Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overfiakkee en Goedereede EERSTE BLAD waarin tevens opgenomen de „ONZE EILANDEN". l7de Jaargang. Zaterdag 18 Augustus 1917. No. 41 Uitgave der Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te MIDDELHARNIS. Dit blad verschijnt eiken ZATERDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers„0,05. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels f 0,60 Iedere regel meer0,10 Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Het graan en de peulvruchten in beslag genomen. Wie ons ruim drie jaren geleden zoude hebben gesproken van de moge lijkheid dat onze regeering eenmaal beslag zoude leggen op alle graan- en peulvruchten in den lande, zoude door ons zijn aangezien voor iemand die niet wel in 't hoofd was, of behept met terroristische neigingen. En nu hebben we ons al haast ge wend aan wat toen onmogelijk leek. De buitengewone omstandigheden heb ben zulke buitengewone maatregelen noodig gemaakt om in de voeding van mensch en dier te voorzien. De jongste maatregelen om behalve het graan ook alle peulvruchten in be slag te nemen is dan ook niet meer dan een gevolg en een noodzakelijk ge volg van de steeds verergerde toestanden, nu de aanvoer van voedingsmiddelen van over zee nagenoeg onmogelijk is ge worden. Maar toch, hoe noodzakelijk het ook moge zijn om eene nationale verdeeling ten bate van allen te bevorderen, moet de regeering o.i. hierbij met zekere fac toren rekening houden. Het is al hard wanneer den landbou wer de beschikking over zijn oogst, het product van zijn werken en zorgen wordt ontnomen, hoewel tegen Hinken prijs, wanneer hij in het vrije verkeer belang rijk meer zou kunnen bedingen. Maar wanneer die prijs voor hem een behoor lijke winst laat, kan hij zich dat in 't algemeen belang laten welgevallen en doet dat ook zonder morren. Maar wanneer die oogst wordt weg gehaald zonder dat hij de zekerheid heeft dat zijn vee voldoende voedsel zal heb ben, dan wordt die maatregel schrijnend en onbillijk tegenover den producent, die plantte en oogstte ook voor zijn stal. Wij hopen dan ook dat de regeering daarmede rekening zal willen houden en den landbouwer eene voldoende hoe veelheid van den oogst ten behoeve van zijn vee zal laten en het daarbij mogelijk zal maken dat de ruiling van inlandsch- vee voerartikelen door land bouwers onder ling worde bevorderd. Waar b.v. hooi over en voerbieten te weinig zijn of de rogge voor menschelijk voebsel wordt bestemd en voor het vee door andere aitikelen moeTworden ver vangen, stello de regeering prijzen vast voor alle inlandsche veevoederartikelen opdat de landbouwers onderling over vloed tegen tekort kunnen ruilen zonder onevenredige prijzen te betalen Een maatregel als hier voorgesteld zal ten slotte allen landbouwers ten goede komen. Poet de regeering dat niet, dan zullen enkele voederartikelen geweldig in prijs stijgen, n.l. al die a' tikelen die z.g n. „vrij" zijn en waaraan een deel van den landbouw steeds stijgende behoefte heeft om den veestapel zooveel mogelijk door den wintertijd heen te helpen. Het is met het. oog daarop, dat door den afgevaardigde van Emmen, het Kamerlid Sibinga Mulder, de volgende vragen aan den minister van landbouw, handel en nijverheid zijn gesteld: 'le. Is de minister bereid te overwe gen om bij de inbeslagname van het graan en de peulvruchten van dezen oogst den landbouwers eene voldoende hoeveelheid te laten om te voorzien in de voeding van hun vee of hun daarvoor andere voedingsartikelen teverstrekken, opdat zij bij het wegvoeren van hun oogst de zekerheid hebben dat hun vee in den komenden winter geen honger behoeft te lijden? '2e. Is de minister bereid, mede door het stellen van vaste prijzen voor alle inlandsche veevoederartiken de ruiling te bevorderen tusschen landbouwers onderling van diverse inlandsche voeder artikelen, zooals voederbieten, hooi, enz., waarvan hier te veel en daar te wei nig is? S. M. Het politiek accoord. De voorzitters der drie vrijz. partijen de heeren Dresselhuys, Iiohnstamm en Rink zijn natuurlijk het antwoord niet schuldig gebleven op de beschuldiging van de drie Rechtsche partijen, dat het politiek accoord door hen verbroken zou zijn. Daarin wordt op even afdoende als klare wijze aangetoond, dat de Lin kerzijde niets anders gedaan heeft dan wat haar plicht was, en dat het juist de Rechterzijde is, die, door hare stem te onthouden aan de motie-Schaper, het politieke accoord niet nakwam. In dit antwoord komt de hoofdzaak zeer goed uit in deze woorden: „Vaststaat, dat de wil en het weder zijds gewekte vertrouwen der contrac tanten, geen andere zijn geweest dan dit vast te leggen, dat, terwijl eenerzijds aan den lande een verkiezingsstrijd werd bespaard, anderzijds voorkomen moest worden, dat de Rechterzijde, berustende in hare minderheidspositie, gedurende den korten zittingstijd der te verkiezen Tweede Kamer, niet daardoor in na- deeliger stelling kon worden gebracht, dan waarin zij op het tijdstip der ont binding zou verkeeren." Dat is de zaak, waarom het ging en daartegenover sprak het vanzelf, dat de Linkerzijde niet verlangde nieuwe voor- ileelen te behalen, maar dat zij evenmin wilde prijsgeven wat op den datum van het sluiten van het convenant reeds van de Tweede Kamer verkregen was, o.a. de aanneming der Ouderdomswet. Nu kwam de Eerste Kamer met haar besluit, waaraan niemand der contrac tanten heeft gedacht. Ware dit toch wel het geval geweest, dan zou men natuur lijk de Eerste Kamer in het accoord hebben betrokken. Wat was nu de plicht van eerlijke contractanten in dezen stand van zaken? Natuurlijk om te herstellen wat. de Eerste Kamer bedorven beeft; haar besluit bracht de Rechterzijde toch in veel gunstiger conditie dan waarin ze verkeerde op het oogenblik, dat ze het aceoord aanging, terwijl [.inks daar door dus in veel ongunstiger conditie kwam. Men moest dus den ouden toe stand herstellen, en wij verwachten dan ook van de Regeering, dat zij zulks doen zal. Het al te doorzichtig lawaai over het verraad", waaraan mee te doen Staatsraad Struijcken zelfs niet beneden zich acht, moge haar niet van de wijs brengen. Rechts heeft in deze aange legenheid van bijzondere deloyauteit blijk gegeven, d. i. te zeggen Rechts, op loffelijke uitzonderingen na, die den poli- tieken kemphanen in haar midden lee- lijk dwars zitten. Daar is in de eerste plaats „De (anti-rev.) Rotterdammer", die in deze geheel staat aan de zijde van Links; daar zijn de Chiistelijke-His- torischen, die aan het geschreeuw niet mede doen. Maar de Haagsche Brief schrijver „De Tijd" komt voor de zoo- veelste maal vertellen, dat de vrijzinni gen hun naam te grabbelen hebben ge gooid. Wij vragen ons wel eens af, hoe het toch komt, dat wij, vrijzinnigen, van zooveel minder zedelijk gehalte zijn dan de katholieken, maar vinden het antwoord niet; zelfs de statistiek over de criminaliteit geeft hier geene oplos sing, want die is voor de vrijzinnigen heel wat gunstiger dan voor de Katho lieken. Malaise. Indien wij het nog niet wisten, dan zouden de laatste gemeenteraadsverkie zingen ons dit wel hebben geleerd, dat er groote malaise is op politiek gebied, en dat dit vooralle burgerlijke partijen geldt, een feit, waarmede de sociaal democratische arbeiderspartij haar voor deel doet. Getuige o. a. Rotterdam, waar, niettegenstaande alle burgerlijke partijen zich hadden vereenigd, om te laten zitten wat zit, de sociaal-demo craten verscheiden zetels te danken hebben aan de buitengewoon slechte opkomst van Links en Rechts. Zelfs zoo bekwaam man als de vrijzinnig demo cratische wethouder Van Aalten ont kwam ternauwernood aan de afslachting. Wij hebben ons uit den aard der zaak in de eevste plaats bezig te houden met de lauwheid der vrijzinnigen, die in gewone tijden toch al vaak reten van droefenis is, maar die thans alle per ken te buiten gaat. O, wij begrijpen wel, hart en hoofd zijn thans vol van an dere dingen, het vooruitzicht op den naderenden winter, dat allesbehalve rooskleurig is te noemeüde zorg voor de zaken des dagelijkschen levens doen al het andere gering achten, en ook den gang naar de stembus van minder waarde schijnen, maar dat is natuur lijk verkeerd begrip en daardoor zal per slot van rekening het bestuur der gemeenten en dat van Provincie en Kijk voor een groot deel in handen ge geven worden aan hen, met wier begin selen wij het niet eenszijn. En dat, ter wijl nooit meer dan juist nu de invloed van de liberale beginselen groot moet zijn en blijven. Ons heele staatshuishouden is ont wricht; door den oorlog gedwongen, grijpt vadertje Staat, telkens in op eene wijze, die men zich in normale tijden nooit zou kunnen laten welgevallen, en dat is koren op den molen der sociaal- democratie, die triomfeerend uitroept: Zij zijn wel gedwongen onzen kant uit te gaan, daarbij echter vergetende, dat deze staatssocialistische maatregelen reeds daarom absoluut te veroordeelen zijn, omdat abnormale tijden ze nood zakelijk hebben gemaakt. Wat hun niet belet steeds meer daarvan te eischen, om, als de Regeering daartoe noodge dwongen overgaat, de eer daarvan aan zichzelven toe te kennen. Dat trekt de massa, en hunne organisatie en propa ganda, die alle andere partijen tot voor beeld kan strekken, doen het overige. Waar zullen de vrijzinnigen, als zij zich door hunne lauwheid overal in den hoek laten dringen, na den oorlog de kracht vandaan krijgen, om zich met hand en tand te verzetten tegen hen, die al de abnormale maatregelen ook maar één dag langer zouden willen laten door werken dan noodig zal zijn Daarom zij men van onzen kant op zijn post; daarom worde, zoodra September in het land is, en liefst nog eerder, de propa ganda in de L. U. weer even krach tig aangevat als in het voorjaar het ge val geweest iswij zullen, speciaal met het oog op 1918 en de vrijzinnigen, die nog nimmer ter stembus kwamen, en die dat zonder stemplicht ook nu nog niet zouden doen, onze beginselen overal moeten doen doordringen. En wij moeten vooral niet op zien komen spelenin Rotterdam heelt men ook gedacht, dat de sociaal-democraten bij de gemeenteraadsverkiezingen onmach tig zouden staan tegenover de afspraak der andere partijen, en dat zou ook wel het geval geweest zijn, mits dan ook allen, die de afspraak hadden ge maakt, ter stembus waren gekomen. Maar ook in politicis geldt het, dat niets meer gevaar oplevert van den dood dan de ongemotiveerde verzekerdheid des levens. Er is malaise in de vrijzinnige krin gen; de oorlog draagt daarvan voor een groot deel de schuld aan onze propa ganda die malaise te boven te komen. De leiding in de anti-revolutionaire partij. Naar verluidt, is de heer Idenburg naar Dresden vertrokken, om den van God gegeven leider te bewegen atstand te doen van de regeering der anti-revo lutionaire partij. De oud-gouverneur- geueraal zou dan in het vervolg de partij leiden, terwijl de heer Colijn „De Standaard" zou gaan redigeeren, aldus in zpn vak blijvende als richter van de anti-revolutionaire bommen en granaten. Zal Dr. Kuyper bereid gevonden wor den te doen wat in zijne partij reeds lang van hem verlangd werd, maar wat slechts gefluisterd werd, deels uit eer bied voor den man, die de partij groot heeft gemaakt, deels uit vrees, dat aan dringen daarop de kleine luyden, voor wie de naam Kuyper magische kracht heeft, van de partij mocht vervreemden? De leider der anti-revolutionaire partij heeft, als zoovele anderen, wier geest en lichaam jong bleven niettegenstaande het klimmen der jaren, het heengaan op het juiste oogenblik niet verstaan. Dat was in 1908, toen Heemskerk tegen zijn uitdrukkelijk advies in, een Kabinet

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1917 | | pagina 1