TRIBUNAAL GOES Lof en smaad van het sonnet Tweede blad No. 483 VRIJE STEMMEN Zaterdag 8 Juni f948 De verzekerings inspecteur l. J. van Willigen uit Kapelle was de eerst gedagvaarde in de zitting, die Donderdag in het Goessche Tribunaal-gbouw werd gehouden. Hij was be gunstigend lid der N. S. B., lid van Ecott. Front en voor man spitter. Het zwaarst werd hem wel aangerekend, dat hij een bijdrage had ge schonken aan het verzorgings fonds van het Vrijwilligers legioen Nederland. Op de vraag van den voor zitter, waarom hij begunstiger van -de N. S. B. was gewor den, verklaarde verd., dit uit sympathie tegenover Jan Dek ker te hebben gedaan, daar zijn zoon van Dekker's zoon veel vriendschap ondervond. De bijdrage voor het legioen had hij gegeven omdat hg het Communisme vreesde. Zijn echtgenoote, die werd gehoord, wist nergens iets van af en vertelde, dat zij slechts een zeer klein inkomen had, n.l. f 11, die ze van het Armbestuur iedere week uit gekeerd kreeg. Verdediger was Mr Kuipers, die vond-, dat het geval van zijn cliënt een zeer licht geval ge noemd kon worden en nog maals wees op de vriendschap die verd.'s zoon genoot van Pim Dekker. Verdediger verwonderde er zich ten sterkste over, dat de wnd. burgemeester Balkenende van Kapelle, toen van Willi gen voorman was bij de spit- terij en hij als zoodanig vier personen ontsloeg om weer in hun eigen bedrijf te gaan wer ken deze Van Willigen als voorman had ontslagen. Wij zende op het overlijden van den zoon, die als lid der jeugd storm in interneering was ge storven en de vreeselijk be hoeftige omstandigheden waar in verd.'s vrouw met vier kin deren thans leeft, bepleitte verdediger de uiterste clemen tie. Een landstander staat terecht De volgende verd was Chr. L. Welleman, ambtenaar, wo nende te Krabbendijke, die als bureauleider bg den Nederl. Landstand werkzaam was ge weest en een juffrouw wegens anti-Duitsche uitlatingen bij de S. D. had aangebracht. Dit baantje bg den landstand had hij gekregen op aanbeve ling van Van Gorsel, en dit deed hem, hoewel hij het ont kende, uit dank tegen lederen N. S. B.er, dien hij ontmoette, de hand opsteken. Hij verklaar de Mej. Polderman bij dc S. D. in een vlaag van woede te hebben aangebracht en voelde zich hierover erg schuldig. Als getuige werd een amb tenaar uit Den Haag gehoord op wiens bureau hij had ge werkt en die zeer gunstige verklaringen over hem afleg de. De verdediger Mr. Kurtz probeerde het Tribunaal te overtuigen, dat de Grondkamer evenals de Landstand een door de Duitschers opgerichte in stelling was, doch werd in de rede gevallen door Mr. Vla ming, die zeer terecht opmerk te, dat dit geenszins net ge val was en de grondkamer 'n voortzetting was van 't vroe gere pachtbureau en deze ver klaringen dus geen steek hiel den. Wat het aanbrengen van Mej. Polderman betrof, voerde de verdediger de verzachtende omstandigheid aan, dat verd. mej. Polderman tegenover de Duitschers had geholpen, door haar bij het verhoor te steu nen ln valsche verklaringen. Verdediger verzocht onmiddel lijke invrijheidstelling wat ech ter doof het Tribunaal niet in gewilligd werd. In de middagzitting behan delde het Tribunaal de zaak tegen Lena Wagenaar uit Goes die lid was van dc N. S. B. en N. S. V. O., collecteerde voor W. H. N. en een kinder transport naar Duitschland leidde. Verd. erkende zich uit eigen beweging bij de N. S. B. te hebben aangesloten. Ze erken de, dat ze volkomen verkeerd had gedaan. Op de vraag van Mr. Vla ming wat ze zal beginnen, als ze uit interneering wordt ont slagen, antwoordde ze, ver trouwen in de toekomst te heb ben en een baantje te zoeken in de huishouding. Ze had geen verdediger. Ze deed de vuile waseh Anna Wisse, vrouw van K. Dijkema, ook uit Goes, was eveneens lid der N. S. B. en de N. S. V. O. en waschte voor de Duitschers. In 1940 was ze lid der N. B. geworden en legde tijdens een vergadering den eed van trouw aan Mussert af. De voor zitter zoowel als dhr Bugs, lid van het Tribunaal, wezen ver dachte en haar echtgenoot, die als getuige werd gehoord (de man zit zelf ook in Ellewouts- dijk als ex-landwachter) er op, dat zg door hun schuld de kin deren Van zich vervreemden, daar er twee in Zierikzee, een in Haamstede en een als 16- jarisr landwachter in de Hars kamp moet verblijven. Ze be kenden beiden hun schuld. Geen verdediger. Zy avilde nog wat geïnterneerd blijven De vroolgke noot in de mid dagzitting was voor Thibunaal en toeschouwers, het geval van Joh. J. Ambt uit Goes, thans nog verblijf houdende ln Groe- de. Zij gaf toe volkomen fout ehandeld te hebben en maak te den indruk niet al te snug ger te zijn, daar ze niet wist of ze getsraft moest worden. Toen de voorzitter haar ech ter mededeelde, dat zg uit de interneering werd ontslagen, keek ze zeer bedenkelijk er vroeg toen tot algemeene hila riteit, of ze tot na Pinksteren niet in het kamp kon blijven, daar ze geen familie had waar ze naar toe kon gaan. Komisch Wij zijn eerder geneigd op te merken, dat dit een zéér droevig geval is! Verder commentaar overbo dig. Uitspraak over 14 dagen. DRIE KWART deT bevolking der wereld kunnen niet lezen of schrijven aldus dr. Brunau- Amerikaansch vertegen woordiger bij de voorbereiden de wetenschappelijke en ciü- tureele organisa'tie der V.N. Damrubriek Redactie: L. Anderson, Goes. De opening. Wit kan op ne gen verschillende manieren een partij openen. Elke ope ning bevat talrijke varianten, welke een speciale studie ver- eischen, wil men ze allen vol doende leeren kennen. Een volledige behandeling hiervan zou in het bestek van deze ru briek te ver voeren; de dam literatuur bevat overigens en kele goede studieboeken, die den liefhebber terzake meer dan voldoende inlichten. Wij willen op deze plaats dan ook volstaan met de behandeling van enkele beginselen der ope ningen. Als eerste een variant in de moderne, veelgespeelde Ra- phaël-opening (3228): 1. 3228 18—23 2. 33—29 Op 3732 volgt, een, „Haar- lemmertje" door 2329 (33X 24) 20X29 (34X23) 17—I" 223X32 3. 37X28 19—24 Op 1218 zou vu)gen 2823 en 2924 met 2 schijven winst Letterkundige Rubriek 4. 39—33 14—19 5. 44—39 17—22 6. 28X17 11X22 7. 5044 12— 8. 41—37 7—12 9. 37—32 1—7 10. 34—30 7—11 11. 30—25? Op welke wijze wint zwart thans een schijf? Verder geven wg ter op lossing een stand in een par tij, welke wij met zwart speel den in de door de damclub „Goes" georganiseerde twee kampen. Wit: 13 sch. op: 25, 27, 28, 32, 33, 37 t.m. 40, 43, 45, 47 en 48. Zwart: 14 sch. op: 3 t.m. 7, 11 t.m. 15, 19, 24, 26 en 29. Wit speelde in dezen stand 3934, waarna zwart gele genheid kreeg een winnenden damzet uit te voeren. Zooals wij reeds eerder op merkten, dient men een op-' lossing zooveel mogelijk van af den gegeven stand trachten te vinden, dus zonder aanra king der schijven. Oplossingen vorige rubriek Lokzet. Wit: 5 sch. op: 23, i, 29, 36 en 45. Zwart: 5 sch. op: 13, 14, 21, 25 en 26. Zwart aan zet speelde 25 30, waarna wit vervolgde met 45—40 (30—34) 23—18 (13X 24 40 X 9 (21—27) 9—4 (27 —32) 4—15 (32—37) 15—10 (3742) 10—37 en wint. Probleem I. Zwart: 12 sch. op: 8, 9, 11, 12, 19, 22, 25, 26, 27, 28, 32 en 36. Wit: 12 sch. op: 29, 35, 37, 38, 39, 41 t.m. 46 en 48. 39—34 (36X47) 34—30 (25 Hemelhoog verheven en sma delijk verguisd is de ingewik kelde dichtvorm. Hoort, hoe Willem Kloos (18591938) het sonnet ih proza, prijst: „Iedere aandoe ning is een golf der ziel. Zij wordt geboren en rijst tot haar toppunt en lost zich weer op in zachtere breking of forse slag. Deze mijmert en droomt, verliest zich in zich-zelve, vergaat al ruisend in glimlach of tranen; gene komt en stuwt zich voort en stormt al hoger, maar valt weer terug in wee moed of hopen, of dwingt zich en staat in willend besluit. Niet anders de rhythmische golf van het sonnet, die met de quatrijnen nadert en groeit io stijgende rolling, om zich weer uit te storten met de terzinen, en te vervloeien in schuimende branding, fonk- lënde druppen, of rustige eb". Anderen bezongen de weel de vari het sonnet, zoo o.a. Jacques Perk (18591881), Kloos' jonggestorven vriend, een van de voorloopers van de beweging van '80. Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten, Gij, kinderen van de rustige gedachte De ware vrijheid luistert naar de wetten: Hij stelt de wet, die uwe wetten achtte: Naar eigen hand de vrije taal te zetten Ia eedle kunst, geen grens, die haar ontkrachtte: Beperking moet vernuft en vinding wetten: Tot heerschen is, wie zich beheerscht, bij machte: De geest in enge grenzen ingetogen, Schijnt krachtig als de popel op te schieten. En de aard' te boren en den blauwen hoogen: Een zoe van liefde in droppen uit te gieten, Zacht, éen voor éen zie daar mgn heerlijk pogen Sonnetten, klinkt! U dichten was genieten. JDe ware vrijheid luistert naar de wetten", en „Tot heer schen is, wie zich beheerscht, -33 47 X 40 45 X 34 35X2 (32X41) X23) 38 (28X30) 2X23!! No. 2. Zwart: 11 sch. op: 6, 8, 9, 11, 12, 13, 15, 17, 18, 19 en 36. Wit: 10 sch. op: 22, 24, 27, 28, 29, 32, 33, 37, 43 en 49. 37—31 (19X30) 29—23 (18 X38) 22—18 (13X33) 32—28 (S3 X 22) 27X16 (36 X 27) 43 X14Ü ZWEDEN IN HET HART VAN LONDEN Het Zweedsche schip „Saga" is het grootste, dat ooit in het hartje van Londen langs de kade heeft gelegen. Deze prach tige boot ondervond veel bekijks van de duizenden, die dagelijks de London Bridge passeeren. Aan boord werden feestelijke recepties gehouden en tenslotte is het schip met den kroonprins en de kroon prinses van Zweden naar het hooge Noorden teruggegaan. by machte", twee schooae re>- die als een weerklank zijn van de slotterzine van een ander lofdicht op het sonnet door den Duitschen dichter Goethe, dat luidt: Wer Groszes will, musz sich zusammen raff en; In der Beschrankung .zeigt sich erst der Meister, Und das Gesetz nur kan una Freiheit geben. (Wie iets groots wil berei ken, moet zich in toom hou den. Door zich te beperken betoont men zich pas een Meester, en slechts de wet kan ons de vrijheid doen ge voelen. Maar van tgd. tot tijd do ken anderen op. die, deels uit scherts, deels uit werkelijke verstoordheid over een dicht vorm die zg enkel als een kunstje beschouwden, het son net, in eigen edelen vorm, voor alles wat leelijk en be lachelijk is, uitmaakten. Zoo vinden we een tweetal schimpdichten in „Braga", het satirieke tijdschrift uit het midden van de vorige eeuw. De auteurs ervan zijn respec tievelijk Ten Kate en Beets, de laatste beter bekend onder den naam Hlldebrand aks rii rijver van de „Camera Obscura". Een klinkdicht, ja! dat wfl ik eens probeeren Het is een sjouw, zoo viermaal t zelf de rfymi En dat nog wel op dat ellendige ijra; Maar 7s heb de tijd, en 'k wil en zal het leeren. Dat 's één couplet! Het zal wel reuseeeren. Maar kiese ik nu, eer Ik soms verder lijm. Een onderwerpTsa, Muzen, ik bezwijm. En weet niet, waar ik teerste mij zal keeren! Een rijkdom van gedachten lacht my aan, Wie voegt, het meest de hulde mijner noten: De Roos? de Herfst? Maria of de Maan? Een min begaafde had al lang besloten l 't Wordt toch hoog tijd, zoo 't. èrgens op wil slaan Neen, 't hoeft niet meer: 't ding staat al op sti pooten! SONNET OP HET SONNET Geverfde pop, met rinkelen omhangen. Gebulte jonkvrouw in uw staal' korset, Lamzaligste aller vormen, stijf .sonnet! Wat rijmziek mispunt deed u t licht erlangen? Te klein om één goed denkbeeld op te vangen. Voor epigram te groot en tc koket. Vooraf geknipt, koepiet jen voor koepiet, Kroopt ge onverdiend in onze minnezangen. Nee! de echte Muze eischt vrijheid, en het lied. Onhoudbaar uit het zwoegend hart gerezen, Zij als een bergstroom, die zijn batetd ontschiet! Gij deugt tot niets, tenzij het deugen hlet, Om, enkel door de broddelaars geprezen. Op Geysbeek een berijmd vervolg te wezen. Ter verduidelijking van den laatsf.en regel zg vermeld, dat Witsen Geysbeek een „Rijm woordenboek" uitgaf, ter ver lichting van de taak van die dichters, die er moeite mee hadden, rijmende woorden te vinden. W.

Krantenbank Zeeland

Vrije Stemmen. Dagblad voor Zeeland | 1946 | | pagina 3