der Troubadours en ïrouvères De kunst Christelijke gemeenschap tusschen vroegere vijanden Een aardige proef Mensch o{ Aap Kunst Een afgesloten geheel vor mend, ligt de kunst der Trou badours en Trouvères der Min nesanger en Meistersinger, als een zelfstandig eiland, om spoeld door den ontwikkelings gang der meerstemmigheid, in de muziekgeschiedenis. Ze zijn ons niet heelemaal onbekend, de woorden Trouba dour, Minstreel en Meistersin ger: zoo af en toe duiken ze op in titels van liederen, in de opera (Wagner), als naam van een muziek-ensemble, of op wat voor manier ook, en ze laten een vagen Indruk na als ken teekenen van voorbijen tijd. Het was niet zoo eenvoudig om een juist begrip te krijgen van het muzikale gedeelte der kunst van Troubadeurs en van Trouvères uit de Middeleeuwen want het, notenschrift dat ze gebruikten, wasvoor de on derzoekers éen waar raadsel. Pas de laatste 40 jaar heeft men vaste lijnen kunnen trek ken en is het mogelijk gewor den deze melodieën in ons te genwoordige notenschrift over te zetten. Wanneer we een kijkje wil len wagen in deze aparte dicht en zangkunst, dan moeten we terug naar de Middeleeuwen, nar de Ridder-romantiek, naar den tijd van de kruistochten, naar de XHe eeuw, den tgd van het ontstaan der groote kathedralen in Frankrijk, Uit het volkslatrjn en de dialecten ontwikkelden zich de volkstalen, en zoo hadden we in Zuid-Frankrijk het „Langue d'or", en tn West en Noord- Frankrijk het „Langue d'oui' de gronden voor een nieuwe kunst der Trouvères en Trou badours. Zuid-PrcmkrfJk beleefde een ven weldadige rast, waarin het rich wijden aan kunst en cultuur een voorname bezigheid was. OH den adel ontstond een ver fijn da dicht- en muziekkunst, het eenstemmige Bed, met begeleiding van fluit, harp of hrit, die de me lodie op denzelfden toon mede- speelden, of licht aangaven, soms met kleine variaties, hei stuk in leidden door een voorspel, en het afsloten door een naspel. De Inhoud was voornamelijk het vereeren der ideale liefde, de hof felijkheid tegenover de vrouw, en ook keelden van de kruistochten, van de natuur en alle gebieden van de samenleving. In de hoogste kringen, aan de hoven van koningen en hertogen, beoefende men i5vo;:g deze kunst die al gauw groote verbreiding vond. Men noemde deze diehler-eom- ponisten Troubadours (van tïobar- vinden). Ze lieten ons verschillen de verzamelingen na, waarvan de voornaamsten zijn: .Xe cl nier de St Germain", JLe chanson nier du Rol", .Xe chansonnier d'Arras". om., terwfjl enkele de- belangrijkste Troubadours waren Richard leeuwenhart Marcabrn, Bern art de Ventadom en laufré RudeL De kunst der Troubadours vond vooral aftrek in V'eri- en Noord- Frankrijk, waar Elsonara, de ge malin van Lodewijk VUe van Frank rijk, de orde van Trouvères sticht te, die zich niet alieei verspreidde onder de edellieden, maar ook ver dedigers vond onder de burgers. Voor de uitvoering van de liede ren zorgden de Minstreels en Jong leurs, of de adel liet rich door dese speellieden begeleiden. Eén der beroemd-" onder hen was Adam de la Hale, de maker van de Pastourelle „Jeu de Robin Marion", een herderszangspel, dat voor het eerst te Napels werd 'opgevoerd en als de eerste voor- looper wordt beschouwd van de Fransche opera. De éénstemmige Eedkunst bleef echter niet beperkt tot Frankrijk, want ook onder de Duitsche edelen vond ze ingang, terwijl eveneens in Italië en Spanje vormen van de ze kunst ontstonden. Belangrijk was de verbreiding i de Duitsche hoven, waar de dichter-zangers den naam kregen van Minn es anger, die dlkwBls de zelfde geestesgesteldheid ve. loon den als de Troubadeurs en Trou vères, en evenals deze liefdesliede ren vandaar den .aam Minne- san ger kruistochtliederen, Tage- lieder, Spruche gedichten met moreele strekking Leiche enz. dichtten en componerden. made Minnes anger waren o.a. Wahher von der Vogelweide, Relmar der AHe, prins Wltslau von Rügen en Neidhart von BeuenthaL de z.g. meester der „Loefische Borf poesie". Wagner vond In de werken van Minnesanger gegevens, waarop hij .aler rijn opera's „Parsifal" en „Tristan und lsolde" bouwde. Van de Duitsche adel plantte de dicht zangkunst zich over naar de Duitsche steden, met als eemie centrum ds stad Mains, waar ze de kunst werd der Meister-singer, door burgers beoefend. Vanuit Mains verspreidde ze zich over talrijke steden en overal wer den zangers-scholen o~>gerichl en werd de kunst der Meistersinger sterk georganiseerd in het Gilde- wezen, waarin men verschillende giaden van ontwikkeling kon door loopea. Men kon, zanger, dichter en den hoogsten graad van meester berei ken, wat wilde zeggen, dat men het dichten en componeren volko men beheerschte. De beoefenaars van dezen zang waren hoofdzake lijk handwerksEeden, die gebonden waren aan strenge wetten en for mula's, de z.g. tabulatuur, waar door de vrije soepele kunst der Trouvères en Minnesanger, veran derd werd in schoolsch vakmans- werk. Lang, tot in de XVIIe eeuw heeft het gilde der Meistersinger zich kunnen handhaven, totdat het in eigen starheid van regels dood liep. Een belangrijke figuur In den overgang van de Minnesanger naar Meistersinger, was Heinrich von Meissen, bijgenaamd Frauenlob, naar rijn hooge vereering voor de vrouw. Hans Sachs was het middelpunt van de beroemde zangerschool in Neurenberg. Een beeld van het le ven der Meistersinger geeft Wag ner In z'n opera „Die Meistersinger van Nümberg". Gelijktijdig met de kunst der Troubadours en Trouvères ontstond een eenstemmige Eedkunst in ItaEë, genaamd Lauda of Lande. In te genstelling met de wereldlijke kunst der Franschea en Duilschers, had deze liedkunst een veel meer reli gieus karakter en werd voorname lijk beoefend en ontworpen door de broederschappen, doch later werden ook In de Itallaansche ste den genootschappen opgericht ter beoefening der LaudL In Spanje ontstond eveneens een verzameEng éénstemmige reUgieu, se Eederen, genaamd Lautigas de S. Maria, waarvan de teksten alle geschreven rijn door koning Al phans de Xe en welker Inhoud voornamelijk een vereering is der H. Maagd. Aan deze eenstemmige liedkunst welke zich zoo sterk over West- en Zuid-Europa verbreidde, voegde men den naam wereldlijk toe, In tegenstelling met het algemeen ge bruikte Gregoriaansch, de kerkzang der kalhoEek© kerk, welke in de eerste 10 eeuwen de oenige zang was, die door het volk gezongen werd. Dit het Gregoriaansch kon rich pas lcier de meerstemmigheid ontwikkelen en tot zelfstandigheid komen. Zoo wist de wereldfljke liedkunst Geestelijk leven Canon H. A. Wittenbach schrijft in „The Outpost", het blad van de Anglicaansche dio cese in Hongkong over de oecu menische gemeenschap, die er bestond tusschen Japansche en Chineesche Christenen, zoowel gedurende den oorlog als na het beëindigen der vijandelijk heden. „In 1942", zoo zegt hfc', „na de Japansche bezetting van Hongkong, stuurde de Japan sche regéering Rev. M. Same- jima naar Hongkong om op te treden als raadgever van de Chineesche kerken in die kolo nie. Deze vormde een comité, bestaande uit vertegenwoordi gers van de niet-Roomsche ker ken en was op deze manier tot grooten steun van de Chinee sche geestelijken en van Dr. Met Paschen zal door de ver schillende Prot. Kerken in ons zuidelijk nabuurland een Bijbel dag worden gehouden, waarop dê jongeren zelf allerlei punten onderling zullen bespreken. Ieder zal 5 minuten over een bepaald onderwerp een toelich ting mogen geven, waarna al- gemeene discussie volgt/ Ditmaal komen o.a. aan de orde: „DoenV/ij aan politiek?" „Hoe ataan wjj tegenover de Roomsche kerkleer?" enz. Op de eerste vraag antwoor den twee inleiders: „Ja", één „neen". Op de tweede vraag antwoordt er een: „Niet afwij zend". Een ander „afwijzend". Een Belgisch voorbeeld 'voor' Nederland Nederlander in Frankrijk terechtgesteld De Nederlandsehe onderdaan Gedeon van Houten, die te Neuilly agent van de gestapo is geweest en 75 millioen francs heeft verdiend met den handel in Joodsche goederen, is gister in het fort van Chatillon gefu silleerd. naast de Etuxgische zang, uitdruk king te geven aan gevoelens die als wereldsch werden beschouwd, en buiten de ingetogen kerkleer stonden. de V. B. Harth, den secretaris van den Bisschop. Soms kwam hij zelf in moeilijkheden met de regee ring, doordat hij zich krachtig verzette tegen het in beslag ne men van kerkelijke goederen en door geestelijken en leden v. de kerk te verdedigen, die on der verdachtmaking stonden. Na de capitulatie van Japan in Augustus 1945, werd Mr. Samejima geïnterneerd met de Japansche burgers en die uit Formosa in de Whitfield kazer ne. Hier zette hij zijn werk voort. Het is van belang te vermel den, dat de Japanners de Brit- sche geïnterneerden in het Stan ley kamp nooit beletten om voor godsdienstoefeningen bij een te komen, hoe gespannen de toestand ook was en niette genstaande strenge maatrege len die er werden genomen te gen allerlei andere bijeenkom sten. De Britsche autoriteiten hebben dezelfde houding aan genomen tegenover de gods dienstoefeningen van de Japan sche Christenen. Op Zondag 21 Oct. 1945 hield Mr. Samejima den eersten dienst in de kazerne. Een paar dagen later kwam hij naar me toe, natuurlijk onder geleidé en vroeg me, of ik mijn toestem ming wilde verleenen voor een bijeenkomst van Japansche Christenen in St. Andrew kerk. Zoo kwaraèn dan op den be paalden dag 30 mannen en vrouwen uit de kazerne naar de kerk toe, begeleid door twee Britsche matrozen. In de kerk waren ook een 12-tal Chinee sche Christenen aanwezig. Er werd een korte preek gehou den door Rev. Samejima. Toen bediende Tsjang Kei Ngok het Heilig Avondmaal, gedeeltelijk in het Chineesch, gedeeltelijk in het Engelsch en Japanners en Chiheezen knielden naast elkanders neer om van een Chineeeschen geestelijke ln een Engelsche kerk de teekenen van het verbroken Lichaam, en het vergoten Bloed te ontvan gen ter verzoening van een zondige wereld. Hongkong heeft de laatste vier jaar droevige dingen be leefd. God zij gedankt, dat wij ook deze uiting van de kracht van het Christelijk geloof heb ben mogen beleven, die den scheidsmuur van haat en wraak kan neerhalen". Feuilleton AIDER MATIN-MAGOG Vrij naar het Engelsch door D.A.O. 12 „Mij ook, geloof me. Ik sym- pa' iïiseer ten volle met u. Maar zoals ik zeide. wat moet ik doen?" En hij hief de handen als in wanhoop omhoog. Toch wist hij genoeg moed te ver zamelen om zijn compagnon vlak in het gelaat te zien en te herhalen: „Wat moet ik doen?" De Corsicaan bleef zeer kalm Z$n oogen vertoonden geen spoor van boosheid. Bevend van nieuwsgierigheid trots zijn poging tot zelfbe- heersching, mompelde de ban kier: ,Xk hoop, dat u niet belee- Mng. gemeentelijk, regionaal Pasquale schokte omhoog •«net de onstuimigheid van de bewoners der zuidelijke lan den. Hjj hief zijn armen om hoog en zijn oogen rolden door de oogkassen. „Beleedigd? Ik? Wel. mijn goeie kerel, dat is onzinnig! Beleedigd Waarom Het is niet anders dan natuurlijk! Ik moet de eerste rechten eerbie digen. Natuurlijk spijt het me, spijt het me geweldig, dat ik mijn droomen moet opgeven maar, zooals ik u al zei, wat valt-er aan te doen? Ik hoop van harte, dat deze gebeurte nis op geen enkele wrjze onze vriendschap zal schaden en dat uw dochter den onfortuinlijken minnaar zal vergeten en in! hem slechts een vriend zien zooals vroeger." „Welja, natuurlijk", sprak de bankier luid, grootelrjks ver licht. „Ze zal veel te big zijn". „A propos", zei de Corsi caan ploseling, „als u er niets op tegen hebt. moeten we het eens over ons contract heb ben. Het moet dadelijk worden vernieuwd". Savill kleurde. „Wanneer ge maar wilt", zeide hij gretig. „Ik ben tot uw dienst". „Welnu, we zullen straks naar den notaris gaan. Wat dunkt u van eén gezamenlijk diner-tje ter gelegenheid van de verloving?" „Een prachtidee!" riep Savill overgelukkig uit. „We zullen u verwachten Hij brak zijn zin af in plotse linge verlegenheid. „Tenzij u u tegen de ontmoeting op ziet met. „Den heer Masterley?" j Borsetti lachte luidruchtig. „Kom, kom, m'n goeie man! Je schijnt me voor een men- scheneter of voor een dwaas aan te zien." „Kijk eens", verklaarde Sa vill, „ik was ongerust ik vreesde een misverstand ik zou u niet graag beleedigen", Borsetti met zijn scherp ver stand begreep. Hij verraadde zijn gevoelens niet, noch toon de gekwetste ijdelheid. Inplaats daarvan riep hg uit: „Ben je mal.' Jk ben geen kind. Ik be grijp de situatie volkomen. Bo vendien is 't geheel mijn eigen fout. In plaats van u onver hoeds te overvallen had ik eerst eens moeten-polsen en u voorzichtig uithooren. Dan zoudt u de verhouding tusschen juffrouw Savill en Masterley waarschijnlijk genoemd heb ben". „De zaak is deze", hernam Savill met ongekunstelde vrien delijkheid. „het is zoo'ns oude historie dat ik meende dat iedereen ervan wist. De situatie leek mij zoo duidelijk. Ik be schouw Roland eigenlijk als mijn eigen kind. Nu ik er aan denk moet ik u dikwgls doode- lijk verveeld hebben met mijn eindelooze verhalen ove" hem". „Zoo is het. Vandaar mijn vergissingen. Ik was hem gaan beschoT-sn ais een iid van het gezin! Als we nu het onder werp eens lieten rusten. Ik be ken dat ik ezelachtig geweest ben". „Heeiemaal niet, heelemaal niet.'" protesteei'de zijn com pagnon beminnelgk. „Dat ben ik wel. Het beste wat ik doen kan is het geval vergeten. Op stuk van zaken zijn wij serieuse mannen, jij en ik", voegde hg er schertsend aan toe. „U hebt gelijk. Gelukkig zijn er andere dingen die onze i dacht vragen, behalve dwaze, s'enümenteele kwesties". „Dat zou ik denken! ïk voor mij heb de zaak al van mij af gezet". Een uur later kon Frank Savill gezworen hebben, dat zijn compagnon over zijn teleur stelling heen was. De laatste gedroeg zich als gewoonlijk en was zeer opgeruimd. Dien avond hernieuwde Frank Savill zijn Invitatie aan Borset ti en opperde het plan dat zjj samen naar zijn woning 'zou den 'rijden in Knightsbridge. „Het is ter 'eere van de con tractvernieuwing en van mijn dochter's engagement", zei hij hartelijk, toen ze de .wachtende auto binnenstapten. Borsetti lachte minzaam,, zijn glinsterende witte tanden ver- toonende. „Inderdaad verlang ik een van de eersten te zfln, die juffrouw Savill en haar aan staande geluk wenscht", zei hij bedaard. Toen ze arriveerden vonden Savill en zijn gast den salon ledig. „De jongelui moesten er toch zijn", meende Savill verbaasd. Hij schelde om inlichtingen te kunnen vragen, maar bflna terstond verscheen Mevrouw Savill. - Ze gaf Borsetti de hand. De jarenlange binnenlandsche staatkunde als vrouw van een bankier hadden haar geleerd haar ontroering te onderdruk ken en haar gevoelens te ver bergen. Ze liet niet merken dat ze Borsetti niet mocht. Ze ver welkomde hen glimlachend. „Violet komt wat laten. Ze is in de war, daar Roland de een of andere geheimzinnige reis heeft ondernomen. Voor zoover ik uit kan maken is hg plotse ling tot dit uitstapje besloten", verklaarde ze vergoelijkend. „Een uistapje!" Haar man keek haar met 'groote oogen aan. „Roland op reis. Maar wat gaat er dan om?" „Ik kan het heusch niet. zeg' :n. Kaar- ik vind dat alleen iets van 't grootste belang (Wordt vervolgd f

Krantenbank Zeeland

Vrije Stemmen. Dagblad voor Zeeland | 1946 | | pagina 6