De sprookjes
van Duizend-en-één-nacht
Overdenkirtq
Surinaamscfie delegatie
Bijeenkomst
„Groote Dr'e?
DE SOVJET-RUSSISCHE INVLOEDSSFEER
Letterkundige Rubriek
Wie heeft niet gehoord van de
verhalen uit Duizend en één
Nacht, een der beroemdste wer
ken uit de wereldliteratuur?
Iedereen. Wie heeft ze gelezen
of weet er niets van af? Bijna
niemand. Een schrille tegenstel
ling, en een betreurenswaardi
ge, omdat deze verhalen natuur
lijk beroemd zijn geworden door
hun uitzonderlijke kwaliteit en
schoonheid, en dus zooveel mo
gelijk dienden te worden gele
zen.
Deze gedachte schoot mij t£
binnen toen ik deze week weer
eens een van de deelen uit de
boekenkast nam en opnieuw be-
boekenkast nam en opnieuw be-
tooverd werd door de eeuwige
charme van deze knappe en fan
tastische vertellingen. Ik bezit
een oude Fransche editie met
aardige ouderwetsche gravures.
Een verzwakt Oostersch parfum
dat een der vorige bezitters tu:
schen de bladen heeft gespren
keld steeg om mij heen en de
zachte kalfslederen band met'
zijn bladgouden sierstempels lag
prettig open in de hand. De
pografische verzorging van dat
oude boek is prachtig, en ook
het paarszijden lint, met zilver
draad doorstikt aan de zoomen,
dat als bladwijzer in de rug is
gehecht is geheel in stijl. Mis
schien een der redenen, dat wei
nigen zich de luxe dezer sprook
jes kunnen veroorloven: de
edities zijn meestal erg duur.
Maar ik zou u iets vertellen
over deze Arabische sprookjes
verzameling. Deze groote ver
scheidenheid van sproken, le
genden, romans, novellen, sa
gen, anecdoten, fabels, grappen
en gedichten wordt bijeengehou-
een verhaal, dat als een lijst alle
den in een zgn. lijstvertelling,
andere verhalen omvat en waar
van het motief het volgende is:
Een machtig Perzisch vorst had
toen hij stierf twee zonen:
Schahriar, de oudste en Schah-
zenan. Schahriar volgde hem in
alle rechten op, maar volge>
Het weten, dat niet enkel hij.
de koning van Groot Tartarije.
maar dat zelfs de geweldige sul
ran van Indië tijdens zijn afwe
zigheid zoo bedrogen wordt,
geeft hem zijn zelfvertrouwen
terug, en als zijn oudere broer
hem na de jachtpartij weer ont
moet, is hij geheel opgewekt,
zoo zelfs, dat zijn broer zich
verwondert, hoe verheugd hij
ook over deze gunstige omkeer is
Hij stelt zijn broer dan de vol
gende vragen: Hoe komt het,
dat je eerst zoo gedrukt was,
en wat is de oorzaak, dat 7e
thans weer de oude bent?
Schahzenan probeert zich
alie manieren aan de beantwoor
ding van deze netelige vragen
te onttrekken, maar zijn broer
neemt daar geen genoegen mee.
Tenslotte komen de hooge woor
den er uit. De groote sultan is
verbijsterd, en kan het niet ge-
looven.
Neem dan de volgende proef,
raad Schahzenan hem aan: Or
ganiseer nog zoo'n jachtfestijn
en blijf hier bij me om de gang
van zaken te bespieden. Schah
riar volgt dezen raad onmiddel
lijk op, en ziet voor zijn oogen
hoe zijn sultane hem met een
moor bedriegt.
Uitzinnig van woede laat hij.
na nog een klein, onbelangrijk
avontuur zijn gemalin worgen,
en hij neemt het wreede, on-
verwrikbare besluit: Geen
vrouw zal mij meer kunnen be
driegen, iedere ochtend wordt
bij zonsopgang mijn gemalin
an één nacht gedood. Met dit
karweitje wordt zijn grootvizier
belast.
De sultan, eerst gevierd en
bemind bij zijn volk, wordt
thans de schrik der natie. Iede
re nacht wordt een schoone,
jonge vrouw geofferd en het
einde van dit leed is niet te
De grootvizier heeft zelf twee
dochters: Scheherazade' de oud
ste, en Dinarzade. Scheherazade
s het ideaalste meisje dat men
de wetten van het rijk was)zich denken kan: bovenaardsch
Schahzenan van elk recht uit
gesloten, en slechts doordal de
broers veel van elkaar hielden,
werd hij door de gunst van
den oudste tot koning van
Gioot-Tartarije, met als hoofd
stad Samarkand. Na tien jaar
verlangt Schahriar sterk zijn
broer weer eens te zien
zendt een ambassadeur om hem
uit te noodigen, hem eens te ico
men bezoeken.
Schahzenan regelt dadelijk alles
om zoo spoedig mogelijk te ver
trekken, neemt afscheid van
zijn koningin en verlaat Samar
kand, om de reis te aanvaarden.
Plotseling, als hij al buiten de
stadspoort is, wordt het verlan
gen, zijn gemalin nog eenmaal
vaarwel te kussen hem te mach
tig, en hij keert een oogenblik
in het paleis terug. Bij verras
sing binnen komend, treft hij
zijn vrouw in de armen van een
zijner officieren, en hoe harts
tochtelijk hij haar ook liefheeft,
hij doorsteekt de minnenden ter
plaase en werpt ze in de slot
gracht. Daarop vertrekt hij on
middellijk om zijn broer, den
grooten sultan der Indiën te
gaan bezoeken.
Zij broer overweldigt hem
met weldaden en geschenken,
organiseert allé mogelijke kost
bare feesten en jachtpartijen te
zijner eere, doch slaagt er niet
in, hem te verstrooien of een
glimlach op Schahzenan's ge
laat te krijgen, daar deze altijd
over het verraad van zijn gema
lin denkt. Wanneer sultan Schah
riar weer eens een geweldige
jachtpartij heeft georganiseerd,
verzoekt Schahzenan hem zelfs
verschoond te mogen blijven
\an deelneming er aan, waarna
hij in zijn kamer blijft om tc
treuren over zijn lot. Nauwe
lijks is echter de geheele stoe:
uitgereden (iedereen die in net
paleis is achtergebleven weet
niet beter of Schahzenan is ook
mee) of uit een geheime deur
komt de sultane met haar hof
dames, die zich voor Schahze-
nen's blikken (hij heeft zich ver
dekt opgesteld achter een gor
dijn) overgeven aan allerlei lief
1 met een elftal negers.
De gave der volmaaktheid.
Toen God de wolleen en
sterren, de planten en de dieren
geschapen had, zoo verhaalt
R.einrich Lhotzsky, toeri zag Hij
telkens, dat het goed was. Maar
toen Hij den mensch had gescha
pen, hield Hij dat woord acht.
wege; het eerste woord, dat na
de schepping van den mensch
uit Gods mond weerklonk, luid
de. Het is niet goed
En wat er dan aan den mensch
niet goed was? Allereerst dit
Het is niet goed, sprak God, dat
de mensch alleen zij. En dus
schonk Hij hem, ter bevestigiru-
van alle andere gaven, die Hij
hem verleend had, een vrouw,
Toen sprak God tot den mensch,
zeggende: Ontbreekt U xhms
nog iets, o mensch? En de
mensch antwoordde: Ja, Heei
er is nóg één ding, dat mij ont
breekt. Ik dank U, dat Gij mij
een vrouw hebt geschonken. Ik
dank U, dat Gij mij ook
deel van Uw macht hebt
schonken, en dat Gij mij een
deel Uwer kennis hebt
schonken. Maar nu heb ik nog
één bede: O, God, geef me daar
bij ook Uw volmaaktheid!
Toen antwoordde God en zei-
de: Een vrouw, o mensch, kon
ik U geven. Een deel mijner ken
r.is en mijner macht kon ik U
ook geven. ÏJaar mijn volmaakt
held kan ik U niet schenken.
Die kan ik aan niemand over
doen. Maar ik zal U een middel
geven, om de volmaaktheid te
verwerven.
En toen schonk Hij aan den
schoon en in alle opzichten bui
tengewoon begaafd. De vizier
houdt hartstochtelijk veel van
zijn prachtige dochter, en groot
is dan ook zijn ontsteltenis, als
zij hem op een goeden dag ver
zoekt: doe mij de eer, en laat
:j ook een nacht de vrouw
van den sultan zijn. Met alle
macht en redenen probeert hij
haar dit noodlottig besluit uit
het hoofd te praten en zelfs de
sultan wenscht dit offer in het
eheel niet, doch Scheherazade
büjft bij haar plan en op een
avond wordt zij bij den sultan
binnengeleid.
Wordt vervolgd.
terug in Paramaribo
(Van onzen West-Indischen
correspondent).
Met een incident en met toejui
chingen als in Curasao, is ook
de Surinaamsche afvaardiging
uit de Staten, welke onder lei
ding van F. H. R. Lim A Po
Nederland bezocht, te Parama
ribo teruggekeerd. Enkele le
den zijn achtergebleven in Ne
derland voor dienst of verlof.
In tegenstelling tot Curasao,
waar de afvaardiging om 2 uur
nachts aankwam, en toch nog
een 1500 menschen op het vlieg
veld aantrof, kwam men op het
Surinaamsche vliegveld Zande
rij in den namiddag aan. Na
mens Gouverneur Brons werd
de afvaardiging begroet (Cura
sao's gouverneur Kasteel Het
niet groeten) en onder toejui
chingen kreeg Lim A Po een
bloemenkrans om de hals. Werk
lieden vormden met hun schop
pen en vlaggetjes eerebogen.
Echte eerebogen stonden ver
derop. Bij Welgedacht sprak een
.voornaam landbouwer" de nee
menschde onvolmaaktheid
O, mensch, indien er niets in
U is, dat schreit en lijdt onder
Uw onvolmaaktheid, weet dan,
dat dat juist de grootste genade
is. die U door God geschonken
on worden! Zoolang het lied
van het heimweevol verlangen
naar de volmaaktheid nog
Uw hart zingt, zijfc ge nog niet
verloren. Uw waarachtige rijk
dom hier op aarde bestaat niet
in hetgeen gij bezit, maar in hef
geen ge mist! Onze Heer zegt
niet: zalig zijn de zelfvoldanen,
of zalig zijn de verzadigden,
maar: Zalig zijn die hongeren
en dorsten naar de gerechtigheid
want zij zullen verzadigd wor
den.
H. Boschma.
Te Berlijn is Karl Keiling, de
vroegere directeur der Duitsche
Posterijen, voor het doodschie
ten van een anti-fascist in de
laatste dagen .der oorlog, terecht
;esteld.
ren toe en het Wilhelmus en
het niet-erkende Surinaamsche
volkslied „Trotsche Stroomen"
werden ten gehoore gebracht.
In de Cultuurtuin had een huidi
ging plaats, waar de heer Lau-
riers een toespraak hield en
Lim A Po antwoordde en he
laas een faux pas beging door
temidden der huldiging een fel
le critiek op het hoofd van de
gouvernementspersdienst uit te
spreken, met zulk een vehemen-
tie, dat de politie den man te
gen het opgehitste publiek moest
beschermen en huiswaarts bege
leiden (het Curagaosche inci
dent was van gelijken aard, toen
toen Gomez het publiek in de
Statenzaal tegen de perstribune
ophitste).
Later werd een vergadering
van de Staten gehouden, waar
Lim A Po een verslag gaf van
de punten die vermoedelijk ge
wijzigd zullen worden in de Su
rinaamsche staatsregeling, zon
der zooals hij opmerkte
reeds concrete feiten te kunnen
noemen. Wat de commissiele
den precies voorgesteld hadden,
zeide Lim A Po evenmin, ter
wijl de stukken alleen ter in
zage van de statenleden zijn,
feiten die in Paramaribo nogal
betreurd worden. De opsomming
van de noenmalen, diners rn
recepties had gevoeglijk achter
wege kunnen blijven.
Het nieuwsblad De West ver
slaat alles uitvoerig en met
instemming (zijn redacteur Find
lay is zelf statenlid) en ook het
blad Suriname spreekt van ,,de
eerste overwinning", al doet het
journalistiek wat primitief aan
dat dit blad in eenzelfde hoofd
artikel de successen van de sta-
tendelegatie bespreekt, de op
komst van het Surinaamsche
voetbalelftal en de optoss;ag
van het sinaasappelenprobleem.
De katholieke pers in Suriname
is vrij terughoudend, hetgeen na
de actie van enkele R K. ver-
eenigingen, die de representati
viteit der delegatie betwijfelen,
verwacht kon worden, ook al
staat de R.K. pers in Suriname
gunstig tegenover het autono-
mie-stuk in principe.
Volgens den correspondent
te New York van de Eve
ning Standard zouden Tra
man Attlee en Stalin „er
gens in Europa" waar
schijnlijk in October
een bijeenkomst houden,
tenzij de internationale toe
stand verbete.rt.
HOLLEBOLLE GIJZEN.
We hebben nooit aan Hol-
lebolle Gijs geloofd, die
volgens de overlevering
van honger niet slapen kon
nadat hij onder meer tien
pond koeien, tien pond
schapen, tien pond kaas
had gegeten, maar we zijn
nu langzamehand op den
weg der bekeering. In
Rotterdam hebben n.l.
knapen van 9 tot 1? jaar
het bestaan een pakhuis
binnen te sluipen en daar
in een oogenblikje tijds 11
kilogram jam, mitsgaders
flesschen bier te consu-
meeren. Het trio heeft
evenmin als Hollebolle
Gijs geslapen, dat kwam.
omdat ze den nacht in het
politiebureau gebivakkeerd
hebben.
MOEDER EN DOCHTER
SPRONGEN VAN DE
TRAM.
Op het Spui hoek Kalver
markt te 's Gravenhage,
sprong de 76-jarige mevr.
Chr. H. R. R. van een rij
dende tram. zij kwam daar
bij te vallen en geraakte
beknedd tusschen een ver-
keerszuil en de tram. De
dochter, die haar moeder
wilde grijpen, geraakte
eveneens bekneld.
Mevr. R. overleed ter
plaatse haar dochter kreeg
een gebroken linkerarm
en de elleboog werd ont
wricht.