OWZ&ïl
gulden?
Waf wordf er van
vroeger ©sa
2
VRIJE STEMMEN - ZATERDAG TO MAART 1945
Er zijn in ons vaderland zoowel vóór
de bevrijding als nu in het bevrijde deel
telkens en telkens stemmen opgegaan
die voorspelden, dat er na den oorlof
een daling van waarde bij het Neder,
landsche geld zou zijn te constaueeren,
die dan met den naam inflatie werd
bestempeld.
Wat is inflatie
Een deskundige in 't officieel orgaan
van de sectie Voorlichting Militair Gezag
geeft daarvan de volgende uitleg
„In normale omstandigheden bestaat
er een zeker evenwicht tusschen vraag
en aanbod voor de verschillende goede
ren en daaruit komt automatisch voort
een bepaalde prijs van elk artikel. Wor
den de goederen schaarscher of anders
zins, stijgt de vraag, dan loopen de prij.
zen omhoog. Dat is een verschijnsel
dat iedereen in het dagelijksche leven
kan constateeren.
Na den vorigen wereldoorlog bestond
deze laatste situatie in zeer uitgespro
ken vorm, immers de oorlog had den
goederenvoorraad in Duitschland dus
danig uitgeput, dat men graag bereid
was een hoogeren prijs te betalen om
tenminste nog iets te kunnen bemach
tigen. Tegelijkertijd werkte de drukpers
van de Duitsche Rijksbank op volle
kracht en de bevolking kreeg hoe langer
hoe meer geld in handen. Als men dik
in de contanten zit, kijkt men niet op
een paar honderd marken meer of min
der, met als gevolg; de prijzen liepen
nog meer omhoog. Bovendien rede
neerde men „als ik vandaag niet zoo
veel mogelijk voor mijn geld koop, zijn
morgen de prijzen nog meer gestegen".
Daardoor nam de waag nog sterker toe,
wat op zijn beurt de prijzen opnieuw
beïnvloedde.
Dit verhaal zou men in de oneindig
heid kunnen voortzetten, want hier is
men in een werkelijk v'icieuzen cirkel
aangeland de toenemende vraag drijft
de prijzen omhoog en de steeds stijgende
prijzen stimuleeren weer de vraag. Van
zelfsprekend is het geheele proces wel
iets ingewikkelder dan hier staat, doch
in groote lijnen is het beeld zoo' onge
veer juist."
Nu heeft dit voorbeeld van Duitsch
land na den vorigen wereldoorlog toch
Een goede daad van
onze jongens in Frankrijk
Gisteren was ik getuige, zoo vertelt
een spreker in de radio Herrijzend Ne
derland, van een sobere gebeurtenis, die
in zijn eenvoud diep aangrijpend was.
Ergens komen in de zaal van een groot
gebouw bij elkaar een Nederlandsche
militair, een inspecteur van politie, een
ambtenaar van sociale zaken en de
hoofdpersoon, een Eindhovensche vrouw,
wier man in de Septemberdagen door
mitrailleurvuur doodelijk getroffen werd.
Zonder verdere aankondiging en zon
der eenige nadere inleiding staat de sol
daat op, en steekt van wal
„Wij soldaten, gelegei'd ergens in een
opleidingskamp in Frankrijk, geven elke
week een klein bedrag van onze soldij
om daarmee den nood te helpen lenigen
van talrijke oorlogsslachtoffers. Toen er
een aanzienlijk bedrag bijeen was, meen
den wij met de uitdeeling een aanvang
te moeten maken. Onze keuze viel op
de stad Eindhoven. Door de campagne
werd ik uitgezonden om het bijeenge-
spaarde bedrag te overhandigen aan een
Eindhovensch burger, die daarvoor het
meest in aanmerking zou kunnen komen.
De ambtenaar van sociale zaken wees
mij 10 personen aan en door het lot werd
toen beslist, mevrouw, dat U de geluk
kige zou zijn. Mede namens de geheele
campagne en haar commandant, hoop ik
dat U in dit bedrag zult zien een blijk
van ons medeleven."
De niet van tevoren ingelichte en daar
door totaal verraste vrouw kon haar
tranen niet bedwingen en staarde wezen
loos naar de 1400 gulden, die Neder
landsche jongens ergens in Frankrijk
voor haar hadden bijeengebracht, voor
haar en voor haar zeven kinderen. Is
het niet begrijpelijk dat gebaar en hou
ding, die hier de functie overnamen van
het gesproken woord, beter dan alles de
dankbaarheid uitdrukten voor dit vol
komen onverwachte blijk van mede
leven
De jongens in Frankrijk verwachten
voor hun initiatief geen dank, en gaan
rustig door met iedere week een klein
offer te brengen, waardoor onuitspre
kelijk geluk wordt gebracht in een ge
troffen Nederlandsch gezin.
Van deze plaats af brengen wij hen
gaarne hulde. Wij kunnen trotsch zijn
op onze soldaten
ook een goede zijde gehad. En wel deze
Wij hebben geleerd dat wij dit proces
niet rustig zijn gang moeten laten gaan,
doch zelf moeten ingrijpen om deze
schadelijke gevolgen van een soortgelijke
situatie na den huidigen oorlog te voor
komen. Ook hieromtrent geeft bovenge
noemde deskundige voorlichting.
Hoe men flians inflatie voorin mt
„De wetenschap, hoe dit fatale proces
in zijn werk gaat, wijst ook tevens den
weg voor de bestrijding ervan. Wan
neer men er in slaagt op de een of
andere manier te voorkomen, dat de
prijzen uit zichzelf omhoog loopen, dan
is daarmede vanzelf de toovercirkel ver
broken. Er is dan voor niemand aan
leiding meer, om koste wat het kost,
het beschikbare geld in goederen om te
zetten uit angst, dat men morgen het
dubbele er voor zal moeten betalen.
Ook de loonen kunnen dan op een rede
lijk niveau worden gehouden.
Dit is nu de les, die men uit de Duit
sche tragedie na 1918 heeft geleerd.
Het is ook de reden, waarom van den
beginne af aan een „prrjs-stop' en een
„loon.stop" zijn ingevoerd, volgens welke
het verboden is prijzen en loonen naar
believen te verhoogen.
Evenwel, met een simpel verbod tot
prijsverhooging kan vanzelfsprekend
niet worden volstaan. Er is meer voor
noodig om het gewenschte effect ook in
de practijk te bereiken. Die meerdere
maatregelen kunnen als volgt worden
samengevat.
In de eerste plaats is er een Opspo
ringsdienst ingesteld onder leiding van
den Inspecteur van de Prijzen. Deze
dienst gaat de gevallen na, waarin men
zich niet aan de voorgeschreven prijzen
houdt. Zij, die zich aan prijsopdrijving
schuldig maken, zullen worden berecht
door de Tuchtrechters voor de Prijzen te
Den Bosch, Breda of Maastricht.
Minstens even belangrijk echter is het
„prijs-egalisatiefonds", dat zoo juist werd
ingesteld. Dit instituut heeft tot taak
de pi'ijzen voor de goederen, die uit Bel
gië, Frankrijk of uit Engeland en Ame
rika worden geïmporteerd, te brengen
op het Nederlandsche niveau. Wanneer
de prijs van een buitenlandsch artikel
dat in Nederland op de markt moet wor
den gebracht, hooger is dan volgens de
Nederlandsche maatregelen toelaatbaar
zou zijn, dan past men uit dit fonds het
verschil bij, zoodat het betreffende ar
tikel toch tegen den „Nederlandschen"
prijs kan worden verkocht. Ook omge
keerd gaat men te werkvan buiten.
landsche goederen die goedkooper zijn
dan hier te lande, worden de prijzen ver
hoogd en het batig saldo komt dan ten
goede aan het prijs-egalisatiefonds."
Ten slotte raadt deze deskundige alle
goede vaderlanders, die niet door zwar
ten handel of door met de Duitschers
te heulen extra geld hebben verdiend,
doch eenvoudig wat geld hebben over
gehouden van hun normale inkomen, dit
zuinig te bewaren. Nu kunnen zij er
niets goeds voor koopen. Straks wordt
dat beter
En hij eindigt
„Ter samenvatting van het boven
staande kan dus het volgende worden
gezegd. Ongecontroleerde prijsverhoo
ging behoeft niet te worden gevreesd,
want daartoe is de prijs-stop ingevoerd,
de opsporingsdienst en het prijs-egalisa-
tiefonds ingesteld. Deze overheidsmaat
regelen kunnen worden aangevuld door
de houding van het publiek, dat het
eventueel overtollige geld rustig be
waart tot betere tijden. Door dat te
doen, handelen zij in hun eigen voor
deel en in het algemeen belang. Dan
zal een gulden ook een gulden blijven
Red.
„Britannia rules the waves".
Wie wel eens door Zuid-Engeland ge
reisd heeft, hetzij per trein, per bus of
per fiets, zal zonder twijfel soms den
indruk gekregen hebben, dat hij ver
keerde in een uitgestrekt park de half
tusschen geboomte verscholen dorpjes,
met hun kerkjes, de slingerende wegen,
het zacht golvende met gras begroeide
land, door heggen in ongelijke stukken
verdeeld, dit alles heeft iets bekoorlijks,
dat wij, die ook in een tuin „de tuin
van Zeeland" wonen, zoo goed kunnen
waardeeren. Dit landschap kent geen
scherpe tegenstellingen, slechts geleide
lijke overgangen, evenals het klimaat,
dat het gevormd heeft. De winter is er
niet zeer koud, de zomer niet erg warm.
De zon zengt niet, de koude is niet ver
stijvend en de regen valt niet in wolk
breuken neer. Het Engelsche klimaat
heeft als het ware een afkeer van alles
wat mateloos en onbeteugeld is, even
als de bewoners die er in leven. In het
diepst van hun wezen zijn zij „platte,
landsbewoners'" de liefde voor het bui.
tenleven is diep geworteld in hun aard
niet beperkt tot hen die zich de weelde
van een country-seat kunnen veroorlo
ven, maar zich uitstrekkend tot alle
lagen der bevolking. Schilderkunst en
dichtkunst leggen hiervan een sterk
sprekend getuigenis af, evenals de sport.
Want zijn niet zijn cricket, golf en tennis
ontstaan in de dorpen en rond de statige
verblijven der gegoede klassen en van
daar doorgedrongen tot alle bevolkings
roepen, zoo zelfs dat ze zich een belang
rijke rol hebben weten te veroveren in
het opvoedingssysteem van heel 't volk
Dit schoone land, „this precious stone"
zooals Shakespeare het noemt in het
koningsdrama Richard II, is „set in the
silver sea", de zee die zoo dichtbij is,
dat men ze niet vergeten kan, de zee,
die niet door menschenhanden te ver
vormen is. Uit de samenwerking van
deze contrasten, het steeds bewoonbaar
der gemaakte land en de eeuwig onver,
anderlijke zee, is het Engeland dat wij
kennen ontstaan. Het landschap moge
het symbool van vrede zijn, de zee be-
teekent strijd. De zee heeft van de be
woners zeevaarders, handelaars, koloni
sators en eindelijk wereldheerschers ge
maakt ze heeft het avontuurlijke, dat
in den volksaard onder de liefde voor
het. buitenleven verborgen lag, aange
wakkerd en het kleine eiland tot het
moederland van een wereldrijk gemaakt.
Men zegt wel eens, dat door zijn insu
laire positie, die het beschermde tegen
veroveringstochten, Engeland geworden
is wat het nu is. Maar men vergeet
dan de invallen der Romeinen, der Angel-
saksers, der Noormannen en der Nor.
mandiers
Eerst enkele eeuwen na den inval van
Willem den Veroveraar uit Normandië
richt het land zijn blik voorgoed op de
zee en dan vormt de strijd om de be-
lieersching ervan het meest wezenlijke
bestanddeel van zijn geschiedenis. Na
de vernietiging van de onoverwinnelijke
vloot van Filips II begint de opkomst
en ontstaat het instinctieve geloof aan
het recht op die heerschappij, uitgedrukt
in het bekende „Britannia rules the
waves". Misschien is de Engelschman
zooveel minder militairistisch dan de
vastelandsbewoners, omdat reeds eeuwen
lang de op avontuur beluste elementen
door de zee werden aangetrokken. Hoe
groot die bekoring is, blijkt heel duidelijk
uit de jeugdliteratuur, vol van verhalen
over zeevaarders en zeeroovers. Zeeman
worden lacht hem toe en uit hun rijen
komen de ontdekkingsreizigers en pio
niers op koloniaal gebied voort. Vaak
staat aan het begin van een verovering
zoo'n „avonturier" (in den °-oeden zin
hier bedoeld die de wegbereider is voor
de officieele inbezitneming door 't moe.
derland. Een treffend voorbeeld is Cecil
Rhodes, een der voornaamste bouwmees
ters van het Zuid-Afrikaansche deel van
„the Empire". In den Engelschman, zou
men haast kunnen zeggen, steekt ten
deele nog de landman en ten deele de
zeeman. En uit de versmelting van deze
twee elementen wordt z'n karakter ten
deele verstaanbaarnuchter, taai, be
houdend, aan z'n grond gehecht als de
eerste romantisch, avontuurlijk en on
verschrokken als de tweede.
P. A. TER WEER.
NEDERLANDSCHE JODEN NAAR
ZWITSERLAND
Radio Oranje meldt, dat er in Zwit-
seriand 390 Nederlandsche Joden zijn
aangekomen, afkomstig uit het concen
tratiekamp Theresienstadt. Met hen
kvVamen tevens aan 900 Joden van an.
deren landaard. De Zwitsersche Bonds,
raad heeft voor deze opname zijn be
middeling verleend.
Naar het kamp Theresienstadt waren
in den zomer van het vorig jaar de
Christen.Joden vervoerd, die tot dien tijd
in Westerbork waren ondergebracht ge.
weest. Velen onder ons hadden daar
familie of vrienden. Hoe Wonderheerlijk
zou het zijn, als wij mochten hopen
onze dierbaren in goeden welstand
straks weder te mogen begroeten
Maar wij kunnen het haast nog niet
gelooven. Het Nazi-bewind is om zijn
wreedheid iuist tegen de Joden te zeer
berucht geworden. Waarom zouden zij
deze macntelooze ongelukkigen uit hun
klauwen hebben laten gaan Wij ge
denken nog steeds met smart de dui.
De Britsche vice-premier, Attlee, is in
Frankrijk door generaal De Gaulle ont
vangen. Hij is in Parijs om besprekingen
te voeren over de Fransche levensmid
delenkwestie, en mogelijke Engelsche
hulp. Het ligt in de bedoeling, dat hij
daarna naar België zal vertrekken.
De kolenproductie in de Sovjetunie
was in Februari van dit jaar 26 procent
hooger dan in Februari 1944. In 1944
is. de kolenproductie met 30 pet. toege
nomen tegenover die in 1943. B.B.C.)
BRIEVENBUS
Onze bus is weer vol vandaag. Graag
zouden wij veel opnemen van wat ons
gezonden werd. Maar helaas is er op
het oogenblik groote papierschaarschte
en daardoor een absoluut ruimtegebrek.
Zelfs onze vaste medewerkers moeten
wij verzoeken, een poosje geduld te wil
len hebben, tot weer betere tijden aan
breken. En de brieven die wij wilden
afdrukken, moeten wij in portefeuille
houden tot nader order. Het spijt ons
zeer
Kort vermelden wij dus slechts weer
wat ons bereikte.
Onze vriend Prik wil dus ook wel
wachten, nietwaar Eveneens zal er
van opname voorloopig niet komen dei-
gezonden verzen en artikeltjes van an
deren. We zullen alles nog zorgvuldig
bewaren.
Opname in zijn geheel is daardoor ook
onmogelijk bij een paar aardige indruk
ken van een inzender uit Wemeldinge,
die wij nu maar kort samenvatten.
„Hoe gaat het met Tante Pos zoo
vraagt hij. Kranten mogen niet meer
verzonden, zegt hij. Brieven komen te
rug. Wat is de reden Heeft Tante
genoeg gewerkt, en neemt zij nu maar
rust
Het antwoord is eenvoudig Van mili
taire zijde is op het oogenblik de post
verzending weer stopgezet. Wij verstaan
dat hier oorlogsnoodzaak is, en buigen
ons.
Een andere vraag van denzelfde geldt
„de huisvrouw en de winkelsluiting".
Hoe lastig is het, dat de winkeliers dik
wijls maar een paar uur open zijn Kan
hier geen uniforme regeling worden ge-
troffen, in elke gemeente volgens plaat
selijke behoeften Een zaak die aan de
gemeentebesturen in overweging worde
gegeven.
Een ernstige klacht betreft het vol
gende.
„Werkt meer en werkt sneller" vraagt
de overheid, ook in uw blad, schrijft deze
lezer uit Ierselce. Ik wil graag werken
Mijn reparatiebedrijf heeft al drie sche
pen weer klaar gemaakt voor het van
gen van oesters en mosselen, dus voor
voedselvoorziening en werkverschaffing.
Nu is er een paar meter kabel stuk van
de electriciteit. De Pezem zegter is
geen materiaal o.m dat te maken. Zoo
wacht ik al maanden. Kan hier niet in
voorzien worden Is er geen instantie
die daarvoor zorgen kan
Een ander belangrijk punt brengt een
correspondent uit Kamperland ter
sprake. Wat is op dit oogenblik drin
gender noodzaak zooveel mogelijk oor
logsvrijwilligers te krijgen Of zooveel
mogelijk de onmisbare krachten vast te
houden voor de bedrijven, die te kort
aan arbeidskrachten hebben Kan de
Regeering hierin geen leiding geven
Wij weten geen antwoord, en geven de
vraag door.
Een vraag van een inzenderOok
op Zondag moet er soms gewerkt wor
den, is bericht door de sectie Voorlich
ting Militair Gezag. De inzender doet
het zelf voorzoover noodig in zijn boeren
bedrijf. Maar hij breekt een lans voor
degenen die zwaar moeten arbeiden, en
wel een rustdag noodig hebben. Boven
dien komt de kerk in het gedrang. Wie
is die geestelijkheid, die hieraan haar
sanctie verleent
Wij weten dit laatste ook niet. Voor
de noodzaak in het algemeen belang
willen wij zeker allen buigen. Doch al
leen als het duidelijk noodzakelijk is.
Dit is ook de bedoeling van de Sectie
Voorlichting.
Waarom, vraagt een ander, zoo plot
seling alle persoonsbewijzen te laten af
stempelen
Het antwoord is doodeenvoudig Dit
afstempelen is geschied in oDdracht van
het geallieerd opperbevel
Wederom een klacht over het vorderen
van auto's. Is dit noodzakelijk En
krijgen wij later een andere auto terug,
of alleen maar geldelijke vergoeding
We weten het niet. Hier is de beslissing^
ook bij het Militair Gezag.
zenden jonge en bevriende Israëlieten,
wier veelbelovend leven ontijdig in Duit
sche gevangenschap werd afgesneden
Vanwaar dan deze plotselinge vlaag van
mededoogen Maar laat ons in elk ge
val hopen. Red.