Land- en Tuinbouw. Binnenland. zeker niet sympathiek stemt voor dit ontwerp, tenzij men deze ongelijkheid niet kan veranderen. Waar is nu de waardestijging het grootst geweest en hoe staat het daar met den grondeigendom? Alle landbouw-econoraen zijn het er toch wel over eens, dat de zand- en veen gronden en de gronden nabij steden, die voor tuinbouw werden gebruikt, in de laatste 20 jaar het meest in waarde zijn gestegen. Wanneer deze belasting dus drukt en dat doetzij natuurlijk, drukt zij vooral sterk op de landbouwers van de veen- en zandstreken, op de keuter boertjes, die met ijzeren energie en dik werf met den durf hun kleine spaarpotje aan te spreken, de zandgronden tot grooter waarde hebben gebracht en op de kleine tuinders, die waarlijk niet met luieren hun kostje verdienen en ook hier door hard werken en dikwijls onder hooge lasten als stadsinwoner, onze pro ductie hebben bevorderd. Zijn dit grond eigenaren1? En is een opkomen voor deze nijvere lieden, wat thans door zoo veel landbouwvereenigingen wordt ge daan, een agrarische stoutigheid of een navolgen van het Duitsche Agrariër- en Junkerrum? Neen, omgekeerd kan men zich niet denken van een vrijzinnig minister, dat hij een wet in het leven wenscht te roepen, die den kleinen man, al is het dan de dikwijls genoeg gesmade kleine landbouwer en tuinder, op deze wijze en zoo zwaar drukt. Men kan nu nog zeggen, dat deze gronden misschien door deze lieden wor den gepacht en toch in handen zijn van groote eigenaren. Wie zoo redeneert, is met de practijk van den grondeigendom niet op de hoogte. Integendeel blijkt juist, dat dergelijke kleinere bedrijtjes meer eigendom zijn van hunne bedrij vers dan de grootere landbouwbedrijven, die menigmaal gepacht zijn en wij in ons land juist tal van landbouwers en tuin ders hebben, die een klein bedrijf be zitten, dat echter meestal met hypotheek bezwaard is. Vooral in de laatste tien jaren zijn veel gronden van groote eige naren in handen van kleine bezitters overgegaan en zijn het juist deze men- schen, die door het ontwerp-Treub zeer zullen worden getroffen. Juist ter bescherming van dezen klei nen boerenstand en van de landbouwers op de lichtere gronden, verdient het aanbeveling voor het ontwerp iets anders in de plaats te stellen ot althans deze bedrijven te behoeden door den minister van financiën ie worden gepromoveerd tot marginale ondernemingen in den werkelijken zin van het woord. Er zijn echter tegen het ontweip ook, wat de onderdeelen betreft, van een landbouw-economisch standpunt groote bezwaren te maken, waarbij wij er den nadruk op leggen, dat deze bezwaren niet zetelen in den lust de boerenbe volking of vooral den grooten grond eigenaar de hand boven het hoofd te houden, doch meer voortspruiten uit een billijkheidsbegrip tegenover de kleine boeren, de tuinders en landbezittende landarbeiders, die, wordt het ontwerp eens wet, dan onevenredig hoog in de kosten van de regeering zullen bijdragen, speciaal tegenover de beter gesitueerden in de verschillende steden en tegenover den grooteren landgebruiker. Op deze onderdeelen hopen we nader terug te komen, waarbij dan meteen onder de oogen kan worden gezien, of men op andere wijze geen h- ffing van den grond kan eischen, waarbij de druk gelijk matiger en billijkt-r naar vrijzinnige be ginselen kan worden aangebracht. (Wordt vervolgd Graanprijzen en verbouw van voedings gewassen. Eenigen tijd geleden heeft de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel de prijzen bekend gemaakt die aan de land bouwers voor den oogst 1918 worden gega randeerd. Ten tyde van het vaststellen der prijzen konden deze alleszins voldoende worden geacht om den landbouwers eene behoorlijke winst te verzekeren, zoodat een ruime uit zaai kon worden verwacht. Sedert zijn intusschen de omstandigheden niet onaanzienlijk veranderd. De kansen op een voldoenden aanvoer van graan en veevoeder uit het buitenland zijn zeer ver minderd, terwijl door den enormen voeder- nood de geneigdheid bij de landbouwers om in het volgende jaar veevoedergewassen te verbouwen aanmerkelijk is toegenomen, vooral in de zandstreken. In verband biermede beeft de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel be sloten de hier bedoelde prijzen vast te stellen. De garantieprijzen voor den oogst 1918 worden gesteld voor tarwe op f21, voor rogge op f 22 en voor wintergerst op f 18,50 per 160 K.G. 1 De prijzen van het broodkoren zijn thans geheel in overeenstemming met de voorstel len die den minister door de z.g. prijzen com missies, bestaande uit vertegenwoordigers van den landbouw, zyn gedaan, zoodat mag worden verwacht, dat thans aan de uitzaai van broodkoren de noodige uitbreiding zal worden gegeven, te meer nu ook aan de andere grieven van de landbouwers zoovee) is tegemoet gekomen als maar eenigszins mogelijk is. Mocht blijken, dat deze verwachting niet zal worden vervuld, zoo zal de minister zich genoodzaakt zien tot zeer ingrijpende maatregelen zyn toevlucht te nemen, maat regelen, die veel ernstiger in het landbouw bedrijf zouden moeten begrijpen dan tot dusverre het geval is geweest. (St.ct.) Prijzen landbouwproducten oogst 1918. Aangezien met het oogstjaar 1918 het ge- wenscht is, dat de landbouwers reeds nu rekening kunnen houden met de prijzen, die zij het volgend jaar voor hunne produc ten zullen ontvangen brengt de nsinister van landbouw ter aigemeene kennis, dat voor de hieronder vermelde producten de daarbij genoemde garantieprijzen zijn vastgesteld, alles per 100 KG. Haver f 18, vierryige zomergerst f 19,50, tweeryige zomergerst f 18,50, veldboonen (wier-, paarden-, duiven- schapen- en Waal- sche boonen) f 25, erwten (alle soorten groene gele en grauwe) f30, boonen (alle soorten bruine, gele en witte) f 32, aardappelen (voor tafelgebruik geschikt, van klei-, zand en veengronden, geleverd in het najaar van 1918) f 6,50, karweizaad f 45, kanariezaad f28, biauwmaanzaad f 60, geel mosterdzaad f35, bruin mosterdzaad f50. De hierbovengenoemde prijzen voor kar- wyzaad, krmariezaad, biauwmaanzaad. geel en bruin mosterdzaad, zijn als maximum prijzen te beschouwen. Ten slotte zij nog medegedeeld, dat ook ten aanzien van an dere gewassen, met name suikerbieten vlas, voederbieten, uien, en andere grove tuinbouwgewassen maatregelen in voorbe reiding zijn, waardoor de geldelijke uitkom sten dezer teelten beneden die van den ver bouw van voedingsgewassen voor het bin nenland zullen blijven. (St.ct. Commissie van Toezicht op de Aardappel- vereeniging. No. 11727 A. Bericht op schrijven van 28 Augustus 1917. 's-Gravenhage, 28 Sept. 1917. Naar aanleiding van nevenvermeld schrij ven hebben wij de eer U mede te deelen, dat een controleur der Aardappelvereeniging een onderzoek heeft ingesteld te Herkingen en Nieuwe Tonge en Melissant, waar de verbouwers bezig waren de aardappelen te rooien. Hem is daarbij gebleken, dat ongeveer '/3 gedeelte en op enkele plaatsen zelfs nog meer door ziekte is aangetast. Te Dirksland komt de ziekte Diet in zoo sterke mate voor, terwijl dit volgens mede- deeling van handelaren in consumptie-aard appelen te Dirksland en in den omtrek van den Bommel in nog mindere mate het ge val moet zyn. Het wil ons voorkomen, dat het aanbeve ling verdient vooral by een weersgesteldheid als van de laatste dagen, de aardappelen te laten doorzieken en de gerooide aardap pelen nauwkeurig te doen sorteeren, terwijl dan voor het afval opnieuw onderzoek kan worden aangevraagd onder overlegging van f 15, voor keuringskosten welke worden gerestitueerd .indien de aardappelen inder daad ziek zijn bevonden. De Rijkscommissie van Toezieht op de Aardappelvereeniging. Aan het Bestuur vld Flakk. Boerenbond te Flakkee. Twee machines neergeschoten. Een groote, Duitsche hydroplaan moest op 25 Sept. n.m. omstreeks 5 uur EEN NOODLANDING doen in de Wielingen, niet ver van de Zeeuwsch-Vlaamschn kust, bij Kadzand en by het daar gestationeerde Nederlandsche onderzoekingavaartuig. Door dit vaartuig werd een der beide inzittende aviateurs over genomen, maar de tweede WEIGERDE ZIJN MACHINE TE VERLATEN. Intusschen naderde van Vlissingen een torpedoboot. Deze zette een jol uit met gewa pende macht en de koppige Duitscher moest nu wel overstappen en naar het marine- vaartuig meevaren. Men had reeds opge merkt, dat hy voor do verschijning der jol met zijn kijker de horizont afzocht; waar schijnlijk had hfi met zyn draadloos toestel ona assistentie geseind. Pas was hü aanboord of TWEE DUITSCHE VLIEGTUIGEN verschenen en kwamen boven Nederlandse!) gebied. De Nederlandsche torpedoboot nam hen onder vuur en ze trokken af. Men meen de, dat de zaak nu afgeloopen was en inen kalm met bet inteineeren voort kon gaan, wat immers het doel was geweest van de komst der torpedoboot, maar eensklaps ver sohenen er vyf of zes Duitsche vliegtuigen van Zeebrugge. Drie der Duitsche hydroplanen kwamen 'n heel eind BOVEN NEDERLANDSCH GEBIED. De andere bleven wat achter en een zelfs vrij ver, waarschijnlijk om te waken tegen Britten. Een der drie eerste kwam zeer dicht bij de torpedoboot. Er zaten twee mannen in, de bestuurder en een reeds bejaard offi cier, misschien de flotille commandant. Deze laatste stond te roepen eu te tieren en wilde blijkbaar een gesprek aangaan over territo riaal gebied. De commandant van het marine vaartuig gebood hem te stoppen, maar de Duitscher weigerde. EEN WAARSCHUWINGSSCHOT boven de machine had tot gevolg, dat de Duitscher trachtte te ontsnappen. Deze t weede hydroplaan zal wel de aandacht van de beschadigde geïnterneerde machine hebben moeten afleiden, zoodat de andere vliegtuigen die er om zweefdeD, haar konden wegslee- pen, maar voor ontsnapping was het nu te laat. De mariniers der torpedoboot stonden met het geweer by de verschansing. De comman dant gebood vuur en een salvo barstte los. We moeten er bijvoegen, dat boven de torpe doboot verdachte rookwolkjes van barstende projectielen zichtbaar waren. Men weetniet vanwaar ze kwamen. Een aantal kogels TROF DE DUITSCHE HYDROPLAAN, die had willen vluchten. De bestuurder stortte achterover; de torpedoboot botste tegen de scnuitjes van het vliegtuig. Splinters vlogen op. Blijkbaar onder den indruk van dit flink optreden kwam de officier op de torpedoboot over. De geraakte vlieger stond nog op, wankelend en bloedend strompelde hij tot by het Hollandsche schip. „Icb bin verwun- det!" riep hij. Men haalde hem aan dek. Een andere Duitscher kwam nu boven de torpedoboot. Ook hij werd ONDER VUUR GENOMEN en moet geraakt zfin. De anderen bleven wel in 't zicht, maar op eenigen afstand. De torpedoboot vertrok. De gewonde werd aan boord verbonden. Zoo waren er nu vier Duitsche aviateurs gevangen. De torpedoboot bracht ze te Vlissingen aan wal; een dokter der marine onderzocht en behandelde onmiddellijk den gekwetste. Deze is door twee kogels in de borst getroffen en werd naar het ziekenhuis getransporteerd. Een jeugdig oplichter. De politie te Middelburg beeft een uitge breid onderzoek ingesteld in zake de op lichterijen, gepleegd door den 17-jarigen M. uit Oostburg: Deze jongen is de zoon van burgerouders te Oostburg en moet reeds meer getoond hebben het niet al te nauw met de eerlijkheid te nemen. De jongen, die zich voordeed alsof hij er goed by zat, paste de volgende praktijk toeHij kwam eerst een paar maal in een winkel, kocht daar voor belangrijke sommen contant en kwam na eenigen tijd nog waardevoller artikelen op zicht halen. Deze verkocht hy dan veelal weer bij andere juweliers hier en te Vlissingen om spoedig of soms tege lijkertijd ook anderen de dupe te doen worden van zijne afkeurenswaardige han delingen. Ook reed M. meermalen met auto's en vergat daarbij ook af te rekenen. Het alzoo verduisterde bedrag loopt in de dui zenden. Aardappelendistributie Het Bureau voor Mededeelingen inzake de voedselvoorziening schrijft ons: Gelijk in vroegere mededeelingen is uit eengezet, is er ten aanzien van de aardap pelen geen reden tot bezorgdheid, al zal men wel doen zich niet aan overdreven optimisme over te geven. De aardappeloogst laat zich zoo aanzien, dat gebrek aan dit voedings middel niet te verwachten is. Nietemin zou het, ook by ruim voldoenden voorraad, mogelijk zyn, dat de minder gegoede bevol king groote moeite zou hebben zich tegen redelijke prijzen aardappelen te verschaffen, indien de handel werd vrijgelaten. Op dien grond heeft de minister van landbouw, nijverheid en handel besloten, dat tot distri butie van aardappelen van rijkswege behoort te worden overgegaan. De distributie zal gepaard gaan met RANTSOENEERING. In verband met de verlenging van den duur der broodkaart tot 11 dagen is het aard appelrantsoen voorloopig bepaald op 4 KG. per hoofd en per week, d.i. een KG. meer dan vorig jaar. Deze hoeveelheid is meer dan het gemiddelde verbruik per hoofd bedraagt. Wanneer later een volledig overzicht zal verkrpgen zyn van de aanwezige voorraden, zal kunnon worden nagegaan, ook in verband met andere beschikbare voedingsmiddelen, of en met hoeveel bet rantsoen kan worden verhoogd. De vraag of aan particulieren gelegenheid behoorde te worden gegeven een zekere hoe veelheid aardappelen ais WINTERPROVISIE in te slaan, is ampel overwogen. Zelfs tegen een beperkten en gecontroleerden inslag van winterprovisie zijn echter zóó ernstige be zwaren, dat de minister gemeend heeft die niet te kunnen toestaan. Indien toch, door welke omstandigheden ook, op een bepaald oogenblik de distributie mocht haperen, ge dacht werd o.a. aan langdurige strenge vorst of gebrek aan ver voermiddelen, zouden zy, die zich van winterprovisie hadden kun nen voorzien, grootendeels bevoorrecht zyn boven de mindergegoeden, die in het algemeen niet in staat zyn voorraden in huis te nemeB. Bovendien zou een beperkte en gecontro leerde gelegenheid tot het inslaan van winter provisie, die dan in mindering zou bebooren te worden gebracht van de aan deze personen te distribueeren hoeveelheden, voor de gemeentebesturen groote administratieve moeilijkheden medebrengen. Het gevaar is ook niet denkbeeldig, dat by ruime bevoor rading door particulieren, hetzij doorigebrek aan geschikte bergruimte, hetzij door onbe kendheid met de verzorging van aardappelen belangrijke hoeveelheden zouden verloren gaan. De minister heeft gemeend, rekening te moeten houden met de nadeelige omstandig heden, die van invloed zullen kunnen zijn op den beschikbaren voorraad. De gevolgen zfjn nog niet te overzien. Ook bij de scherpste contróle zal het nooit geheel te voorkomen zyn, dat aardappelen worden vervoederd aan het vee. Het kan voorts gebeuren, dat door strenge vorst belangrijke hoeveelheden voor de consumptie verloren gaan, terwijl, on danks behoorlijke voorzorgen, door storing in het vervoer toch op een gegeven oogen blik op een bepaalde plaats feitelijk een tekort aan aardappelen zou kunnen ontstaan. Indien onder een of meer dier omstandig heden onverhoopt tijdelijk de aardappel voorziening mocht lfiden, behoort de ge- heele bevolking den last daarvan te dragen, en dient voorkomen te worden, dat alleen zy, die niet in staat waren provisie in te slaan, daarvan de nadeelen zouden onder vinden. Op al deze gronden heeft de minister be sloten geen particuliere bevoorrading toe te staan. In verband daarmede is HET VERVOER VAN AARDAPPELEN STOPGEZET, terwijl alle aardappelen door de regeering worden overgenomen, met uitzondering van die welke door de eigenaren voor eigen gebruik zyn verbouwd, in een hoeveelheid evenredig aan de grootte van het gezin, en van de pootaardappelen, waarvoor een af zonderlijke regeling zal worden gemaakt. Voor de in bezit te nemen aardappelen zal worden betaald f5 per 100 Kg. zand en veenaardappelen (geen fabrieksaardappe len) en f6 per 100 Kg. kleiaardappelen, beide soorten bestemd voor levering in het najaar, een en ander verhoogd met een toaslag voor het bewaren. Zonder speciale machtiging der regeering, vertegenwoordigd door de Aardappelcommissie zullen geen aardappelen mogen vervoederd worden aan het vee. Nagegaan zal worden welke aardappelen geschikt zijn voor de consumptie. Ten aanzien der daarvoor niet geschikte aard appelen zal nader worden beslist. De con sumptie-aardappelen zullen uitsluitend wor den geleverd aan de gemeentebesturen, die boven de voor onmiddelyke distributie noodige hoeveelheden ook zullen moeten zorgen voor EENE RESERVE van goed houdbare aardappelen, voldoende voor zes weken, waaraan alleen ingeval van nood zal mogen worden geraakt. De distributie zal op 9 October a.s. aan vangen. Begonnen wordt met gelijktijdige distributie van geelvleezige zandaardappelen (Eigenheimers, Groninger Kronen, Roode Stars, en daarmede gelijk te stellen soorten) en eene beperkte hoeveelheid klei-aardap- pelen (Borgers, Eigenheimers en Industrieele). Iedere toewijzing aan een gemeente zal ten hoogste 40°/o kleiaardappelen omvatten. Met het oog op de transportmoeilijkheden zullen naar gemeenten, die genoeg eigen klei-aardappelen verbouwen, geen zand- of veenaardappelen worden geleverd. Zoo spoedig mogelijk zal een inventarisatie der aardappelen geschieden, die van tijd tot tyd zal worden herhaald, om daardoor een overzicht te krijgen en te houden van de beschikbare voorraden. 100.000 ton Engelsche kolen per maand. De uitvoerende commissie van deN.O.T. maakt bekend van de Engelsche regeering mededeeling te hebben ontvangen, dat deze in afwachting van den definitieven uitslag van de onderhandelingen, welke op 't oogen blik met do N.O.T. worden gevoerd, betref fende de levering van kolen en waarbij ook onze scheepvaart in belangrijke mate» is betrokken, bereid is om thans reeds een hoeveelheid van 100,000 ton steenkolen aan Nederland te leveren, mits Nederland de noodige regelingen treft om deze uit Engeland te betrekken. Maatregelen zyn thans in voorbereiding ten einde voldoende scheepsruimte ter be schikking te krygen tot aanvoer der bedoelde hoeveelheid kolen.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1917 | | pagina 2