„IJzeren gordijn" opgetrokken in Weenen
^§m
loonoorlog in den Landbouw
H
Amerikaan sch probleem
Russische controle onverschillig
Weenen lacht en lijdt honger
len. De arbeiders van textiel-
en typografische bedrijven, het
personeel van de tram, zelfs
de geïnterneerde nazi's hiel
den hongerstakingen en ik
Er wordt nu dikwijls van richtingen, in misschien wel
een ijzeren gordijn gesproken,
uat zich zoogenaamd door heel
Euro;-a uitstrekt en de Weste
lijke toeschouwers van de Oos
telijke spelers scheidt. Daar
wij in een land leven, dat om
zoo te zeggen het voorste ge
deelte van dit verbeelde too-
neel voorstelt, is het voor ons
niet moeilijk te begrijpen, dat
deze voorstelling in 't geheel
niet overeenstemt met de fei
ten.
Dit is 't begin van een hoofd
artikel in „Qesterreicftisches
Tachesbuch" dat een veelzeg
gend vraagteeken zet achter
den bijna afgezaagden titel:
„Oesterreichs Mission".
Men ontkomt by een reis
door de vier zones van dit zon
deland niet aan den indruk,
dat de schrijver gelijk heeft,
ik kan me voorstellen, dat hij
die voor het eerst de Russi
sche demarcatielijn overschrijdt
en den Russ. soldaat ziet, die
on gemoedelijke wijze voor den
gek wordt gehouden door Oos
tenrijkers zonder goede papie
ren, zich stom verbaasd af
vraagt: Is dit nu alles? Al
leen de Oostenrijksche politie
blijft een paar uur lang in de
bagage snuffelen, tofclat ze
triomfantelijk een paar eieren
of een pakje sacharine gevon
den heeft, terwijl de ijzeren
gordijnbewakers reeds lang
weer op hun stroozak liggen.
Het nieuws, dat in onze
kranten over Oostenrijk te le
zen valt, is meestal onbelang
rijk of geeft zulk een vreem
den kijk op dit land, dat men
sterk aan propaganda voor een
van beide zijden van het
dijn gaat denken.
Eén van Nederland's groote
bladen vertelde vorig jaar, dat
enkele beroemde professoren
van Weenen's medische facul
teit door de Russen waren uit-
genoodigd om een hospitaal-
trein te bezichtigen en dat,
toen de proffen met hun kost
baren schedelinhoud argeloos
in den trein waren, deze zich
onverhoeds in beweging zette
in Oostelgke richting.
Bij navraag in Weenen werd
om dit verhaal hartelijk gela
chen en 't deed als een koste
lijke grap de ronde, ook by
hen, die den mond vol hadden
over de „Russenschweine".
Bg deze en dergelijke erva
ringen twgfelt men te meer
aan de juistheid van de geal
lieerde politiek, om geen kran
ten en tijdschriften, zonder
welke men zich geen beeld kan
vormen van wat er in 't land
gaande is, naar het buitenland
door te laten, waar toch nog
vele belangstellenden wonen,
die weten dat Oostenrijk en
vooral Weenen nog steeds een
begrip blijft voor de Europee-
sche beschaving. Kranten en
tydschriften zqn er van alle
te groote keuze. Dit is echter,
buiten het theater en bioscoop
leven het eenlge, waarmee
men voor een paar Groschen
de troosteloosheid van 't leven
in Weenen kan onderbreken.
Ieder, die den hongerwinter
in Nederland meemaakte, zei-
de, dat hij dit zelfs zijn ergste
vijanden niet gunde. Wie weet,
wat honger 'is, zal begrijpen
welk bitter gevecht de groote
stadsbevolking vart Oostenryk
dagelijks met de meest pri
maire levenszorgen te voeren
heeft, een gevecht, dat iederen
clag zenuwsloopend en energie-
verteerend weer terugkeert,
zonder dat iemand durft te
schatten, wanneer de misère
eindeiyk eens wat minder zal
worden.
Integendeel, het wordt er
steeds slechter. In de week,
dat burgemeester KÖrner zijn
wanhoopstelegram n^iar La
Guardia stuurdé: „Kom zelf
kijken, wij kunnen niet meer",
kon men 't weekrantsoen ge-
makkeiyk in één hand dragen.
En dit al 14 maanden. Het
erwten eten de „Erbsünde"
zooals de Weener 't zeer poli-
tlek-ironisch noemt is voor
deze fijnproevers, wier keuken
eens onder de meest uitgezoch
te ter wereld gold, een straf,
zóó groot, dat niemand 't ook
maar in zijn hoofd zou halen
aan een verdiend loon te den
ken.
Ondervoed
Ik was met het Britsche
Roode Kruis op een tocht door
de Russische zone om „Kinder-
heime" (kindertehuizen) te be
zoeken. De kleuters waren el
lendig ondervoed, met groote,
vragende oogen staarden ze
naar de vreemde bezoekers,
die een toevallige reep choco
lade niet durfden te verdee-
vveet van verschillende profes
soren, dat zij hun wetenschap
pelijk werk laten rusten, om
dat zij eenvoudig geen kracht
meer bezitten.
Wie niet met een rugzak
den boer op kan gaan of met
„Chesterfields", boter of sui
ker ruilen kan, komt meedoo-
genloos onder de wielen. Het
eten, dat op verschillende
Werkküche's centrale keu
kens) werd voorgezet, was on-
geloofiyk slecht en weinig.
Soms valt er een stukje
aardappel of iets ondefinieer
baars van 't pannetje op den
grond Oude vrouwen, die het
verschijnsel van het pannetje
't vallen kenden, loerden
er eiken middag en schraapten
het gulzig van den grond.
Als de bezettingsmachten in
een open brief de Weeners op-
pervlakigheid, traagheid, dom
heid en besluitelc- Ma verwij
ten, denken de'-" nun lee-
ge maag en haleu de schou
ders op.
Tóch optimisme
Tóch en dit merkt men
pas, als men verder kan zien
dan de uitdrukking op de ge
zichten en de lichtgeraaktheid
in de overvolle trams toch
heerscht er een merkwaardig
optimistlschen geest in dit land
Een paar uur luisteren in den
nachttrein naar de politieke
moppen is uiterst leerzaam.
Het moet een wonderlijk ge
voel zyn voor een Oostenrijker
die Heimwehrregime en An
schluss" gekend heeft, te le
ven in een vry en onafhanke
lijk land, dat constant wordt
bewaakt door de vier geallieer
den. Internationaler dan nu
heeft hij nog niet geleefd.
De Volkskrant.
Inlevering Fransche
bankbiljetten
Met ingang van 13 Juli 1946
worden de hieronder omschre
ven Fransche biljetten van frs.
1 en frs. 5 'van Frankrijk uit de
circulatie t'.iomen en houden
zij op wettig betaalmiddel te
zijn.
De biljetten kunnen ter incas
so ingeleverd worden- bij de
hoofdbank, bijbank en agent
schappen van de Nederlandsche
Bank N.V. voor 10 Juli 1946.
Genoemde biljetten dragen
niet de aanduiding ..Banque de
France" en kunnen voor het
over1 ge als volgt worden geken
merkt:
Biljetten van frs. 1
Engelsch type:
groenachtig gekleurd met in
schrift Republique Francaise.
tresor central.
Aan de achterzijde: liberté. ega-
lité, fraternité.
Amerikaansch type:
rood-blauw gekleurd, waarde in
rood gedrukt.
Aan de achterzijde: medaillon
met inschrift liberté. egalité.
fraternité en het woord France
Biljetten van frs. 5
rood-bruin gekleurd met in-
ET PLATTELAND J:
weer geheel in het tee-
van den oogst komen te
staan. Dat wil zeggen, fa
brieksdirecteuren kijken iederen
morgen bezorgd uit of hun perso
neel wel voltallig is komen op
dagen, en de hoofdonderv:i,zer,
die met de absentielijst rond gaat,
heeft druk werk...
Er is een vlucht in den landbouw
ontstaan, want er valt geld te ver
dienen. Een aardappelrooier beurt
15 tot 25 gld. per dag, allerlei an
dere bezigheden worden gehono
reerd met 1.06 per uur 10-..rige
werkdag) terwijl het erwten pluk
kei. ook zeer veel oplevert. Ei
wordt van 8 tot 12 cent per ge
plukte kilo erwten betaald en het
gemiddelde resultaat van een uui
plukken is zeker 15 kilo.
Deze hooge loonen voor „dagloo-
ners" oefenen een, onweerstaan
bare aantrekkingskracht uit op
geschoolde arbeiders ait
schier alle branches, die, geduren
de eenige weken „bij den boer1'
gaan werken en er goed geld ver
dienen en later toch weer met
open armen door hun vroegeren
baas ontvangen worden want
allerwege is er een tekort aan ge
schoold personeel.
Voor den plukarbeid worden
Brabant ook vaak kinderen aan
het werk gezet, zoodat soms ge-
heele gezinnen gezamenlijk het
veld intrekken en dan per dag in
totaal niet minder dan 7 tot 8
gulden per gezinslid verdienen,
hetgeen per week vier tot vijf
honderd gld. beteekent.
Inmiddels zijn de klassen leeg en
het schijnt niet mogelijk afdoende
maatregelen te treffen, dat de
kinderen trouw hun leerplicht ver
vullen. Weliswaar kunnen proces
sen-verbaal opgemaakt worden,
doch in de esrste plaats blijft 'n
vonnis zeer lang uit en de u tge-
deelde straffen boezemen weinig
of geen ontzag in.
Voor het overige mogen die loo
nen eigenlijk niet worden betaald
want bij beschikking van het col
lege van rijksbemiddelaard zijn de
ioonen voor den landboui In dit
gedeelte van ons land zoodanig
vastgesteld, dat niet meer dan J0
per uur betaald mag worden
en dat nog wel alleen aan gedi
plomeerden. Voor het z.g. „ac-
coordloon" mag 20®/» extra gege
ven worden, zoodat het toelaat
bare maximum m ieder geval niat
i...oger is dan 84 ct. per uur.
De meeste landbouwc zijn
var overtuigd, dat de boeren, die
bovengenoemde sprookjesloonen
betalen, minstens een deel va.
hun producten „zwart" verkoo-
pen. Van de gewone prijzen kun
nen zij deze loonen namelijk niet
betalen. Maar men he^ft er op
het platteland wel wat voor over
om zijn vruchten „afgedaan" te
krijgen. -Tegen het euvel 'an de
zwarte loonen - ijnt geen kruid
gewassen.
De functionariisen van de arbelds
bureaux loopt in deze dagen hei
hoofd om tengevolge van de moe'
lijkheden, die ontstaan als plo1
seling op een of andere fabri ;k
een aantal werkkrachten zonder
aankondiging niet verschijnt.
De grootste sluis ter
wereld
Als de omstandigheden niet
al te zeer tegenwerken zal Don
derdag 18 .Juli a.s. in iJmuiden
de Noordersluis. die de Duit-
schers in September 1944
tracht hebben onherstelbaar te
vernielen, 'in gebruik worden
genomen. De opening zal ge
schieden door den directeur-
generaal van den Rijkswater
staat ir. W. J. H. Harmsen in
aanwezigheid van een aantal
officieele gasten. De opening
valt samen met de binnenkomst
van het vlaggeschip van Am
sterdam „de Oranje" dat dan
voor de tweede keer na de be
vrijding naar Nederland komt
en ook nu weer repatrieerenden
aan boord heeft.
ONTSLAG VAN BELGISCH
KABINET AANVAARD
De Belgische minister-presi
dent, Achile van Acker, heeft
den prins-regent de ontslagaan
vrage van zijn kabinet aange
boden. De prins-regent heeft
het ontslag ingewilligd en den
heer van Acker verzocht, de
loopende zaïcen af te handelen.
De ramp in Staatsmijn
Wilhelmina
De minister van economische za
ken, Dr. w. G. Huysman. heeft
aan de directie der staatsmijnen
telegrafisch verzocht zijn deelne
ming te willen overbrengen aan
de nabestaanden van de slacnt-
offers der mijnramp en aan de
gewonden. De minister verzocht
tevens aan de directie der staats
mijnen hem bij de begrafenis te
willen vertegenwoor—gen. De
mijnindustrieraad ontving even
eens een telegram van den minis
ter van economische zaken.
De heer J, Maelen, als lid van
der mijnraad heeft namens den
raad aan de directie het medele
ver van de leden van den mijn-
raad betuigd. Verder bracht de
heer Maelen een bezoek aan den
voorzitter van den mijnindustrie-
raad, alsook aan de gezinnen -an
de slachtoffers van de mijnramp.
schrift Republique Francaise.
aan de achterzijde: inschrift in
boogvorm liberté, egalité, fra
ternité.
Na 12 Juli 1946 zullen alleen
die biljetten van frs. 5 en frs.
1 wettig in omloop zijn, welke
i Fransch maaksel zijn, de
aanduiding „Banque de France"
dragen en na 1 Januari 1945 ge
dateerd zijn.
Is
er
reden tot bezorgdheid
Vraag een willekeurigen
Amerikaan wat hij van Euro
pa denkt, het antwoord zal
klinken: „the future of Europe
is nothing too great anymore"
en daarmede is dan uitgedrukt
dat Europa zijn hoogtepunt
heeft gehad en er weinig meer
van te verwachten is.
We laten de juistheid van
deze Amerikaansche visie op
Europa in het midden, maar
constateeren alleen, dat Ame
rika op eigen wieken verder
wil drijven. Was Europa tot
voor kort de oudere partner,
die op velerlei gebied leiding
gaf. thans ziet men den toe-
tand anders: met het tijdperk
van dit geestelijke vaderschap
heeft men in den tweeden we
reldoorlog definitief afgere
kend. Of Amerika er toe in
staat zal zyn, alleen zyn weg
te gaan, is een vraag, die wij
ons, aan den anderen kant van
den Atlantischen Oceaan, min
of meer met bezorgdheid stel
len.
En daar is reden toe. Wan
neer wij de ontwikkeling van
Amerika bezien, dan is dat in
de eerste plaats een technische
ontwikkeling. De vlucht, die
de techniek er genomen heeft,
sinds den eersten wereldoorlog
is ontzagwekkend; in den
tweedén wereldoorlog heeft zij
haar hoogtepunt bereikt in
den atoombom. Dat dit in
Amerika gebeurde, was eigen
lijk niet verwonderlijk. Het
land beschikte immers over
onmetelijke bronnen en wat
belangrijker was, het onder
zoek kon er ongehinderd
plaats vinden. Terwijl Enge
land en Rusland dagelgks be
dreigd werden en daardoor we-
tenschappeiyk onderzoek en ex
periment bemoeilijkt wertj^n,
werd Amerika in het geheel
niet belaagd, en werd dus het
wetenschapelij k werk, tot in
het ongekende door den staat
gestimuleerd, geen enkele be
lemmering in den weg gelegd.
Maar, alhoewel tijdens den
oorlog, in West-Europa elke
technische ontwikkeling vrij
wel onmogelijk was, zoo stond
het geestelijke leven er geens
zins stil. Juist de stilstand in
de technische ontwikkeling, of
nog erger, het verlies van ma-
terieele goederen, heeft ons de
waarde van het geestelijk goed
doen kennen.
In breede lagen der West-
Europeesche volken is duide
lijk beseft, dat materleele ont
wikkeling alleen waardeloos
is en dat een cultuur alleen
dan werkelijkheid is, wanneer
naast een materieele ontwik
keling een geestelijke parallel
loopt die deze ontwikkeling
voedt.
Bezien .wij den gang van
zaken in Amerika, dan komt
het ons voor, dat er juist op
dit gebied, op het gebied van
de harmonie tusschcn materie
en geest tekortkomingen te
constateeren vallen. Vandaar
de bezorgdheid. Vandaar ook,
dat de atoombom den Ameri
kanen zorgen baart. Men heeft
het gevoel iets gewrocht te
hebben, dat men niet meer aan
kan, terwijl men de geestelijke
kracht mist van waaruit de
dreiging bezworen zou kunnen
worden. De technische ontwik
keling heeft een vorm aange
nomen, dien men niet meer
denkt te kunnen beheerschen.
Een gejaagdheid, een chroni
sche paniekstemming is er het
gevolg van. Vele Amerikanen
steken hun kop in het zand:
„Er kome, wat komen moet;
dat het ons niet treffe".
Aan den anderen kant komt
thans ook, hier en daar, het
besef, dat de oorzaak van de
narigheid ligt in de eenzydig-
heid van de ontwikkeling der
Amerikaansche beschaving:
een civilisatie, die ongekende
vormen heeft aangenomen,
maar een arme cultuur. Er is
echter nog geen sprake van,
dat dit inzicht „doorbreekt".
En wanneer een Amerikaan
dan ook schrijft: „We are far
behind the rest of the world
in matters of fine arts", dan
is dat een uitzondering. Ver
reweg de meeste Amerika
nen denken het tegendeel.
Inderdaad, er is reden tot
bezorgdheid! Wordt in Ame
rika het gemechaniseerde le
ven als primair aanvaard en
wordt de cultureele armoede
niet erkend, dan is de toe
komst niet rooskleurig.
Amerikaansche belang
stelling voor de
Fokkerfabrieken
De heer Walter H. Beech, pre
sident van de Beech Aircraft-
corporation te Wichita, Kansas,
die zooals bekend een samen
werking met de Fokkerfabrie-
nastreeft heeft in gezelschap
van zijn broer, den heer Ri
chard Beech dezer dagen :en
kort bezoek aan ons land ge
bracht, waarbij natuurlijk aller
eerst de Fokkerfabriek werd
bezichtigd. De besprekingen
hadden een bevredigend ver
loop en het valt te verwachten,
dat eerlang een aantal technici
van de Fokkerfabriek naar de
Vereenigde Staten zuülen kun
nen vertrekken om door te
werkstelling in de Beech fabne
ken hun technische ervaring
met die van de Ameri'.aansche
vlieg'.u'findustrie aan te vullen.