De „Koningin Emma" te Vlissingen terug Troonrede te Paramaribo De jongste Nederlandsche letterkunde ACTUEELE CIJFERS Ook dit schip beleefde avonturen in allo dee- len der wereld, kreeg bomtreffers en liep zelfs op een m\jn, maar ligt thanfl goeden staat op de werf van de My. „De Schelde". Nog geen twee weken later dan de „Prinses Beatrix" kwam gistermorgen de „Ko ningin Emma" te Vlissingen aan, die in denzelfden staat verkeert als het zusterschip en op „De Schelde" weer om gebouwd zal worden voor het oorspronkelijke doel: Passa gierschip. Gistermiddag half drie vond de officieele overdracht plaats waarbij verschillende autori teiten zooals de directeur van de Mij. Zeeland, dhr. G. J. Ben- zink, de directeur van de Mij. „De Schelde", dhr. A. Smit, de burgemeester van Vlissin gen, tegenwoordig waren. De Engelsche kapitein, Com. T. Alkin, overhandigde na eenige lotgevallen van dit schip te hebben verteld, de scheepspa pieren aan dhr. Benzink, die hiervoor dankte en de beman ning dankte, dat zij het schip veilig teruggebracht hebben op de plaats waar 't thuis hoort. De opgestelde Engelsche matrozen konden toen getuige zyn van het feit, dat het schip voor hen afgedaan had, want terwijl de Engelsche vlag daal de rees de Nederlandsche drie kleur. Na afloop van de plechtig heid hadden we nog een on derhoud met de twee eenigste Hollanders van de bemanning, die al de zes jaren dat het schip in Engelsche dienst ge varen heeft aan boord zyn geweest. Onder verschillende com mando's heeft het schip geva ren. 10 Mei 1940 begon de reis. Eerst deed het dienst als troepentransportschip; in 1941 werd het omgebouwd tot lan dingsschip voor de commando troepen en nam het deel aan de raid by de Lofodden, op 4 April 1941. Vervolgens maakte het de operaties by Bologne, Dieppe en Byorrne mee. Ook oogstte het successen in Noord-Afrika. Het „Moonlight Squadron" waar het met de Beatrix by behoorde, stond herhaaldelijk aan vijandelijke aanvallen bloot. De namen Pantellaria, Sici lië en Italië zyn voor de be manning evenmin vreemd. In Sicilië werd het schip beschadigd door bomtreffers, voor herstel ging het naar En geland. Daarna ging het naar de Oost in 1945, waar ze aan de Penang-expeditie deelnam. Toen het de haven van Sin gapore uit wilde gaan, liep ze vlak voor de monding op een Bezinking noodig bij de Schoone Waa-idin Reeds meer dan 25 jaar ver- eischt de oever van Walcheren langs de Westerschelde nabij de Schoone Waardin, bijzondere aan dacht wegens de sterlc toenemen de diepten van de daavoor gele gen hoofdgeul. In verband hiermede waren reeds voor den oorlog omvangrij ke bezinkingen en bestortmgen uitgevoerd op den onderzeeschen oever. Uit de na den oorlog ver richte peilingen is gebleken, dat de diepten van meer dan 50 me ter bereikt, in verband waarme de een groote uitbreiding van de bezinking noodzakelijk is. Gere kend wordt op een totaal van 35.800 vlerkante meter zinkstuk en 93.000 ton zink- en stortsteen. Het tempo waarin het werk wordt uitgevoerd, wordt in hoofdzaak bepaald door de voorziening van materialen. myn. Het werd naar binnen gesleept en gerepareerd. Tot slot heeft het nog gere- patrieerden vervoerd. De Prinses Beatrix en de Koningin Emma zijn steeds in eikaars nabijheid geweest en muntten uit boven de andere schepen. Het heeft een prach- tigen staat van dienst achter den rug, kwam steeds op tjjd en er was zeer weinig te repa- reeren, wel een bewijs, dat het schip op een uitstekende wijze geconstrueerd is De bemanning die op twee na, een jaar geleden van boord gegaan is, is door H. M. de Koningin gedecoreerd. De hoofdmachinist ontving nog een persoonlijke decoratie van koning George V. De twee Hollanders, die thans nog aan boord zyn, de reserve officieren M. D. S. 3e klase, A. Luteijn en J. Kraaienveld, hebben alles meegemaakt en zyn dus in Engelschen dienst opgeklommen tot officier, na dat ze als stoker aan boord waren gekomen. Hoewel de bemanning overwegend En- gelsch was, waren ze één met hen. Kinderpostzegels De opbrengst boven de frankeer waarde van de weldadigheids („klnder")-postzegels bedraagt f 562.401.17, dit Is f 320.948.04 meer dan die der laatste uitgifte van 1941—1942 (opbrengst f 241.453.13). De aantallen verkochte zegels der 5 waarden afzonderlijk zijn: als volgt: van V/s (4) cent 8.415.861, van 2>/s (6) cent 2.036.236, van 5 (10) cent 2.536.419, van V/t (12) cent 3.598.899, van 121/» (18) cent 2.126.636. Hoogere Krijgsschool heropend Gisteren is de Hoogere Krijgs school welke thans gevestigd is in het Buiten Clingendaal on der Wassenaar, officieel her opend. Er is hierbij door vele autori teiten het woord gevoerd, o.a. door den directeur, luit.-kol. W. Th. Carp, door minister Mr. J. Meijnen en door luit.-generaal Mr. H. J. Kruis. Herdenkingsplechtigheid Vught Morgen zal te Vught een plech tige herdenking worden gehouden van de gevallenen ln de jaren 1940—1945. Van officieele zijde wordt ons medegedeeld, dat H. M. de Ko ningin voornemens is deze plech tigheid bij te wonen. (Door onzen, correspondent te Willemstad.) Evenals in Curasao worden in Suriname op den eersten Dinsdag van April de Staten een vertegenwoordigend li chaam van 15 leden, waarvan 10 gekozen en 5 door den gou verneur benoemd -door den gouverneur met een troonrede geopend. In Paramaribo deed zulks dit jaar de waarnemend Gouverneur, Mr. Maarten de Niet, procureur-generaal by het Hof van Justitie aldaar, omdat de Gouverneur, Mr. Jo hannes C. Brons, momenteel in 's-Gravenhage vertoeft om met de rijksregeerlng bespre kingen te voeren over i meerjarig constructief wel vaartsplan voor Suriname. Zooals te verwachten was, kon de wnd. gouverneur niet in alle détails zyn doorgedron gen, daar hij nog geen maand de leiding van 's lands zaken op zich had genomen. De rede beperkte zich dan ook voorna melijk tot korte opsommingen, al ontbrak de principieele kyk niet. Mr. de Niet wees op het ge brek aan vertrouwen dat in de wereld de zaken zoo som ber maakt, maar stipte aan, hoe in het afgeloopen jaar een studie-commissie (waarvan hy zelf voorzitter is; deze com missie loopt parallel met de commissie Van Helsdingen in Nederland en de commissie de la Try Ellis in Curasao. Corr.) werd ingesteld om de plaats van Suriname in het wereld- verband en de staatkundige structuur van Suriname bin nen het Koninkrijk te bestu- deeren, alsook de plaats welke aan het individu toekomt. Mr. de Niet meende en dit was zijn toekomstblik dat de Staten „voor een uitermate be langrijke zittingsperiode staan, wellicht reeds voor een be langrijk zittingsjaar". Hetzij in deze of andere samenstel ling zullen de Staten hebben te oordeelen over de nieuwe hervormingen. Hiermede stip te de wnd. gouverneur het punt aan. dat de West de laatste maanden bezig houdt: welke zal de plaats der Westindische gebiedsdeelen zijn in het nieu we koninkrijk? Voor het overige beperkte de wnd. gouverneur zich tot de opsomming: nieuwe vrijwilli gers werden naar de Oost ge stuurd (hierdoor munt Suri name uit), de landinkomsten verminderden, doordat de bau- xiet-industrie bijna 3 millioen gulden minder aan belasting opbracht. Het aantal schepen dat Paramaribo aandeed bleef ongeveer gelijk, maar de ton nage steeg iets. De deviezen- positie werd slechter. Koffie- en rijstoogst waren beter. De oegrooting beloopt 9.25 milli oen gulden, die is 50 pet. bo ven het vooroorlogsche peil (de Curagaosche begrooting is 29 millioen). De crltiek in de Surlnaam- sche pers is nihil. De Suri- mer (R. K.) gaf geen woord; dagblad Het Nieuws evenmin. De West schreef: „Teleurstel lender redevoering werd hier waarschijnlijk nog zelden aan gehoord". Suriname, een drie maal per week verschijnend nieuwsblad van neutraal ka rakter, zeide: Zoals te ver wachten was, hield deze rede geen beloften inalgemeen heden moest hij het kort gemaakt hebben". VeerbootKoningin Wilhelmina» Sedert enkele dagen wordt de veerdienst over de Wester-Schelde van Perkpolder naar Kruiningen weer uitgevoerd door de motor- ferryboot „Koningin Wilhelmina" een van de booten, die ook vroe ger dezen dienst onderhielden. Wat het in dienst stellen van dit schip beteekent zullen de automo bilisten, die vaak urenlang moes ten wachten, wel begrijpen. j Letterkundige Rubriek IN EXILIO, gedichten door Guillaume van der Graft. Als no. 22 in de „Helikoü- reeks", uitgegeven door A. A. M. Stols in Den Haag, is zoo juist verschenen een bundel gedichten van Guillaume van der Graft: „In Exilio". De bundels, die dit jaar in deze bekende serie zullen ver schijnen, worden bijna allen gevuld met het werk van en kele talentvolle jonge dichters, die reeds in de afgeloopen ja ren in allerlei moeilijk toegan kelijke clandestiene tijdschrif ten publiceerden. Als oude bekenden treffen we dit jaar in Helikon slechts Achterberg, Kemp en Van Klinkenberg aan. Guillaume van der Graft, (geboren 1920) behoorde ge durende de bezetting tot de groep jonge dichters, die zich aansloot bij het illegal? lite raire tijdschrift „Parade der Profeten", dat te Amsterdam verscheen. Na de bevrijding werkte hy mede aan het lite raire tijdschrift voor jongeren „Columbus" en aan het inmid dels in Columbus opgenomen bibliophiele maandblad „De Roode Lantaren". De thans verschenen bundel getuigt van een zeer oorspron kelijk talent. De verzen zijn tintelend en licht, bruischend als champagne; speelsche vond sten en teedere, gevoelige ge dachten zijn harmonisch samen gevoegd tot zeer mooie verzen. Kostelijk zijn vaak de trou vailles. Allerlei kleine dingen van het dagelyksche leven worden bekeken vanuit nieu we gezichtshoeken en uitge drukt op een geestige, verras- send-nieuwe manier. De beel den zijn geheel ongezocht, maar door hun directheid en originaliteit verbluffend, zoo als In een van de mooiste ver zen van dit boekje: Winterlandschap. I. Wanneer mijn vers in Brabant aan wil sterken, Groeien de woorden lager bij den grond En uit het tinnen binnenrijm der berken Giet ik een heimelijk kerkorgelfront. Naast mij klapwiekt een hout duif met haar vlerken, Als roode klinkers draven vossen rond, De dampkring huift om een ei witte kerk en De winterlucht is een ont waakte hond. Het Statitisch Bulletin van dingsmiddelen 111.2, 147.2, het Centraal Bureau voor de Statistiek van April j.L, bevat o.a. de indexcijfers van enkele groothandelsprijzen, waarvan het de moeite loont kennis te nemen. Vergelijklngsbasls Juni 1938 tot Juni 1939 100. Het indexcijfer voor plant aardige voedingsmiddelen was: in 1940 121.4; in Juni 1945 154.2; in Januari 1916 186.4. Dierlijke voedingsmiddelen in 1940 121.5; in Juni 1945 171.9; in Januari 1946 198.3. De indexcijfers voor afge werkte producten waren voor glas en aardewerk, enz.: 1940 103.7; Juni 1945 179.6; Janu ari 1946 214.1. Deze cijfers waren resp. voor: Houtwaren 151.7, 245.4, 347,8; chemische producten 136.2, 174.7, 349.0; textielwaren '142.2, 204.8, 291.0; lederwaren .146.0, 222.8, 265.7; papierwaren 145.0 154.5, 266.5; gefabriceerde voe- 202.8; metaalwaren 123.9, 135.2 193.2. Het algemeen indexcijfer was in 1940 130.6; in Juni 1945 167.5; in Januari 1946 236.1. De indexcijfers van uurloo- nen in de nijverheid en in den landbouw (akkerbouw en vee houderij) waren: (Basis Mei 1940 100). Nijverheid: 31 Mei 1945 109 31 December 1945 140, 31 Mrt 1946 151. Landbouw: 31 Mei 1945 171, 31 December 1945 203, 31 Mrt 1946 203. De dagproductie der Lim- burgschc mijnen bedroeg, ver geleken met 1938: In Juni 1945 32 pet., in Aug. 1?.'2 38 pet., in Oct. 1945 56 pet-, in Dec. 1945 54 pet., in Maart 1946 54 pet. De cijfers van Maart zijn ge baseerd op voorloopige gege vens. De dag is een wiegedruk zonder fouten (Achter in 'twoud scandeeren houthakkers Den tiel), het licht een bundel van Boutens. De sparren sprokkelen het eerste vers. Dergelijke speelsche elemen ten zijn heel schaarsch in on ze poëzie, die maar al te vaak lijdt aan een te deegsche de gelijkheid. Hoewel deze ver zen tintelen van een byna Fransch „esprit", toont Van der Graft zich toch door en door Nederlander door zijn groote liefde voor ons land schap, die reeds blijkt uit het geciteerde vers, en die ook sterk naar voren komt in het hier volgende: Lente tn den Vreemd^ April ik denk voortdurend aan mijn land. Unter den Linden denk ik aan de olmen Zwaarmoedig langs een rinsche waterkant, Aan steden, waar de eeuwen traag vermolmen. Ik denk aan buitenplaatsen en patrijzen, De groene schaduw van het grachtenloof. Ik kan niet helpen dat er loome wijzen Pianospelen in mijn achter hoofd. Ik doe geen moeite om ze vast te houden. De kathedraal zal wel ver zonken zijn. Er vloeit ergens achter de bronzen wouden Uit wonden in den einder donk're wijn. Schroefwater dat om wrakke steigers kolkt en in de brakke avondlucht seringen Schakeeringen der stilte. wie vertolkt In taal of atonaal uw aarzelingen? Ook de erotische verzen van dezen dichter zijn een menge ling van diepe teederheid en luchtigheid. Als een van de beste voorbeelden laten we volgen: Het ontwaken Naar lavendel roken de lakens Naar hars en boter het huis, Waar wij dien nacht ont waakten Onderweg op reis Wij ademden geen bederf meer Wij hadden elkander geproefd, Verkwikkender als een berg meer, Ootmoediger dan ooft. Want het water van onze eeuw mag Murw smaken, óns betaamt Een Skandinavische sneeuw nacht Buiten het open raam, Om, opgericht met de namen Van 't land en berijmd als looi De stilte te beamen Van een helder geloof. Hoewel de speelsche muze den dichter van tijd tot tijd heeft verleid tot het geven van onverantwoorde, lichtelijk dwaze beelden, beteekent deze kleine plaquette (die tusschen haakjes met een sierlijke letter op mooi papier is gedrukt, en die weinig kost) een aanwinst voor onze. literatuur. W.

Krantenbank Zeeland

Vrije Stemmen. Dagblad voor Zeeland | 1946 | | pagina 3