Ja n P.
Sweelinck
De hervatting van den effectenhandel
Mensch of Aap
Financieele Kroniek
(1562-1621)
Niet alleen in de kerk, inaar
ook daar buiten Kon men op
bepaalde tijden muziek genie
ten, want de vroedschap van
iedere belangrijke stad stelde
er een eer in een goed stel
stadsmuzikanten aan te stel
len, die op de trappen van het
stadhuis en ook op den toren
muziek op blaas-instrumenten
ten gehoore brachten.
Het moet een bijzonderen in
druk gemaakt hebben deze
klanken van boven uit den
toren, dikwijls te zamen met
het klokkenspel, aan te hooren
Allicht denkt men hier aan
straatmuzikanten, in den zin
zooals men die tegenwoordig
kent, maar dat was toen geens
zins het geval; het waren
meestal bekwame musici, die
hun vak uitstekend verstonden
en onder wien men bedreven
componisten aantrof.
De stadsmuzikanten waren
er ook ten dienste van bijzon
dere gelegenheden, b.v. op
feestdagen, of wanneer er
hooggeplaatste personen de
stad kwamen bezoeken.
Dat het stadsbestuur deze
muzikanten hoog aansloeg,
blijkt uit de salarieering, die
hoog was in dien tijd.
Zoo was Sweelinck's orga
nistenschap een stadsposltie,
welke door 's meesters groote
'--inde, een belangrijke plaats
innamen. Sweelinck was dan
ook een graag geziene figuur,
die waar het de muziek-aan-
gelegenheden van de stad be
trof, gauw in den arm geno
men werd.
Intusschen ontwikkelde zich
de jonge Sweelinck, die les had
van den stadsmuzikant Jan
Willemsz. Lossy te Haardem,
op een voorbeeldige manier,
want naast z'n aanstelling als
organist werden op 21-jarigen
leeftijd een aantal composities
te Antwerpen in druk ge
bracht. Zijn faam als organist
en componist begon zich al
gauw te verbreiden, zoodat hij
op nog jongen leeftijd een
flink aantal leerlingen kreeg,
welke tot1 de beste leringen uit
Amsterdam behoorden. Echter
niet alleen tot Nederland bleef
de beroemdheid van Sweelinck
beperkt, later kwamen van
ver buiten de grenzen de leer
lingen naar Amsterdam om
van den befaamden meester
les te kunnen nemen.
Een belangrijken grond leg
de Sweelinck voor de latere
beroemde Duitsche organisten!
school, welke direct aansloot
;bij Bach en trjdgenooten. Zoo
komen de leerlingen uit Dan
zig, Hamburg, Halle, Konings
bergen, Hannover, Berlijn, Dö-
nitz en Leipzig. Grootmeesters
kwamen hieruit voort zooals
Paul Siefert, Praetorius, Sa
muel Scheidt en Heinrich
Scheidemann, om bij de be-
roemdsten te blijven, reden
waarom Sweelinck ook wel de
„Duitsche organistenmaker"
genoemd werd.
Niet alleen bij de Duitschers
doch ook in Engeland en Italië
had men eerbied voor den groo
ten componist. Zoo verwerkte
de beroemde Engelsche com
ponist John Buil een thema
van Sweelinck in één zijner
composities ter nagedachtenis
aan den Hollandschen meester
Naast zijn koorwerken heeft
Sweelinck een aantal instru
mentale composities voortge
bracht, zooals toccata's, koraal
variaties, echo-fantasieën en
anderen, welke ook mede door
zijn buitenlandsche leerlingen
door geheel Europa verspreid
werden
Belangrijk was hij als schep
per van nieuwe vormen, zoo
als de echo-fantasieën en ko
raal-variaties, terwijl hij in z'n
fantasieën den grondslag leg
de voor de iuga.
Na Sweelinck's dood werd
zijn plaats als organist inge
nomen door zijn zoon Dirck,
die evenals zijn vader tot de
glanspunten van Neerlands
hoofdstad behoorde. Vondel
vertelt van hem, dat „Diedrick
zielen vanght en ophanght bij
hun oren". Bjj den dood van
Dirk Sweelinck schreef Von
del;
Men kon, door Kerckgewelf
en Kooren,
Den Vader in den Zone hooren.
Nu zal een Zerck die
stemme smoor en.
Een graag geziene gast was
Dirk Sweelinck in den Muider-
kring, waar ook de muziek 'n
belangrijke plaats innam.
Evenals op andere punten
wat muziekgebied betreft,
heeft Nederland niet veel
gelegen laten liggen
haar groo ten, misschien den
grootsten., componist Jan P.
Sweelinck. Bij het weder op
diepen van Sweelinck's werken
moest alles uit het buitenland
komen, terwtjl men in Neder
land zoowat niets aantrof, om
dat alles verloren was gegaan,
wat eveneens het geval was
met composities van andere
meesters uit dien tijd.
Nadat de beurs in de eerste 2 we
ker na de hervatting van den
handel volgens de nieuwe regaling
op 10 Mei 1946 tamelijk apathiscn
was geweest en de koersen prac-
tisch over de geheele linie meer
of minder belangrijk onder de
laatstgedane noteeringen o£ de
stopkoersen gedaald waren, trad
Maandag 27 Mei een herstel in.
De omzetten, die tot dien dag van
geringen omvang waren er was
wel aanbod, doch van eenige lust
tot koopen viel niet veel te be
speuren stegen, hetgeen voor
namelijk veroorzaakt werd door
de vraag, welke op grond van de
lage noteeringen ontstond. Toch
z-jn de omzetten, aldus meldt de
Rotterdamsche Bankvereenlging,
nog niet van dien omvang, dat be
langrijke fluctuaties vermeden
kur.nen worden: de toestand ter
beurze is momenteel zoodanig, dat
enkele stuks vraag of aanbod het
koersniveau in belangrijke mate
kunnen beïnvloeden.
Voor de berekening van de Ver-
mogensaanwas zijn de koersen
van groot belang. De eerste peil
datum volgens het aanhangige
wetsontwerp is immers bekend:
de waarde per l Mei 1940. even
tueel vermeerderd met 10% daar
van, zal als beginvermogen wor
den aangenomen. De waardeerlngs
datum voor de koersen, die men
op den tweeden peildag bezit, zal
nog nader moeten worden vast
gesteld: uiteraard zullen de koer
sen. die voor de bepaling van de
waarde van dit vermogen dienen,
moeten worden genomen naar den
huidigen toestand. Zonder ook
maar in het minst te willen voor-
uitJoopen op de vraag welke koer
sen te zijner tijd hiervoor zullen
werden aangenomen, hebben wij
een berekening gemaakt van den
vermogensaanwas bij een aantal
der belangrijkste aandeelen, ons
daarbij baseerend op de noteerin
gen van 27 Mei 1946. Een en ander
Men heeft alle moeite om
eenig beeld te krijgen van het
betrekkelijk bloeiend muziek
leven uit Sweelinck's tijd, om
dat men de gegevens aan de
vergetelheid heeft prijs gege
ven.
Niettemin is er door den
musicoloog Sigtenhorst Meyer
een belangrijk werk over Jan
P. Sweelinck en zijn instru
mentale muziek verschenen,
wat ook een beeld geeft van
de muziektoestanden uit dien
tijd.
Hij klaagt er echter over,
dat hij bij de samenstelling van
zijn werk vooral op het bui
tenland was aangewezen en
hij hekelt de slapheid in dezen
bij de Nederlanders.
Al de werken van Sweelinck
die bekend zijn, werden door
de Nederlandsche vereenlglng
voor Muziekgeschiedenis op
nieuw uitgegeven, waarvan
Sigtenhorst Meyer er enkele
voor practisch gebruik be
werkte.
Met dat al hopen we, dat de
instrumentale muziek van
Sweelinck zich een plaats weet
te veroveren die ze toekomt.
de V. B.
leidl tot het volgende results-it:
Koninklijke Petroleum 1 Mei 1940:
1.062.652.640; 27 Mei 1946: 1.637.170 000
Verschil: 624.517.000: Handelsvcrg.
Adam 143.200.000; 91.600.000; ver-
sch 51.600.000; Ned. Scheep
vaart Unie 85.626.360; 95.541.000: zer
schil: 9.914.000; Lever Bros-Unile-
ver 147.505.000; 429.375.000; verschil
281 870.0000; Alg. Kunstzijde Unie
45.120.000; 137.410.0000; verschil:
.290.000; Philips' Gloeilampen
.462.240; 146.216.000; verschil 84.754.
Nederl. Gist Spiritus 54.317.
000; 101.829.000; verschil: 47.012.000;
Dei; Maatschappij 47.459.900; 32.344.
000; verschil; 15.116.000; Ncd.-
Ind. Suiker Unie 19.425.870; 10.224.
000; verschil: 9.202.000; Vilton-
Feyenoord 16.061.340; 28.204.000; ver
schil 12.143.000.
De totale vermogensaanwas van
deze ondernemingen (waarbij de
waarde per 1 Mei 1940 met 10% is
vermeerderd) bedraagt circa 1
milliard Gulden. Hoeveel daarvan
door middel van de vermogensaan
wasbelasting door den fiscus zal
worden geïncasseerd, valt niet
met zekerheid te voorspellen. Men
zou daarvoor moeten weten, hoe
vee) van het geplaatste kapitaal
der genoemde ondernemingen zich
in handen van hier niet te 1ande
belastingplichtigen bevindt, ter-
wh tevens bekend zou moeten
zijn, welke percentages (fluctuee-
rend tusschen 50 en 90%) althans
welk gemiddeld percentage, zal
worden geheven. Bij de bereke
ning van dit percentage dient nog
voor oogen gehouden te worden,
dat vermogensaanwas tot bepaal
de maxima van de voorgestelde
belasting zijn vrijgesteld. Indien
uner alle factoren verdisconteerd
ach^ door het gemiddelde percen
tage laag te stellen, b.v. op 50%
dan resulteert daaruit een op
brengst voor den fiscus van circa
500 millloen Gulden. Indien de ver
mogensaanwas zou zijn berekend
op basis van de (thans vervallen)
stopkoersen, dan zou de fiscus een
bedrag van ongeveer 750 millïoen
Gulden hebben ontvangen. Hoe
belangrijk de koersfluctuaties kun
nen zijn, blijkt wel, indien men
zich realiseert, dat een fluctuatie
van het koerspeU van 10°/» van de
waarde per 27 Mei 1946 voor den
fiscus resulteert steeds Lij de
bovenstaande fondsen in een
verschil van circa 275 millioen
Gulden.
In de Memorie van Toelichting bij
het ontwerp Vermogensaan wasbe
lasting wordt de totale opbrengst
geschat op 3,4 tot 4 milliard Gul
den. Het belang van het Nfeder-
landsche effectenbezit bij deze be
lasting waarvan wij voor onze
berekening slechts een deel "n
aanmerking namen is dus wel
zeer groot. Quod erat demonstran
dum!
Omwisseling
Luistervergunning
De directeur-Generaal der Poste
rijen, Telegrafie en Telefonie
maakt bekend, zulks met verwij
zing naar het bepaalde in artikel
13 van de radioluisterbeschikking
1945 dat de houders van een radio
ontvangtoestel of van een aftak
king van een radio-ontvangtoestel
die in het bezit zijn van een lul-
sterevrgunning met serieletter B,
deze vergunning in het tijdvak 5
t. en m. 15 Juni 1946 op een post-
jinrichting (geen postagentschap)
moeten omwisselen.
Bleef Nederland in de 17de
eeuw, haar groote tijdperk, op
muziekgebied ten achter in
vergelijking tot de letterkun
de, de schilder- en bouwkunst
toch bracht het één persoon
op, die naast Rembrandt, Von
del, Hugo de Groot, Jacob v.
Campen, Hendrick de Keijzer
en andere grootheden aan Am
sterdam, het Venetië van het
Noorden, den glans gaf, dien
het als één der belangrijkste
steden, zoo niet de belangrijk
ste, van Europa deed schitte
ren.
Het was een bewogen tijd,
waarin Sweelinck leefde. De
tachtig-jarige oorlog met haar
gruwelen, de komst van Alva,
de oprichting van den Raad
van Beroerten, de Beelden
storm, 't Twaalfjarig Bestand
met z'n godsdiensttwisten, de
oprichting van de Oost- en
West-Indische Compagnie, de
strijd tusschen Maurits en Ol-
denbarneveldt. Het is den tijd,
dat de kleine Republiek het
Spaansche juk van zich af
weet te werpen.
.Tan P. Sweelinck werd te
Deventer geboren, doch kort
na z'n geboorte verhuisden z'n
ouders naar Amsterdam, waar
de vader organist werd aan de
oude kerk, en waar later zijn
zoon Jan gedurende 40 jaren
(tot aan zijn dood) liet orga
nistenschap op zich zou nemen
Reeds op jongen leeftijd
moet Sweelinck van een bij
zondere muzikale begaafdheid
getuigd hebben, want op 15-
jarigen leeftijd bespeelde hij
hét orgel in de Oude Kerk;
het is niet zeker, dat hij toen
reeds z'n aanstelling als staats
organist gekregen heeft, maar
wel staat vast, dat hij in 1581
op 18-jarigen leeftijd, de plaats
van zijn gestorven vader kon
innemen.
Het organistensehap was in
dien tijd een stadspositie, en
niet zooals nu, verbonden aan
een kerkgenootschap. Het or
gelspel liet men ook niet hoo
ren tijdens den dienst, het was
er alleen ter wille van de
kunst, en zooals men ook wel
zeide, om de menschen van de
straat te houden.
Het was meestal dan ook
een geliefkoosde bezigheid van
vele Amsterdammers, om na
den dienst het beweeglijke or
gelspel in de kerkruimten te
beluisteren.
Ook Vondel treft men daar
aan, zooals men op kan ma
ken uit eenige van z'n vers
regels.
Feuilleton
ALDER MATIN-MAGOG
Vrij n#*r het Engelsch door D.A.O.
28
SCHRIK IN HET THEATER
Op dit oogenblik viel de
waaier uit de lusteloos neer
hangende vingers van Mevr.
Savill en kwam terecht op het
tooneel, bijna op de voeten van
de gorilla. Ze uitte een zwak
ken kreet en trok de aandacht
van het dier. Hij bukte onwil
lekeurig om den waaier op te
rapen en het auditorium ap-
plaudiseerde in dolle opgewon
denheid. Tegelijkertijd hief de
aap zQ'n arm op om den waaier
aan zijn eigenares terug te ge
ven. Mevrduw Savill, die ver
legen geworden was door de
ovatie, waarin ook zij deelde,
leunde voorover om de toege
stoken waaier aan te nemen.
Maar plotseling veranderde de
houding van den gorilla. Het
dier stond als aan den grond
genageld, zijn arm geheven,
ziin oogen wijd open, zijn borst
op en neer gaande. Hij had de
personen in de loge opge
merkt: de bankier, Borsettl,
Mevrouw Savill en Violet. Zijn
oogen bleven uitsluitend op het
meisje gericht, met 'n wilden,
wezenloozen en wanbopigen
blik.
Enkele seconden verliepen.
Het dier deed een vreemd
keelgeluid hooren. Niemand,
behalve misschien professor
Frlngue en zijn leerling had
den zijn emotie opgemerkt.
Toen een eigenaardigen
kreet, die door merg en been
drong; een schreeuw die niets
menschelijks had en toch be
stond uit lettergrepen, die de
menschelijke stem alleen kan
voortbrengen Een huive
ring ging door de menigte
een huivering van angst en
schrik.
„Violet!"
Het was een smartelijk ge
kreun, de schreeuw van een
dier dat in doodsstrijd verkeert
een schorre klaagtoon, die de
keel, waaruit hij generst werd
scheen vaneen te'scheuren.
Violet hoorde het. Gewekt
uit haar droomerig gepeins
over Roland dacht ze 't slacht
offer te zijn van een halluci
natie. Het was onmogelijk, dat
de gorilla haar naam had uit
gesproken, En toch deed de
merkbare opwinding van het
dier haar schrikken. De andere
inzittenden van de loge spron
gen op de bankier en Bor
settl plaatsten zich voor de
twee vrouwen.
Wit tot aan de lippen greep
de Corsicaan met een vlugge,
resolute beweging in een van
zijn zakken om een wapen te
zoeken. De dreigende houding
van den gorilla rechtvaardig
de zulk een handeling. In een
plotselinge vlaag van waanzin
was hij opzij gesprongen en
mat met de oogen den afstand
die hem van de loge scheidde.
Nog een oogenblik en hij zou
springen
De toeschouwers stonden te
gillen en te schreeuwen van
ontzetting.
Het dier rekte met de han
den om den roodgekleurden
rand van de loge te grijpen.
Men had hem bij de achterpoo-
ten gegrepen om hem terug te
sleepen, maar hij worstelde om
de aanvallers, die hem verlam
den, van zich af te schudden.
Joe Gregory en vijf of zes
tooneelknechts hielden hem
met grimmige vastberadenheid
omkneld.
„Sleept hem er uiti Bindt
hem!" brulde Paaquale Bor
settl.
In het algemeen tumult, te
midden der kreten van de kin
deren en de gillen der vrou
wen, maakte dit geroep de pa
niek nog grooter.
Meer dam twintig mannen
omringden den gorilla nu. Zij
slaagden er eindelijk in hem
een paar passen terug te slee
pen. Toen werd het scherm
snel neergelaten. Borsettl en
den bankier leidden de twee
vrouwen vlug uit de loge. Bij
ae deuren botsten de menschen
tegen .elkaar op In hun dolle
haast om eruit te komen. Dr.
Clodomir trok den profossor
uit zijn zetel.
„Vlug! We moeten trachten
hem te zien!"
Dat was gemakkelijker ge
zegd dan gedaan. De menigte
versperde alle uitgangen en
zij moesten wachten tot ze min
der dicht geworden was. Ze
probeerden met alle macht er
door te dringen, maar zonder
succes. Boven de deinende
hoofden, terwijl leder trachtte
met zijn stem boven het ge
gons uit te komen, uitte de
professor zijn vrees tegenover
Dr. Clodomiij:
„Zei ik niet, dat hfl gek
was Het is dien schedel
die was te klein voor de her
senen, veel te klein. Het was
een hachelijke onderneming
ze erin te passen, een gevaar
lijke operatie. Ik zei 't je: pas
op, dat je ze niet samenperst".
Eindelijk bevonden ze zich
in een der gangen en snelden
in de richting van het tooneel,
maar ze mochten er niet door.
Zij droDgen er op aan, rede
neerden om bij den baas van
den gorilla gebracht te wor
den. Ze noemden hun beroep.
Maar alles tevergeefsch.
Eindelijk, na eindelooze, doch
vruchtelooze tochten van de
eene zijde van het theater
naar de andere, kwamen ze Jbè
Gregory tegen. Hij' zag er
slordig en opgewonden uit. Hij
rende de trap op en af, zoo
hard mogelijk roepende:
„Houdt hem! Houdt hem
vast! Niet loslaten!"
Op zijn gelaat waren krab
ben en bullen en zijn gekreuk
te, stoffige kleeren getuigden
ervan, dat htj het bi| de wor
steling hard te verduren had
gehad.
Wordt vervoled.