De man Een moeder aan het woord Nuttige wenken Oostersche dracht tegen Westersche winden Mensch o! Aap die voor Montgomery speelde Voigens de „News Chronicle" is <ie Engeische soldaat, die voor dubbelganger van Montgomery beeft gespeeld en de as handlan gers om den tuin heeft geleid door vlak voor D-day naar Algiers te gaan om door den toenmaligen op perbevelhebber, veldmaarschalk sir Henry Maitland Wilson, '.e worden „ontvangen", kortgeleden gedemobiliseerd. „Intelligence of ficers" zagen te Whitehall het door de „News Chronicle" gepu bliceerde portret van luitenant Clifton James met de welbekende baret en snor en verzochten hem, of hij een speciale opdracht wilde vervullen. Toen deze dubbelgan ger van Montgomery volgens op dracht Wilson te Algiers ontmoet te deelden fascistische spionnen in Spanje aan Berlijn mede, dat Montgomery zijn invasiebasis had verlaten. Gedurende 36 uur ge noot „Montgomery" te Gibraltar en Algiers alle voorrechten van zijn rang. Zelfs de officieren van het hoofdkwartier geloofden dat het de groote man zelf was. Het gevolg was, dat de Duitschers van meening waren: „De invasie kan nu nog niet komen". Om dit stou te stukje tot een volledig succes te maken had James, die een Au straliër is, Montgomery ergens in het noorden van Engeland ont moet en studie gemaakt van zijn stem, spraak, gebaren, loop en groet. Daar de dubbelganger, die gedurende 25 jaar tooneelspeler Is geweest, in den oorlog van 1914 1919 bij den strijd aan de Somme een vinger van zijn rechterhand had verloren, werd een kunstvin ger vervaardigd. „windgoden" vrij spel hebben, dikwijls ten koste van welver zorgde kapsels. Velen namen dan ook in de afgeloopen jaren haar toevlucht 'fcot het hoofd doekje, dat zeker een afdoend middel was tegen den wind. En bovendien kon het, als het op 'n vlotte manier werd omgeknoopt vaak; heel aardig staan. Thans heeffc het echter zijn rol ge speeld het moet verdwijnen. De mode-ontwerpers hebben hun blik weer eens naar het Oosten gericht en het resultaat mag er ditmaal zijn. Een drie hoek ge voile wordt, even on der de oogen, om hëc gezicht geknoopt. Die voile valt dan geplooid neer, terwijl het haar opzij erin wordt opgenomen. Het achterhaar vindt er ook Men durfde HITLER op D-day met te wekken.... Het Zwitsersehe blad „Der Bund" heeft een passage uit het „Offi- ziere gegen Hitier" gepubliceerd waarin het volgende voorkomt: „Toen op 6 Juni de invasie begon, was men van Duitsche zijde ver rast Rommel was toen, ondanks het door Hitier uitgevaardigde verbod tot het nemen van verlof, naar Ulm gevlogen om den ver jaardag van zijn vrouw te vieren. Zijr. stafchef moest hem telefo nisch trachten te bereiken om hem van het gebeurde op de hoog te te stellen. Tegelijkertijd werd het bericht aan het oppercommnn do van de weermacht medege deeld. Men waagde het niet, met het oog op het vroege morgenuur, generaal Jodl te wekken, zoodat deze pas om 9 uur 's morgens het bericht van de invasie vernam. Jodl, op zijn beurt wachtte nog een uur, alvorens Keitel op de hoogte te stellen. Zoowel Jodl als Keitel hielden zich aan het bevel, den slapenden Hitier niet te wek ken. Eerst des middags vernam ook Hitier, dat de invasie begon nen was. Achter den atlantikwall stond een tankcorps opgesteld, welks taak het was de landingstroepen te ver nletigen. Het inzetten van dit korps moest door Hitier zelf ge schieden. Noch Rommel, noch von Rundstedt mochten het bevel tot aanvallen aan dit korps geven. Toen Hitier eindelijk bevel gaf tot den aanval, was het reeds 2 uur 's middags. Inmiddels had de Ame rikaansche luchtmacht de spits van dit korps voor het grootste deel uitgeschakeld, zoodat de te genaanval te laat en zonder élan werd uitgevoerd. Het doel, de coiffure op origi- neele wijze intact te houden, is bereikt. De kleur van de voile speelt een belangrijke rol, zoowel in verband met de teint als met de kleur van het haar. Fijne pastelkleuren genieten de voor keur, in goede combinatie met mantel, mantelpakje of japon. Maar ook helgekleurde voiles zijn het overdenken waard, voor al als zij dezelfde kleur hebben als jas, schoenen en handschoe nen. Natuurlijk, he't is gedurfd, maar ais men bedenkt, dat de Frangaise heur haartooi groen, grijs, rood verft, al naar gelang de kleur van haar kleeding, dan kan de Hollandaise zich wel aan een hel gekleurde voile wagen! LAAT toch in vredesnaam dat kind met rust! viel mijn man eens heel onpar lementair uit, toen wij bij ken nissen met kinderen op bezoek waren en de moeder „zoo heer lijk lief" met haar jongen was. De uitval had bijna ernstige oneenigheid met onze kennis sen ten gevolge. Omdat zij ech ter in de ware beteekenis van het woord „goede kennissen" waren, die in 'n man z'n erva ringen en vooral zijn idealen kenden, zakte de strijdlust en werd de zaak uitgepraat. Kinderen moeten met rust worden gelaten, luidt een der theorieën, welke hij nooit moe wordt te verdedigën, temeer omdat tegen dezen regel door velen tallooze malen wordt ge zondigd en altijd met de beste bedoelingen. Vooraf moeders lijden aan dit euvel. Wij hebben soms behoef te aan een klein aanspraak je. Kleine Theo echter, in zijn spel verdiept, heeft niet de minste behoefte aan een gesprek met moeder. Dit klinkt onhartelijk, maar als u even over het feit nadenkt, zult u begrijpen, hoe het wordt bedoeld. Theo speelt, hij bouwt, legt kaarten, teekent het komt er niet op aan, wat hij doet, in elk geval is hij ver diept in een spel, waardoor de rest van de wereld voor hem stilstaat of volkomen verdwe nen is. Dan gebeurt het. Speel je fijn? en ze haaJlt het kind met een ruk uit zijn spel, hetgeen een storing is, welke rekening houdende met de kinderlijke concentratie, minstens even hinderlijk is als wanneer wij, om een niemen dalletje, uit een aJle aandacht opeischenden arbeid worden ge trokken. Een andermaal komt moeder met een koekje aandragen, en zij wordt boos of verdrietig, om dat het kind haar vriendelijk heid, allesbehalve welwillend opneemt, terwijl zij het mis schien juist zoo hartelijk meent Misschien is ze wel, om het kind een koekje te kunnen bren gen, extra opgestaan, misschien wel naar een andere kamer ge gaan en nu ontvangt zij ondank baarheid als loon. De beroem de ondankbaarheid, die tal van ouders zich bij het opvoeden hunner kinderen telkens en tel kens weer toemeten. Een derden keer vindt zij het parmante kereltje zoon schat, dat zij niet kan nalaten hem even te knuffelen en zij begrijpt het al weer niet. Verdiept in het eigen wereldje! Deze onderbrekingen worden door de moeder natuurlijk wer kelijk hartelijk gemeend, voor het kind vormen zij niet veel, meer dan een ellende. Als een Stoor geen kinderspel kind speelt, voelt het zich knus en vreedzaam verplaatst in zijn eigen wereldje en als moeder het dan knuffelen komt, wordt het met geweld uit zijn paradijs weggetrokken. Het gevolg is dikwijls dat het kind, dat slechts zelden de macht en de kracht bezit om zich eenige malen opnieuw te concentree- ren, niet meer in staat is zich na de storing opnieuw in zijn spel te verdiepen en drenzerig en vervelend wordt. Hetgeen de moeder een dubbele ergernis is, omdat zij het even tevoren zoo aardig en rustig, zoo tevre den bezig zag. Van haar stand punt kan zij geen reden voor de verandering vinden. Zij ver geet, dat zijzelf oorzaak is, dat het kind «ensklaps „staat te hangen en te zeuren," zooals het heet. Wie wel eens bezig was met een moeilijke, alle kracht en volledige concentratie eischen- den geestesarbeid, een studie, schrijven of iets dergelijks, weet uit ondervinding hoe hoogst on aangenaam het is onderbroken of gestoord te worden. Maar niet alleen bij geestesarbeid is dit het geval. Laten wij, vrou wen, eens verdiept zijn in het tellen van een ingewikkeld haak- of breipatroon, het be- studeeren van een bijzonder re cept of een borduurwerkje, met een spannend boek, den feuille ton, kortom wij kunnen nemen wat wij willen (mits wij slechts volkomen daarin opgaan) wat blijft er van ons humeur over, wanneer wij telkens om niets er uit. worden gehaald? Het kind verkeert bij zijn spel dikwijls in precies dezelfde om standigheden. Wat wij zien als het eenvoudig stapelen van blokken of steenen. of het '.eg gen van houtjes of papiertjes, kan voor hem een wereld vol fantasie en droomen zijn, waar door het volkomen buiten zijn omgeving is getreden. Halen wij het nu uit dit droomenland, dan" voelt het zich teleurgesteld, geeft ons misschien niet bewust doch zeker onbewust, van deze teleurstelling de schuld en komt dan bij ons om hulp. Ei genlijk om weer teruggebracht te worden naar het land van fantasie en droomen, waar het zooeven zoo intens genoot. Als dit onmogelijk blijkt en slechts in zeer bijzondere ge vallen is het mogelijk, want meestentijds ontbreekt ons het vermogen daartoe volkomen begint de kleine te zeuren. Als bij den kinderslaap. Het is met het spel als bij den kinderslaap. Is een kind uitge slapen, dan ontwaakt het uit zichzelf en zal vrolijk, opge ruimd en met een goed humeur opstaan. Schrikt het echter uit zijn slaap wakker of halen wij het uit zijn slaap, dan onder vinden wij uren later daarvan nog de nadeelen. Onderbreken wij, uit liefde dikwijls, uit ver langen onze gevoelens te too- nen, het kinderspel te veelvul dig, dan bereiken wij, dat het kind ten laatste zich in niets meer kan verdiepen, omdat de vreugde daaraan hem telkens wordt ontnomen. Daarom moet vooral moeders ten sterkste worden aangeraden als een kind aan iets zijn aan dacht besteedt, laat het lan! Stoor niet., knuffel niet, vraag niet, geef geen snoepje, laat het bij zijn spel, er zijn voldoende andere gelegenheden om uw liefde te toonen. Als het kind speelt, is het van al dit liefde betoon niet gediend. Later, als het niets te doen heeft, zal het graag op uw schoot klimmen, maar vraag het niet dit te doen, terwijl het bezig is met zijn spel. Dan gaat het spel voor alles en boven alles, zelfs boven ons. Etiketten of andere papieren laten zich gemakkelijk op blik plakken, indien men de betref fende plaats met schuurpapier afwrijft en het etiket daarna met wa'terglas op plakt. Touw is sterker, indien men het gebruiken moet om een zwaar pak te dragen, indien men het eenige uren in water en aluin heeft gelegd. Zittingen van rieten stoelen, die siap zijn geworden, wor den aan den binnenkant met heet water nat gemaakt, daar na laat men het rietwerk in de zon drogen. Het reinigen van paarlemoer mag nimmer met water en zeep geschieden, aangezien hierdoor de fraaie glans verloren gaat. Men maakt een papje van wa ter en fijn krijt, dat over het paarlmoer wordt ui'tgewreven daarna wrijft men het met een zachten drogen doek na. Een kurkmat, geplaatst onder de slaapkamerklok, dempt het geluid van he't tikken, dat vele menschen ervan weerhouden in slaap te vallen. Donzen dekens worden weer elastisch, indien men ze over een lijn hangt en ze luchtig op k opt met een mattenklopper. De stof uit de stiksels ver dwijnt en het dons verdeelt zich weer. Daarna worden ze afge borsteld. Hard geworden gummi arti kelen worden weer soepel, in dien men ze een half uur in water en ammoniak legt. Kunstzijden kousen Kunstzijden kousen mogen noo?t in warm water worden gewasschen. Zelfs sterke tem peratuurverschillen werken op dit weefsel in. Wasch- en spoel water moeten daarom van ge lijke temperatuur zijn. Feuilleton ALDER MATIN-MAGOG Vrij naar het Engelsch door D.A.O. 30 Hoezeer ze het ook wilde, ze kon niet om hulp roepen; ze was letterlijk verlamd door vrees, de vrees voor een af schuwelijken dood. Eindelijk, toen de gorilla on zichtbaar bleef, bedekte ze de oogen met haar handen als om den indruk weg te wisschen, die het visioen op haar brein gemaakt had. En nu kraste de vreeselijke stem weer door de ruimte. Zij klonk nederig, smekend, wan hopig. Violet hoorde en verstond wat hij zeide, maar de stem, hoewel trachtend kalmeerend te zijn, was even schrikaanja gend als te voren. Ze scheen te Jcomen uit die onbekende en geheimzinnige regionen waar in de mensch met zijn gedach ten wel eens kan vertoeven, maar waarvan de openbaring hem met niet te noemen angst vervult. De stem, die Violet hoorde, scheen hadw toe bóven- natuurlijk te zijn, omdat ze onnatuurlijk was. „Jawend Je oogen af! Kijk me niet aan", zei de go rilla. „Maar beef niet, Violet. Ik ben niet die ik schgn Ik ben een mensch!" Het was Violet alsof ze een nachtmerrie doormaakte zoo als het ook geweest was toen haar beminde plotseling krank zinnig geworden was. Toen had de man niet gesproken, nu sprak het dier, maar haar vrees was dezelfde. „Ik ben neen, schrik niet, Violet. Ik meende je deze be proeving te sparen Ik was van plan je nooit te kennen Ik trachtte me terug te trek ken maar ik kan het niet. Het is meer dan ik kan ver duren. De pijn is ondragelijk. Ik word gek! Gek! Gek Terwijl ze luisterde werd alles onwezenlijk; het duizel de haar; donkerheid daalde over haar brein, de meest fan-- tastische beelden dansten voor haar oogen. „Ik moet spreken", hijgde de gorilla, „ik moet het iemand zeggen, iemand in wien ik ge loof. Jou! Ik moet mijn ge heim vertellen en den twijfel uiten, die mijn hart vaneen- scheurt. Hij kwelt me. Dag en nacht. Wie ben ik Wat ben ik Indien het een droom is, laat die dan om 's hemelswil uit zfln, want ik kan het niet langer verdra gen". Als versteend luisterde ze. „Ga toch zitten in dezen armstoel", smeekte het dier met schorre stem. „Maar kgk niet op. Luister naar me, zon der me aan te zien. Als ik klaar ben, moet je het mij zeg gen. Je zult het uitleggen". Het meisje gehoorzaamde werktuigelijk, terwijl de goril la in een vlaag van wanhoop zijn gelaat met de handen be dekte. „Violet", klonk het harts tochtelijk en deze keer was dé vertwijfeling zoo intens, dat de accentueering bijna men- schelijk was „Violet, ik ben Roland Masterley!" Het meisje huiverde. „Ik ben Roland Roland!" herhaalde de gorilla als in ra zernij. „Je herinnert je Roland nietwaar, mijn blanke lelie?" Dien naam! Alléén Roland had die gebezigd.' Violet was stom van ver bazing. „O, ik zal je overtuigen", vervolgde het monster, met 'n mengeling van geestdrift en wanhoop. „Tracht te antwoor den zonder me aan te zien, Violet. Denk niet aan mijn uiterlijk. Roland heeft bestaan, nietwaar?" „Ja", murmelde ze zachtjes. „Slechts zes ma? 'm gele den! Zes maanden!" kreunde de gorilla „O, Ik herinner mij, ik herinner mij alles tot aan dien vreeselijken dag! Zeg me, mijn blanke lelie, leeft Roland nog?" „Ja", murmelde de bevende stem weer. „Hij leeft!" kreet de gorilla wanhopig! „Wie ben ik dan? Waar is hij? Wat doet hij?" „Hij hg is ongesteld", fluiterde Violet. Werktuigelijk voegde ze er aan toe, nog in een droomtoestand. „Hg is al zes maanden lijdend". „Zes maanden lijdend se dert sedert Een glans van vreugde kwam in zijn oogen. „Luister naar mij, Violet. Luister en geloof me. Waar ook het lichaam van Roland is, ik ben zijn ziel". Weer begon Violet van ver bazing en schrik te beven. Ro lands ziel De ziel van een krankzinnige? Van den man, die niet langer een ziel had? i kreet ontsnapte haar. Toegevend aan haar gevoel

Krantenbank Zeeland

Vrije Stemmen. Dagblad voor Zeeland | 1946 | | pagina 6