Buitenland. stelling der waarde belast, voor te lichten Wij meenen, dat in de eerste plaats deze ambtenaar zelf deskundig moet zijn en met hem het college van zet ters, dat in verband met het schatten van landerijen wel op de meeste plaat sen aan een grondige herziening zal moeten worden onderworpen En is een sehatting van een perceel weiland bijv., wat gelegen is direct naast een complex huizen, doch wat onderdeel van een bedrijf uitmaakt, naar de waarde, die dit weiland heeft, niet zeer onbillijk? Neen, zal men zeggen. Men heelt te doen met een zakelijke belasting en welke waarde het belaste object voor den eigenaar heeft, doet niets ter zake, daar slechts de waarde, die het voor de maatschappelijke behoeften heeft, den doorslag mag geven. (Wordt vervolgd.) Bij de Arabieren. In de Daily Chronicle beschrijft een sergeant, J. Harte, zijne zeer merkwaardige lotgevallen. Sergeant Halte bevond zich aan boord van een schip, dat gesleept werd tusschen Aden en Hascate, toen plotseling een orkaan los brak en de vuren van de sleepboot doofde, welke met de geheele bemanning zonk. De sleeptrossen werden gekapt en het schip zette uit dekkleeden gemaakte zeilen op. Zoo dreef het vele dagen langrond, tothet tenslotte met alle opvarenden aan land ge raakte onder een rots aan de kust van Arabiö. Een troep met messen gewapende Arabieren, 300 man sterk, ondekte het schip, kwam aan boord en plunderde het leeg. „De opvarenden konden zich niet met kracht verzetten," vertelt sergeant Harte, „ik sloeg een Bedoeien overboord, maar werd daarna zelf in zee gesmeten en kwam in de branding terecht, doch werd weder aan land gehaald. Toen de Arabieren ons ver het binnenland in gebracht hadden, zeiden zij ons, dat zij ons de keel zouden afsnijden, zoodra het schip geheel leeg zou zijn gehaald. Er gebeurde echter niets vöór den volgen den dag, toen de Arabieren onderling aan het vechten raakten om de verdeeling van den buit. Toen onze bewaker ons verlaten had om deel te gaan nemen aan het gevecht, slopen wij weg en wisten over de bergen heen naar de woestijn te ontkomen, waar wij bijna zonder spijs of drank negen dagen rond dwaalden. Het waren dagen van onbeschrij felijke ellende. Tenslotte bereikten wij een plaats, waar vriendelijke inboorlingen ons een boot leen den van ongeveer 250 ton inhoud. Na nog acht dagen van ontberingen werden wy opgepikt door een oorlogsschip, dat uitge zonden was naar de plaats, waar de schip breuk- had plaats gehad." De voorspelling van een Duitschen wereldveroveraar De „Times" verneemt uit New-York. Senator Lewis heeft in den Senaat voor het eerst den volledigen tekst openbaar gemaakt van een voorspelling, die deDuit- sche marine-kapitein von Goetz in 1898 heeft gedaan tegenover admiraal Dewey te Manilla, dat Duitschland in een geslacht de wereld zou beheerschen, waaraan von Goetz toevoegde: „Ongeveer over 15 jaren zal mijn land een grooten ooriog beginnen. Wy zullen in ongeveer twee maanden in Parys zyn, na de opening der vijandelijkheden. Het zal maar een stap zijn. Het werkelijke doel zal zijn, Engeland te verpletteren. Eenige maanden nadat wij ons werk in Europa zullen hebben verricht, zullen wy New-York nemen en waarschijnlijk Washington en deze beide plaatsen eenigen tyd bezet houden. Wij stellen ons niet voor iets van uw land weg te nemen, maar wij zijn voor nemens een milliard of wat van uw dollars uit New-York en andere plaatsen te nemen. Wy zullen de Monroeleer toepassen en over Zuid-Amerika beschikken zoo we dit wenschen. Vergeet dit niet, ala het 15 jaar verder is. Hermann Stegemann schrijft in het te Bern verschijnende blad Bund: De algemeene oorlogstoestand wordt op het oogenblik gekenschetst door het voort gezette offensief van de Engelschen in Vlaanderen. In welke mate die toestand daardoor ook wordt bepaald, moet de toe komst leeren. Wy moeten er intusschen tegen waarschuwen de geweldige krijgsbe drijven, die zich op het oogenblik afspelen en de strategische plannen, die morgen of later uit nog verborgen gehouden operatie plannen aan den dag treden, licht te tellen, omdat het verlangen naar vrede zich lang zamerhand is gaan verdichten tot een open bare uitwisseling van meeningen. Juist in dit stadium van den oorlog kun nen de tegenstanders nog zware slagen doen en met verrassende zetten voor den dag komen, om het einde in overeenstemming met hun wenschen te brsngen, welk einde voor het overige ook nog wel ver weg kan zijn. Neutrale landen, die aan den rand van de door den oorlog meegesleepte mogend heden liggen, hebben daarom nseer nog dan anders reden, zoowel aan de economische als aan de militaire ontwikkeling der dingen alle aandacht te wyden en zich voor te bereiden zoowel op de mogelijkheid van een verdere voortzetting van den oorlog, als op den voor hen zoo buitengewoon moeilijken tijd van overgang tijdens de vredesonder- bandelingen. Stegemann berekent, dat de slag in Vlaan deren zijn hoogtepunt nog geenszins heeft bereikt. Hij veronderstelt, dat Haig bij eiken achtereen volgenden algemeenen aanval met beperkt doel, waarvoor de voorbereiding ongeveer een week duurt, tien tot twaalf divisies infanterie in het vuur werpt, en komt dan op grond van zijn schatting van de troepen, die Haig ter beschikking staan, tot de conelusie, dat de slag in Vlaanderen nog op zijn minst drie weken zal duren voor dat hy het hoogtepunt zal hebben bereikt. Stegemann neemt verder aan, dat Haig evenveel mannen achter de kanonnen heeft staan als in de loopgraven. Waarschijnlijk overtreft de artillerie, als men er de mannen van de hulpdienst voor dat wapen byrekent, in getalsterkte de vechtende infanterie. Compère Morel betoogt in de Humanité, dat, wanneer de oogsten van dit jaar niet veel beter uitvallen dan die van verleden jaar, de toestand in Frankrijk in 1918 „uiterst tragisch" zal zijn. De groote fout die de verschillende regeeringen, die elkaar sedert Augustus 1914 aan het bewind zyn opgevolgd,, begaan hebben is, volgens den schrijver in het socialistische blad, dat zy te zeer uitsluitend op het militaire karakter van den oorlog gelet hebben. Ondanks een hardnekkigen veldtocht met de pen en het woord, in de pers en in het parlement; ondanks de verschillende ontwerpen tot organisatie van den landbouw, die er uiteen gezet zijn en de wetsontwerpen ten opzichte van de verlaten terreinen, ingediend bij en behandeld door de Kamers; ondanks het herhaalde beroep van wat er van boeren op de akkers was achtergebleven, van de vrouwen, kinderen en grijsaards, die nog veldarbeid verrichten, beschouwde de regee ring ongetwijfeld deze kwestie als van ondergeschikt belang en schonk er zoo weinig beteekenis aan, dat er een ramp volgde. Compère Morel dringt er dan ook op aan, dat er thans met de grootste snel heid de krachtigste beschikkingen genomen worden om den Franschen landbouw op de been te helpen. Ia de eerste plaats moeten er arbeidskrachten gevonden worden en wel terstond. Het zou gemakkelijk zyn die in Spanje, Marokko, Indo-China aan te werven; nog gemakkelijker is het, zegt Compère-Morel die arbeidskrachten in Frank rijk te vinden, nl. onder de oudste soldaten in het Fransche leger. Waarom niet uit den Franschen bodem halen wat noodig is voor de dagelijksche voeding van de legers, waarvan het grootste gedeelte op Franschen bodem staat. Waarom niet de scheepsruimte gebruikt uitsluitend om de grondstoffen aan te voeren, die men niet in Frankrijk kan vinden? Waarom niet geprofiteerd van bet Fransche klimaat en de vruchtbare Fransche akkers, instede van te trachten het aantal tonnen te vergrooten van den invoer, die ten zeerste belemmerd wordt door de duik- booten, wier optreden aan de Franschen sommige vry pijnlijke ontberingen oplegt. Voor Compère-Morel is het niet twijfelachtig, dat Frankrijks bondgenooten dit gemakkelijk zouden begrijpen en niet aarzelen het aan tal hunner manschappen uit te breiden, opdat Frankrijk zijn oudste lichtingen zou kunnen ontslaan. Het geheele garnizoen van Bamedie gevangen. In Mesopotamië vielen de Engelschen de vooruitgeschoven stelliog van uit het Zuid- Oosten van Mushaid aan, vier mijlen ten Oosten van Ramadiö, na eerst de hoogte bij deze plaats genomen te hebben. Inmiddels rukte de cavalerie ten Westen van de stad op en een dag van vermoeden strijd waren de stellingen ten Oosten, Zuid-Oosten eh ten Zuiden van Ramadiö veroverd. Op 2 mijl afstand van de stad vermeesterde de cavalerie het terrein aan den Euphraat en rukte toen ten Noorden van de stad op. De vijand trachtte nog in het Westen door te breken, maar dit werd door de cavalerie belet. In den vroegen morgen van Zaterdag werd de aanval door de onzen hervat en om 9 uur gaf de vijand zich overal over en hadden de Engelschen kanonnen en andere wapens, munitie en veel oorlogsmateriaal vermees- terd. Zy maakten eenige duizenden krijgs gevangenen, onder wie Achmed-bey met zijn staf. De vijand was volkomen verrast. Feitelijk viel 't geheele garnizoen van Ra madiö in hun handen. Dit succes werd door de Engelschen onder de moeilijkste omstan digheden behaald. In een ander gevecht bij Bagdad brachten wij den vijand zware verliezen toe, maakten vier krijgsgevangenen en namen 300 ka- meelen. De voordeelen, door de Engelschen aan de Euphraat behaald, worden als de belang rijkste beschouwd sinds het begin van den veldtocht in Mesopotamiö en deze overwin ning wordt van nog grooter gewicht, wanneer men in aanmerking neemt, dat deDuitschers juist langs dezen weg hun offensief tegen Bagdad wilden ondernemen. De duikboot- en mijnoorlog. Het volgende kan worden meegedeeld over de schitterende redding van 1000 man troepen in de Middellandsshe Zee, uitge voerd door Japansche torpedojagers. De geredden waren afgebracht van het getor pedeerde schip Pensylvaniö. De Japansche admiraal heeft een rapport uitgebracht over dit kranig stuk werk, waarbij onze bond genooten uit het Verre Oosten door goede zeemanschap en groote snelheid van hande len een vijandelijke duikboot op een afstand hielden en waarschijnlijk vernietigden, een geconvoieerd transportschip redden, en rook gordijnen voortbrachten om het groote ge torpedeerde schip heen. In weinig langer dan een uur werden alle passagiers en de bemanning van het schip 500 personen, o. w. vrouwen en kinderen gered. Het rapport verklaart, dat 's avonds om 5 ure bij prachtigen zonneschijn een schip, dat te zamen met het transportschip door Japansche torpedojagers werd geöscorteerd, plotseling aan stuurboordsboeg door een vijandelijke duikboot werd getorpedeerd. Japansche vaartuigen begaven zic-h in volle vaart naar de plaats van het gebeurde en openden het vuur op de plek, waar naar men dacht de duikboot zich bevond. Tege lijkertijd wendde het beschadigde schip den steven en het transportschip stoomde met volle snelheid weg van de gevaarlijke plaats. De Japanners verwekten nu rookgordijnen om het getorpedeerde schip tegen verdere aanvallen te beschermen, terwyl een andere Japansche torpedojager den vijand aanviel. Een van de Japansche torpedobooten poogde de duikboot te rammen, van welke de pe- roscoop aan stuurboord op 400yards afstand was opgemerkt. Nadat daarop vlug ver scheiden schoten waren gelost, verdween zij. De torpedoboot loste toen „diepschoten" op de duikboot met onbekend resultaat. Terwijl dit geschiedde en de torpedojagers hevig bleven vuren, stoomden zy naar het gehavende schip en begonnen er met het reddingswerk. Gedurende de volgende 40 minuten bleven, terwyl één torpedojager het reddingswerk op zich nam, de andere Japansche vaar tuigen voortdurend vuren. Door deze ver deeling van arbeid slaagden zy er in, alle passagiers en de geheele bemanning, teza men 550 menschen, o. w. 20 vrouwen en kinderen, te redden. De torpedojagers bereikten ten slotte be houden de haven en ontscheepten de ge redden. Een voorrede van Lord Grey. Lord Grey, de gewezen rninister van buitenlandsche zaken, heeft een voorrede geschreven voor een verzameling van de verklaringen van president Wilson over den oorlog, die in den vorm van een vlugschrift verschenen is. Grey staat in zijn voorrede in bijzonderheden stil bij de intrede van de Vereenigde Staten in den oorlog en de gevolgen die hun inmenging voor de grond slagen van den vrede zal hebben. Twee groote gebeurtenissen zegt Grey - hebben dit jaar plaats gehad, die onze stemming opgebeurd hebben en ons zelfs in de vree- selyke spanning en zorg van het tegen woordige oogenblik de toekomst met ver trouwen tegemoet doen zien. Een van deze gebeurtenissen is de Russische omwenteling, die ofschoon zij voor het oogenblik de taak van de geallieerden zwaarder gemaakt heeft, Rusland ten slotte misschien sterker zal maken in den oorlog voor de vryheid en tot een veel grooter hulp bij bet sluiten van den vrede, dan het ooit onder een reactionaire regeering had kunnen zijn. Het. vrye Rusland is een prachtige uitbrei ding van de vrijheid in de wereld en wat ook het rechtstreeksche tydelyke gevolg voor den voortgang van den oorlog daarvan moge zyn, de toekomstige uitwerking ervan op de democratie van Europa en de inter nationale betrekkingen in het algemeen, moet gunstig en van onberekenbare waarde en nut zyn. De intrede van de Vereenigde Staten in den oorlog is een geweldige gebeurtenis. In stoffelijk opzicht het sterkste land van de wereld, treedt dat land in den strijdt, nu Duitschland ineen ver gevorderden staat fan uitputting is. Amerika's volle kracht voor den oorlog is nog niet gemobiliseerd en zijn tnsschenkomst kan door een actie te land of ter zee niet binnenkort beslissend zyn, maar bet is thans duidelijk, dat geen succes der Duitsche wapenen te land of ter zee in Europa than3 een Duitschen vrede kan verzekeren. Duitschland kan geen vrede verkrijgen en geen economisch herstel, dat zij op haar minst evenzeer noodig heeft als welke andere groote Europeesche oorlog voerende ook, dan op voorwaarden, die de Vereenigde Staten als noodzakelijk voor hun eigen belangen en voor de toekomst van den vrede en de vrijheid in de wereld zullen beschouwen. Het is onmogelijk, dat feit weg te redeneeren en het is niet ver rassend, dat Duitschland het niet onder de oogen durft zien en er den rug naar toe draait om het niet te zien. Want dat is de ware beteekenis van het georganiseerde stilzwijgen en de minachting van Duitsch land voor Amerika. Lord Grey spreekt dan over de diepere beteekenis en de verstrekkende gevolgen van de redenen en den geest, die de Ame rikanen zulk een geweldig nationaal besluit hebben doen nemen. By de Amerikanen heeft zich, zoo zegt hy, de alles overheer- schende overtuiging gevestigd, dat deze vreeselyke oorlog de wanhopige critische stryd tegen iets kwaads is en tegen iets zeer gevaarlyks voor de zedenwet, de inter nationale goede trouw en alles wat van het hoogste belang is, als verschillende naties samen in gelyke vryheid en vriend schap in de wereld willen leven. Het militairisme staat in den weg aan alles wat alle democratieën, alszy vry willen blijven, moeten hebben. Op grond van die overtui ging kunnen geen naties, die zoo groot en zoo vry zyn als de Vereenigde Staten, by deze crisis terzijde blijven staan, zonder hun eer op te offeren en hun ziel te ver liezen. Sprekende over de redenen, die Engeland tot den oorlog gedwongen hebben, verklaart Grey, dat tal van openbare uitlatingen van Duitschland sedert het begin van den oorlog aan het licht hebben gebracht, dat het Duitsche plan was, om niet alleen Belgis en Frankrijk, maar ook Engeland aan de Duitsche hegemonie te onderwerpen. Als het doel om den vrede en de menscheiyke vryheid te verzekeren, niet bereikt wordt, zal het toekomstige lot van het mensch- dom wanhopiger zyn dan in de donkerste tyden en de wreedste eeuwen. Het Duitsche volk is nog geen baas in eigen huis, en er kan geen zekerheid zyn tegen een nieuwen oorlog, zoolang de Pruisische militaire kaste de sterkste in Duitschland is. Als men vrede sloot op den grondslag, dien Berlyn aan de hand doet, zou men een kansspel spelen. Alle groote volken in Europa behalve Duitschland zyn nu, zoo besluit Grey, in vorm en geest en werkeiykheid democratisch. De crisis in Zweden. De Koning heeft de leiders van de drie groote partijen in den Rijksdag bij zich ontboden. De Koning zeide tot hen; Ik heb u, myne heeren geroepen als vertegenwoor digers van de drie groote partyen in den Ryksdag, om, nu mijn ministerie heden zyn ontslag ingediend heeft, u het volgende voorstel te doen. Sedert het begin van den wereldoorlog is myn politiek erop gericht geweest ons land buiten den oorlog te houden, met handhaving van zyn volledige zelfstandigheid en strenge onpartydige onzijdigheid. Maar met den dag worden de moeilijkheden grooter voor ens. Het groot ste beleid en voorzichtigheid zijn noodig om onze eenmaal ingenomen positie te behouden. Daar nu de leden van het ministerie ten gevolge van den binnenlandschen politieken toestand, gemeend hebben te moeten aftre den leek het my een zaak, die voor alle politieke partyen even belangryk is, om na te gaan, hoe de zaak in deze omstandig heden op een bevredigende wyze voor het land geregeld kan worden. Voor myn per soon ben ik van meening, dat het het beste zou zyn, indien gedurende den wereldoorlog evenals in andere landen gebeurd is, een ministerie gevormd kon worden van ver tegenwoordigers van alle groote politieke richtingen, een ministerie, dat door zooda nige samenstelling zoowel naar binnen als naar buiten toe de eenstemmigheid scherp zou kunnen aangeven, waarmee myn tot dusver gevolgde neutraliteitspolitiek door het Zweedsche volk gesteund wordt. Ik stel mij voor, dat zulk een ministerie geschikt zou zyn om storende binnenland- sche wry vingen te voorkomen, en in den tegen woordigen crisis-tyd bedarend op de stemming in den lande te werken. Het is myn overtuiging dat dit de beste, juiste weg is om het schip van staat door alle groote gevaren en moeilykheden die ons omringen, heen te voeren. Ik doe een beroep op uw vaderlandsliefde in den ernstigen toestand, die ten gevolge van den onverminderd voortwoedende wereldoorlog heerscbt, opdat uwe persoon- lyke opvattingen of de meeningen van uw party geen beletsel zullen zyn voor een gelukkige oplossing van het aanhangige vraagstuk, maar opdat gy zult denken aan het gemeenschappelijk doel van het welzyn van het vaderland. Ik druk u zeer ernstig op het hart, dit voorstel nauwkeurig te overwegen, met uw geestverwanten de uitvoerbaarheid ervan nauwgezet te onderzoeken en my den uitslag daarvan mede te deelen. De bisschop van Londen heeft dezer dagen by een bevestigingsplechtigheid in een der kerken, de noodzakelykheid betoogd van de voortzetting van den oorlog. Iedere jongen, die in dezen oorlog gevallen was, was gestorven voor God en was gestorven terwyl hy met God samenwerkte voor de viyheid van de wereld zeide de bisschop. Het was veel beter, nog een jaar oorlog te hebben, dan het voor den zuigeling in de wieg over te laten het alles over te doen wanneer hy volwassen zou zyn.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1917 | | pagina 2