Oostkapelle De toekomst van ons land in handen van den jeugd een unicum Voor den ZonA~q Zuiveringmaar wat dan en het laatste wordt erger dan het eerste" Luc. 11 26b „Zalig zijn degenen, die het Woord Gods hooren en het bewaren" Luc. 11 23 HET IS NU ruim een jaar ge leden. dat wij den nationaal- socialistischen duivel uitge worpen hebben. Wij hebben hem toen verwezen naar de woe stijn, naar dorre plaatsen, waar hij weinig rust vinden zal. En ons Nederlandsche huis ik kan het ook breeder nemen en zeggen: ons wereldhuis zijn wij met bezemen gaan keeren. In groote vreugde zijn we begonnen aan de groote schoonmaak. Alle sporen van de nationaal-socialistische in woning hier en elders, iedere smet, iedere herinnering aan de doorleden satanische boosheid moest verdwijnen. Wij hebben dat zuivering genoemd. Dat was de zuivering. En al is het zoo, dat wij met de zuivering nog niet heel gereed zijn, al is het zoo, dat er heel heel veel fouten gemaakt zijn, niemand zal toch kunnen ont kennen, dat er veel uitgezuiverd is Inderdaad: er i s gezuiverd, en dat is de blijdschap, dat wij een onreine geest heen zagen gaan, uit ons land, uit onze we reld. Zoo hebben wij het toch al len aangevoeld. 5 Mei 1945 is een keerpunt geweest. Wij leven alzoo in deze dagen in een gezuiverd land, in een gezui verde wereld. Al is het geheeie zuiveringsproces nog niet afgeloo- pen, we kunnen zeggen, dat het in beginsel voltrokken is. Alleen maar, wat nu? Dat is de vraag, die ons dikwijls bezig houdt. In verband- met het herstel en de vernieuwing waar wij mee bezig zijn. Jezus Christus wil ons op deze vraag een zeer concreet antwoord geven. En wij lezen dat antwoord ui de bijbelwoorden uit Lucas 11 2428. U moet dat gedeelte maar eens voor U zelf lezen. Christus spreekt daar ook over een onrei ner: geest, die uitgeworpen werd die heen moest gaan. verwezen naar de eenzaamheid, naar de woestijn. U leest dan ook van de vreugde, van het feest om zijn heengaan, en Van de die plaats vond. Echter, dan wordt er een kapitale fout gemaakt. Jezus wijst ons daar in het vervolg duidelijk op. In het door den duivel verlaten huis werd geen nieuwe bewoner toe gelaten. liet bleef leegstaan, ge zuiverd en wel, slechts „bewoond door de teekenen, de sporen van de blijdschap, diè er geheerscht had om het heengaan van dien geest, om de bevrijding. Maar zoo kreeg die geest weer zijn kans. Die hield het daar in de woestijn niet uit. Daar is het zelfs de dui vel te bar. En hij keerde terug En ziende het verlaten maar nog leegstaande huis, betrok hij dit weer. En ziende de vreugde, die er was om zijn heengaan, neemt hij zevenvoudig wraak door in venvoudige macht zich daar w te laten gelden, en ook, opdat aij niet opnieuw weer uitgeworpen zou worden. En Christus zegt dan: het laatste erger dan het eer stel" Met het oog op ons gezuiverde le venshuis in ons land of daar buiten vragen wij: wat nu? Ja- zus Christus zegt ons dit, dat wij ons huis niet onbewoond laten moeten. Dat is de negatieve bood schap. die de bijbel ons hier brengt. Niet leeg laten staan. Dat is dooc'elijk gevaarlijk. Want een huis wil bewoond zijn. Een huis moet bewoond zijn. Dat is een wet, die altijd opgaat. En als wij er niet voor zorgen, dat ons huis weer bewoond wordt, dan zal de duivel er wel voor zorgen. Dan zal de onreine geest, die ons huis verliet, dat huis weer bewonen gaan. Waarschijnlijk in andere vormen. Maar in feite toch dezelf de geest, de geest van het booze, van den Booze. En onze zuivering zal hij clan wreken gaan, ontzet tend. En het laatste zal dan ook erger zijn dan het eerste. Is het niet zoo, dat er al tè lang gewacht wordt. Staat ons gezulver de Nederlandsche huis, staat het wereldhuis nu al niet tè lang leeg? We mogen ons dat wel eens zeer ernstig afvragen. De wet van on bewoonde huizen geldt nog, van den dag. En laten we niet verge ten. dat het Christus Jezus, Zelf geweest is en nóg is, die ons .an deze wet herinnerde en dat nóg doet. Niet leeg laten staan.... dat ls de negatieve boodschap van Christus En de positieve boodschap luidt' Mij, Jezus Christus, als bewoner i:i uw huis toelaten. Dat staat hier ook te lezen: „Zalig zijn zij, die luit Woord Gods kiezen het be waren!" Jezus Christus is het Woord Gods. Hij is het, die ons het Woord Gods gebracht heeft. En Hij zal het zijn moeten, door wien wij zullen moeten laten be wonen ons levenshuis. hier in Ne derland en in de geheeie wereld. En als wij eerlijk zijn, dan zullen wij moeten erkennen: daar lijkt het nog niet op. En toch is Hy de Eenige, die het waard is. Hij 's de Eenige, aan wien wij het toe vertrouwen kunnen. Hij is de Onlangs hield H. K. H. Prinses Juliana de volgende rede voor de radio, die wij hier - wegens zyn belangrijkheid geheel uit „Commentaar" over nemen. „De Nederlandsche jeugd is in den oorlog op een zware proef gesteld en zfl heeft deze goed doorstaan. De omstreeks 20-jarigen bleken, dank zij Nederland's traditie, reeds zooveel eigen richting te heb ben, dat zij vaak zelfstandig en doelbewust voor de hand having van de hoogste vader- landsche waarden konden wer ken. Hun idealisme bleek diepgeworteld en zeer sterk te zijn; een duidelijk bewijs voor de vitaliteit van ons volk, een duidelijk bewijs dat het on danks zijn lange historie en oude cultuur, nog allerminst aan het verdorren is. De gedachte aan alle offers, die Nederland's jeugd zoo spontaan heeft gebracht, ver vult ons met greoten trots de gedachte aan haar zeer zware verliezen, natuurlijk juist van de besten, met wee moed. Ondanks alle verschrikkin gen van den bezettingstijd, was er in die periode zeer veel schoons, en het allerschoonste was misschien wel de zelfop offering van Nederland's jonge zonen en dochters, die hun va derland meer lief hadden dan hun leven, die voor onze Ne derlandsche gemeenschap het hoogste wilden geven. Hoeveel voorbeelden zyn er niet uit den bezettingstijd van jongelieden, die op wonder baarlijke wijze dingen tot stand brachten, die zelfs in een vrije maatschappij ongeoorloofd lij ken? Wij denken bijvoorbeeld aan dien twintigjarigen jonge man, die één van Nederland' landelijke verzetsgroepen or ganiseerde, daarna zich wierp op de verzorging van honder den Joodsche landgenooten, die met den dood bedreigd werden, vervolgens een illegaal maand blad oprichtte, dat al spoedig één van de grootste in Neder land werd en daarna een twee de blad tot stand bracht, dat over de Duitsche grens tot in de kampen van Nederlandsche dwangarbeiders werd gesmok keld. Hem moeten wij thans In den kring der levenden mis sen. Of wy denken aan die zes jongemannen uit Delft, die ge zamenlijk 'n lange reeks sabo tagedaden uitvoerden waarvan het tot zinken brengen van 'n Dultschen oorlogsbodem in de Rotterdamsche haven wel het stoutste stuk was. Of wij denken aan die moe digen die in '45 uittrokken om de politieke gevangenen uit de gevangenis te Rotterdam te bevrijden. Eindeloos zou ik zoo kun nen doorgaan eindeloos zou ik voorbeelden kunnen aanha len, die %ot greote dankbaar heid en vreugde en tegelijker tijd tot groote droefheid aan leiding geven. Konden wij toch al deze krachten op dit moment nog bij ons hebben, nu ons vader land weer een toekomst heeft, nu er weer hoop, nu er weer leven is. Maar neen, wtj moe ten tallooze jongemannen en vrouwen van dit formaat juist missen! Eenige, die machtig is om de on reine geesten buiten te houden. Deze dingen gelden ook voor uw persoonlijk leven. Om één voor beeld te geven. Wij kunnen wel de haat uit ons hart weghouwen, maar als wij daarin dan niet on middellijk de liefde binnenlaten, zal de haat in veelvoudige kraent keeren. Alleen de liefde kan de haat blijvend buiten houden. Wij worden in ons leven, ook nu weer, dringend opgeroepen tot hei discipelschap van Jezus Christus. Dit zegt Hij tot ons allen: „Zie Ik sta aan de deur van uw hart uw. eigen hart, uw Nederlandsche hart, uw wereldhart en klop!" D. K. Doch er is ook wel iets over gebleven van al dit goede. Mogen zijzelf er niet meer zyn, de geest, waarin zy werk ten en waaruit zij hun kracht putten, is er immers nog. Dat heeft deze oorlog ons toch juist geleerd, dat deze geest, deze Nederlandsche geest, nog levend is! Daarom wil ik op dit mo ment van herdenking den blik naar de toekomst wenden.' Of schoon mijn gedachten met even warme sympathie uitgaan naar de jongeren in Oost en West, wil ik mij thans in het bijzonder richten tot de jbn- ;eren in Nederland. Men kan tegenwoordig steeds lezen, dat de teleurstellingen na de bevrijding zoo groot wa ren. Dat is juist en dat is be grijpelijk. Onze verwachtingen waren zo hoog gespannen, dat zij niet te vervullen waren in den waanzinnigen chaos, dien de vijand ons achtergelaten had. Juist de jongeren, die tevo ren met eigen middelen zoo snel en zoo succesvol hadden kunnen werken, voelden zich hierdoor ontgoocheld. Teleurstelling Zij wilden niet aanvaarden, dat, nu de vijand verdreven was, nu oogenschijnlyk alle ob stakels vernietigd waren, hun idealen niet ln vervulling kon den gaan met dezelfde snel heid waarmee zij gewend wa ren handelend op te treden. Er is iets moois in dit niet- aanvaarden van een teleurstel ling, maar het is tegelijkertijd gevaarlijk. Juist ln de periode van nood zakelijken opbouw kwam bij ve len de reactie: Zy wilden alles liever dan de naar hun gevoel te trage ontwikkeling in hun eigen land meemaken. Zij wil den naar andere landen, zij wil den activiteit, zij wilden weg uit den kleinen kring, waar voor zij zoo hard gestreden hadden, maar die hun nu zoo eng toescheen. Dit alles is zoo begrijpelijk, het is niet meer dan natuurlijk zelfs, maar toch moeten wij i deze gevoelens zien kwijt te raken. Ons vaderland was in hoogen nood, het werd gered, dank zij de hulp van onze bondgenooten en onze eigen geestkracht Maar juist na die redding bleek pas hoe hoog die nood eigenlijk was, en hoe lang het zou duren aleer de materi- eele en moreele wond geheeld zou zijn. Op de ouders rust de verant woordelijkheid hun kinderen te steunen in het besef, wat dit alles in de praktijk van het leven mee moet brengen en hen niet alleen te laten in de stormen van het na-oorlogsche bestaan. Naast de ouders hebben ook de scholen den plicht de jonge ren te helpen uit te groeien tot menschen van karakter, hen duidelijk voor oogen te stel len, dat zij later moeten staan voor hun levenstaak, dat zij menschen moeten wórden op wie men kan rekenen, aan wie men wat heeft. Maar bovenal zijn het de jongeren, die de toekomst in handen hebben zy vormen den schakel met de ontelbare geslachten, die na ons komen. Wat zij doen is beslissend voor den trjd, die voor ons ligt. Bestrijding Coloradokever Aardappelverbouwers zijn over eenkomstig de openbare kennis geving d.d. 1 Juni, verplicht het gewas te bespuiten met een oplossing van Calciumarsenaafl (500 gram op 100 1. water). Dit ter bestrijding van den colora dokever. Van hen wordt verwacht, dat zij nu aanpakken. Dicht bij huis ligt voor velen een belangrijke taak. Waarom moeten moeders van groote gezinnen zich over werken Waarom kunnen zij nergens hulp vinden, terwyl tallooze meisjes droomen over het uit vliegen naar verre landen Waarom zijn de losse kar weitjes tegen onevenredig hoo- ge loonen zoo in trek en schu wen velen een opleiding tot een vak, waarbij zij zich moeite moeten geven, maar dat uit eindelijk arbeidsvreugde geeft en een basis voor het leven vormt? De hand aan den ploeg te slaan en vreugdevol arbeiden, vormt niet alleen een basis voor het leven van ieder af zonderlijk, maar tevens een fundament voor onze samenle ving, nu en in de toekomst. Juist n u hebben wij onze jeugd zoo noodig. Voor den dag van vandaag, voor de toe komst, die voor ons ligt en die moeilyk zal zyn in vele op zichten. Moeiljjk, doch tegelijk vreug devol, omdat wtj zeker weten clat Nederland verjongd zal herrijzen. Standvastig moeten wij allen nu blijven, even stand vastig als in de jaren van on derdrukking, toen de schoone woorden uit het Wilhelmus dieperen zin voor ons kregens „Standvastich is gebleven Mijn hert in tegenspoed". Wanneer de mijnen geruimd zijn op de slranden, zal er weer gezwommen kunnen worden Droomend staan de huizen van het dorpje Oostkapelle in de heete middagzon. Loom en traag slaan de wieken van den molen door de lucht. Boven het stille dorpje rijst de oude massieve toren, die blikt over groene velden, over bosschen en blinkende duintoppen, tot ver de zee op, waar een enkel schip het diepblauwe water s:.ydt. Wanneer men vanaf den toren over de landen kykt, is het of hier geen water gestaan heeft. Walcheren is weer groen Wel vertoonen er zich kale plekken rondom de bui tenplaatsen, waar de boomen, door het zilte nat gedood, om gehakt z^n. Haast krygt men den indruk dat hier niets gebeurd is; maar als het oog dan valt op de leien van den toren, die vol- ;ekrast staan met namen van Gefreiter zus en Obergefreiter zoo, dan roept dit tot de wer- kelykheid terug en begrijpt men, dat ook hier de ooriog gewoed heeft. Wat verwoest werd Door de beschieting van de .Warsplte", het Engelsche oor logsschip, dat de duinen onder vuur nam, zijn er een 6-tal huizen vernield, met enkele schuren. Dit is de directe oor logsschade die Oostkapelle op liep. De waterschade is er echter ook nog en hoewel er geen sterken stroom stond, hebben de huizen buiten da kern van het dorp er toch een behoorlyk aandeel in gehad. Evenzoo de verschillende buitenplaatsen, waarvan er geen enkele onbeschadigd is. Het fraaie kasteel Westhove is er goed afgekomen. Vroeger werd het gebruikt als een kinderherstellingsoord maar tijdens de bezetting kwam de „Volksdienst", pikte het gebouw in, verslond He gelden en verdween later met een gedeelte van den inventa ris. De schade aan Westhove bedraagt f 60.000. Men is mo menteel bezig, het buiten weer voor het oude doel geschikt te maken, terwyl men ook pogin gen ln het werk stelt, de gel den terug te krijgen. De schaarschte aan materi aal en het gebrek aan geld zijn er ook hier de oorzaak van, dat het herstel van woningen en de andere buitens nog lang zaam gaat. De bezetter heeft zich ook hier niet ontzien, de klok uit den toren te stelen. De toren van Oostkapelle is heel oud. Hy werd in 1572 verwoest en weer opgebouwd. De klok zal wel weg blyven, maar de Oostkapellenaars zyn bezig het geld voor een nieuwe klok, die 4000 gulden moet kosten, in te zamelen. Dat de kerk en de toren on beschadigd bleven, mag wel een wonder worden genoemd, temeer daar de Duitschers den laatsten als uitkijkpost hadden ingericht. Van de bevolking, die enkele malen geëvacueerd is geweest, tweemaal op last van de Duit schers en den laatsten keer door de Nederlandsche Regee ring, in verband met de over strooming, is het grootste deel teruggekeerd. Geen woningnood Oostkapelle !s wel een uni cum voor wat den woningtoe stand betreft. Wat practisch nergens gevonden wordt, en zeker niet op Walcheren, vindt men hier. Er staat n.l. een huis leeg! En wat de reden hiervan is? De burgemeester, de heer Sprenger, meende, dat de jon ge menschen te kieskeurig zyn! Een andere oorzaak dat het eenvoudige huis, weliswaar n paleis, doch zeker goed bewoonbaar, leeg staat, is er blijkbaar niet. Wel een voorrecht, ais men kieskeurig kan zyn in het uit zoeken van een woning! Voor de Middelburgers en Vlissingers had Oostkapelle, met zyn mooie bosschen, dui nen en stranden, altyd een groote aantrekkingskracht. Van de bosschen is een groot gedeelte weggekapt door de schendende hand van den bezetter, die schootsveld en ,Rommelasperges" moest heb ben. Bovendien kan de koude zeewind nu ongehinderd door de uitgedunde bosschen waaien wat niet bevorderlyk is voor den groei. De duinen zijn nog steeds U gevaarlijk om te betreden, en zullen dat voorloopig wel blijven. Tegen diefachtige lieden De Marine is druk bezjg met het strand te ontdoen van mijnen en springstoffen. Zoo dra dit werk klaar is, zal men aan het strand weer kunnen onnebaden en ln het zilte nat onderduiken Jammer is wel, dat de op- ■uimingsdienst nogal eens last heeft van dieven! Soms worden er zelfs uit cte rubberbooten lappen rubber gesneden. Zóó erg is het zelfs dat de Marine zich heeft ge noodzaakt gezien rondom dc gereedschappen een mynen- veld" te leggen, zoodat onge- wenschte bezoekers zich nog wel eens even zullen bedenken zich aan het „myn en dyn" te vergrijpen. Ook te Oostkapelle wordt gewerkt om het dorp weer tot vooroorlogschen bloei te bren gen

Krantenbank Zeeland

Vrije Stemmen. Dagblad voor Zeeland | 1946 | | pagina 3