De eerste 500 kinderen arriveeren in Engeland 2 VRIJE STEMMEN - ZATERDAG 24 FEBRUARI 1945 Vijf honderd zingende jongens en meis jes, die maar niet ophielden met hun vlaggetjes te zwaaien, gaven voor enkele oogenblikken kleur aan de grauwe en zakelijke atrxosfeer van een beroemde Britsche oorlogshaven. Ze waren dol-blij eindelijk in Engeland te zijn. De weergoden waren gedurende de reis niet met hen geweest en zoowel kinderen als leiders hadden aan Nep- tunus moeten offeren. Eén ding stond vast vanaf het eerste oogenblik het comité, dat zich in Ne derland met de selectie van de kinderen heeft belast, heeft 'een voortreffelijke keuze gedaan. Alle vijf honderd zagen er uit alsof zij een paar maanden va- cantie en bijvoeding hard noodig hadden. In vergelijking tot Engelsche kinderen, die toch ook tijdens den oorlog heel wat hebben doorstaan, zag onze spes patriae er mager en bleekjes uit. Jongens en meisjes van een jaar of tien hadden een postuur alsof zij nauwelijks acht waren. Ook hun kleedihg verried de groote moeilijkheden van Nederland-in-oorlog. Maar het Canadeesche en Amerikaan. sche Roode Kruis hebben voor ieder kind een nieuw stel kleeren klaargelegd. En tegen den tijd, dat deze regels ter perse zijn gegaan, zullen de vijf honderd jonge Nederlanders zich al heel wat behage- lijker voelen. Sommige jongens kwamen in wonder lijke costuums één droeg een Engelsche battledress, met de insignes van de para chutisten, en de Mariniers. Een ander, de muts van een Britsch matroos, een trotsche bezitting, die hij uit Breskens had meegenomen. Zij hadden zich aan boord van de schepen die door de Britsche Marine waren geëscorteerd - voorbeeldig ge dragen. De kapitein van een van deze schepen zei, dat hij nog zelden zoo'n plezierige „vracht" had vervoerd en hij voegde er aan toe „Ik hoop dat ze in Engeland gauw zullen aansterken". Het gezelschap werd aan de kade op gewacht door den heer Paul Rijkens, voorzitter van het desbetreffende comité in Engeland, kol. prof. De Boer en tal van andere autoriteiten. En in een klein kantoortje slaakten hooge Engelsche officieren een zucht van verlichting, dat de reis zoo goed was verloopen. Onbe wust, dat zooveel „sterren en balken" over hen hadden gewaakt, vertrokken de kinderen in een „tweeverdiepings" bus naar een school, in de nabijheid van de haven, waar zij hun eersten maaltijd in Engeland ontvingen. Het eenige pro. bleem, dat zich daarbij voordeed, was, dat iedereen veel liever boven dan be neden in de bus wilde zitten Een groot plakaat met „Welkom" hing buiten de school en eenige zalen binnen waren versierd. De „Irisch stew" en de rijstpap ging; er in als koek en een meisje riep, nadat ze met haar vork in de „stew" had geprikt, enthousiast „Kijk 'ns, er zit 'n hoop vleesch in Ook Lambordus W. maakte het best. Hij was niet karig met zijn complimen ten aan het adres van de Engelsche keuken en likte zijn lippen nadenkend af alvorens hij debiteerde „En dit is nog maar het begin." Het heele stel spreekt althans twee woorden Engelsch. Telkens wanneer wij de peuters iets vroegen kregen wij „yes" of „no" te hooren. Tegen den middag gingen ze weer in de bussen naar het station, waar een extra-trein voor hen klaar stond. Het vooruitzicht op de treinreis was oorzaak van nog meer liedjes, Nederlandsche en Engelsche. Want „You are my sunshine" hebben ze allemaal van de Tommies geleerd. Langzamerhand begon de ver moeidheid zich te doen gelden en werd het rustig in de compartimenten, terwijl de trein de kilometers vrat, die zijn ge lukkige passagiertjes van hun kamp scheidden. Aan liet station te Coventry. Coventry, dat zelf zwaar door den oorlog is beproefd, heeft zijn harten en huizen voor de Nederlandsche kinderen geopend. Het zag zwart van de men- schen aan het station. Verschillenden stonden vier uur en langer in den drui penden regen te wachten, om de Neder landsche kinderen te zien. Onder hen bevond zich b.v. de heer Cureton, die hierheen was gekomen, omdat zijn vrouw een Nederlandsche tweeling wil adopteeren. „Dus moet ik ze op z'n minst verwelkomen", zei hij. Er waren ook heel wat Nederlanders uit de omgeving gekomen, om hier aan wezig te zijn. Onder hen bevonden zich ook militairen uit een Nederlandsch kamp in de omgeving en er waren te vens vijf Nederlandsche padvinders, o.a. P. Peters, uit Maastricht een lid van de Nederlandsche koopvaardij, die zijn geheelen vrijen tijd aan de padvinderij geeft een jongen Boon, die hier pas uit Canada was gearriveerd en drie an deren, wier namen niet gepubliceerd kunnen worden. Gedurende de afgeloo- pen week-ends hebben zij met Engelsche padvinders hard gewerkt om het sport terrein van het kamp in goeden staat te brengen. Dan stonden er zwermen kinderen, die hun Nederlandsche speelkameraadjes met een groote banier „Welcome to our Dutch friends" kwamen begroeten. On der hen waren er verschillenden, die familieleden aan het front in Nederland hadden. Jean Margareth Cox had pas een brief van haar broer, soldaat Ray mond Walker Cox, uit Holland gehad, waarin hij geschreven had hoe moedig de Nederlandsche kinderen zich door de bange uren van bombardementen en beschietingen hadden heengeslagen. Onder daverend gejuich reed de trein binnen. Coventry onthaalde zijn gasten met groot enthousiasme ja zelfs met sinaasappelen, die menigeen van zijn rantsoen had afgestaan. Gontact hadden de kinderen gauw genoeg. Met hun En gelsche vriendjes ontstond er onmiddel lijk al een uitwisseling van vlaggetjes de Engelsche kinderen wilden graag hun Union Jacks ruilen voor het Nederland sche rood-wit-blauw. Een ander souve nir, dat door het oudere publiek erg op prijs werd gesteld, waren zinken Neder landsche munten. Het was één groote verbroedering op het station. Een Hollandsche peuter van een jaar of zeven stapte resoluut op een Engelsch jochie van zijn leeftijd toe en vroeg resoluut„Hoe heet jij Er kwam weliswaar geen antwoord, maar ze lachten allebei. De chauffeur van de bus, die een groep kinderen naar Bag'inton zou brengen, moest een van de kinderen van den trein naar de bus dragen. Niet omdat het jochie ziek was, maar omdat de zolen van zijn pantoffels het eenige schoei sel, dat hij bezat gedurende de vier- daagsche reis den geest hadden gegeven. In den trein was gebleken, dat twee kinderen onmiddellijk onder doktershan den moesten. Een had blinde-darmont steking, de ander midden-oorontsteking. Over hun treinreis hadden de kinderen honderd-uit te vertellen. „We hebben wittebrood gehad met echte jam", zei Annie, een meisje van twaalf jaar uit 's-Hertogenbosch. En zij liet er op vol gen „Ik wou maar dat ik wat van dit eten naar mammie mee kon nemen." Annie sprak voortreffelijk Engelsch. „Dat heb ik geleerd van de Engelsche soldaten" vertelde zij. „Sedert de be vrijding van Den Bosch hebben er min stens zeventig bij ons gelogeerd. Maar nu ik hier in Engeland ben, hoop ik mijn Engelsch te vervolmaken." Voor het vertrek van de bussen naar het kamp vroeg een vrouw uit het pu bliek aan een van de Nederlandsche meisjes, hoe zij gedurende de bezetting DE ECONOMISCHE UNIE TUSSCHEN NEDERLAND EN BELGIE De Belgische Regeering heeft, naar bekend is, besloten tijdelijk de douane-rechten af te schaffen voor goederen, bestemd voor den wederopbouw „Relief Products" afkomstig uit alle vreemde landen, behalve die, welke door den vijand zijn bezel. Men verklaart in gezaghebbende kringen, dat die maatregel van toepassing is niet alleen op levensmiddelen, doch ook op de grondstoffen voor de industrie. Deze beslissing werd genomen in overleg met de regeeringen van Nederland en van het Groot-Hertogdom Luxemburg en is van toepassing op heel het grondgebied van de Nederlandsch-Belgisch-Luxemburgsche econo mische Unie. Zij heeft ten doel den levens middelen-aanvoer te verbeteren en den we deropbouw van de landen, welke van de Unie deel uitmaken, te bespoedigen. (Anep-Aneta) met de Duitschers hadden gesproken. Het kleintje was hoogst verontwaardigd en zei in vrij goed Engelsch„Met de Duitschers spraken wij nooit". In het kamp. In het kamp wachtte de kinderen een echte Nederlandsche koffietafel. Zonder koffie, maar met heel veel melk. Eerst was het de beurt van de meisjes voor het geheele gezelschap was in de eet zaal niet voldoende ruimte terwijl de jongens het sportterrein bewonderden. Daarna was het parool „vroeg naar bed". En het duurde niet lang voor de vijf honderd Nederlandsche kinderen, knapjes moe na een in'spannenden en opwindenden eersten dag in Engeland, in slaap tolden (Anep-Aneta) FILM-NIEUWS Frederic Marsh en Veronica Lake spe len de hoofdrollen in de geestige en bui tengewoon fantastische film „Ik trouw de een Heks". In het jaar 1670 wordt in een kleine plaats in Amerika een meisje, beschul digd van hekserij, verbrand en begraven. Om te voorkomen dat haar geest zou gaan rondwaren, plantte men een eiken boom op haar graf, zoodat de wortels hiervan den geest zouden kunnen vast houden. Voor de heks echter op den brandstapel stierf, vervloekte zij den man die haar had beschuldigd en zwoer dat hij en zijn nazaten ongelukkig in de liefde zouden worden. Door een toe. rral komt 270 jaar later de geest van de heks en die haars vaders, die eveneens een toevlucht in den eikenboom had gezocht, in den vorm van een rook kolom te voorschijn. Zij verzoekt haar vader om haar geest te belichamen, om den afstammeling van den man die haar beschuldigde ongelukkig te maken. Na een reeks verwikkelingen komt het hierop neer dat de heks een lieftallig persoontje verliefd, wordt op den man dien zij ongelukkig zou maken en met hem trouwt. De geest van haar vader, die haar niet vergeven kan dat zij een oppassende vrouw wordt inplaats van een booze heks, wordt, daar deze altijd de hebbelijkheid heeft om in een leege bierflesch te kruipen, dooi1 haar in de zelve gevangen gezet. Correspondentie De stroom van brieven en ingezonden stukken wordt tot een lawine Wel een bewijs dat de onderwerpen, die in ons blad worden behandeld, in het middel punt der belangstelling staan. Zoo moet het zijn de courant moet de spreekbuis zijn van de bevolking en moet dienen om aan de gedachten over actueele pro blemen leiding te geven. Er is echter een grens aan onze mogelijkheden van ruimteterwijl tevens gezorgd moet worden, dat onze lezers niet te veel van hetzelfde soort krijgen. De redactie zal daarvoor waken. Wij vermelden dan ook nu weer in een kort overzicht, wat is binnengekomen en behouden ons voor, op velerlei te gelegener tijd terug te komen. Allereerst willen we zeggen, dat we met een zeker genoegen hebben vast. gesteld dat de wind van twee kanten kan waaien. Eerst overstelpte ons van allerlei bezwaar tegen een paar uitdruk, kingen, die als vergoelijking werden op gevat. Nu een stem aan het woord is gekomen, die wat scherp zijn verhitte, ring uitspreekt, komt ons een aantal briefschrijvers vertellen, dat zij toch graag verzachting in ons oordeel zouden zien. Het bevestigt ons in onze over tuiging, dat wij nog niet zoo heel ver mis zijn geweest met ons eerste artikel. Ons standpunt is en blijftrecht doen, snel en zonder aanzien des persoons. Maai' niets méér. Reeds direct na de bevrijding schreven wij in ons nummer van -8 November„Geen wraak, maar strikte rechtvaardigheid Deze zelfde gedachte hebben wij met instemming beluisterd in een aantal ons toegezonden brieven. Uit Kapelle bereikt ons een waarschu wing tegen de zucht naar vergelding-, of wel wraakzucht. Van Hansweert kwam een brief, die herinnert aan het„Vader, vergeef het hun Straffen, ja, zegt deze schrij ver. Maar dan eerlijk gelijk handelen tegenover rijken en armen Heinkenszand meldt door middel van een ingezonden stuk, dat allen moeten bedenken „Wie uwer zonder zonde is, werpe het eerst den steen." En ook hier klinkt het woord geen haat. Een bijzonder te waardeeren schrijven ontvingen wij van een leider van het Leger des Heils, die een ons uit het hart gegrepen pleidooi houdt tegen onchris- telijken geest, die hij meent te bespeuren in wat in ons blad werd afgedrukt. Wij doen hem gaarne de gelofte, dat wij op onszelf zullen blijven toezien. Het oor deel over ons allen zullen hij cn wij laten aan den Kenner der harten, nietwaar Naast al deze stemmen die een ande ren kant belichten van het probleem hoever mogen wij gaan in onze veront waardiging tegen allen die onvaderlands lievende gedragingen hebben laten zien, komt ook nog een geluid, thans uit Hans- weert, dat een tegenovergestelde gezind heid toont. Deze schrijver acht, dat geen medelijden past tegenover degenen die thans geïnterneerd zijn of worden, en straks bij schuldigverklaring worden gestraft. Hij wijst op al het leed, dat door dezulken aan ons volk werd toege. bracht en geeft een schrikkelijk verhaal over de martelingen in Amersfoort. Ja, het moet daar een hel zijn geweest Van andere, vreedzamer dingen, be richten de volgende correspondenten Een schrijver uit Goes wijst op het gevaar, dat loslippige menschen aan onze oorlogvoering kunnen berokkenen, wanneer zij op onverantwoordelijke wij ze vertrouwelijke mededeelingen van be vriende militairen verder vertellen, met de mogelijkheid, dat deze berichten aan den vijand zouden worden overgebracht. Een ongenoemde klaagt over de dans woede van tegenwoordig en den al te vrijen omgang van vele vrouwen en meisjes met geallieerde militairen. Een gedicht over „de Goesche Kenau" wordt ons toegezonden. Is dat wel authentiek Eveneens uit Goes bereikt ons een kort en duidelijk overzicht van de be ginselen van de Oxford-beweging, aan de hand van een boek „De Christelijke Wereldrevolutie", geschreven door Ro nald Fangen. Misschien vinden wij er eens plaats voor. Een huisvrouw uit 's-Gravenpolder heeft eens een rekening gemaakt voor de week-uitgaven van een gezin met 4 kinderen, en komt tot een bedrag van f 27.00. Er is dan nog niets voor schoen reparatie, kleeding, brandstof, belasting, en waterleiding. Ook hierop komen wij wellicht nog terug. Tenslotte voor ditmaal een uitvoeriger aanhaling uit een briefje, dat ons voor een nieuw probleem stelt „Mijnheer de Redacteur. Met alle be langstelling als altijd las ik uw artikel in No. 81 over de aanstaande berechting van N.S.B.-ers, eindigend met de woorden „Wij meenen, dat de tijd dringt. Het duurt haast al te lang Maar houdt men er wel voldoende reke ning mede, dat zich boven de rivieren nog ongeveer zeven millioen landgenoö. ten, d.w.z. gijzelaars, bevinden, op wie de Duitschers afschuwelijke represaille maatregelen kunnen en stellig zullen nemen op grond van beneden de rivieren gevelde vonnissen der tribunalen." Inderdaad heeft mij dit schrijven, waarvoor wel onzen dank, verontrust. Het is niet onmogelijk. En toch dan maar wachten en wachten Doch mis schien komt de eindbeslissing spoediger dan wij altoos hebben gedacht. De En- gelsche couranten van de laatste dagen toonen daaromtrent een groot optimis me. Terecht Deze zelfde schrijver acht het ontstel lend en beschamend, dat ons kabinet het bestaan heeft, wegens onderlinge mee- ningsverschillen af te treden op een oogenblik als dit, waarop millioenen landgenooten in doodsnood verkeeren, en den bevrijden landgenooten van dag tot dag verdraagzaamheid en eensge zindheid gepredikt wordt. Ook deze gedachte is origineel Maar gedane zaken nemen geen keer. En nu willen wij dan toch een minis terie hier in het land Red.

Krantenbank Zeeland

Vrije Stemmen. Dagblad voor Zeeland | 1945 | | pagina 2