üE OPBOUW VAN BIGGEKERKE
TRIBUNAAL GOES
De „Willem Ruys"
Ook hier weet men van aanpakken
Biggekerke, dat gedurende
üe eerste jaren van den oorlog
weinig te leiden heeft gehad,
ra een veilige wijkplaats was
voor vele Vlissingers, kreeg
den eerstén zwaren slag op
Zondag 17 September 1944.
Deze was goed raak ook,
want bij het bombardement,
dat het op genoemden datum
onderging, verloren 47 perso
nen het leven en werden vele
huizen met den grond gelijk
gemaakt of zoo zwaar be
schadigd, dat van de laatsten
ook nog het grootste gedeel
te gesloopt moest worden.
Begin Ocober 1944 kwam
ook hier het water het dorpje
geheel isoleeren en hield het
alleen nog den „kop" boven
water, d.w.z. de kerk met de
daar omheen liggende straat.
Toen in November 1945 het
water den polder verliet en
ook Biggekerke weer geheel
droog kwam, kon de aange
richte schade worden aan
schouwd.
Ook deze was niet gering.
Het water had menige boer
derij doen verdwijnen of zwaar
gehavend.
De oorlog was voorbij, de
zee weer buitengesloten, maar
het dorp bleef met de stukken
zitten.
Gelukkig wist men ook hier
van aanpakken. Vele zwaar
beschadigde panden werden
weer opgeknapt door de plaat
selijke aannemers, terwijl daar
na de „Wederopbouw" de zaak
langzamerhand in handen nam
Afgekeurde panden werden
gesloopt, het bruikbare mate
riaal gesorteerd en opgesla
gen, het puin weggevoerd om
bomtrechters te vullen en door
het water stukgeslagen wegen
weer op peil te brengen.
Thans is een begin gemaakt
met den bouw van noodwo
ningen en schuren, terwiijl aan
den „Zandweg" een noodschool
verrijst.
Veel vreemde vakmenschen
werden naar hier gedirigeerd
om hun aandeel te leveren
aan het herstel van Biggeker
ke en waarlijk, men kan zien,
dat er gewerkt wordt.
Ondertusschen heeft ook de
boer, voor wien noodboerdenj-
en en schuren opgetrokken
worden, niet stil gezeten en
met verbeten ijver den grond
weer aangepakt en bruikbaar
gemaakt voor den verbouw,
geholpen door den velen regen
is het gelukt op een groot deel
der landerijen een gewas voort
te brengen, dat niet onder doet
voor dat van vóór de inundatie
En nu wijst hij u met trots
de gerst, die in de aren staat,
dê suikerbieten, die er prach
tig voorstaan. Er zijn ook ak
kers bij, die het niet zoo best
doen, maar daarom niet ge
treurd: het begin is er, Wal
cheren is weer groen en groen
de kleur van de hoop en:
„Hoop doet leven".
Ook de Biggekerkenaren zijn
trouw gebleven aan het devies
„Luctor et Emergo".
H.
Hei
Volkshoogeschoolwerk
Een drietal belangrijke
cursussen
Wat de Volkshoogeschool is
en wil, is onze lezers genoeg
zaam bekend. Men zie hier
voor overigens de nummers
van 20 en 23 Febr. en van 2
en 9 Maart j.l.
Thans doet de Volkshooge
school „Diependaal" te Mar-
kelo (Overijssel) een beroep
op allen, die de mede-verant
woordelijkheid voor de toe
komst van ons volk aan
vaarden, deel te nemen aan
één van de komende zomercur
sussen!
Van 8 tot en met 20 Juli
wordt een cursus gehouden
over: „Het Nederlandsche
Volksleven".
Van 22 Juli tot en met 4
Aug. worden inleidingen ge
houden over: „Nederland tus-
schen de mogendheden", ter
wijl tenslotte van 8 Aug. tot
en met IS Aug. een cursus
wordt gegeven over: „Het Ne
derlandsche volksleven".
Deze cursussen zijn uitslui
tend voor jonge mannen.
De leiding dezer cursussen
besluit dezen oproep met de
woorden:
„Hier ligt winst voor het
persoonlijke leven.
Hier ligt winst voor het
volksleven!
Daarom roepen wij u!
Wü rekenen U!"
De Philippijnen Republiek
De Amerikaansche radio maakt
bekend, dat op de Philippijnen
officieel de nieuwe onafhanke
lijke republiek in het leven is
geroepen.
Soekarno heeft in een radio
rede de Philippijnen met hun
onafhankelijkheid gelukge-
wenscht; hij hegft daarbij de
„met hun sinds 30 jaren jegens
Vereenigde Staten geprezen
de Philippijnen gevoerde poli
tiek".
„Wij Indonestërs verheugen
ons vap ganscher harte met u;
uw Vrijheid is een voorbeeld en
e enprikkel- voor ons in onzen
strijd. Wij treden thans een tijd
perk binnen, waarin geen plaats
meer zal zijn voor imperialisme
of uitbuiting", aldus luidt Soe-
karno's boodschap aan de Phi
lippijnen verder.
DE JAPANSCHE REGEERING
wenscht in de toekomst lid van
de V.N. te kunnen worden, al
dus heeft de minister-president
Josjtda. ten overstaan van het
parlement verklaard.
(Zitting van 3 Juli.)
Hy voelde zich één met de
weermacht.
Als eerste gedagvaarde ver
scheen H. van de Velde, tui-
niet uit Kloetinge, die lid van
de N. S. B. was geweest en
begunstiger van de Germaan-
sche S. S. Ook werkte hij voor
de weermacht en ging met de
winterhulpbus langs de deu
ren.
Wat hem wel het zwaarst
werd aangerekend, waren en
kele uitlatingen in een brief,
die hij aan A. v. d. Linde had
geschreven en waarin hij o.a.
vond, dat de dood van wij-
'en Kees de Graaff, het ge
volg was van diens anti-Duit-
sche houding. Zelfs durfde de
ze man het nog te noemen
met de woorden: „Wie een kuil
graaft voor een ander valt er
zelf in".
Toch beweerde verd. het
nooit zoo te hebben bedoeld,
terwijl hij even later weer aan
voerde in moeilijke omstandig
heden te hebben geleefd, enz.
Hij had wel van de gruwelda
den der Duitschers gehoord,
maar dat scheen hij niet zoo
erg te vinden, daar hij zich in
1944 nog als begunstiger van
do S. S. had aangesloten.
Op de Groe had hij zich eens
een opmerking laten ontval
len, zich één met de leden van
de Duitsche weermacht te voe
len.
Zijn verdediger was Mr. A.
H. Kuipers, die in zijn plei
dooi er den nadruk op legde,
dat verd. aan vallende ziekte
lijdt en tevens, volgens 'n reeds
vroeger uitgebracht rapport,
niet geheel toerekeningsvat
baar is. Wijzende op de ge
volgen van 'n lange internee-
ring, verzocht Mr. Kuipers het
Tribunaal een rapport aan te
vragen.
Het Tribunaal besloot deze
zaak aan te houden.
Kleine oorzaken, groote
gevolgen
De volgende verdachte was
H. L. v. d. Kaa, onderwijzer
aan de Van Dusseldorpschool,
wonende te Goes.
Hij werd er van beschuldigd
propaganda te hebben ge
maakt voor W. H. N. en den
Arbeidsdienst en marcheeren-
de Duitsche soldaten als voor
beeld van discipline zijn leer
lingen voor oogen te hebben
gesteld. Ook zou hij aan de)
N. S. B.-burgemeester Lens-j
hoek mededeeling hebben ge-|
daan. dat dhr. Van Faassent
directeur dezer school, anti/-
Nationaal-Socialistisch gezind
was.
Verd. beweerde in een drift
bui naar Lenshoek te zijn ge-
'oopen, daar dhr. Van Faas-
sen hem had beleedigd.
Volgens Mr. Vlaming was
dit geen reden om bij een N.
S. B.-burgemeester hierover te
gaan klagen.
Ook vond Mr. Vlaming het
wel typisch, dat in een brief,
door Jan Dekker aan den be-
auftragte Münzer gericht, dhr
Van Faassen als Deutsch-
feindlich werd gebrandmerkt.
Verd. verklaarde, zeer gele
den te hebben onder de gevol
gen van zijn daden en zeide
weer gaarne aan den slag te
willen gaan, waarmede zijn
berouw dus nogal op materia
listisch gebied kwam te liggen.
Verdediger was Mr. A. H.
Kuipers, die verklaarde er
haast van overtuigd te zijn,
dat dhr Van Faassen zijn leer
lingen opdroeg dhr Van der
Kaa te bespionneeren, wat nog
al boud gezegd was!
Zelfs drong verdediger aan
om de noodige voorzichtigheid
te betrachten, daar dhr. Van
Faassen volgens hem, reeds
vóór den oorlog een hekel aan
zijn cliënt zou hebben gehad,
wat een hevig protest bij dhr.
De Roo uitlokte, die hier dï-
rec tegen opkwam.
Mr. Kuipers wees er verder
op, dat geen der andere col-
leva's in de zaak verklaringen
hebben afgelegd en dit gaf
hem het recht, zooals hij zeide
te zeggen, dat de zaak is op
geblazen buiten de gewone
proporties.
Na een stroom van gunstig
luidende verklaringen te heb
ben overgelegd, bepleitte ver
dediger uiterste clementie.
Elisabeth J. Lindenberg,
echtgenoote van J. C. Koert
uit Wolfaartsdijk, stond te
recht wegens lidmaatschap der
N. S. B. vanaf 1935, lidmaat
schap der N. S. V. O. en omdat
hij had gecollecteerd voor W.
H. N. en Frontzorg.
Zij bekende al het haar ten
laste gelegde, doch ontkende
propaganda te hebben gevoerd
Haar zoon. die tegen haar
wil in opleiding was gegaan
bij de Duitsche luchtmacht, zit
nu in Rilland, terwijl haar
dochter, die ook een fel lid
van de partij was, in het inter-
neeringskamp te Groede zit.
Haar echtgenoot, die werd
gehoord, had weinig meer te
zeggen, dan dat hij uit idea
lisme lid geworden was. Haar
verdediger was Mr. P. C.
Adriaanse.
Het uitstapje naar Goes
In de middagzitting behan
delde het Tribunaal de zaak
tegen Maatje Cornelia Sinlce,
uit Goes, die in 1938 lid van
den Nationalen Jeugdstorm
was geworden en daar de rol
van schaarleidster had ver
vuld. Ze colporteerde met de
„Stormmeeuw" en was collec-
tante voor W. H. N. Ook had
ze deelgenomen aan de inhul
diging van Lenshoek als bur-
NADERE BIJZONDERHEDEN
Van den „Rotterdamschen
Lloyd" ontvingen wij nog- een
keurige folder, met mooie tee-
keningen verlucht, handelende
over de „Willem Ruys", die,
zooals men weet, Maandag j.l.
bij de Mij. „De Schelde" van
stapel is geloopen.
Aan dit interessante ge
schriftje, getiteld: „Een schip
gaat te water", ontleenen wij
nog het volgende:
„Willem Ruys". Deze naam,
zoo nauw verbonden aan den
Rotterdamschen Lloyd, wekt
vele herinneringen, zoowel aan
den stichter van het bedrijf,
Willem Ruys J. Dz., als aan
de dragers van dezen naam,
die in daarop volgende gene
raties de directie hebben ge
voerd.
In het bijzonder echter gaan
daarbij de gedachten uit naar
Willem Ruys Bz., die op 15
Augustus 1942 op 48-jarigen
leeftijd met vier andere Neder
landers als gijzelaar door den
Duitschen bezetter werd ge
fusilleerd.
Ontwerp en bouw van dit
nieuwe schip hadden zijn bij
zondere belangstelling. Eij de
besprekingen met ontwerpers,
bouwers, leveranciers en ande
ren, wist hij ieder te brengen
tot die samenwerking, welke
onontbeerlijk is voor een har
monische oplossing van de ver
schillende vraagstukken.
Allen in dienst van de Maat
schappij, zoowel aan boord als
aan den wal, zagen in Willem
Ruys de goede tradities voort
leven, die het bedrijf steeds
hebben gekenmerkt. Bovendien
wist men, dat hij een open
oog had voor de economische
en sociale vraagstukken.
Veel werd nog van hem ver
wacht.
De dag van de tewaterlating
was dan ook een dag van
piëteitvol gedenken van al het
geen hij voor de Maatschappij
is geweest.
Moge, wanneer de, „Willem
Ruys" is afgebouwd, ook de
verhouding tusschen Nederland
en het Rijk overzee in een
nieuw stadium zijn getreden
en het schip kunnen bijdragen
tot de instandhouding van de
aloude verbinding tusschen
Rotterdam en Sumatra/Java.
De ontwerpers
Van bouwnummer 214 van
de Kon. Mij. „De Schelde'
werd den 25sten Januari 1939
de kiel gelegd en eerst den
len Juli 1946 liep het schip te
water.
Deze tewaterlating, hoe zorg
vuldig ook voorbereid, bracht
door het lange op stapel staan
bijzondere risico's mede en het
is zoowel voor de werf als voor
gemeester.
Deze jongedame, die geen
verdediger had, scheen het
tochtje van Groede, waar ze
geïnterneerd is, naar Goes als
een uitstapje te beschouwen,
want lachende verscheen ze
voor het Tribunal en lachende
verliet ze het gebouw.
Met een vroolijk gezicht be
kende ze het haar ten laste ge
legde en gaf toe geheel ver
keerd te hebben gehandeld,
wat het Tribunaal natuurlijk
milder moest stemmen.
Tegen den zin van haar
moeder was ze lid geworden
en gebleven!
Op de vraag, waarom ze
naar Duitschland was ge
vlucht, antwoordde ze dit ver
plicht te zijn geweest. Ook had
ze er moeten werken in 'n fa
briek.
Op de vraag van den voor
zitter wat of ze wilde doen als
ze vrij zou komen, antwoordde
zij thuis te gaan werken of bij
haar Oom, die een drukkerij
heeft, in dienst te treden.
De voorzitter sloot hierop de
zitting en bepaalde de uit
spraak over 14 dagen.
de reederij een groote voldoe
ning en een geruststelling te
weten, dat de „Willem Ruys"
thans veilig te water ligt.
De plannen werden in de ja-
en 1937 en volgende ontwor
pen door de ingenieurs L. W.
Bast voor het scheepsbouw
kundige en D. T. Ruys voor
het werktuigkundig gedeelte,
een en ander in nauw overleg
met de ingenieurs van de Kon.
Mij. „De Schelde".
De eischen op het gebied van
het vervoer overzee verlang
den een belangrijk grootere
snelheid, dan tot voor kort
gebruikelijk was, en daar,
een bepaalde snelheid, zoo
weel scheepsbouwkundig als
economisch nauw samen
hangt met de afmetingen,
ontstond een ontwerp voor
een schip dat belangrijk groo-
ter is dan de „Baloeran" en
„Dempo", de grootste mail
schepen welke tot dusverre ge
bouwd waren voor den Rotter
damschen Lloyd en welke bei
de helaas in den oorlog verlo
ren gingen.
Men kwam bij de uitwerking
der plannen tot een schip van
63" lengte, 82' breedte en 54'
11%" holte, met een machine
vermogen van 27.000 A. P. K.
en een grootte van plm. 21.000
B. R. T.
Verwacht wordt, dat daar
mede een dienstsnelheid van
21 mijl met een behoorlijke re
serve kan worden behouden.
De afwerking
Thans zal het schip verder
worden afgebouwd, maar er
zal nog zeer veel werk verricht
en zeer veel materiaal bijeen
gebracht moeten worden, voor
dat de „Willem Ruys" zijn eer
ste reis zal kunnen aanvangen.
Wanneer het evenwel zoo
ver is, zal een zeer fraaie* een
heid aan de Nederlandsche
koopvaardijvloot zijn toege
voegd.
De Kon. Meubelfabrieken H.
P. Mutters en Zoon en de Kon.
Mij. „De Schelde" verzorgen
de inrichting der interieurs,
naar ontwerpen van de archi
tecten F. A. Eschauzier, M. J.
Luthmann en de heeren H. P.
Mutters en H. P. Mutters Jr.
Ook hier is het geluk met
het schip geweest, en is veel
van het waardevolle hout, dat
in 1940 reeds voor een groot
gedeelte verwerkt was, aan
het speurend oog van den be
zetter onttrokken.
Omtrent de inrichting moge
hier overigens worden vol
staan met de vermelding, dat
780 passagiers kunnen worden
vervoerd, terwijl de bemanning
uit 400 leden zal bestaan.
Het uiteindelijk gebruik van
de „Willem Ruys" hangt uiter
aard nauw samen met de
eischen, die ter zijner tijd aan
het verkeer tusschen Neder
land en de overzeesche gebie
den zullen worden gesteld. In
verband met het vergevorderde
stadium van den bouw, zal
het schip voltooid worden vol
gens de oorspronkelijke plan-
Stad en Land
Middelburg
Reünie Waterstaat
Op Woensdag 3 Juli hebben
de Waterstaatsmenschen, die
op eenigerlei wijze te maken
hadden met den Dienst Droog
making Walcheren een reünie
gehouden te Middelburg.
Overdag werd een bezoek
gebracht aan de dijkwerken op
Walcheren, terwijl de avond
op gezellige wijze gezamenlijk
werd doorgebracht in het Ne-
derl andsch Koffiehuis.