MONRO'S SOLITUDE Wet€tD5waardigheden Uit de Zeeuwsche doos Een mannelijk kindermeisje 5pfes Letterkundige kroniek Harold Monro (18791931) is een Engelsch dichter van bescheiden formant, die evenwel enkele subtiele verzen heeft geschreven in een genre, dat we het „huiselijke" zouden wil len noemen. Het is een soort verzen, dat heel veel wordt en werd beoefend, maar dat bij de meeste schrijvers ontaardt in een sentimenteel gezeur. Erge voorbeelden van de uiter- ten waartoe dit genre leiden kan, hebben we in onze eigen literatuur te over uit de periode van een honderd jaar geleden, de tjjd der z.g.n. predikantenpoëzie. Men sla Tollens, Beets e.d. maar eens op. Monro echter, heeft van de teere, huiselijke sfeer, vermengd met weemoed om iemand, die hem verlaten heeft, een prach tig en ontroerend, zuiver geheel gemaakt, wat sterk naar voren komt in dit gedicht „Solitude". Hij zit, eenzaam, verlaten door iemand, die hem heel lief Is, bij het vuur, 's avond laat- Nóg wacht hjj. Zal de bewuste persoon terugkeeren Hij ziet de kamer rond. De glanzende oudé meubels, die bezield door menschelijke gevoelens lijken in zijn verlatenheid, zelfs die stomme, doode voorwerpen lijken hem de stilte en het feit, dat ze niet gebruikt worden te ver waten. Zijn hondje vergroot door zgn aanhankelijkheid nog meer deze stilte, waarin alle geluiden, het fluiten van een locomotief in de verte, het rondwaren van den nachtelijken wind, te hooren zijn. En eindelijk welt in het oog van hem, die zoo diep onge lukkig was, dat hij niet schreien kon, langzaam, en als 'een verlichting, een traan. SOLITUDE When you have tidied all things for the night, And while your thoughts are fading to their sleep, You'll pause a moment in the late firelight, Too sorrowful to weep. The large and gentle furniture has stood In sympathetic silence ail the day With that old kindness of domestic wood: Nevertheless the haunted room will say: „Someone must be away". The little dog rolls over half awake, Stretches his paws, yawns, looking up at you, Wags his tail very slightly for your sake, That you may feel he is unhappy too. A distant engine whistles, or the floor Creaks, or the wandering night-wind bangs a door. Silence is scattered like a broken glass. The minutes prick their ears and run about, Then one by one subside again and pass Sedately In monotonously out. You bend your head and wipe away a tear. Solitude walks one heavy step more near. EENZAAMHEID Wanneer je alles hebt geordend voor den nacht, En je gedachten slaperig gaan kwijnen, Talm je bij 't late open vuur, en wacht. Te treurig om te weenen. De breede, oude meubels stonden zacht In medevoelend zwijgen, heel den dag, Met die vertrouwdheid van oud, slijtend hout: Betooverd zien zij niettemin je aan „Een is er heengegaan". De kleine hond rolt dommelënd op sö. Rekt zich en geeuwt, en lqjkt je aan, Kwispelt om jouwentwil zijn staart heel zwak, Je voelt: ook hij is niet op zrjn gemak. Heel ver weg fluit een trein, en even kraakt De vloer, terwijl de nachtwind zwervende een deur toeslaat Stilte spatte uiteen als een verbrijzeld glas. Minuten spitsen ooren, klimmen op, En dalen langzaam, een voor een. Zij komen rustig binnen, zij gaan eentonig heen. Je buigt het hoofd, en veegt een traan terzft, Eenzaamheid komt een «ware schrede naderbij. uil Engeland Een Londensche correspon dent 'schrijft: „1916 is nu al weer enkele maanden oud en laat ons ho- -er. dat het een goed jaar za! vv orden. Hier te Londen ben ik het zesde jaar in het buiten land begonnen met een inte ressant gesprek over een hotel- tafelt-'e in het Waldorf gebouw. Duiten van Oxfordstreet door Pall Mali naar de Strand schit terde de City van reclamelich- ten als een reusachtige dia mant. Binnen speelde bet en semble de nieuwste „hit' One wav or another, terwijl mijn kennis mij het laatste nieuws uit Noord Amerika vertelde. In New York stonden er niet minder dan 26 gigantische kerstbocmen, versierd met roo- de, gele, blauwe en groene licht kogels, in Park Avenue. De etagales fonkelden van luxe: brill anten, diamanten, en andere juweelen, aardewerk, grud en zilver. Zelfs filmsterren, zooals Bmg Crosbv, Dorothy Lamour, Ann Sheridan en Charles Laughton, vermochten de clientèle met v an de straten naar de filmpa leizen te lokken. Acteurs en actrices in Houj wood wreven zich ondertus- schen in de handen, omdat men daar vooral de voordeelen van de Amerikaansche geldleening aan Groot Brlttannië verwacht. Barbara Stanwyck, de echt- genoote van Robert Taylor, thans 33 jaar oud, verdient bij na een half millioen dollars ^Miin Noord Amerikaansche kennis vertelde ook, dat Orson WeUes en Rite Hayworth zich weldra zullen laten Greta Garbo, Gracy Fields, Laurel en Hardy komen spoe dig naar Engeland. Op het gebied van tentoon stelling hebben Picasso en Ma tisse Londen» belangstelling verworven. In het Vlctona en Albert museum loopt het storm Iedereen moet dit gezien heb ben en niemand begrtlpt er leta vanMen ls zelfs van plan een „Genootschap voor gezonde Kunst" cp te rich ten- Twee kwinkslagen nog en dan zeg ik: good bye and cheerio tot een volgende keer. Advertentie ln de ..Aberdeen Evening Express": „Wie.tol en wil rol van perfecte elfen koningin ln sprookjeatooneel vervullen? Wfl zoeken tiee persoonlijkheid met hel dere, zekere etem en Imposan- 16 fDe1 „Daily Telegraph" be richt ten slotte, dat onlangs een vriendelijk heer, die een hond van den verdrinkingsdood red de door het beest uit een gat in het ijs te bevrijden, een boe- te moest betalen, omdat hij aan het baden wai na zonsonder gang BERONICIUS hl Het was in het rampjaar 1672. Engeland, Frankrijk, Munster en Keulen vielen de Republiek der Nederl; aan. De legers van „Zijne Al- lerchristelijkste Majesteit", Lo- dewijk XTV van Frankrijk dron gen door tot het hart van ons land. Schrik en ontsteltenis heersten alom en door de ge ringste oorzaak kon een .pa niekstemming ontstaan. Daar van is ook Walcheren niet ver schoond gebleven; de regenten van Middelburg werden er de dupe van. Gelukkig liep alles met een sisser af. Wat er gebeurde vertelt Be- roniclus in een statig Latijns dichtwerk, dat de geweldige titel draagt: „Georgarchonto- machia sive expugnatae Messo- polis libri duo". Het gedicht is in het Nederlandsch overgezet onder de titel: Boeren en Over heidsstrijd of het innemen van Middelburg, in twee boeken. Heldendicht. Zoals de Griekse dichters de Muze, de godin der dichtkunst aangrepen om hen te inspireren zo roept Beronicius de hulp in van Bacchus,zijn meest ver trouwden god. Daarna vertelt hij het volgende: De boeren moesten de kust bewaken, opdat geen onver hoedse landingen van den vij and zouden plaats hebben. Zij kregen dagelijks het wacht woord van den griffier der Sta ten, Van d. Brande. Eens, toen de griffier uitstedig was, bleef het uit. De Serooskerkers, die het strand bij Oostkapelle zou den bewaken, vreesden verraad en raakten in beroering. Politieke delinquenten Het is den Minister van Bin- nenlandsche Zaken gebleken, dat het meermalen voorkomt, dat gemeentelijke instanties aan in vrijheid gestelde poli tieke delinquenten moeilijkhe den in den weg leggen, welke moeten beschouwd worden als een uitvloeisel van een bepaal de gezindheid ten aanzien van deze categorie van personen. In verband hiermede heeft de minister de gemeentebesturen er op gewezen, dat een zooda nige houding van personen, die door de terzake bevoegde in stanties in de maatschappij worden terug gebracht, onjuist is en te meer afkeuring ver dient, indien zij door overheids instanties wordt Ingenomen, en voorts heeft de minister vef- zocht, er op te willen toezien, dat de daarvoor in aanmerking komende organen en ambtena ren zich van een dergelijk op treden onthoudp" Hiervan, zoo meldt de Bre el asche Courant, heeft zich het eerste exemplaar aangemeld in Engeland. „Een manneljjk kindermeis je, noemt de 40-jarige „Oomj Victor" zich, want hij heeft zich vrijwillig gemeld bij een' socialen dienst, welke kinder meisjes uitstuurt om op de kin deren te passen als de ouders hun uitgaansavond hebben. Vier avonden per week be zoekt hij verschillende huizen en houdt toezicht op acht kin deren tusschen den leeftijd van acht maanden en vier jaar. Enj Oom Victor houdt van z\jn| baantje en de kinderen houden van hem. Hij is zelf van oordeel, dal mannen beter geschikt zrjn voor kindermeisje dan vrou wen. Mannen hebben meer ge duld, zoo zegt hij, en meer ver nuft om kindoren bezig te hou! den. Hij vertelt de jongens sprookjes en helpt de meisjes met het aankleeden van pop pen. Men zal misschien vragen: Kan Oom Victor zijn tijd niet beter gebruiken? En dan zeggen wij ronduit: neen'. In de eerste plaats verricht hij zeer nuttig werk en in de tweede plaats etelt hij het vrou welijk geslacht in gebreke* Terwijl de daarvoor in aan merking komende meisjes in de bioscoop zitten, dansen of an dere bezigheden buitenshuis ver richten, neemt Oom Victor hun plaats in. En hij doet dit; met volle overgave. Daar kan het vrouwelijk geslacht een voorbeeld aan nemen". Het valt evenwel te betwij felenzoo zegt het blad, of hierin do oplossing van het dienstboden vraagstuk moet ge zocht worden. Maar wat dan Red. Ziet dan de Vroedschap ons voor Lomperts aan, voor Zotten Durft zé, onvoorzichtig dus, met onzen ijver spotten? Haar woord verbreken en bewerken dat, bij nacht, Ons eigen volk, malkaar niet kennende, onbedacht, Den een den and'ren zou, als arme schapen, kelen. Ja, Mannen! laat ons, fluks, om 't kwaad in tïjds te helen, Optrekken naar de stad, en wreken onzen hoon, Opdat het schendig stuk zijn eigen Meesters loon'. Weldra rukken dorpelingen van alle kanten op in de rich ting van de hoofdstad. Jaap van St Aagtenkerk geeft 'teerst zijn paard de sporen; Souburgsche Willem laat zijn stem mee wakker horen; De Schout van Hogeland leidt zelf zijn Dorpstroep voort; Matthijs van Ruthem voegt zich mede in 't krijgsaccoord Marijn en Keeszoon doen een deel Koukerker knechten Zich stellen in 't gelid, om straks zo fel te vechten, Alsof met 't Steevolk wilde opvreten tot aan 't been. In een stal komen allen bij een. Zij zorgen er voor niet op een droogje te zitten, terwijl ze over 't opperbevel twisten, welke waardigheid ten slotte aan Pauwels van Serooskerke wordt opgedragen. Die schreeuwt het hardst en heeft de meeste rechten, omdat hij met de zijnen het initiatief genomen heef voor de bewe ging. Hij is cr zeker van, dat de vfland spoedig de onbe schermde duinen zal bezetten ji gewis, er schuilt verraad: 't Gehate Middelburg is de oorzaak van dit kwaad.! De nood eist deze ramp gewapend, af t.e keren, De trotse stad die hoon gevoelig te verloren, En zonder onderscheid de gansche Magistraat, Geboeid te straffen naar verdienste, om de euveldaad. Doch Krelis van Koukerk beeft z'ch i™fussen "oen moed. maar bezadigdheid ingedron ken. Hij wijst er op, dat het geen geringe zaak is met een handvol boeren, de, sterke wal len, „met zoveel zweets ge sticht" te bestormen. Het volk, dat aan die wallen gewerkt heeft gebruikte, ofschoon het matig was, elke zomerdag vier en twintig vat best bier; bo vendien zijn die wallen vol gens de plannen van een ver- ,maard wiskundige opgeworpen en van geschut voorzien, dat voor de vuurroeren der boeren niet zal wijken. En dan de ver sterkte poorten, waarvan de sleutels zoo zwaar zijn, dat een jongen ze nauwelijks kan dra gen! Ztjn welsprekendheid wordt afbreuk gedaan, doordat hij door zijn zetel, een tenen mand zakt. Terwijl men nog schate rend naar hoofd en benen van den spreker kijkt, die boven de mand uitsteken, komt een ste deling ventellen, dat het volk in de stad in rep en roer is. Ieder staakt. Deez' werpt de schaaf en boor. die kalk en troffel, heen; Elk voegt zich, in der ijl. b\j 't morrende gemeen. De Slachter talmt, en wil geen vette rund'ren vellen; De Lapper de oude laars, noch lekke schoen herstellen; De Sijnder, die zo licht vuurvattende is als stroo. Vervloekt de schaar, en wipt van tafel als een vloo. Men heeft een achttal be stuurders gekozen. De afge zant komt de hulp der lands lieden inroepen om dc „laffe vadze Raad" af te zetten. Nu is de wankelmoedigheid der boeren voorbij. In een ogenblik zijn' ze marsvaardig. In de kroeg Antwerpen te Bre- damme wordt weer moed in gedronken. Vol ïjver trekken ze op de Noordpoort aan. De wacht van vier man wordt door hetlawaai uit zijn ijzeren slaap gewekt. Een van de wachters schreeuwt hun toe dat ze hun wapen naar huis moeten brengen en met boter, eieren en vee terug komen, want het is juist Donderdag. Men luistert niet naar die raad en gaat de poort forceren. Het hoofd van de wacht steekt dc lont in het geschut, maar zon der resultaat; het was met zand in plaats van lood gela den. Een ordinair vrouwmens scheldt de wacht uit. opgescho ten Middelburgse jongens gooi en met stenen naar de wach ters. Van twee kanten belaagd geeft de wacht de strijd op en op voorwaarde van levensbe houd laat de commandant de poort openen. RUIM DAT DING OP! Wat staat die tramwagen leuk dwars over den Vlissing- schen weg hé? Het ding staat twee meter op den rijweg te Imipoogen naar de auto's. 't Duurt natuurlijk net zoo lang tot er een wagen tegenop vliegt. En dan wordt hij natuurlijk direct weggehaald. Weghalen is niet direct noo- dig, maar dal ding wat aan den kant ?etten is geen luxe. Zal me benieuwen wan neer het eens Zal gebeure1"1.

Krantenbank Zeeland

Vrije Stemmen. Dagblad voor Zeeland | 1946 | | pagina 5