De genezende druppels
Van uitstel komt afstel
RAADSELS
Mensch of Aap
Onder de bladeren van een
berkenboom in het berken woud
stond een grote vliegenzwam en
daarin woonden twee kabouters
dwergvadertje en dwergmoeder
tje, héél gelukkig samen. Tot
dat plotseling dwergvadertje
erg ziek werd. Dwergmoedertje
was radeloos, belde al de dwerg
doktoren op. (ze .hadden toen al
telefoon in kabouterland) doch
geen van hen wist een middel
om nem beter te maken. Maar
zie! Op een dag kwam er een
heel raar dwergje bij dwerg-
moedertje op bezoek.
„Ik weet wel hoe dwergvader
tje beter kan worden" zei hij.
„Maar dan moet hij naar de
Zomerfee toe gaan."
Dwergmoedertje dacht even
na en zei toen: „Ja maar dwerg
vadertje kan niet lopen, dus
dan 'zal ik het moeten doen."
„Dat is ook goed" zei het
dwergje en verdween. Zo ge
zegd, zo gedaan. Dwergmoeder
tje ging naar de Zomerfee en
vertelde haar boe ziek dwerg
vadertje was.
„Ja ik zal je wat. geven, dat
hem weer zdl genezen" zei de
Zomerfee en ze verdween. Even
later kwam ze weer terug met
een bloem.
„Die mag je hebben,
s je nu in t steeltje
knijpt, dan komen
twee druppeltjes
vocht uit en als
dwergvadertje die
dan inneemt, is hij
weer helemaal beter"
zei ze.
Dwergmoedertje be
dankte de fee harte-
o lijk en liep gauw naar
J huis terug.
En ja! Toen dwerg-
vadertje de druppels
- ingenomen had, werd
hij plotseling weer he
lemaal beter en leefde
nog lang en geflukkig
met dwergmoedertje
in hun gezellig huisje!
D. L.
/-< i terwijl ik mij aan inwendige
VjrOCQ bedoelde HIAAT klierstof houd.
Met onderdanigste hoogachting,
JANTJE Q.
slecht gestelde, brieven
Een onderwijzer in Noord-
Holland heeft een curieuze ver
zameling aangelegd, nl. van
brieven van ouders zijner leer
lingen. Hier volgen er enkele:
Weledele Heer!
De ondergeteekende ver
klaard door dezen als dat we
van wege een vuif ous versla
pen hebben. Van ogtend natuur
lijk haarpijn gelijk U wel weet
to ene we op de Mok keek en
endenke dat het seven uur, is
het natuurlijk agt, want hij h^t
stilgestaan. Dus was mij Frien-
delljk verzoek, dat Uw mijn
zoon Karei niet te straffen, bij
aldien ik eigenlijk het slaag
ferdiet hebt die zich noemt
lader. JX
Voorloopig weeuwenaar van
kinderen.
„Hooggeboren Heer Directeur.'
Tot mijn groote droefheid
neem ik de pen op om uw
Hooggeboren daardoor in ken
nis te stelen. Dat ik mijn Gos
sie wegens ziekte van hem per
soonlijk aan de school onttrok
ken heb. De dokter houdt het
Mijnheer,
Ik wil niet hebben alsdat
mijn zoon de vaderlanse lide
ren zmgt, zoo lang er geen
staatspensioen is.
S. K.
Tommie en rijn ervaring
met katten
Van katten moet je altijd
op een afstand blijven, zei Tom
mie's moeder en ze gaf hem een
duwtje met haar poot, omdat ze
dacht, dat hij niet luisterde. Je
moet daar vooral aan denken,
als ik niet meer bij je ben, om
voor je te zorgen.
Ja moeder, zei Tommie
een gehoorzaam klein hondje
en hij 'sliep dadelijk weer in,
zodat hij de rest van de geschie
denis, die steeds maar over kat
ten ging, niet hoorde.
Tommie's moeder bad een he
kel aan katten.
Twee maanden later, toen
Tommie wat groter was, werd
hij van zijn moeder weggeno
men en in een heel ander huis
gebracht. Daar was een heel
aardig, klein meisje, dat. heel
graag wat met hem wilde spe
len. Maar Tommie, die nog maar
zo heel klein was en erg naar
zijn moeder verlangde, kroop in
het verste hoekje van de kamer
en wilde van verdriet niet mee
spelen.
Toen het meisje naar bed
moest, werd Tommie naar de
keuken gebracht, waar het lek
ker warm was. Het rook er zo
heerlijk, dat Tommie zijn kleine
oortjes spitste en voor een ogen
blik helemaal vergat dat bij
verdrietig was. Hij werd in een
mandje gelegd, naast iets dat
er uitzag als een grote, witte
bal en Tommie hoorde zeggen.
Ik ben benieuwd, wat Witje
zal doen.
Tommie kroop heel dicht te
gen de grote witte bal aan,
want het was er heerlijk warm.
Toen draaide de bal zich om en
er kwamen twee poten te voor
schijn, die Tommie tussen zich
in namen.
Lief Witje! zei het meisje,
nu zal Tommie het niet koud
hebben vannacht.
Tommie werd dikke vrienden
met Witje en dat, terwijl zijn
moeder hem zo voor katten
had gewaarschuwd!
Stel niet nit tot morgen, wat ge heden doen kunt
Je kent het spreekwoord toch:
„Van uitstel komt afstel?" Het
heeft eigenlijk dezelfde beteke
nis als: „Stel niet uit tot mor
gen, wat ge heden doen kunt."
Heb je soms al eens zelf onder
vonden, hoe waar die twee
spreekwoorden zijn? We heb
ben bijvoorbeeld een week om
een les te leren. Inplaats van er
dadèlijk aan te beginnen en te
zorgen, dat we de les goed
ons hoofd hebben als ze over
hoord wordt, zeggen we: er is
geen haast bij, we hebben nog
een hele week. We verschui
ven het leren van de ene dag
de andere en dan komt de
laatste dag en dan hebben we
zoveel andere dingen te doen
dat er van leeren helemaal
niets komt We kennen onze
les niet: van uitstel komt af
stel".
Je hebt een ziek vriendje of
vriendinnetje, van wie je heel
veel houdt. Je hebt het vaste
plan er eens heen te gaan en
wat mee - te nemen: wat bloe
men, wat vruchten, een boek,
dat je zelf zo mooi vindt
dat je graag wilt lenen. Maar
iedere dag verschuif je je be
zoek, je kunt er maar niet. toe
komen En dan hoor je plot
seling, dat de zieke weer beter
is. Niet dat je daar niet blij
mee bent, maar je hebt toch
het vervelende gevoel: dat ik
nu helemaal niet eens ben we
zen kijken.
Zo zijn er allerlei voorbeel
den te noemen, maar ze komen
allemaal op hetzelfde neer: Stel
niet uit tot morgen, wat ge he
den doen kunt, want van uit
stel komt afstel.
Wanneer je een cadeautje ge
kregen hebt, ga dan zo spoedig
mogelijk bedanken of als het
uit een andere plaats is geko
men schrijf dan dadelijk een
briefje. Wat moet degene, die
- Moeder heeft bepaald niet
geweten, hoe lekker warm kat
ten zijn, dacht hij vaak, als hij
zich 's avonds in het mandje
heerlijk tegen Witje aannestel-
de.
En dat zal wel zo geweest
zijn!
je met dat cadeautje een genoe
gen heeft willen doen, wel den
ken. als je helemaal niets van
je laat weten?
Als je erg prettig gelogeerd
hebt, schrijf dan na een paar
dagen een bedankbriefje. Stel
het niet uit. En als je jarig ge
weest bent en je hebt „post" ge
kregen, behoor je die ook zo
gauw mogelijk te beantwoor
den. Het is zo'n prettig gevoel
gedaan te hebben, wat we moes
ten doen. We lopen anders toch
steeds met een ontevreden ge
voel rond en dat is lang niet
prettig.
Eventjes pret
Moeder: Wim, je hebt-van
morgen de badkuip weer niet
schoongemaakt.
Wim: Ja, moeder, maar
iemand nam een bad, nadat ik
het had schoogemaakt.
Moeder: Wie dan?
Wim: Ikzelf!
Tom: Ik hoop maar dat het
niet gaat regenen.
Tim: Waarom niet? Moet
je uit?
Tom: Nee, maar ik wou zo
raag m'n tuin besproeien.
Piet: Wat zou jij doen, als
je in mijn schoenen stond?
Zijn zusje: Ze poetsen.
Moeder: Kareltje, gds je je
gezicht hebt gewassen, kijk je
toch zeker altijd in de spiegel
om te zien of het schoon is?
Kareltje: Nee, moeder, ik
kijk altijd naar m'n handdoek.
1. Wat loopt en staat tegelijk?
2. Ik wordt om het middel ge
dragen, maar vervangt men mijn
laatste twee letters door twee
andere, dan ben ik voor het
raam te vinden,
3. Ik ben in een schip te vin
den. Mijn naam bestaat uit een
gedeelte van een lokaal, voeg
daarbij een, deel van een jurk
en tenslotte een deel van een
liter.
Oplossing
Wagenwiel.
De verdwenen
sieraden van de
KONINGIN
36. Vliegensvlug ging het
door de duinen. Priemstoot
dacht na aan zijn vrienden.
Hoe zouden die *t eraf hebben
gebracht? Hij snelde langs 'n
kleine herberg, die aan den
voor een hevige darmguitare kant van den weg stond en
had zoo'n haast, dat hfj niet
de drie mannen opmerkte, die
voor het huls een glas wijn
zaten te drinken. „Hola, Priem
stoot!" hoorde hfl plotseling
roepen. Verbaasd keek h$ op
en zag tot zijn blijde verbazing
zijn drie vrienden. Met een
zwaai was hjj van zijn paard
en holde met uitgestrekte ar
men zijn vrienden, tegemoet.
„Heb je de diamanten ges
pen?" vroeg Raaksteek. „Ik
heb ze", antwoordde Priem
stoot. „Drink eerst een glas
w\jn en vertel ons van je avon
tuur", zei Vlugslag. Nu, daar
had Priemstoot wel ooren naar
en weldra vertelde hg aan zpn
makkers de avonturen, welke
hij beleefd had.
Feuilleton
ALDER MATIN-MAGOG
Vrij n«ar het Engeiech door D.A.O.
25
Violet Savill was in haar
zwarte kleeding, en met haar
bleeke, droeve gelaat onder
een krans van schitterend goud
blond haar een opvallende en
aandoenlijke figuur, bijna een
contrast met haar opzichtige
omgeving. Ze zat in een loge,
rechts van het orkest. Haar
welgevormde armen kwamen
scherp uit tegen het helrood
van de loge; haar groote, treu
rige oogen staarden voor zich
uit, zonder te zien. Naast haar
zat mevrouw Savill zich koel
te toe te wuiven met een waai
er en achter haar Frank Sa
vill, deftig, zelfvoldaan en ge
wichtig doende, in gesprek
met Pasquale Borsetti. De Cor
sicaan hield de oogen op Vlo-
let geslagen, die haar smart
scheen terug te dringen. Het
was Borsetti, die dezen uit
gaansavond had voorgesteld.
Het was z#n loge. Violet en
haar ouders waren zijn gasten
Hij had Savill gemakkelijk
overtuigd hoe noodig het was
haar te wekken uit den toe
stand van onverschilligheid.
25e had genegenheid gekoes
terd voor een krankzinnige,
beweerde hij. Hij was opgeslo
ten en op stuk van zaken was
een krankzinnige als een doo-
de. In hun geest, in hun herin
nering is alles uitgewischt.
Waarom zou Violet aan nem
blijven denken, terwijl haar oe-
minde haar allang vergeten
had.
Zulke argumenten- hadden
vat op den bankier. Violet's
gezondheid baarde hem voort
durende zorg en hij voelde dat
het verdrijven van haar melan
cholie gebiedende noodzaak
was. Het pijnlijke tooneel
volgend op Rolands terugkeer
had zulk een indruk op haar
gemaakt, dat ze het telkens
opnieuw voor zich zag. En
steeds verlangde ze vurig een
oplossing te vinden voor de
catastrophe ze koesterde
hoop tegen hoop op Roland's
hersteL
In die omstandigheden was
Borsetti gebleken een man van
ftjnen tact te zijn en buitenge
woon hulpvaardig. Hij had de
pijnlijke taak aanvaard Roland'
in een gesticht te brengen en
hij had persoonlijk en met prij-
zenswaardigen ijver de zaken
van den ongelukkigen jongen
man geregeld.
Savill waardeerde het. Bor-
setti's hulp had hem een pak
van het hart genomen.
Het had Savill ook getrof
fen, dat de Corsicaan zijn
aanzoek niet had hernieuwd,
in weerwil van de juist op tijd
komende verdwijning van zijn
mededinger. Hij bemerkte dat
Borsetti met grooten tact el
ke zinspeling op zgn vroegere
verwachtingen vermeed. Dit
leidde er toe, dat Savill lang
zamerhand ging speculeeren
op een mogelijkheid, die zich
kon voordoen. Indien Borsetti
het onderwerp ter sprake had
gebracht, zou Violets vader
verontwaardigd geweest zijn,
maar de geslotenheid en de be
scheidenheid van zijn compag
non waren oorzaak, dat hij
vooruit zag, ver vooruit naar
epn toekomst, waarin Borsetti
mogelijk zijn schoonzoon zou
worden. Deze onuitgesproken
gedachte beinvloedde zijn hou
ding tegenover den Crsicaan;
hij behandelde hem met toe
nemende familiariteit en ge
negenheid, en leidde hem lang
zamerhand binnen in zijn in-
tiemen huiselijken kring. Na
eenigen tijd drong Savill er op
dat Violet zich weer in
het publiek zou vertoonen; hij
hoopte, dat zij op die manier
nieuwe levenslust zou verkrij
gen. Onwillig daarin toestem
mend, vergezelde ze haar
ouders naar theaters, concer
ten, zalen en andere publieke
plaatsen.
Maar al deed Violet wat
haar vader wenschte, ze kon
niet vergeten.
Met het programma van dè
Olympic Follies in haar han
den staarde ze afwezig op het
beeld van den aap op den ora-
g, terwijl haar gedachten
voortdurend bij Roland Mas-
terley waren. Merkwaardig ge
noeg en ze huiverde bij de
gedacht stond Roland haar
voortdurend meer voor den
jst in een houding, die veel
meer had van een aap dan die
van de gorilla op het program
ma.
Clownp en acrobaten volg
den elkaar in eentonige orde
op en eindelijk rees het scherm
voor het sensationeele num
mer: de merkwaardige gorilla.
Wordt vervolgd