Columbus, een letterkundig
tijdschrift van de jongste generatie
Nieuwe Mode
Letterkundige Rubriek
Ka de bevrifdtng, toen de
letterkunde, tijdens de bezet
ting wel vreüg, maar enkel in
het verborgen Moeiend, weer
ha het volle daglicht kon tre
den, verschenen weldra nieu
we letterkundige tijdschriften.
Het is een verblijdend ver
schijnsel, dat vele van deze
periodieken zijn. opgericht door
Jonge schrijvers, die zich tij
dens de bezettingsjaren actief
hadden betoond bij het ver
spreiden en drukken van ille
gale belletrie. Jammer is het
enkel, dat niet alle jongeren
van deze generatie geboren
ong 1920) zich konden veree
nigen in één orgaan, dat dan,
streng selecteerend, een spie
gel zou zijn geweest van het
jonge Nederlandsche letter
kundige leven. Thans moet
deze spiegel worden samenge
steld met. behulp van verschil
lende facetten, waarvan de be
langrijkste zijn: Columbus,
Criterium, Proloog, Podium en
Het Woord. Nu deze tijdschrif
ten alle ongeveer bun tweede
halfjaar ingaan, is het moge
lijk een voorloopigen balans op
te maken.
Wat A Roland Holst in een
gesprek met Bertus Aafjes
mededeelde over Criterium, n.l.
dat het blad hem deed denken
aan een volière vol luidruchtig
niet onplezierig klinkend ge
kwinkeleer, doch waarin het
onmogelijk was, de stemmen
der zangers afzonderlijk te on
onderscheiden, geldt in zekere
mate voor de geheele jongste
Nederlandsche letterkunde,
zoowel voor het proza als voor
de dichtkunst. Nog slechts
weinige talenten hebben zich
duidelijk afgeteekend.
Hoewel tijdens de oorlogsja
ren de letterkunde ongemeen
druk werd beoefend (zelfs is
in dit opzicht van een echt
„oorlogsverschijnsel" te spre
ken), te na de bevrijding ge
bleken, dat de meeste schrij
vers, die reeds naam hadden
gemaakt, zich vrijwel gelijk
zijn gebleven, terwijl uit de rij
en van de jongste lichting een
vier- of vijftal figuren van
eenige beteekenls naar voren
komen. Veelal is van dezen
wegens schaarschte aan papier
en andere publicatie moeilijk
heden nog weinig of niets in
boekvorm verschenen, zoodat
wij voorloopig zijn aangewe
zen op de tijdschriften om
kennis te nemen van den in
houd van hun werk.
Aan „Columbus", een van
de sympathiekste periodieken
voortgekomen uit de clandes
tiene pers, willen we thans cm-
ze aandacht schenken.
Opvallend is geweest, dat
juist de jongeren alle kansen
hebben aangegrepen om tij
dens de bezetting onder-
grondsch te publiceeren.
Slechts „Ad Interim", dat
te Utrecht uitkwam, bevatte
vooral werk van ouderen en
wel van de meest uiteenloopen-
de richtingen.
Als voorvaders van Colum
bus fungeerden te Den Haag
oa. „Stijl", een onder leiding
van W. K. van Loon (thans
o_a. Haagsch correspondent
van or® blad) verschijnend
blaadje (Sept. Sept. '43Dec.
*48), later voortgezet in „Mae
cenas" (Aug. '44Jan. '45).
Deze tijdschriftjes hadden
ais voornaamste doel, het con
tact. tueschen ons, jongeren, te
onderhouden en te versterken.
Wij laeen elkanders werk, dat
in het begin steeds onder een
pseudoniem moest verschijnen,
en groote pretentie hadden de
geschrift jee niet, al hadden
zij een uitgesproken literaire
strekking.
£s Utrecht eo Amsterdam
ontstond het literaire blad met
den iets ironischen naam „Pa
rade der Profeten" na lange
voorbereidingen in Maart '44,
onder leiding van Jan Praas,
Carla Scheidier en Ad van
Noppen. Dit tijdschrift kreeg
steeds grooter omvang, en ook
het aantal medewerkers breid
de zich belangrijk uit. Deze
ontwikkeling werd bekroond
met een tweetal lijvige poëzie
nummers, voorafgegaan door
uitgebreide, degelijke beschou
wingen over de jongste dicht
kunst, poëzienummers die tot
stand kwamen in hechte sa
menwerking met den Haag-
schen Maecenas-groep. De pro
feten hielden bij de bevrijding
op met paradeeren.
Tenslotte Is er als derde
stamvader van Columbus het
keurig gedrukte en geïllu
streerde blad „Zaans Groen",
onder leiding van Klaas en
Mart Woudt. (Dee. 44Juni
45).
Direct na de bevrijding wer
den pogingen gedaan deze tijd
schriften samen te voegen tot
één geheel. Met sommige bla
den kcm geen overeenstem
ming bereikt worden, maar uit
Maecenas, Parade der Profe
ten en Zaans Groen ontstond
het geïllustreerde literair-cul-
tureele tijdschrift voor jonge
ren „Columbus".
Na een gezellige bijeen
komst van jonge schrijvers er
schilders, medewerkers aan
genoemde bladen, op de ,,As-
sumburgh" bij Heemskerk, in
Oct. 1945, waar de laatste hin
derpalen werden weggenomen,
verscheen nog in diezelfde
maand de eerste aflevering van
het tijdschrift.
Columbus is met een zeer
heterogene équipage in zee
gegaan. In het „Logboek"
schreef de redactie: „Hoe wij
nu in .feite onze koers bepalen
zullen
Voorlopig wensen wij geen
al te gepreciseerde richtlijnen
te geven. Wjj zouden zodoen
de a priori en onnodig velen
van ons kunnen vervreemden.
Waren er niet van oudsher
verschillende wegen, die naar
Rome leidden, verschillende
wegen ook, om het gedroomde
Indië te bereiken? Zo achten
wij de mógelijkheden, om óns
doel te benaderen met één al
evenmin uitgeput. In eerste
instantie echter gaat het ons
hóé dan ook, om de vernieu
wing der oude waarheden, die
onder stqf en puin ener ver
woeste wereldorde onkenbaar
zijn geworden en glansloos
verdoft. Misschien zelfs
maar dat ligt wel hoofdzake
lijk buiten ons, en wij wagen
er nauwelijks van te spreken
dat het ons, zoals eenmaal
i Columbus, gegeven zal
zijn, nieuw land te ontdekken,
een wereld, waarvoor het even
zeer waard is, artistiek te le
ven, als voor de wellicht reeds
vege waarden dezer in zlch-
zelf-verdeelde Christelifk-hu-
manistische cultuur, waaraan
wij ons nochtans verloren heb-
hen".
Een zeetal nummers van het
blad zijn thans verschenen.
Sinds Januari 46 is ook op
genomen het fraaie bibliofiele
maandschrift „De Roode Lan
taarn", dat als privé-uitgave
van een tiental jonge Colum-
bus-medewerkers van Aug. 45
tot Jan 46 verscheen.
Columbus heeft zich inmid
dels een eigen plaats veroverd
in de rij der literaire periodie
ken en het maakt een sympa-
tieken indruk door zijn be
scheidenheid.
Na eenige moeilijkheden
met de papiervoorziening, ver
schijnt het thans iedere maand
in een 16 pagina's tellende af-
Wat de
wil
Van de vrouw weer een
échte vrouw maken
Konden we kort geleden mel
den. dat „Engeland de klok te
rug zet" op modegebied dun
ne taille, wijde rokken, kussen
tjes om de heupen té verbree-
den als we zoo nu en dan
eens een Wik in de etalages
werpen of een modeblad inkij
ken. dan komen we tot de con
clusie, dat er ook in de Neder
landsche modewereld ingrijpen
de veranderingen aan den gang
zijn.
Als we alleen maar aan de
hoeden denken! Als we nog
kleine meisjes waren, zouden,
we stellig onze neuzen tegen
de ruiten plat drukken om toch
maar goed te zien hoe die nieu
we modellen in elkaar zitten en
om de kleuren van de bloemen
tuinen, die ze torsen, goed in
ons op te nemen.
Daar dit zeker niet meer
past, zoodra je geen tien jaar
meer bent en omdat we toch
graag het naadje van de kous
willen weten, zijn we een van
onze groote modemagazijnen
binnengestapt, waar de chefGj
van de verschillende afdeelin-
gen zoo vriendelijk waren ons
te vertellen en te laten zien,
waarnaar de vrouwelijke be
langstelling zoo zeer uitgaat.
Hoeden
Eigenlijk waren we het meest
wèg van de hoeden. En het ver
langen om eens zoo'n buitenge
woon model, zoo'n hoed uit een
heel anderen tijd. dan waarin
we met onze gedachten nog zoo
Nuttige wenken
Handdoeken en theedoeken
hebben veel minder van
wasch te lijden, wanneer men
ze diagonaalsgewijze wringt, in-
plaats van in de richting van
den draad.
Een gummi warmwaterkruik
moet om de twee maanden van
binnen en van buiten eens afge-
wasschen worden met lauw wa
ter. waarin een scheutje ammo
nia is gedaan.
Gelatine mag bij het oplossen
nooit koken, omdat er dan veel
van de bindende kracht verloren
gaat.
Wanneer men tulle gordijntjes
heeft, die erg teer zijn of heel
bude gordijnen, die men graag
nog eens een keer wil waaschen.
moet men ze tegen elkaar rijgen
of wel ze ln een vergiet doen, dat
ln een teil zeepsop staat en dit
steeds heen en weer schudden.
Lakschoenen, die er niet mooi
meer uitzien, kan men als nieuw
maken, door ze met een stuk ui
in te wrijven.
levering, keurig gedrukt op
houtvrij papier. Het bevat es
says, verhalen en poëzie van
vrijwel alle jonge Nederland
sche dichters, die tijdens de
bezettingsjaren reeds een ze
kere reputatie hadden ver
worven; bovendien biedt het
tijdschrift mogelijkheden aan
vele debuteer enden. Een apar
te afdeeling, „Het Ei" gedoopt
omvat critiek, polemische ar
tikelen en besprekingen.
Een prettige voldoening
voor de redactie is het, dat
steeds meer jonge schrijvers
van andere bladen overlcopen
naar Columbus, zoodat dit
tijdschrift bogen kan op de
medewerking van bijna alle
belangrijke jongeren.
In Juli-Aug. zal een dubbel
nummer verschijnen, gewijd
aan poëzie, bevattend de beste
gedichten die de medewerkers
aan Columbus den laatsten tijd
schreven. Wij zien (lit nummer
stellig een gebeurtenis in
de literaire wereld dezen
mer met belangstelling te
gemoet.
Ten slotte zij nog vermeld,
dat een abonnement op Co
lumbus acht gulden per jaar,
of f4.50 per halfjaar kost.
Men kan zich abonneeren
bij eiken erkenden boekhan
del. W.
vaak leven, op te zetten, werd
ook al bevredigd. Een heel an
dere sfeer komt er met deze
hoeden tot ons, een sfeer waar
uit alle nuchterheid van vrou
welijke uniformen met bijbehoo
rende baretten is verdwenen en
waarin zeker geen plaats meer
is voor vrouwen met lange pan
talons. Integendeel, we waan
den ons in de sfeer van Schu
bert's Dreimaderlhaus, in een
tijd vèr voor den onze, een tijd
van écht vrouwelijke charme,
van geurende, ruiscbende vtou-
wekleeren en kleine, trippelen
de vrouwevoeten die van geen
platgehakte wandelschoenen
met vrijwel vierkante neuzen
wisten.
Hoeden zagen we van zacht-
rose mousseline de soie. Bieder
meier-modellen. Op de geplooi
de stof bloemen van betzelfde
materiaal, met een enkel groen
blad of met een toef lila bloe
men, en over dat alles een wolk
van rose voile. Lichtgroene
hoeden, model 1800, begraven
onder rose bloemen en even
eens een rose voile. Een blau
wen hoed met witte kantjes g«
garneerd en met een witte voi
le. Hoeden ook van het model
van een eeuw later uit geplooi
de lila tule, geplooid rondom
een middelpunt: een paar toe
fen van dezelfde tule, het ge
heel van vrij grooten omvang.
Het lag plat op een toilettafel
en het ontlokte ons, voordat we
het zelf wisten, de vraag:
Is dat ook een hoed?
Ja, het was er een en wat
voor één! De verbazing ging
over in bewondering voor al
het werk, dat noodig was ge
weest om dit effect te berei
ken en voor de charme, die er
vanuit ging, toen deze hoed
maar eenmaal op zijn bestem
ming was, een bekoorlijk vrou-
wehoofd.
Zeker, er zijn modellen,
waarvan men dadelijk moet
zeggen: „Maar dat is in Breda
en Omstreken toch zeker niet
te dragen!" Ach waarom niet?
En stellig zal men bij de een of
andere feestelijke gelegenheid
er zich mee kunnen tooien. In
derdaad „tooien". Ze zijn soms
heelemaal onder bloemen be
dolven. Dat ook maakt de nieu
we hoeden zoo echt vrouwelijk.
Er was ook een Biedemeier-
model met hoogen bol, als van
een „hooge zijden", die in el
kaar kon worden gedrukt en
dus uitermate geschikt was om
op reis mede te nemen. Zeer
hoog zijn de hoeden over 't al
gemeen. Sommige hebben zelfs
twee bollen op elkaar. En als
er geen bloemengarneering is.
dan zijn het toch zeker hardge-
kleurde fantasies, waaronder
veel veeren, die er charme aan
verleenen.
Daarnaast ziet men evengoed
sportmodellen van het oude
genre. Degene, die ze draagt,
behoeft zich geenszins ouder
wets te voelen. Er is echter wel
een streven om deze hoeden
voor haar, die dit wenschen,
ook in een meer gekleed genre
te lanceeren.
Japonnen en mantels
De rijkdom, dien we bij de
hoeden aantreffen, missen we
bij de japonnen en mantels. Ook
hier is er een nieuwe lijn, de
lijn van den driehoek. Generali-
seerend kan men zeggen, dat de
nieuwe mode voorschrijft, dat
er altijd een lijn loopt van den
schouder naar de taille, schuin
omlaag. Deze „lijn" kan een
plooi zijn, naar benederu smal
ler toeloopend; die lijn kan een
bretel zijn, die lijn kan een gar
neering ziin van het een of an
der, al is het alleen maar een
biesje; die lijn kan ook gevormd
worden, doordat het middenge
deelte van de blouse uit een
andere gekleurde stof bestaat,
gróen bijvoorbeeld in bruin.
Het nieuwe silhouet doet aan
een zandlooper denken. En om
dit nog te accentueeren, zijn
ook de schouders verbreed, heel
vaak door de reeds genoemde
plooi, die naar onderen toe
smaller uitloopt.
De mouwen, vooral van de
mantels, zijn iets wijder dan we
gewend waren en ook iets la
ger uitgezet, maar er is een stre
ven om weer tot de oude mouw
terug te keeren. Voor het fi
guur van de Hollandsche
vrouw, die over het algemeen
geen smalle taille heeft, geeft
een wijde mouw niet het ge-
wenschte effect
Het was -eigenlijk met een ge
voel van spijt, dat we deze
sfeer van echte vrouwelijkheid
achter ons lieten. Dat gevoel
vond ook zijn oorzaak in deze
overpeinzing: Wat kent de Ne
derlandsche vrouw nog weinig
haar eigen mogelijkheden! Wat
zou zij veel meer van zichzelf
kunnen maken, als zij meer
durfde, als zij meer de richting
volgde, die haar wordt aange-'
wezen, zoolang haar eigen
smaak niet voldoende ontwik
keld is. Wat zou zij veel char
manter. veel vrouwelijker kun
nen zijn. Deze mode biedt haar
een kans. Of zij die zal grij
pen? Liesbeth-