de hooi) door den
„dat het museum
spoedig eu in zoo
maatschappij van
ieteit van assuran-
rnsohe assurantie-
antie-kompagme;
maatschappij;
ier; f 20,000 bij
'00 bij de holland-
zuid-hollandsche
ƒ20,000 bij do
ing tegen brand-
n bij eene rotter-
n."
itr. dagbl. van 12
1 Maart in dienst
rsonaadje uit den
in de Oostzee te
,e beschermen,
eilanden zou den
ar Messina, Syra-
:ieid de korvet den
els nog buitenge-
sneeuvv bedekt,
noodigd kapitaal,
ai te leggen, reeds
s Hertogenbosch
nden, wanneer de
id zijn.
lliier overleden de
de laatste ai'stam-
te zekere Z. met
in twist over bet
ier in volle woede
een met hagel ge-
die inmiddels de
ïanlag. Het schot
oedje op was. De
nnenkamer, voor
eder naar Z., legt
de gansche lading
olitio, hiervan 011-
p van het gebeur-
istand van Z. zeer
ij n leven vreesde,
onderzoek in bij
erd gearresteerd.
aatieke onderhan-
Onder deze vond
■an maarschalken,
corps van 58,000
jeruchten worden
rd gclo- genstraft.
die regering den
jen aanmerkelijk
aangeboden zijn.
zegt dat er order
voor levering van
10,000 tegelijk
en zullen gedeel-
k te Luik in Bel-
gesohutgieterijen
om ten spoedig-
t hier van dag tot
7 graden onder
onst verschijnsel,
me ontzaggelijke
ier bevinden. In
coude vefipipdprt
;r rigt hier groote
alle morgens eene
li<rte laag ijs in onze groote havens, en men moest gisteren het
ijs met geweld verbrijzelen, om een koopvaardijschip den weg
te banen. (Ben schip vastgevroren in de haven van Toulon
Ziedaar hoe het selioone klimaat van Provence is in de maand
jFebruarij 1864.
Prins Napoleon, voorzittende op een' feestmaal door de
guez-maatschappij gegeven en waarbij de heer de Lesseps tegen
woordig was, heeft liet middel gevonden, om in eene redevoe-
rin" zijnen haat tegen den Paus, tegenstander van zijnen
schoonvader Victor Emmanuel, bot te vieren. De prins, die
wegens zijne hooge plaats zich zeiven meer achting schuldig
was, schaamde zich niet het geestelijk opperhoofd van minstens
200 millioen katholieken, waaronder 35 millioen Pranschen, te
vergelijken met den sultan, dat is met het hoofd van het islamis-
mus, een poel van barbaarsclilieid en onzedelijkheid. Hoewel de
naam van den Paus niet door hem genoemd werd, was de toespe
ling te duidelijk, om op een ander opperhoofd te kunnen worden
toegepast.
In de afgeloopene maand werd te Montpellier de vol
gende interessante zaak behandeld van een jeugdig fransch offi
cier, Didier genaamd, die in eenige maanden eenen zeer hoogen
graad had verworven in poolsche dienst.
Den 8 December namelijk van het voorgaande jaar, was hij
in de omstreken van Tarnopol, op de grenzen van Volhijuie,
waar hij de eervolle maar tevens gevaarlijke betrekking ver
vulde van inspecteur over de grenstroepen. Deze jeugdige maar
dappere krijgsman nu verkeerde in eenen geheel zonderlingen
toestand. In de maand April toch had hij Frankrijk verlaten,
na eerst een in alle opzigten goed ontslag aan het ministerie te
hebben ingediend. Zijn kolonel echter oordeelde het niet raad
zaam zelfs in het belang van Didier dat ontslag aan den minister
op te zenden. Intusschen werd hij eenige dagen daarna voor
den krijgsraad gedagvaard, en, ofschoon hij in de onmogelijk
heid verkeerde om van deze dagvaarding iets te vernemen, werd
hij om zijne niet verschijning tot 5 maanden gevangenisstraf
veroordeeld. Zoodra hij dit echter vernam, nam hij te Tarnopol
het heldhaftig besluit naar zijn vaderland terug te keeren, om
liet vonnis te doen vernietigen, wat zijne edele loopbaan be-
vlekte, en zaturdag, 16 Januarij verscheen hij te Montpellier
1 voor den krijgsraad van de tweede militaire afdeeling. In ge
spannen verwachting zag men de beslissing van den raad te ge-
moet, doch allen waren voldaan, toen de president tot vrijlating
concludeerde van den ex-luitenant-kolonel van het nationaal
poolsch leger.
Men verhaalt de volgende anekdote als voorgevallen op
een der laatste bals aan het hof: M. de Boissij namelijk ver
scheen met een ouderwetseli hofkleed, wat hij in dekleerkas van
zijn grootvader ontdekt had. Terwijl er natuurlijk een algemeen
gelach ontstond, naderden hem de keizer en prins Murat. De
keizer nu sprak glimlagchend: „wel, M. de Boissij, welk kleed
draagt gij daar?" „Wel, sire, antwoordde M. de Boissij, dat van
mijn grootvader;" doch daarop zich tot prins Murat wendende
en dezen sterk aanziende vervolgde hij„ja, .van mijn grootva
der, maar ik geloof, dat, als allen liier met het kleed van hun
grootvader gekomen waren, het mijne niet het meeste opzien
haren zou." De grootvader van Murat nu was stalknecht!
Berlijn 15 Februarij. Men verzekert in de hofkringen ten
stelligste, dat de keizer van Rusland binnen kort aan ons hof een
bezoek zal afleggen. liet is nu zes jaren geleden, dat de keizer
hier is geweest,
Men verneemt, dat in de nabijheid van het eiland Rugen
voortdurend Deensche oorlogsbodems kruisen.
-Voor de eerste maal sinds het bestaan der pruissische
monarchie heeft het goevernement onmiddelbaar den dienst der
godsdienstige corporatien aangenomen. Nadat voorloopig 5
liefdezusters uit Berlijn met een aanbevelingsbrief van den
minister van oorlog van Roon, naar Sleeswijk vertrokken waren
om de gewonde soldaten op het slagveld zelve te verplegen, zijn
er nog 10 andere uit het moederhuis te Neisse gevolgd. Tien
andere van de orde van den H. Fransiseus uit Mainz en Keulen
zullen eveneens bij het leger aangekomen zijn. Brieven uit
Berlijn hangen een treurig tafereel op van de ellende in het
i leger heersphgnde; honderde gewonden moeten 21 uren lang
hij eene koude van 10 il 12 graden in de sneeuw bij gebrek aan
•hulp blijven liggen zijn, zonder zelfs een mantel gehad te hpb-
|ben otn zich te bedekken. Indien het waar is dat de protestant-
Isclie diaconessen slechts te Altoua, dus op een afstand van
iveertig uren van het slagveld, hare hulp aan de soldaten be
wijzen, zullen de liefdezusters voorzeker hij een volgend treilen
Uitnemende diensten bewijzen.
Frankfort 14 Februarij. Uit Constanz deelt men het
treurig berigt mede, dat tusschen Romansliorn en gemelde stad
de stoombooten Jura en Zurich elkander eergisteren hebben
aangevaren. De oorzaak van het onheil wordt gezocht in den
dikken mist welke destijds op het meer van Costanz heerschte.
De passagiers zijn allen gered; van de equipage der Jura is een
mail verdronken, Weinige minuten nadat het ongeluk had plaats
gehad, zonk de Jura in de diepte. Het meer heeft aldaar ruim
200 voet water. Toevallig is het dezelfde stoomboot Zurich,
welke 2'h jaren geleden Ludwig in den grond heeft gevaren.
De Jura is in de vaart gebragt sedert het zinken van den Lud
wig en heeft een gelijk lot getroffen. Men zal ongetwijfeld po
gingen doen om de boot vlot te krijgen, want de lading gedeel
telijk uit zijde bestaande, is van zeer hooge waarde.
Italië.
Ten tijde der aanhechtingen was een der geliefkoosde midde
len van verleiding in den mond der revolutie dat de nieuwe orde
van zaken, de uitgaven voor zooveel koningen aanmerkelijk be
sparen zou, daar men er thans slechts voor één zou te zorgen
hebben. Zie hier eene opgave van het geene door de wettige
goevernementen voor de verschillende soevereinen in 1859 uit
getrokken was:
Lombardije395,000 francs.
Toscane2764,000
Parma en Modena 1000,000
Pausselijke staten 371,000
BeideSiciliën(koningrijkNapels) 7000,000
Sardinië4000,000
15,530,000 francs.
Op het budget van 1S64 is voor het koninklijk huis van het
zoogenaamde koningrijk Italië eene som vau 19,906,500 francs
uitgetrokken, derhalve ongeveer 4'millioen meer dan vroeger.
De algemeene uitgaven voor de verschillende staten van Italië
van 1849 tot 1S59 gemiddeld genomen bedroegen 461,362,966
francs per jaar. Het nieuwe koningrijk echter heeft volgens een
voorloopig overzigt der ministers over het afgeloopen jaar
770,50S,903 francs bedragen en zal waarschijnlijk klimmen tot
820 millioen. De bedrogen Italianen die er met een koopje
dachten af te komen, kunnen derhalve thans bijna het dubbel
opbrengen van vroeger, want men geve wel acht dat dit de ge
wone jaarlijksche uitgaven zullen zijn. De sommen door de
Turijnsche schatkist voor buitengewone uitgaven verslonden
hebben eene zoo duizelingwekkende vaart genomen, dat de
ministers zeiven er geen denkbeeld van hebben.
Zoo als men weet, heeft het revolutionair comité aan de
vreemdelingen en inwoners van Rome bedreigingen gezonden
om gedurende het carnaval niet op het Corso te verschijnen, ten
einde daardoor den rouw aan te duiden, dien Rome zou dragen
van niet tot liet vereenigd Italië te behooren en derhalve aan
geen vreugdebedrijven te willen deelnemen. Deze kleingeestig
heid heeft volgens brieven uit Rome van den 10 Februarij, al
leen tot uitwerksel gehad dat de gansche bevolking zoowel
inwoners als vreemdelingen, verontwaardigd over de onbe
schaamdheid van de aanhangers van Victor Emanuel, zich om
strijd op het Corso, niettegenstaande liet ongunstig weder heb
ben vertoond, zoodat de carnaval dit jaar buitengewoon druk en
levendig geweest is.
Latere brieven van den 13 dezer houden in dat op den laat-
sten avond van den Carnaval op een voetpad van het Corso regt
tegenover het kolfijhuis Sciarza, juist terwijl het gewoel het
drukste was, eene bom van ontzaggelijke grootte gevuld met
kruid en schroot was nedergelegd. Een Fransch onderofficier
met den voet tegen een roiul hard voorwerp stootende, zag iets
branden, hetwelk later bleek de prop te zijn, en doofde dezelve
onmiddelijk uit. Men huivert bij het denkbeeld welk een 'aantal
personen een oogenblik later het slagtoffer was geworden van
deze euveldaad. De menigte stoof natuurlijk bij liet verbreiden
dozer tijding uiteen, en dit is de eenige stoornis door do agenten
van Piemont te weeg gebragt, want eene ontploffing van eene
andere bom op het spaansclie plein te Rome voor den boekwin
kel van Spitfioever schijnt alleen een oogenblikkelijke schrik te
hebben veroorzaakt.
Men legt liet aaiibpngen van eene zoo zware bom op het Corso
zqq uit, flat de persoon hier mede belast in een zeer wijd carnn-
valscostuum gekleed, onder de mouwen van zijn kleed een ijze
ren toestel aan zijne schouders bevestigd moet verborgen heb
ben, waarin de bom gedragen kon worden, om op die wijze de
zelve in tegenwoordigheid eenev zoo groote menigte ongemerkt
te kunnen ncderlezsen,