De landbouw in hef land van Cadzand
VRIJE STEMMEN
- VRIJDAG 2 MAART 1945
3
HET GROENTEN-VRAAGSTUK
Publicatie van het Algemeen Commissariaat
voor de Voedselvoorziening.
Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat vele
menschen steeds meer eischen gaan stellen,
naar gelang zij het beter krijgen. Zoo brengt
de vergrooting van het brood-rantsoen aller-
wege te verwachting, dat er wittebrood zal
komen de slager wordt lastig gevallen met
verwijten dat hij wel eens voor wat worst
en versch vleesch kan zorgen, een half pond
blikvleesch is al niet goed genoeg meer De
kruidenier wordt er eigenlijk scheef op aan
gekeken, dat hij op de peulvruchten-bon niet
steeds capucijners en witte boontjes leveren
kanen van den groentenboer verwacht
men toch onderhand eens een beetje meer
variatieuien of wortelen iedere week,
dat lijkt immers nergens naar
Men schijnt nu eenmaal te denken, dat
onze bevrijders alles kunnen ook de groen
ten laten groeien in den winter l Dat we elk
jaar om dezen tijd haast zonder versche
jroenten zitten, vergeet men. Dat de teelt-
gebieden van b.v. kool voornamelijk in Hol
land liggen, de koolraap aan de verkeerde
zijde van het front groeit, men denkt er niet
aan. Elke week worden de groentenboeren
becritiseerd op de meest onwelwillende ma
nier
Het bevrijd gebied is practisch geheel aan
gewezen op de groentengebieden in Zeeland
en West-Brabant. Nu teelt men in West-Bra
bant behalve ui en wortel wel wat andere
groenten spruitjes, prei en bieten, maar die
hoeveelheid, is te gering om er het geheele
bevrijde gebied ook maar eenigszins mee te
voorzien en thans ook practisch uitgeput. De
maanden December, Januari en Februari zijn
nu eenmaal de moeilijkste groentenmaanden.
Men is dan haast uitsluitend aangewezen op
de z.g. stapelgroenten, dat zijn uien, wortelen,
kool en raap. Deze laatste beiden we
zeiden het al moesten voornamelijk uit
Holland komen, terwijl er wel wat koolraap
in hel bevrijd gebied groeit, maar dan juist
in de frontlinie, dus onbereikbaar. Wel komt
er een beetje blikgroente, maar deze is hard
noodig voor de zieken, en de gedroogde
groenten, die hier voorradig waren, blijven
gereserveerd voor de Centrale Keukens, die
de zorg voor de evacué's hebben. We zullen
het voorloopig dus met hutspot moeten stellen.
Ook het fruit is slechts zeer beperkt voor
radig. Door het slechte najaar en vooral ook
doordat veelal juist in den oogsttijd de oor
logshandelingen vielen, wat zorgvuldige be
handeling verhinderde, was het meeste fruit
dit jaar niet geschikt voor opslaghet moest
meteen in consumptie gebracht worden. Wie
onzer heeft in die dagen van spanning niet
met bolder- of kinderwagen, met een ratelende
„bandelooze" fiets, of wat hij maar krijgen
kon, appelen aangesleept uit alle windstre
ken De geringe opslag, die er toen nog
gemaakt is, was vaak van mindere kwaliteit
en zoo moest ook dit fruit snel in consumptie
gebracht worden. Wat er nog overgebleven
is, diént gereserveerd te blijven voor de zie
kenhuizen en sanatoria.
U ziet het, hutspot zal het blijven althans
zoo lang de Lente haaT intrede niet doet, want
dan krijgen we heel wat meer keus. De kas
sen, afhankelijk van het weer en de kolen,
kunnen ons straks voorzien van Brusselsch lof,
spinazie, kropsla en nog verschillende andere
jonge groenten. Maar dat is nog toekomst
muziek
Niet de groentenboer of de distributie is
schuld van uw geringe keus. We wachten
allen op de gunst der weergoden
Geen annexatie met de bevolMny
„Je Maintiendrai", Nijmegen. Het blad
wijst de annexatie mèt de bevolking onvoor
waardelijk van de hand. De gemeenschappe
lijke geschiedenis is de voornaamste van de
vele factoren, die aan de binding van een
volk tot een gemeenschap ten grondslag lig
gen en die nooit kan ontbreken. Deze lots-
geméenschap is nog sterker dan de taal
gemeenschap. Twee volkeren kunnen alleen
tot een volkerengemeenschap binnen één
staatsverband aaneengesmeed worden, als er
lotgemeenschap bestaat. Dit is nu niet het
geval. De wil tot aaneensluiting bestaat bij
de Duitsche bevolking nietzij zal steeds
Duitsch blijven voelen. Het blad acht het
mogelijk, dat er kleine groepen boerenbe
volking zijn, die, zich verwant voelende aan
de bevolking binnen de grens, geheel vrij
willig zouden verzoeken om in de Nederland-
sche volksgemeenschap te worden opgeno
men. Assimilatie van de bevolking acht het
blad onmogelijk. Het neemt tot voorbeeld de
positie der Vlamingen in België, der Sudeten-
Duitschersin Tsjecho-Slowakije en der Polen
voor den oorlog 1914-1918. Een innerlijk
zwakke staat en een doorloopend gevaar
voor den vrede zou hiervan het onvermijdelijk
Opvolg zijn.
Voor het Land van Cadzand is de land
bouw in zijn verschillende geledingen van
fundamenteele beteekenis. De visscherij te
Breskens en de industrie aldaar en te Sluis
daargelaten, is de landbouw voor deze streek
DE primaire bron van inkomen. Ambachten,
winkels, handels- en transportbedrijven dan
ken hier ten slotte hun bestaansmogelijkheid
aan het algemeen fundamentde landbouw.
Hoe duidelijk trad dit aan het licht omstreeks
1929, toen hel voor den landbouw verre van
rooskleurig was en dientengevolge voor alle
dorpszaken in deze streek een minder goede
tijd aanbrak.
Nu de landbouw in ons goede „Landje"
door het oorlogsgeweld zoo buitengewoon
zwaar is getroffen, willen we bij zijn betee
kenis iets nader stilstaan.
Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen heeft ruim
22.000 H.A. bouwland en een kleine 5000
H.A. grasland. Tezamen is dit 18 pet. van
het totale cultuur-areaal van onze provincie.
Alleen dit cijfer zegt ons reeds veel omtrent
de beteekenis van Westelijk Zeeuwsch-Vlaan
deren als voedselproducent. Echter zeggen
ons daaromtrent nog meer de volgende cij
fers, die we ontleenen aan een berekening,
die we in 1938 samenstelden.
De met tarwe beteelde oppervlakte bedroeg
in dat jaar ruim 20 pet, met gerst 26.5 pet.,
met erwten 20 pet., met stamboonen 17 pet.,
en met suikerbieten bijna 16 pet. van de
totale oppervlakte in onze provincie, met deze
gewassen bezet, terwijl bijna 25 pet. van
het Zeeuwsche vlas in Westelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen groeide.
Voor 1942 berekenden we de waarde van
de hier genoemde producten, tezamen met
die van de aardappelen, op ruim 9 millioen
gulden. We leggen er den nadruk op, dat
dit bedrag nog verre blijft van de waarde
van de totale akkerbouw-productie in West
Zeeuwsch-Vlaanderen voor 't laatstgenoemd
jaar.
Voegen we daar nog bij, dat ook de paar
denfokkerij en de veehouderij bedrijfsonder-
deelen zijn, welke kapitale sommen opbren
gen, dan valt het niet moeilijk in te zien, dat
de totale waarde van de jaarlijksche agra
rische productie in Westelijk Zeeuwsch-Vlaan
deren genoemd bedrag nog met verschillende
millioenen overtreft.
HET AFMAKEN
VAN KRANKZINNIGEN IN DUITSCHLAND
Hoe de Joodsche verpleegden van
„Het Apeldoornsche Bosch" aan
hun einde kwamen.
De beestachtigheid waarmede de Duitsche
bezetter tegen de Nederlanders van Joodschen
bloede is opgetreden, ligt nog versch in het
geheugen. Na systematisch van al hun bezit
tingen te zijn beroofd, werden zij bij duizen
den opgepakt en als vee naar Polen ge
zonden, dat terecht het „abattoir van het
nationaal-socialisme" genoemd is. Honderd
duizend Joodsche Nederlanders zijn via Wes-
terbork naar de Poolsche hel gedeporteerd.
Duizenden hunner, die niet bruikbaar waren
om dwang-arbeid te verrichten, welke tevens
ten doel had, hen uiteindelijk ten gronde te
doen gaan, werden als ratten in speciale
„lijken-fabrieken", zooals de Russen die ge
vonden hebben, afgemaakt. Het eerst kwa
men hiervoor aan de beurt de bejaarden,
zieken, zwangere vrouwen en kinderen. Hoe
wel de bewijzen van deze gruweldaden ge
documenteerd voorhanden zijn, kunnen nor
maal denkende menschen nauwelijks geloo-
ven, dat de Duitschers op deze lugubere
cynische manier menschen hebben vernietigd,
alleen omdat zij anders zijn geschapen.
Toch hebben de Duitschers nimmer een
geheim van hun misdadige voornemens ge
maakt. Dit bewijst o.a. de literatuur, die
reeds jarenlang bestond over het afmaken
van krankzinnigen.
Een Nederlandsch psychiater, die vier jaar
lang onder de Duitsche bezetting heeft ge
leefd, schrijft hierover het volgende
Reeds in 1940 vernam ik van de in bezet-
Nederland clandestien beluisterde B.B.C., dat
ergens in Zuid-Duitschland de geheele bevol
king van een krankzinnigengesticht iri een
gaskamer was omgebracht. Ik moet beken
nen, dat ik dit bericht bijna niet kon gelooven,
doch kort hierna werd door de ondergrond-
sche pers een -kanselrede van den Bisschop
van Münster verspreid, waarin deze zijn
groote onrust uit over het lot van de krank
zinnigen in zijn bisdom, wier overplaatsing
op last van hooger hand regelmatig na
Gaan we de gemiddelde opbrengsten voor
verschillende gev/assen in diverse kleistreken
van ons land na, dan is de conclusie, dat
de West-Zeeuwsch-Vlaamsche landbouw op
hoogen trap staat. De paardenfokkerij wist
er zich een wereld-reputatie te verwerven,
terwijl er stallen rundvee zijn, die de beste
van Zeeland genoemd kunnen worden en dus
afzet van fokvee naar elders mogelijk is.
In het korthet West Zeeuwsch Vlaamsche
boerenbedrijf mag er zijn.
Vooral na den oorlog 1914-1918 ging de
gewassen-opbrengst per H.A. met rassche
schreden vooruit. Zoo geeft een vergelijk
tusschen de twee 5-jarige perioden 1923-1927
en 1933-1937 een opbrengst-stijging van 16.7
pet. over de geheele linie te zien. Voor de
aardappelen bedroeg deze stijging zelfs 60
procentGeen wonder dan ook, dat West-
Zeeuwsch-Vlaanderen een der belangrijkste
gebieden werd voor goedgekeurd zaaizaad
en pootgoed. In 1941 b.v. teelde men hier
17 pet. van de totale oppervlakte te velde
goedgekeurde gewassen van geheel Zeeland.
Gaan we na, waaraan deze opbrengst-
toenamen te danken zijn, dan kunnen we in
het kort de volgende factoren opsommen
betere ontwatering, betere bewerking en on-
kruidbestrijding (moderne werktuigen), inten
sievere ziektebestrijding, beter zaaizaad en
pootgoed, rationeele bemesting, een betere
ontwikkeling van het jonge boerengeslacht
(landbouw-onderwijs), organisatie enz. Het
zou te ver voeren, wanneer we over deze
factoren gingen uitweiden. Genoeg zij het
vast te stellen, dat de West-Zeeuwsch-Vlaam
sche boer met zijn tijd meegaat en hij zijn
bedrijf op een hoog plan heeft weten te
brengen, al is het dan ook, dat er in Zeeland
gebieden zijn, die zijn vruchtbare land nog
in productie per vlakte-eenheid overtreffen
(Noord-Beveland en St. Philipsland b.v.).
Het staat echter voor ons vast, dat, wan
neer de oorlog geen spaak in het wiel had
gestoken, West-Zeeuwsch-Vlaanderen, dank
zij zijn besten bodem, nog meer intensievere
ontwatering en steeds toenemende ontwikke
ling van zijn jonge boeren-geslacht, binnen
afzienbaren tijd tot de top-gebieden van Ne
derland zou hebben behoord.
De Rijkslandbouwconsulent in
West-Zeeuwsch-Vlaanderen.
eenigen tijd gevolgd werd door een bericht
van overlijden.
In begin 1943 werd de Joodsche psychia
trische inrichting te Apeldoorn ontruimd op
een zoo beestachtige wijze, dat er voor de
vele betrouwbare getuigen voldoende zeker
heid bestond omtrent den spoedigen dood,
die deze patiënten stond te wachten.
Een openhartige uitlating van een der bij
de ontruiming betrokken S.S.-officieren gaf
nog een overigens overbodige bevestiging.
Persoonlijk sprak ik een Duitsche vrouw,
reeds vele jaren wonende te Amsterdam, die
bericht had ontvangen, dat haar achterlijke
dochter uit de inrichting, waar zij verpleegd
werd, naar een andere was overgebracht,
doch de directeur dezer inrichting kon haar
niet mededeelen naar welke. Van de met
geweld uit de psychiatrische inrichtingen in
Nederland ontvoerde en over de Oostgrens
gebrachte patiënten tot nu toe alleen Jood
sche ontvingen wij nimmer meer eenig
levensteeken. Een mijner patiënten, onder ge
leide op weg naar het Joodsche concentratie
kamp te Westerbork, kwam toevallig in han
den van de Duitsche politie en verdween
spoorloos, nog voor het kamp bereikt was.
De onomwonden verklaring van Prof. Nonne
in een Duitsch medisch tijdschrift van 1943,
dat het afmaken van krankzinnigen, nu de
tijden daarvoor rijp geworden waren, in prak
tijk wordt gebracht, hadden wij na het boven
staande nauwelijks meer als overtuigend be
wijs noodig. (Anep-Aneta)
PALESTINA ALS VRIJ JOODSCH LAND
Tweeduizend Amerikaansche universiteits
professoren hebben zich schriftelijk tot presi
dent Roosevelt gericht, om hem te verzoeken
van zijn invloed gebruik te maken, om de
Joden toe te laten zich vrij in Palestina te
vestigen en hen zoo in de gelegenheid te
stellen het land te koloniseeren en eindelijk
van Palestina een Joodsch vrij en democra
tisch land te maken.
De professoren van meer dan 250 „col
leges" uit 45 staten en 150 rectoren van
universiteiten hebben dit verzoekschrift ge
steund. (Anep-Aneta)
VRAGEN- en KLACHTENBUS
Uit Wemeldinge bereikt ons een vraag
of het materiaal, dat bij de Engelsche
lessen wordt gebruikt, wel steeds goed
is. De schrijver vindt een voorbeeld van
een woordenlijstje, waarbij hij aan voor.
bereiding van zwarten handel met de
Engelsche soldaten heeft gedacht. Ons
dunkt dit wel wat ver gezocht. Er is
ook een zeer onschuldige uitleg aan te
geven.
Reeds twee schrijvers hebben hun be
zwaren geuit tegen de h. i. slechte rege
ling der aansluitingen te Walsoorden.
De boot komt, zeggen ze, aan om 10.30.
De tram vertrekt 10.37. De reizigers
kunnen den afstand tusschen boot-aan
legplaats en station van tram-vertrek
niet in zeven minuten afleggen. Gevolg
is, dat zij uren moeten wachten. Zij
vragen een betere regeling door de be
trokken directies. Dit euvel is inmiïïdels
reeds opgelost.
Door een Goesc-he briefschrijver wordt
gevraagd, of na de bakkers en de sla
gers, niet ook de kruideniers hun waren
weer zouden willen gaan bezorgen, ten
bate van de dikwijls overbelaste huis
vrouwen.
Hij klaagt voorts over het nijpend
gebrek aan electrische batterijen en aan
lucifers. Is dat niet te verhelpen In
Brabant, zegt hij, zijn toch lucifersfa
brieken
Voorts zijn hem de biscuits wat te
hard, het corned beef wat te taai en
te droog hij wou ook wel graag wat
chocolade hebben, evenals de kinderen
en, vraagt hij, komt er niet eens wat
scheerzeep
Nog twee briefschrijvers, een uit Goes
en een uit Hansweert, doen hun beklag
over het opgenomen stuk uit Baarsdorp
en achten zulke taal niet passend voor
een Christen. Bovendien wordt de aan
dacht gevestigd op de zwarte handelaren
die nog vrij rondlopen, en gevraagd of
er ook thans niet allerlei ongepasts ge
beurt op zedelijk gebied. Wij geven hen
niet geheel ongelijk.
HULP AAN MIDDEN-LIMBURG
Op het oogenblilt zijn voorbereidingen
in vollen gang om hulp te verleenen aan
het geheele nog te bevrijden gebied van
Limburg onmiddellijk nadat de Duit
schers er uit verdreven zullen zijn.
De leiding van de hulpverleening be
rust bij de Bisschoppelijke Hulpactie
Roermond-Venlo, geautoriseerd door het
Militair Gezag. In nauwe samenwerking
met dit laatste zijn verschillende rege
lingen getroffen en het oogenblik is nu
gekomen voor het aanwijzen van de per
sonen, die met de uitvoering zullen
worden belast.
Het „Limburgsch Dagblad" meldt, dat
in den evacuatiedienst het U.V.V. en het
Roode Kruis samenwerken om den
stroom van geëvacueerden uit Midden-
Limburg zoo goed mogelijk op te van
gen. In Sittard zelf zullen duizend ge-
evacueerden worden ondergebracht, ter
wijl duizenden anderen, na verzorgd te
zijn, worden doorgestuurd naar andere
plaatsen in Zuid.Limburg, waar men de
zoo zwaar getroffen bevolking zoo goed
mogelijk wil ontvangen en huisvesten.
(Anep-Aneta)
ACTIE VOOR CONTACT TUSSCHEN
GE-EVACUEERDEN
Om de geëvacueerden in de gelegen
heid te stellen elkaar te ontmoeten en
met elkaar te kunnen converseeren, zul
len gezellige avonden worden gelegd.
Bijeenkomsten, waarin een opwekkend
woord zal worden gesproken en verschil
lende vereenigingen zullen worden ge
vraagd om medewerking door het geven
van muziek, zang, voordrachten enz. Dc
eerste avond zal plaats vinden op Don
derdag 8 Maart a.s. de zaal van het
Leger des Heils wordt hiervoor beschik
baar gesteld. Het aanbevelingscomité
hoopt dat vele geëvacueerden van boven
genoemde bijeenkomsten zullen genieten.
Mogen het voor hen lichtpunten zijn in
een donkeren tijd.