WD. I
"politiek overzigt.-
1864. N°. 57. Zaturdag 27 Februarij. 2de Jaargang.
Ni
'e f7,15 a f7. Dito nietko-
ld.
i ons eenige verandering fce-
>0 a f 7,90, Rogge f 5,20a
f4,50 a f5,f Boekweit!
eboonen f a f'i
J— a f Witte Erwten'i
aauwe dito f a f
eten.
VLISSINGSGH VEËKBLAD.
21l3 pet.
3
4
41/,.
5
4 v
5
4
4
2
5
5
5
21/.
3
2l/3
633/4
76»/4
987/ö
1013/s
87
187
89'/s
«81/,
45
«s/8
56'/»
81>/w
es5/a
29
758
iGERLA
STEP.
en soliecle
gesloten van f 240
im Gommis-
ven franco, onder
OTTERDAM.
GEGEVEN.
nder bezorging van
es Dichters zal deze
ïijde zullen geplaatst
ie publiek, de voor
lijven, en zullen de
y aan Vondei/s tijd,
n de typograpbische
ttelijk voor dit werk
ige boekdeelen vor-
rvan er maandelijks
IS Cents bere-
ragt, en men alzoo
olledig kan bezitten.
a-yM
BUREAU:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt wekelijks, des Zaturdags uitgegeven
Abonnementsprijs, per drie maanden, 80 Cents, franco
per post 95 Cents. Afzonderlijke nommers 10 Cent.
Men abonneert zicli bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren.
Nieuwendijk H 110. 101,
VLISSINGEN.
Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te
zenden uiterlijk Donderdag avond ten 8 ure; de prijs
van 14 regels 40 Cents, voor eiken regel meer 10
Cents, behalve 35 cents zegelregt voor elke plaatsing.
EENE VOEDERING DER WERKLIEDEN VAN PARIJS.
Zoo als men weet, zijn verleden jaar de leden der oppositie de
lieeren Jules Favre en Havin voor een groot gedeelte door de
medewerking der werklieden met eene groote meerderheid van
stemmen te Parijs als leden der volksvertegenwoordiging geko
zen. Daar zij echter ook in de provincie-steden een mandaat
'bekomen hebben, zoo hebben zij, van hun regt gebruik ma
kende, verklaard voor dit laatste zitting te zullen nemen, in de
vaste verzekering dat bij nieuwe verkiezingen te Parijs de oppo
sitie door nieuwe leden versterkt zal worden. Nu echter komen
de werklieden, op de betoonde hulp steunend, met eene vorde
ring voor den dag, welke in den vorm van een brief door zestig
hunner uit naam van allen sprekend aan de dagbladen is gerigt,
en 'waarin zij van de democratische burgerij eischen, dat de bei
de te Parijs op nieuw te benoemen volksvertegenwoordigers
uit hunne klasse zullen genomen worden.
Dat daarin menige zinsnede voorkomt, die om zijne socialis
tische strekking ten sterkste afkeuring verdient, behoeft wel
niet gezegd te worden. De werklieden van Parijs hebben voor
zeker even als ieder ander kiezer het regt om diegenen, welke zij
als het meest geschikt achten 0111 hunne belangen te vertegen
woordigen, te benoemen, maar zij hebben niet het regt om te
vorderen, dat de andere leden der maatschappij zich bij hen aan
sluiten om in de volksvertegenwoordiging uitsluitend leden uit
hunnen stand te doen plaats nemen. De werklieden zijn in het
algemeen door de toepassing der beginselen van onzen tijd in
zeer ongunstige omstandigheden gebragt; de prijsverhooging
van alle soort van grondstolfen heeft het leven duurder gemaakt,
terwijl de belooning van den arbeid daarmede geen gelijken tred
heeft gehouden. De zestig Parijsenaren klagen dan ook niet ten
onregte, dat hunne kinderen dikwijls reeds hunne prilste jeugd
in de dampige atmospheer eener fabriekzanl doorbrengen, ter
wij] hunne vrouwen, ten einde het gemeenschappelijk inkomen
naar de behoeften te evenredigen, den huisselijken haard verla
ten, om zich aan werkzaamheden over te geven, die niet voor
hare krachten berekend zijn. Dit zijn feiten, welke wij dagelijks
onder onze oogen zien gebeuren, en het is geen wonder dat
pogingen door hen aangewend worden om uit dien toestand te
geraken, doch het is te vreezen, dat, al werd hun wensch door
het benoemen van twee werklieden als afgevaardigden verwezen
lijkt, dit geenzins de géwenschte uitkomst zou hebben. Het
dagloon immers laat zich niet door wettelijke bepalingen rege
len, de concurrentie van de nijverheid in verschillende staten,
liet vrijhandelssysteem, waardoor bijna overal de i'abrieksgoede-
ren zonder of met weinig regten bezwaard binnen kunnen
komen, zijn zoo vele hinderpalen, die niet door wetten in ecuen
afzonderlijken staat uit den weg te ruimen zijn. Alleen eene
algehcele omkeering van het maatschappelijk verband, thans
door du vernietiging der oude ambachtsgilden en andere instel
lingen van vroegere» tijd eene onmogelijkheid geworden, zou
welligt in staat kunnen zijn om de werklieden te beschermen
voor den invloed van het kapitaal, hetwelk hnnie krachten tot
eigen vergrooting aanwendt En waarop zou overigens deze vor
dering ten laatste uitloopen? Hierop dat spoedig ieder andere
stand in de maatschappij dezelfde regten zou laten gelden; wel
dra zou iedere stand de landbouwer b. v., de koopman, en zoo
voorts met dezelfde eischen voor den dag komen. Het tegen
woordig verkiezingssysteem zou als dan geheel moeten gewijzigd
worden. In hoeverre zulk eene omkeering nuttig zou kunnen
werken en daardoor aller belangen zouden worden behartigd,
is iets, hetwelk alleen de ondervinding zou kunnen leeren. Zeker
is het dat voor als nog de vordering der werklieden eene her-
schenschim is.
Nadat het overschrijden der Jutlandsche grenzen door de
beide geallieerde legers overal de vrees voor inmenging van de
andere groote mogendheden, ten behoeve van Denemarken had
doen ontstaan, eene vrees die zich door de daling der fondsen
op alle europesche beurzen uitte, is er weder meer kalmte in den
politieken toestand gekomen, zoodra als men vernam, dat de
Duitsche strijdmagt zich weder naar de hertogdommen terug
begeven had. Het schijnt meer en meer als zeker te mogen
worden aangenomen, dat de vertoogen van Oostenrijk bij
Pruissen tot het verlaten van Jutland het meeste hebben bijge
dragen, daar het allen schijn had, dat er in lijnregte tegenspraak
met de verklaring van den keizer van Oostenrijk werd gehan
deld, dat namenlijk geene veroveringszucht ten grondslag aan
het streven van de beide Duitsche grootmagten ligt.
Berigten uit Londen van den 24 Februarij en uit Weencn van
den 23 Februarij stemmen thans daarin overeen, dat een voor
slag van Engeland tot het houden eener conferentie door de
mogendheden, die hetLondensch tractaat van 1S52 geteeker.d
hebben, door Pruissen en Oostenrijkss aangenomen, en waar ij
eene oplossing van het Duitsch-Deensche geschil op geheel
nieuwe grondslagen zou voorgesteld worden. Dat hierbij de
belangen van Denemarken door Engeland zullen behartigd
worden, laat zich met allen grond van waarheid voorspellen.
De Duitsche civiel-coinmissarissen hebben echter in een
manifest het gebruik der Deensche taal reeds in het volksonder
wijs en in de uitoefening van de eeredienst opgeheven, en van
af den 1 April zullen de Deensche muntspeciën in de hertog
dommen geen wettigen koers meer hebben, evenmin op 1
December de Deensche muntbilletten aan de rijkskantoren war
den aangenomen, behoudens goedkeuring der vertegenwoordi
ging van Holstein.
Het eigenlijke krijgsbedrijf is overigens van luttel beteekeais:
behalve eene schermutseling tusschen eene patrouillePruisis -lic
huzaren en Deensche kavallerie achter Kalding op den 19 dezer,
waarna laatstgenoemde plaats door den Pruissischen generaal
Muïbe bezet is, is in den vroegen morgen van den 22sten dooi
de briegades Boeder, Ganstein en Groeven, in tegenwoordigheid
van dcu opperbevelhebber van Wrangel en den koninklijken
prins Frederik Karei onder het geschut der Duppeler schaiisen
eene verkenning, ondernomen, waarbij de Pruissen slechts 3
dooden en-^20 gè&A^esten bekwamen, doch daarentegen 20(1
Denen, .waaröhd'cïf èëitjgroot aantal officieren, benevens eenige
vaandels buit maakten.-"buitendien is de Deensche'gepantserde
batterij Kolf-Krake uïct de Pruissische getrokken kanonnen