn dierbare ENNOCKin den ien te zijn van de J. PENNOCK, BotlKDEATI. dfden voet worden lo, is verschenen, Ylissingen, ver- GEZINNEN, formaat, op super et een fraaijen titel 5,75. ïee f 6,50. VLISSINGSGH WEEKBLAD. Bosch, (Markt.) te Brussel, tlioliqixe en jusqu'au milieu du m des Pranciscains, es Sciences a Rome. (1S61). fr. 3,00. )n de (ïei-la- du royaume de Bel- 'a la conquète fran- l'Antiquité. 1 vol. e histoire nationale. 1 vol. fr. 30,00. se vendent séparé- fr. IS,00. 6,00. it. i preuve de hl Révé- 'ompagnie de .Jdsus, de la même Com- fr. 2,50. l'un voyage general du diocese vérance, etc., etc. 4 fr. 12,00. persecution religi- lglais, par Scvestre. fr. 2,50. oriques de 1790 t\ fr. 4,00. j exi is es Etu- ituelles et destine'es s aux prédicatenrs ns les voies du salut, en. In 8°. fr. 3,50. BUREAU: Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven. Abonuementsprijs, per drie maanden, 80 Cents, franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nominers 10 Cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Nienwendijk H no. 101, Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs van 14 regels 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents, behalve 35 cents zegelregt voor elke plaatsing. VLISSINGEN. De Fransche pers blijft zicli bezig houden met de pogingen der werklieden om zich op te beuren uit den toestand van ver val, waarin deze klasse van menschen meer en meer geraakt en waaraan wij reeds een artikel gewijd hebben. Daar het hier niet een uitsluitend Fransch belang geldt, maar de wenschelijkheid der verbetering van het lot van den werkman zich overal in Europa openbaart, wenschten wij in de eerste plaats hierop de aandacht te vestigen, dat het hedendaagsche ongeloof met voile handen ook onder de mindere klasse van menschen gezaaid, krachtig heeft bijgedragen om voor hen dien toestand geheel ondragelijk te maken. Daardoor immers is hun alle lijdzaamheid, waarmede zij vroeger zich trachtten in hun lot te schikken, voor goed ontnomen. De vroegere Christelijke maatschappij sprak den mensch van vergelding in een ander leven; de hedendaag sche begrippen hebben stuk voor stuk de grondslagen, waarop die leer gebouwd was, eene plaats onder de antiquiteiten van een vroeger geslacht aangewezen, en luide en breed de koestering van het stoffelijk wezen, als het hoogst wenschelijke voor den mensch aangekondigd. Geen wonder derkalven, dat de arme eenen gretigen blik slaat op de goederen van den meer met for tuin bedeelde, en van daar die wczentliike overhelling tot de feite lijke toepassing der begrippen van socialismus encommunismus. Alleen een overblijfsel van Christelijk gezond verstand, hetgeen de verkeerde beginselen bij het volk nog niet geheel hebben kunnen wegnemen, heeft de maatschappij tot nog toe beschermd voor de onafzienbare rij van rampen, die hiervan het gevolg zouden zijn. De toekomst evenwel wordt steeds bedreigd door de doffe ontevredenheid, die zich meer en meer van de helle des volks meester maakt, en deze toestand verontrust zelfs de voor standers van de beginselen, die dezelve in het leven hebben ge roepen. De economisten, vooral in Duitschland, hebben derhal- ven naar middelen gezocht om het kwaad te verhelpen, en er zijn o. a. door den bekenden Schulje üelitsch een aantal werklieden verenigingen tot stand gebragt, welke meestal volgens de voor schriften van den Engelschen economist Adam Smith zijn inge- rigt, en meestal onderlinge ondersteuning ten doel hebben. Meest allen stuitten echter op onoverkomelijke bezwaren, en nergens is meer de onmagt. bewezen van de economisten om de maatschappij van de kwalen, die haar teisteren, te genezen. Trouwens dit was te voorzien. De economistische wetenschap kent slechts de grondstof en de bewegende kracht; voor haar is de mensch slechts een deel van de laatste, op een zelfde lijn ge steld als het paard en het werktuig. Vijf menschen krachten vormen eene paardekracht, zoovele paardenkrachten vertegen woordigen die en die machine, en zoo vervolgens. Die bewegende kracht nu te gebruiken, welke, liet minste kost, dat is voor haar de hoofdzaak, 0111 daardoor zoo goedkoop mogelijk te kunnen produceeren. De moderne economist kent den mensch slechts, in zooverre als hij stoffelijk voort kan brengen, hij betaalt hem zoo u in mogelijk, en het betere deel van den memsch, de geest, heeft slechts waarde, voor zoo veel als hierdoor de bekwaamheid vun het werkuig, den mensch, verhoogd wordt. Zoodra derlval- ven die kracht van voortbrenging in den mensch hetzij door ouderdom of ziekte ophoudt, zoodra ook is die mensch van geene waarde meer en staat gelijk aan een versleten werktuig wat als °nnut wordt weggeworpen. Wij weten nu wel dat deze toestand voor de industrie eene ijzeren noodzakelijkheid is geworden, en dat geene menschelijke theorie deze vermag op te heffen, doch wij willen er alleen slechts op wijzen om te toonen, dat de moderne begindselen er verre van af zijn het geluk en de welvaart te brengen aan de groote klasse van menschen, die dagelijks van het werk hunner handen moeten leven. De zaken nemen dagelijks eene dreigender houding aan. Oostenrijk en zijn bondgenoot Prnissen, den wrevel van Enge land versmadende, blijven niet alleen Kolding bezetten, maar maken bovendien aanstalten om zich van Frederiea, verder in Jutland gelegen, meester te maken. Zij hebben, wel is waar, volgens de verklaring van lord Palmerston in het Engelsche parlement, reeds als reden daarvoor opgeven dat het bezet van Frederica wegens krijgskundige redenen voor ben noodzakelijk is, en dat zij bereid zijn geheel Jutland te ontruimen, zoodra de Denen door bet verlaten van liet eiland Alsen geheel Sleeswijk zullen opgegeven hebben, doch de Morning Post, bet bekende orgaan van lord Palmerston, vraagt in een zeer oorlogzuchtig artikel, of Engeland nog langer zich zand in de oogen zal laten werpen, en trekt hevig te velde tegen het verbond, dat volgens haar zoo niet bij tractaat dan toch de facto tusschen Pruissen, Rusland-en'Oostenrijk is tot stand gekomen. De plotseling ver anderde houding van Oostenrijk ten- opzigte van zijne Poolsche provincie, Gallicie, alwaar het den staat van beleg heeft afge kondigd, en aldus hand aan hand met Rusland gaat ter onder drukking van den Poolscken opstand, heeft aan het herstel van het oude heilig verbond tusschen de drie mogendheden, zoo al geen volledige zekerheid dan toch schijn van waarheid bijgezet. xkan gene zijde der Alpen, waar de krijgstoerustingen volgens alle berigten met kracht worden voortgezet, jubelt men natuur lijk bij den gang der zaken, en het Turijnsehe blad de Italia roept vreugdevol uit: „Gallicie van zijn eed ontheven, zal het middenpunt van den Poolschen opstand worden, en van daar is slechts een vonk noodig om Hongarije in vlam te zetten. Italië wees op uwe hoede! ieder oogenblik kan het uur uwer verlossing slaan." Daarmede overeenstemmende blijft het tegenover zijne vijan den zoo nietige Denemarken even fier, en heeft nog geene toe stemming tot liet houden eener conferentie willen geven, zelfs heeft de minister-president Manrad hij gelegenheid der verkie zingen eene redevoering gehouden, waarbij hij verklaart dat Denemarken nooit den strijd voor de vereeniging van Sleeswijk met hetzelve op zal geven. Dat het gewoonlijk minder naden kend volk in zijne opgewondenheid tegen Duitschland bij de onlangs plaats gehad hebbende verkiezing van afgevaardigden voor den Rijksraad zijne oorlogzuchtige neiging bot gevierd heeft,' dit laajszich beter uitleggen dan dat de mannen, die te Kopenhagen-"liet1'r°er van staat in handen hebben, door eene hopelooze stijfhoofdigheid het vaderland nog in dieper verval zouden doen vejzjjnken, indien zij niet op eene geheime hulp rekenen. Van Engeland blijft men beweren, dat het niet voor D ne- marken in de bres zal springen, om tegen zijn natuurlijken

Krantenbank Zeeland

Vlissings Weekblad | 1864 | | pagina 1