Land- en Tuinbouw. 2 Beresteyn gewezen in zijne rede, gehou den in de Tweede Kamer 1 Maart jl. Dat van Regeeringswege echter de ge legenheid den ambtenaren worden ontno men, hunne positie te verbeteren, door over te gaan naar een particulier bedrijf of gemeentelijke betrekking, is hoogst bedenkelijk voor het Staatsbelang. Men vergete toch niet, dat er ontevredenheid is, en gegrond, en dat men die onte vredenheid veel grooter zal doen worden, door bepalingen, als hierboven bedoeld. Jonge meusehen zullen het particuliere bedrijf voortaan verkiezen boven eene Rijksbetrekking; de oudere, die niet meer weg kunnen, met welk een geest zij be zield zullen zijn, daar behoefi men waar lijk niet naar te vragen. Een afdoend middel is slechts, dat deze bepaling niet worde doorgevoerd, terwijl het Staats belang eischt, een betere salarisregeling der ambtenaren. Moge men dit van vrij zinnige zijde begrijpen, vóór het te laat is. J. M. K. Het vierde jaar. Deze week ging het vierde jaar van den oorlog in; zal ook dit vol worden? De kansen voor den vrede staan er niet meer zóó hopeloos voor, als toen het derde oorlogsjaar aanving. Men be gint te bekomen van den oorlogsroes. De volkeren misschien met uitzon dering van een deel van het volk van Engeland hunkeren naar vrede, en degenen, die dat durven zeggen, nemen in aantal toe. Er zijn nu ook regeeringen, die er rond voor uit komen, dat zij niets liever wenschen, dan vrede te sluiten, zoodra maar de gelegenheid tot een eer vollen vrede zich biedt. Dit is een vooruitgang. Verleden jaar werd nog wie het waagde, zijn verlangen naar vrede kenbaar te maken, behandeld met hoon; thans vindt hij hier endaar gewillig gehoor. Met name in Rusland en in de centrale Rijken zijn de regee ringen voor de vredesgedachte ontvan kelijk geworden. Zeker, deze zijn ook daar nog niet op het punt beiand, dat zij moeten bereiken, om in ernst over vrede te kunnen gaan overleggen, maar de groote zwenking vindt toch geleidelijk plaats, en in die landen kan niet meer voorkomen, wat verleden jaar nog vrij wel overal plaats had: dat wie openlijk naar vrede zou willen streven van on vaderlandslievendheid werd verdacht. Men schaamt zich ten minste over het algemeen niet meer, van vrede te spreken. Dit is nog wel geen groote vooruitgang, doch het is een begin. Met kracht van wapenen den eertijds gehoopten vrede, die aan den tegenstander zou worden gedicteerd, te bereiken, is een gedachte, die langzamerhand naar het rijk der droomen verwezen wordt. De diplomatie, die nu ruim drie jaar geleden zulk een jammerlijk fiasco gemaakt heeft, wendt weer pogingen aan, om de draden van Europa's levenslot opnieuw in handen te vatten, en een vrede te krijgen door overleg. De leidende staatslieden moeten allengs inzien, dat de tijd van afrekening, internationaal, niet ten eeuwigen dage kan worden verschoven; hunne verant woordelijkheid, niet slechts voor het be gin, maar ook voor de eindelooze voort zetting van den oorlog, moet hen gaan drukken. Al of niet onder den invloed van gebeurtenissen op de verschillende fronten worden de oorlogsdoeleinden opnieuw vastgesteld en kenbaar gemaakt en dit gaat in de richting van ver zachting, zelfs in Engeland. Er worden conferenties gehoudende toespraken over en weer, niet bedoeld voor wie oude wedijverden, Mijnheer Humphreys? Ik hoop van neen, Mijnheer, zeide Mijnheer Humphreys, andermaal glimlachende Wat is uw juiste adres, Mijnheer Lindsay? Ik wil niet,dat zij eenige oude dingen zal vergeten bjj gebrek aan herinnering. Ellen was te zeer verheugd, toen zij haar vader het adres hoorde opgeven, en het Jan zag opschrijven, om op te merken, met welk eene uitdrukking het gegeven werd. En gedurende eenigen tjjd was zij zoo gelukkig dat zij er niet op lette, dat Mijnheer Lindsay zwijgend naast haar reed, en geen deel aan het gesprek nam. Hij werd er echter weder in gewikkeld, en Ellen vond geen verschil in het genoegen van het eerste of laatste gedeelte van den tjjd, dien zij uit waren, Eindelijk kwam er een einde aan dien prettigen tjjden het overige van den ochtend snelde schielijk voorbij, ofschoon het Ellen, gelijk zjj dan ook wel verwacht had, niet vergund werd, een oogenblik met haar broeder alleen te zijn. Mijnheer Lindsay verzocht hem.len eten, maar dit werd afgeslagen. Eerst lang nadat hij vertrokken was, las Ellen den brief van Mijnheer Humphreys Wjj laten een klein uittreksel volgen. ,Van Brund is onlangs tot onze kerk overge gaan Dit heeft mg groot genoegeu gedaan. Hjj daartoe uitgenoodigd worden doch voor de tegenpartij, nemen in aantal toe. Er zijn dus wel teekenen, ilat die periode van tasten en peilen, van probeeren en uitvorschen, van over de hoofden van anderen heen tot elkaar spreken, die onzekere periode, waarin wezenlijke vredesdenkbeelden en vredesplannen kunnen rijpen, maar nog verborgen wor den gehouden, is aangevangen. Hoe lang zal zij duren, eer de volgende stap wordt gedaan De keerzijde. Verleden jaar, bij den overgang van het tweede naar het derde oorlogsjaar schreven wij, dat er meer moed noodig scheen, om te pogen, den oorlog te be ëindigen, dan om hem voort te zetten. Dil beletsel tegen den vrede is in het verstreken jaar niet verzwakt integen deel. Zooals de toestand thans is gewor den, is het nauwelijks denkbaar, dat dezelfde mannen, die nu jaren lang haat hebben gepredikt, en de overwinning voorspeld, den moed zouden hebben, den vrede te teekenen. Doch de groote op ruiming,die aan vredesonderhandelingen, welke kans op succes zullen hebben, moet voorafgaan, is nog slechts in Rusland en Duitschland begonnen... Er is meer wat de strijdenden van den vrede afhoudt. Amerika, langen tijd in een humanitaire rol, heeft het zwaard aangegord, en aan den eenen kant nieuwe moed, aan den anderen nieuwe stand vastigheid wakker doen worden. De revolutie in Rusland heeft eene nieuwe leuze verstrekt, om wankele overtuiging nieuw leven in te blazen. Er is, aan beide zijden, door het geluk op het front, nieuwe hoop op een voordeelig. einde geboren. Er zijn dus, naast bemoedigende tee kenen, er evenzeer, die den vrede nog veraf schijnen te doen zijn. Allerwege begint men met den gruwel van een vierde wintercampagne rekening te hou den. Alle schoone frazen over het zelf- beschikkingrecht der volkeren ten spot, bereidt men zich voor, om de volkeren, die niets vuriger willen en niets ernstiger wenschen, dan vrede te sluiten, zich ten einde toe dood te doen vechten. En de neutralen, die buiten dezen moordenden strijd verlangen te blijven, mogen blij zijn, als zij niet tegen hun wil erin worden betrokken. N. R. C. (Op verzoek, eenigszins verkort overgenomen uit de Tel.) Groenten-, fruit en bloemenveilingen. Nederland moge, wat steenkolen en granen (alsmede enkele andere artikelen, als grond stoffen voor de industrie) betreft, afhankelijk zgn van andere landen, zoo zeg ik niet te veel door ons land den tuin te noemen, waarin zooveel gekweekt wordt, dat er van den overvloed heel wat de grenzen kan overgaan. Wanneer men dan ook de sta tistiek van den uitvoer nagaat, dan blijkt daaruit, dat Nederland op 't gebied van tuinbouw heel wat presteert voor 't buiten land. Zelfs in deze oorlogsjaren was die uitvoer niet onbelangrijk. Sedert de groote veranderingen, die het landbouwbedrijf (landbouw in zijn uitge breidste beteekenis) in de tweede helft der vorige eeuw heeft ondergaan, is op' het gebied van den afzet van de bodemproducten ook heel wat gewijzigd. De landbouwcoö peratie, die zich eerst ontwikkelde op bet terrein van aankoop van kunstmest en van voederartikelen, heeft zich achtereenvolgens ontwikkeld, tot in 1899 de nationale orga nisatie: „Het Centraal Bureau voor aankoop van landbouwbenoodigdheden te Enschedé" tot stand kwam. Na de coöperatieve aan- koopvereenigingen kwamen de vereenigingen was reeds langen tijd te voren een getrouw be zoeker geweest. Hjj schrijft het grootendeels aan uwe tusschenkomst toe; maar hij zegt, dat zijne eersle gedachte (ernstige namelijk) over het stuk van den godsdienst bij hem oprezen, toen er een traan uit Ellens oog op zjjne hand viel, op zekeren dag, toen zjj met hem over dat onderwerp sprak. Nooit kon hij den indruk daarvan vergeten. Volgens zjjne eigene woorden „onthutste het hem"l Dat was een lief kind! Ik wist niet, hoe dierbaar zij mij was, voordat ik haar moest missen. Ik dacht niet, dat hare afwezigheid mij zoo zou aandoen, ook had ik, loen zjj bjj ons was, er in liet geheel geen erg in, hoeveel er op haar rustle; ik heb dat eerst na dien tijd vernomen, ik vleide mjj nog steeds, dat wjj baar weder zouden terugzien, doch dat zal wel nooil gebeuren. Ik zal bigde zijn, mjjn zoon, als ik u wederzie". Deze brief werd, onder liet storten van tranen menigmaal overgelezen. Op zekeren dag zat zjj als een waar beeld van overpeinzing, toen Mijnbeer Lindsay zijne hand op hare schouders legde en haar gedachten loop stuitte. Waar zit ge zoo over te denken? Ellen zag er bleek uil. Zij slond van de piano kruk op, en legde bare beide handen in die van Mjjnhcer Lindsay. tot gemeenschappelijke verwerking van landbouwproducten tot stand, zooals: coöpe ratieve zuivelfabrieken, coöperatieve aardap pelmeelfabrieken, coöperatieve stroocarton fabrieken, coöperatieve beetwortelsuikerfa brieken en vereenigingen tot gemeenschap pelijk gebruik van landbouwwerktuigen, weegbruggen of molens. Het spreekt vanzelf dat ook op den verkoop der producten later de invloed van de coöperatie zich deed gelden. Men giug in de land- entuinbouw- vereanigingen zich toeleggen op een betere organisatie van den verkoop, en men ver kreeg verzend- en veilingvereenigingen. De eerste om te zorgen, dat de producten onvervalscht en in goeden staat in het buitenland kwamen, en de tweede, om in het publiek de producten te verkoopen. Ik wil hier alleen op de tuinbouwproducten de aandacht vestigen. Over den toestand van den verkoop dier producten, zooals deze vóór den tjjd van coöperatie bestond, heeft de heer C. H. Claassen het volgende merkwaardige overzicht gegeven: „Elke tuinbouwer trachtte zelf zjjn waren aan den man te brengen. Dit geschiedde op verschil lende manieren, n.l. door verkoop aan de huizen in de naburige steden, een verkoop- wijze die slechts alleen voor beperkte boe veelheden in aanmerking kon komen, of .hjj ging met zjjn waren naar de markt. In t laatste geval was hjj minder aan de hoe veelheid gebonden, doch dikwijls afhankelijk van een gering aantal kooplieden. Ook werd veel van de hand gezet door met handelaren, in ons land, of daarbuiten contracten voor den verkoop en de levering van tuinbouwproducten af te sluiten. Daar dit doorgaans reeds geruimen tjjd vóór de producten leverbaar waren geschiedde, was deze wijze van verkoop zeer speculatief. Ook werden wel de producten verkocht aan opkoopers, of aan bedienden van Nederland sche Exportbuizen. Ten slotte bestond er nog een vorm, waarbij de producent zijn producten in consignatie naar 't buitenland verzend door tusschenkomst van een expe diteur. Natuurijjk waren aan al deze manieren groote bezwaren verbonden, hetzij door tijd verlies door het zelf ter markt te brengen, hetzjj door de weinige gegevens bjj 't op maken van overeenkomsten, waarin de producent bij den handelaaar achterstond terwjjl nog andere bezwaren de genoemde wijze van verkoop van tuinbouwproducten weinig doelmatig maakten. De thans bestaande veilingen zijn nog het meest in 't belang van de producenten. Tuin bouwveilingen bestonden reeds vroeger, maar wei den op ongeregelde tijden en door (slechts enkele personen gehouden. In 1834 nl. te Rotterdam, waar planten en bloemen in 't openbaar geveild werden. De eerste veiling van tuinbouwproducten op geregelde tijden en in den nu algemeen gevolgden vorm werd te Broek op Langendjjk in 1887 ge houden. Korten tijd daarna werd dit voor beeld gevolgd door „Het Westland." Sinds dien heeft het aantal veilingen zich snel uit gebreid. Zoo bestonden in Noord-Holland in 1906 reeds 21 veilingvereenigingen, in Zuid- Holland 18, in Friesland 12 en in de overige provinciën 13, dus in 't geheel 63. Sedert is het aantal veilingen zeer toege nomen en bedroeg in 1915 niet minder dan 138, terwijl Noord- en Zuid-Holland daarvan het leeuwenaandeel hebben, n.l. ieder 42; terwijl Friesland dan met 15 volgt. De omzet op de veilingen van Noord- en Zuid-Holland bedroeg in 1915 respectievelijk ruim 10 en 12 millioen gulden, hierop volgt Limburg met li/2 millioen gulden. Van alle veilingen samen in ons land beliep het bedrag ruim 29 millioen gulden I In navolging van den heer Claassen kun nen al die veilingen tot drie soorten van door vereenigingen georganiseerde gebracht worden als: gewone of kleine veilingen; groote of exportveilingen (beide plaatselijke veilingen) en centrale veilingen. Onder de kleine veilingen worden de pu blieke verkoopingen verstaan, waarbij ver schillende kleine of groote partijen van aller hande tuinbouwartikelen ten verkoop wor den aangeboden in verschillend verpakkings materiaal. Groote of exportveilingeD onderscheiden Ik bid u verschoon mij, vader! ik vrees, dat die gedachten u mishagen zullen, en toch waren zij niet slecht, och laat mij toch niet hierop antwoorden! Doch hij kuste hare smeekende lippen en zeide „vertel ze mjj". Ellens handen werden nu vastgehouden. Zjj liet het hoofd hangen en zeide bevende: Ik dacht er aan Schotland te verlaten. Er aan denken Schotland te verlaten 1 zeide Mijnheer Lindsay met gramstorige verbazing. Hoe bedoelt ge dat? Ik dacht, dat ik zeer bedroefd zou zjjn, zeide Ellen, zich eensklaps in zijne armen werpende op een wjjze, die hem opeens hare droefheid te kennen gaf, en zgn misnoegen voorkwam. Gedurende eenige oogenblikkcn sprak Iijj niet. Hjj hield haar in zjjne armen, terwjjl bij bleef slaan, en. liet haar eens goed uitweencn. Maar toen lig sprak, was zjjn gelaat tot bare gerust stelling vriendelijk. Schotland verlaten, gij kleine deugniet, zeide hjj, haar de wangen streelendc; ge zult het eerst dan doen, wanneer het mjj behaagt, en niet eer, daar kunt ge staat op maken, en als ooit zulk een dolzinnig voornemen mocht worden uitgevoerd, dan wil ik het met 11 verlaten. Ga nu weder aan uwe muziek, zeide lig, terwjjl hjj haar een kus gaf, en denk niet meer over zich hierdoor van de eerstgenoemde, dat hier alleen artikelen bestemd voor den uitvoer in meestal uniforme verpakking en vastge stelde hoeveelheden worden aangeboden, zoo alskomkommers,aardappelen, kruisbessen, uien enz. De centrale veilingen zijn veel minder in aantal, dan de piaatseiyke; en zjjn in den laatsten tjjd opgericht in de groote steden. Daarheen worden tuinbouw producten niet alleen uit nabgliggende, maar ook uit veraf gelegen streken gezoDden. Aan het hoofd van een veiling staat een directeur, wiens werk gecontroleerd wordt door commissarissen en een, door de leden benoemd, bestuur. Naast de zoogenaamde vrjje veilingen heeft men er met verplichte levering, welke laatstgenoemde beter werken, want daaraan zjjn vele voordeelen verbonden. In de eerste plaats is hier de aanvoer grooter, waardoor zulke veilingen als markt voor de koopers grooter beteekenis hebben; verder nooit te groote aanvoer, als de markt slap is en te geringe aanvoer als de markt levendig is; terwijl wel als voornaamste factor mag ge noemd worden verhooging van het vereni gingsleven. Op 't gebied van tuinbouw heeft men veel vereenigingen, waarvan enkele coöperatief zijn: als de CoöperatieveGroentenveilingte Roelof-Arendsveen, de Coöperatieve Groen tenveiling te Rotterdam, de Coöperatieve Veilingsvereeniging te Venlo. Overigens dragen ze meestal de naam van vereenigin gen, hetzij als vrjje vereenigingen, als: de Vrjje Groentenveiling te Loosduinen of als vereenigingen, die naar de soort van groen ten, die geleverd worden haar veilingen ge noemd hebben, als: de Fruitvereeniging te Zwaag, de Augurkenveiling te Ter Aa; ter wjjl verder gewoonlijk van groentenveilingen gesproken wordt. Bjj al die tuinbouwvereenigingen wordt veelal toegezien op verpakking, kwaliteit en kwantiteit der producten. Toezicht op ver pakking komt voornamelijk voor bij de ex portveilingen; toezicht op kwaliteit en kwan- tieteit bjj iedere veiliDg. Dat het aantal tuinbouwveilingen steeds toeneemt, vindt zijn oorzaak in de groote voordeelen, die zjj den tuinbouwersople veren. Behalve de reeds genoemde moet nog, volgens den heer Claassen op de volgende gewezen worden Ten eerste, dat de tuinbouwers niet te maken hebben met de zorg voor het innen der gelden, daarvoor zorgt de directeur hun ner veilingen. Ten tweede (en dit is zeker niet het ge ringste voordeel) dat de tuinbouwers den kortst mogeljjken tjjd aan hun bedrijf ont trokken zijn. Ten derde, dat aan de knoeierijen van den handel paal en perk gesteld wordt. Ten vierde, dat het tijdsverloop tusschen de oogsten en het plaatsen op de wereld markt door de veilingen tot een minimum teruggebracht wordt, hetgeen de prijzen van de aan spoedig bederf onderhevige tuinbouw producten ten goede komt. Ten vijfde, dal de tuinbouwers hun pro ducten beter weten te plaatsen. Ten zesde, dat ten gevolge van al deze omstandigheden de tuinbouw zich uitbreidt en intensiever wordt, daar het verschil in prijzen tusschen intensieve en extensieve cultures op de veilingen duidelijk in het licht komt en Ten zevende, dat het nut van het vereeni- gingsleven algemeen erkend wordt. Over het algemeen kan men zeggen, dat de Coöperatie, al dragen slechts weinig vei lingen, opzetteljjk den naam van Coöperatie ve veilingen in het tuinbouwersleven een groote rol speelt. En hoe zou dit anders kunnen, daar samenwerking altijd tot de grootste krachtsontwikkeling geleid heeft. Men kan dit duideljjk zien om slechts een voorbeeld te noemen, aan de Zuivelindustrie. Daarbij heeft de coöperatie dit bedrijf een hoogen trap doen bereiken, waardoor de Algemeene Nederlandsche Zuivelbond (F. N. Z) een lichaam is geworden, dat zonder eenige staatshulp de producten van ons melkvee niet alleen een groote plaats op de wereldmarkt heeft doen heroveren maar ook zulke dingen. Met groot genoegen gehoorzaamde Ellen dil bevel. De briefwisseling met Jan had terstond een aanvang genomen en maakte de vreugde van Ellens levens uit. Mevrouw Lindsay en liare dochter wenschten er wel een einde aan te maken doch Mijnheer Lindsay zeide droogweg, dat Mjjn- heer Humphreys er mei hem openhartig over ge sproken bad, dus kon bjj bet nu ook niet verbieden Ellen peinsde er gedurig over. wat toch wel het derde ding mocht zjjn, dat Jan van haar verlangde; wat het echter ook wezen mocht, zjj hield er zich vast van overtuigd, dat hjj het doen zoul Tot bevrediging van hen, die nooit voldaan zjjn zullen wjj er nog een enkel woord bjjvoegen. Ellen stelde geenszins dc wenschen van hjnr broeder teleur, noch lig de hare. Een paar jaren onder Schotsche tncht deden haar geen kwaad zij dienden slechts 0111 haar christelijk gemoed te versterken en te veredelen; en toen keerde zjj, tot hare onuitsprekelijke vreugde, terug, om haar leven door te brengen bjj de vrienden en beschermers, die zjj het meest beminde, en om voor hen, meer nog dan zjj het voor hare Schotsche betrekkingen geweest was, te zijn: „het licht hunner oogen". EINDE.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1917 | | pagina 2