Buimurom iudhcen.
BII1TENLANDSC11E TIJDINGEN,
Vlissingen 4 Maart.
Zr. Ms. schroefstoomschepen 4e klasse den Briel en Aart
van Nes, gebouwd aan's rijks marinewerf te "Vlissingen, worden
in gereedheid gebragt om naar Hellevoetsluis gesleept te
worden.
's Gravenhage 29 Februarij. Het diner en gala, dat gis
teren ten liove heeft plaats gehad ter gelegenheid van den ver
jaardag van Z. IC. H. Prins Prederik, was zeer luisterrijk; het
werd bijgewoond door HH. MM. den Koning en de Koningin, H.
M. de Koningin weduwe, HH. KK. HH. den Prins van Oranje.
Prins en Prinses Hendrik, Prins en Prinses Frederik en Prinses
Maria, benevens de groot-officieren van's Konings burgelijk en
militair huis, de dames en heeren behoorende tot de kouinklijke
hofhouding en eenige andere genoodigden.
Men leest in het Dagbl. Z.-H. en 's Gravenhage
/,Naar wij van eene goed ingelichte zijde vernemen, is in de
afdeelingen der tweede kamer de wet tot wijziging der gemeen
tewet zeer ongunstig ontvangen. Zeer nadrukkelijk is men
daarbij voor de vrije autonomie der gemeenten opgekomen en
zij, die van de ministeriële zijde het ontwerp trachten te verde
digen, hebben, naar men ons mededeelt, dit alleen gedaan be
houdens ook iu hun oog zeer noodzakelijke wijzigingen in de
voordragt."
De Haagsche correspondent van den Précurseur meldt,
dat aan onzen minister-resident te Koppenhagen, den heer
Rochussen, door de Oostenrijksche en Pruissische gezanten
aldaar, bij het verlaten van hun post, de zorg voor de belangen
hunner landgenooten is opgedragen.
Amsterdam. Op den 25 Januarij 17S5 werd met den
bouw aangevangen van de //Kweekschool voor de zeevaart."
Zij deelde het lot van zoovele vaderlandsehe instellingen in het
napoleontische tijdvak. Gisteren werd in de kweekschool zelve
plegtig de herinnering gevierd van de herstelling dier inrigting
na de fransehe overheersching. Het gebouw der school was des
avonds fraai geillumineerd en van de schepen op het IJ wap
perden vlaggen.
De ingenieur van de 1ste klasse der marine A. J. H.
Beeloo wordt met den eersten Mei aanstaande van 's Rijks werf
te Amsterdam overgeplaatst bij die te Willemsoord, als hoofd van
het vak van scheepsbouw, onder de benaming van eerstaanwe
zend ingenieur der marine; terwijl de ingenieurs der 2de klasse
L. C. P. IV". Visser, van 's Rijks werf te Hellevoetsluis, en J. C.
Jansen, van 's Rijks werf te Amsterdam, met dien datum met
elkander van standplaats zullen verwisselen.
Met den laatsten Maart aanstaande wordt de luitenant ter
zee van de 1ste klasse Jhr. W. P. Sprengler ontheven van de
hem opgedragen betrekking van onder-équipagemeester der
marine bij 's Rijks werf te Willemsoord en op non-activiteit ge
bragt, en die functie met den eersten April daaraanvolgende
opgedragen aan den luitenant ter zee van de 1ste klasse P. M.
Parker Verboom, thans non-actief.
De heer Otto Verhagen, eigenaar eener zoutziederij te
Goes, heeft een adres bij de tweede kamer der staten generaal
ingediend, waarin hij aandringt op de goedkeuring van de wets-
voordragt, betreffende den accijns op het zout, welke overwe
gende bezwaren in vele opzigten daaraan ook verbonden mogen
zijn, omdat die goedkeuring onder de tegenwoordige wetgeving
op het zout, naar zijne overtuigiug, de eenige afdoende maatre
gel is, orn het openlijk in consumtie brengen van onveraccijnsd
zout te beletten.
Hellevoetsluis 29 Februarij. Gisteren avond zijn hier
aangekomen de heeren Turk, hoofd-ingenieur van scheepsbouw
en Pop, inspecteur van de geneeskundige dienst bij de marine.
Breda 29 Februarij. Op 1 Mei a. s. zal de tiraiilleur-com-
pagnie van het 1ste bat. 6de reg. inf. onder commando van den
kapt. C. M. de Jong van Rodenburgh deze vesting verlaten, ten
einde te Sluis garnizoen te gaan houden.
In het werk van den heer Louis Figuicr voor 1S63, ge
titeld: I'année scientifiqne et indvstriellckomen verschillende
beschrijvingen voor van reizen tot opsporen van de bronnen
van den Nijl. Wij meenen het niet ongepast de aan
dacht te vestigen op eene andere expeditie. Deze stelt zich voor
door te dringen tot het land der Niams-Niams, alwaar, volgens
de oude overleveringen, menschen met staarten zouden wonen.
Vervolgens zal zij trachten door Darfour en Wadaï naar het
meer Tchad te reizen, De geheele expeditie wordt vergezeld van
een honderdtal gewapende lieden; zij is ondernomen door onze
landgenooten mevrouw Tinne pti hare dochter, reeds door vroe
gere verre reizen bekend. Reeds in 1862 hebben zij eene
reis gemaakt tot Grondokoro en zijn vervolgens te Khar
toum teruggekomen, van waar uit de nieuwe reis naar de nog
geheel onbekende binnenlanden van Afrika, de Sondan ge
naamd, in Februarij 1S63 is aangevangen. Mevrouw Tinne had
tot het overbrengen van personen en goederen eene stoomboot
en vijf zeilschepen afgehuurd, allen varende onderNederlandsche
vlag. Zij had in een dier schepen plaats gegeven aan twee duit-
sche reizigers, de heeren von Heuglin en dr. Steudner; deze
laatste is reeds bezweken aan de zoogenaamde Nijlkoorts. Ver
der heeft zich bij de reizigers gevoegd een Nederlander, baron
d'Ablaing. Het schip, waarop zich vou Heuglin en Steudner
bevonden, vertrok vooruit. Den 4 Februarij ging men voorbij
den mond van den Saubat; op deze plaats beginnen groote
moerassen, vol krokodillen, nijlpaarden en buffels; in de verte
ziet men aan de kanten der rivier groote negers, staande op één
been en allen met eene lans gewapenddeze negers besmeeren
hunne huid met asch, om zich tegen de muskieten te vrijwaren.
Den 5 Februarij kwam de flotille in het meer No en den 10
Maart in de haven van het meer Rek, waar de Bahr-el-Gazel
doorstroomt. Na met veel moeite een paar honderd negers te
hebben verzameld, om als dragers te dienen, is de reis te land
voortgezet, niet zonder kleine wederwaardigheden, maar
toch met genoegen, want de landstreek werd overheerlijk
gevonden en de bevolking zeer zachtzinnig, zich met landbouw
eu veeteelt bezig houdende overal waar arabische en andere
ivoor- en slavenhandelaars ze niet overheerschten. Door de
overstrooming van den Nijl en alle daarin uitloopende rivieren,
is alle gemeenschap gedurende den regentijd afgesneden. Intus-
schen werden de reizigsters, volgens de laatste tijdingen uit
Khartoum van 18 December 1SG3 (waarvan ons van eene ge
achte zijde mededeeling is gedaan), in het einde van Januarij
aldaar terug verwacht. (Ned. Sloompost).
Frankrijk.
Parijs 29 Februarij. Het overlijden van den lieer Pietri is
voor den keizer een groot verlies, dat in zeker opzigt niet min
der door hem zal worden gevoeld dan het overlijden van den
heer Billault. Tusschen deze beiden bestond een punt van over
eenkomst; zij waren vroeger volstrekt geene voorstanders van
Napolen, maar werden dat later uit overtuiging of eigenbelang.
Op Corsica geboren, trad Pietri in 1831 te Parijs als advocaat
op en nam weldra deel aan de oppositie tegen de regering. Hij
werd lid van de beruchte vereeuiging tot bescherming van de
regten van den mensch (Société des Droits de VHommë) en was
met Ledru Rollin een der voornaamste onderteekenaars van het
bekende protest tegen den staat van beleg. De revolutie van
1848 versohafte hem den rang van commissaris-generaal van
Corsica, van waar hij om zijne ultra-republikeinsche beginselen
terug geroepen werd om lid der constituerende vergadering te
worden. Aanvankelijk behoorde hij ook onder de bestrijders van
Lodewijk Napoleon, maar toen hij bespeurde, dat liet niet moge
lijk was tegen den stroom der openbare meening op te roeijen
en dat de verkiezing van Lodewijk Napoleon tot president der
republiek zoo goed als zeker was, werd hij een der ijverigste en
trouwste aanhangers en tevens.een der behendigste agenten van
Napoleon. Achtereenvolgens prefect van de departementen van
Ariège, Ilaute-Garonne en Doubs, vertrouwde Napoleon hem
na den staatsgreep de betrekking van prefect van policie toe;
ook in die kwaliteit heeft Pietri zich, van het standpunt des
keizers, zeer ondersoheiden. Dat hij den aanslag van Orsini
niet kon beletten, strekte Pietri tot eene groote grieve en leidde
er toe, dat hij zijn ontslag verzocht, hetgeen hem na eenige aar
zeling werd toegestaan. Het aandeel, dat hij daarna nam aan
de inlijving van Savoije en Nizza bij Frankrijk en aan de zege
praal der officiële candidaten te Bordeaux, is algemeen hekend.
Na afloop der jongsce verkiezingen keerde hij naar Parijs terug,
waar hij door de ziekte werd aangetast, welke hem ten grave
sleepte. Hij bereikte den ouderdom van slechts 54 jaren.
Het proces tegen de vier beschuldigden van een aanslag
op het leven des keizers is daarmede geëindigd, dat Imperatori
en Scaglionie tot twintigjarige gevangenis, 'l'rabucio en Greco
tot deportatie veroordeeld zijn. De beide eersten waren onder
de volgelingen van Garibaldi tijdens diens togt naar Sicilië, 'l'ra
bucio heeft onder de Apesinynsche jagers met eere gediend, van
Greco is het bewezen, dat hij als geheim agent de turijnsche
policie gediend heeft, en zelfs een moordaanslag te Varese in
Italië gepleegd heeft. Allen hebben dus gestaan in de rijen van