Buitenland. 7 Jordig druk pdersucces verboden dan ook trekken. Iwaarin de Imont, van Tlaanderen =1 geld ver- b mark als 1 er in den Lng als op lerscht ook Jkoren om bandelen, lanier wat Ir kan.men laken. Ook m bp hun |ijne Majes- rmen. Dat Ids burgers lala slaven werken, kar men in ld welkom Inteel kan )ullen nog beroerde i dat men okkelt, al soldaten rrgers af, uit. Maar en maakt lis er hoop pig onder- pe er pas voor de keiaars of In uitvoer ■hechtenis lbo waring Ingan van po stamp- la Vooral liement is Je hopen, llyke ele- mp wordt pderboud Jiste deze |l vinden. circa 7 Je, alhier, levrouw Ire secte- Iwemclub toevallig 1 knaapje spoedde knaapje kn haar het kind Iken het pp zij, al J knaapje lerreikts. |n nacht rlividuen L terwyl kkantoor van een Doof een zeis gedood MILHEIJE (N.-B.) Een vreeselijke dood trof den 26-jarigen landbouwer Sleegers, alhier. Doordat zijn paard schrok kwam hü zoo te vallen, dat de zeis diep in zijn zijde drong, waardoor de ongelukkige op de plaats dood bleef. Voorzitter Eerste Kamer. Bij kon. besluit is tot voorzitter van de Eerste Kamer der Staten Generaal gedurende de buitengewone vergadering der Staten- Generaal, die zal aanvangen op Donderdag 28 Juni 1917, benoemd J.J. G. baron van Voorst tot Voorst, lid van die Kamer. (St. Ct.) De Mijnwerkers actie. Men schrijft ons van de zijde van den Alg. Ned. Mijnwerkersbond: Merkwaardig is de groote hoeveelheid be richten, welke over de actie der Limburgscbe mijnwerkers de ronde doen, Waar echter het Nederlandsche volk recht he> ft omtrent de stand van zaken, juist inge licht te worden. De werkelijke stand van zaken, zooals men die te midden der mijnwerkersbevol king, en met alle geledingen er van in aanmerking komende, kan waarnemen, is de volgende: Er heerscht in het (mynrevier) gedurende geruimen tijd een groote ontevredenheid by de arbeiders. De duurte, vooral klemmend in de mijnstreek,desteedsintensievereroofbouw en nog meer factoren, deden de ontevreden heid aangroeien. De aandrang der mijnwerkers deed de .Ned. Mijnwerkersbond overgaan tot een met geestdrift begroette actie. Allereerst werd gedischt een minimum loon en de herzieniDg van het arbeidsreglement, met als voor naamste onderdeel, de invoering van den 8-uren dag. Deze actie sloeg in. Groote meetings, zooals de mijnstreek ze niet kende, ondersteunden de eischen van den Ned. Mijnwerkersbond. Zondag 10 Juni werd de laatste serie van 12 zeer druk bezochte vergaderingen gehouden. Van den beginne af was het streven van den Ned. Mijnwerkersbond er op gericht zonder stagnatie in de kolenwinning, deactie tot een goed einde te brengen. Reeds eenmaal moest een spontaan, door de mijnwerkers voorbereide staking, waarvoor de manifesten reeds gedrukt waren, onderdrukt worden. Een tot driemaal toe herhaalde conferen tie met de directies der Staats en particu liere mijnen, leverde echter geen ander resultaat op, dan dat eenige concessies, ten opzichte van scheidsgerecht, boete en duurte- toeslag werden gedaan, maar de voornaam ste eischen: het minimum loon en de 8-uren dag werden afgewezen. De actie is hiermede een ernstige phase ingegaan. Zondag 17 Juni hield de Ned. Mijnwerkersbond een besturen-fonferentie, waar de stand van zaken besproken werd. Met genoegen werd kennis genomen van de toegestane concessies, maar onverzwakt werden de eischen aangaande minimum loon en 8-uren arbeidsdag gehandhaafd. De situatie is op dit oogenblik zóó. Aan 'de eene zijde rekenen de mijndirecties op eenige voor hen gunstige factoren. Zij ont kennen niet dat bij de huidige gunstige conjuctuur in het bedrijf de eischen voor inwilliging vatbaar zijn. Zy rekenen echter op den Christelijk6n Mijnwerkersbond, die aan de actie zijn steun heeft onthouden op de afhankelijkheid der Belgische gein- terneerden, benevens op eenige andere mo gelijkheden. Aan de andere zijde rekent de Ned. Mijn w. Bond op zy'n georganiseerde macht, die de laatste weken met pl.m. 1500 leden toenam en nog toeneemt; op de algemeenesympathie voor zijn eischen, niet alleen bij zijn leden, maar ook bij de ongeorganiseerden en zelfs bij een zeer groot deel der leden van den Christelijken Bond, die de houding van huD hoofdbestuur betreuren. Een mogelukheid is nog, dat de regeering een pogiDg tot arbitrage zal doen. Een zoodanige arbitrage zou door den Ned. Mijnw. Bond niet gevreesd worden. Blijft deze uit, dan staan ons ernstige dagen te wachten. Weinig hoop op vrede. Ook de Hongaarsche Houvedminister heeft zich nu uitgelaten, dat er nog wel een vierde, ja zelfs een vijfde oorlogswinter moet wor den verwacht, en wel op grond daarvan, dat er nog geen grondslag voor overeen stemming is gevonden, en de Vereenigde Staten zijn besloten in Europa mee te vechten. Deze minister, die zegt, dat hij het Ween- sche optimisme niet deeit, maakt zich blijk baar ook niet. de dupe van de in de centrale landen gangbare, althans gepropageerde, illussie, dat de duikbootoorlog in staat zou 'zijn de entente te dwingen den oorlog op te geven. Te dien opzichte deelt dan de minister de opvatting, die daarover buiten Duitsch- land overheerschend is, namelijk, dat de duikbootoorlog voor de entente wel is waar hoogst lastig is en wel ais een belemmerende factor voor de oorlogvoering in rekening mag worden gebracht, maar toch niet zoo zeer, dat hij bijvoorbeeld kan verhinderen dat Amerika uit alle macht aaD den oorlog in Europa deel gaat nemen (immers de Duitsche kapitein Persius berekende nog, dat Amerika in één reis 125,000 man naar Europa zou kunnen overbrengen, zonder nog één eigen scbip te wagen), laat staan, dat h(J de entente tot neerleggen van de wapenen zou kunnen dwingen. Echter de herbouw van schepen vergt arbeiderskrachten en grondstoffen, die anders voor de rechtstreek sche oorlogvoering zouden worden gebruikt, en voor de bewapening van schepen wordt ook materiaal en manschappen afgezonderd om niet te spreken van de slijtage, waaraan de convooieerenae oorlogsschepen onder worpen zullen zy'n. De optimistische ver wachting, dat wellicht het jaar 1917 het einde van den oorlog zou brengen, die in het voorjaar in verscheiden uitlatingen van de buitenlandsche pers was op te merken, heeft thans plaats gemaakt voor pessimisme te dien opzichte. Wat Rusland dit jaar en het volgende als oorlogvoerende macht voor de entente zal doen, zoo is de opvatting, die men tegenwoordig veelal vindt, moet zy als meegenomen beschouwen. Óp een Russische offensief van beteekenis mag niet wórden gebouwd. De entente is echter van het jaar nog niet sterk genoeg om zonder Ruslands hulp een beslissing af te dwiDgea, moet dus wachten tot het volgend jaar, als Amerika Ruslands plaats zal hebben iage- Domen en wie weet Rusland misschien weer wat uitvoeren kan. In Fransche bladen heeft men toespelingen kunnen aantreffen op een offensief plan van de centralen, waar mede zij eerst in den nazomer van dit jaar zouden hebben willen loskomen, een plan, dat dan door het voorjaarsoffensief van de entente zou zijn voorkomen. Hoe dat zy, het zal zeker interessant zyn te zien, of de centralen het heele jaar door b(j hun ver dedigende houding zullen volharden, met de aan zekerheid grenzende waarschynlyk- heid, dat zy het komende jaar tegenover een aan kracht toegenomen vijand zullen hebben te strijden. Fransche bladen over het oorlogsdoel der Duitsche socialisten. De Fransche pers wijdt aan den tekst der verklaring, door de Duitsche socialisten ter conferentie te Stockholm afgelegd, le vendige besprekingen. Ze doet uitkomen, dat de sociaal demokratische vredesvoor waarden geen enkele internationale demo- kraiische opvatting vertegen woordigen,maar veeleer de begeerten uitdrukken van de Duitsche regeeringskringen, die klaarblijke lijk niet meer alle inlijvingslusten der Al- Duitschers voor hun rekening durven nemen, maar hen in geen enkel opzicht willen ontmoedigen. Het Journal des Débats vat het algemeene gevoelen tamelijk goed samen in de woorden de Duitsche socialisten verklaren zich eens gezind met de Soviet te St. Petersburg, ten opzichte van de befaamde formule: geen schadeloosstelling, geen inlijving. Daar na ontwikkelen ze die formule op hun wijze: geen enkele vergoeding voor oorlogs schade. Inderdaad kan men nooit uitmaken wie ze berokkende. Ze is het werk zoowel van vrienden als vijanden. Wat aangaat het herstel van de veroverde gebieden en de bevrijding van onderdrukte volkeren de Duitschers koesteren omtrent die twee punten eeD doodeenvoudige en omlijnde opvatting. Men zal hun hun kolonies terug geven. Dat spreekt van zelf. Daarentegen zou er gelegenheid zijn om andere gebieden van een imperialistische onderdrukking te verlossen. D. w. z. de kolonies of bezittingen der geallieerden als Egypte, Marokko, Indië Tibet, Korea. Immers spreekt het van zelf, dat de bewoners der Duitscbe kolonies alleen wettig zijn ingelijfd. Eveneens betaamd het Finland en Polen te bevrijden, maaralleen Russisch Polen. De onvrijwillige medebur gers van Scheidemann, die ia Elzas-Lotha- ringen, Sleeswijk en Posen wonen, hebben geen recht van bestaan. Men berooft hen niet van het gebruik van hun moedertaal. Deze edelmoedigheid zal des te meer op prijs worden gesteld, daar men er al een halve eeuw de uitwerking van heeftgezien zelfs ten voordeele van Pruisisch Polen. De Duitsche sociaal-democraten hebben zich ook voor het herstel der onafhanke lijkheid van België verklaard, intusschen met een boosaardigheid die veelbeteekenend is als men aan het verleden denkt. België mag noch van Duitschland, noch van Frank rijk of Engeland een vazalstaat worden, want men moet wel begrijpen dat Duitsch land België alleen heeft aangevalleD als vazalstaat van Engeland en dus heeft België geen recht op schadeloosstelling. Wat Servië betreft is de zaak eenvoudiger. Dat is een zaak voor de Oostenryksche kameradenzij beiasten zich daarmede. Zoo is de verklaring herleid tot een vrede gelijk de Duitsche socialisten hem willen „geen herstel en geen teruggave" behalve van de Duitsche kolonies. Elzas-Lotharingen moetaltijd onder de heerschappij van Duitsch land blijven, maar daarentegen moeten Ier land, Egypte, Tripoli, Marokko. Indië, Korea, Thibet hun nationale vrijheid herkrijgen. Indien Scheidemann en de zijnen hebben gemeend met dit mooie program de revo lutionairen in Rusland en de socialisten in Frankrijk te kunnen misleiden,dan vergissen zy zich ongetwijfeld schromelijk. Hel standpunt der Russische industrieelen. Op een bijeenkomst vau vertegenwoordi gers der industrie in Zuid-Rusland werd be sloten aan de regeering een memorie te overhandigen, waarin de oorzaken van de industrieele crisis en de daartegen te nemen maatregelen uiteengezet worden. De indus trieelen dringen er op aan, dat een speciaal decreet zal worden uitgevaardigd, waarin verklaard wordt, dat alle niet afgeschafte wetten van kracht blyven en de uitvoering dier wetten door energieke maatregelen te verzekeren. Anderzijds dient de regeering zyn officieel economisch programma bekend te maken en tevens mede te deelen, of de nationale economie herzien zal worden voor een soci alistisch program of niet. Gewezen wordt op de noodzakelijkheid om een definitief besluit in de2en te nemen, aangezien de huidige staat van anarchie der industrie moet leiden tot een economische ruïne. De industrieelen verklaren zich bereid als belangloozen te werken en tijdelijk van alle winst af te zien, maar tevens zyn zij van oordeel, dat een einde moet worden gemaakt aan de heftige propaganda tegen het kapi taal, daar deze extremistische agitatie, die het Russische crediet schaadt, de Russische industrie dreigt te berooven van het buiten- landsch kapitaal. De economische politiek der regeering moet tot basis hebben het trekken van vreemd kapitaal naar Rusland, het aanmoe digen van het particulier initiatief, het ver zekeren van de orde en den arbeid in de fabrieken, het regelen van conflicten tus- schen patroons en arbeiders en een krachtige resolute actie. De toestand in Spanje. De vervanging van het miaisterie Garsia Prieto door een ministerie-Dato is op zich zelf niet verontrustend, maar de oorzaken van de wijziging schijnen onheilspellend. (11 Juni) vernam men voor het eerst, dat er een „militaire crisis" geweest was, en de historie van het Spaansche koninkrijk verleent aan dat nieuws een sinister geluid. Een lichaam, dat zich de militaire verde- digingsraad noemt, heeft, naar het schijnt, zekere verzoekeD aan de regeering gedaan. De eerste minister deelde mede, dat een memorandum over deze organisatie van den minister van oorlog Zaterdag door de regeering behandeld zou worden. Het scheen,, dat de zaak een bevredigende oplossing gevonden had, maar 's middags kwam er een boodschap uit Barcelona, waaruit bleek, dat de beslissingen van de regeering verwor pen waren. Er was een oplossing gevonden, maar het was een oplossing, die in stryd was met de instructie van den minister. Het bleek dat de verdedigingsraad op eigen houtje tot beslissingen gekomen was en aan de regeering den eisch gesteld had die te aanvaarden zonder eenige wijziging. Natuurlijk zou geen regeering met eenig zelfrespect zich zulk een militaire dictatuur laten welgevallen en Garcia Prito en zyn ambtgenooten dienden dan ook hun ontslag in. De politieke crisis is door het spoedig optreden van een nieuwe regeering geëin digd, maar het is de vraag in hoever deze wyziging ook een eind maakt aan de veel ernstiger crisis van anderen aard, die er achter steekt. En het is te vreezen, dat de Spaansche courant, die beweert, dat deze andere crisis onopgelost blijft, gelijk heeft. De brief, dien graaf Romanones, die van December 1915 tot het midden van April j.l. minister-president van Spanje geweest is, aan zyn gevallen opvolger gericht heeft, betoogt, dat de ware oplossing dezer crisis gelegen is in de suprematie van het bur gerlijke gezag over het leger. Romanones zegt, dat hy dit aan den Koning heeft uiteengezet en dat hy dezen er aan heeft herinnerd, hoe de liberale party de laatste twintig jaar voor dit beginsel gestreden heeft. Een Spaansch blad schroomt niet de crisis een crisis inden regeeringsvorm te noe men en een oude politicus heeft verklaard, dat het een der ergste crisis is, die hy in zyn lange ondervinding gekend heeft. De Times is van oordeel, dat dit sombere inzicht overdreven moge zyn en dat de katholieke organen, die voorspellen, dat het gezond verstand van het volk zal weten te kiezen tusschen de burgerlijke overheid en het leger, gelijk zullen krijgen. Toch zou het vergeefs zyn, zoo men zyn oogen zou trachten te sluiten voor de moeilijkheden, waaronder Dato aan het bewind terugkeert, dat hij het uitbreken van den oorlog in handen had. Deze moeilijkheden, zoo zet de Times uiteen in het vervolg van haar artikel, zijn gelegen in de verdeeldheid van de openbare meening in Spanje ten opzichte van het standpunt, dat de regeeriag tegen over de oorlogvoerenden moet innemen. Verlichte staatkunde In het Lagerhuis deelde Bonar Law mede, dat de regeering, by wjjze van tegemoet koming jegens den Iersche Conventie, beslo ten beeft, allen, die zich in verband met dén Ierschen opstand nog in hechtenie be vinden, in vryheid te stellen. By de mededeeling van het regeerings- besluit tot invrijheidstelling van de Iersche politieke gevangenen, zeide Bonar LawDe regeering heeft de positie van de Iersche gevangenen lang en ernstig overwogen. By het naderen van de zitting der Conventie, waarin de Ieren zullen bijeenkomen om zelf het moeilijke vraagstuk omtrent het toekomstige bestuur van het land te regelen, voelt zy, dat door deze groote proefneming een nieuw blad wordt omgeslagen met betrekking tot de verhoudingen tuBschen Ierland, liet Vereenigde Koninkryk en de Empire". Daarom is het boven alles wen- schelyk dat de Conventie bijeenkome in een atmospheer van harmonie en welwil lendheid, waarbij al'e partijen zich zonder voorbehoud zullen kunnen aansluiten. Niets zou betreurenswaardiger zijn dan dat het werk der Conventie bemoeilijkt zou worden door bittere herinneringen, welke zelfs het totstandkomen der schikking, die wij allen met zooveel spanning tegemoet zien, zou kunnen belemmeren. De regeering was van meening, geen beter bewys van haar gezindheid tegenover de conventie te kunnen geven dan door een van de hoofdoorzaken van ernstig mis noegen weg te nemen. Daarom besloot zij tot invrijheidstelling der Iersche rebellen. De leider der Iersche nationalistenDevlin betuigde de regeering zijn dank; Wardle (arbeiderspartij), Wason (Scot, liberaal) en Ellis Griffiths (Welsh-partij), gaven hun tevredenheid over de handelwijze der regee ring te kennen. Een eigenaardige tentoonstelling. Te Parijs is een belangwekkende tentoon stelling gehouden. Zy vereenigt als voort brengselen van Franschen oorsprong, be stemd om de gelijksoortige Duitsche produc ten te verdringen. Zy levert er een schit terende getuigenis van, dat de Fransche industrie van de lessen van den oorlog voordeel heeft weten te trekken. Te midden van de meest tragische crisis, welke zy ooit doorleefde, wist zij met opmerkelijke energie hare werkwijze te veranderen. Uit een brief van een Franschman wo nende in het niet door de Duitschers be zette Noordelijk deel van Frankrijk, dicht achter de frontlinie: Ik prijs overal het Hollandsche volk, dat hier soms verkeerd beoordeeld wordt door hen, die de moeilijkheden uwer voedsel voorziening niet begrijpen. Men kent in Frankrijk de bezwaren uwer voedselvoor ziening niet. Misschien zijn ze nog wel ver meerderd door de leveranties, openlijk of als smokkelwaar aan de Duitschers gedaan maar de bezwaren zyn groot en zullen helaas nog wel vermeerderen. Hier heeft de regeering verkeerd gedaan niet bijtijds de bevolking te waarschuwen voor het ze kere gebrek aan levensmiddelen van allerlei slag. Nu neemt men slecht doordachte maat regelen en wordt het de bevolking lastig gemaakt met ongelukkig gecombineerde beperkingen. Maar al is het leven duur en al zy'n enkele zaken, als steenkool, olie en boter moeilyk te verkrijgen, geheel en al hebben ze toch nooit ontbroken. In voor het publiek toegankelijke lokaliteiten mag 's avonds geen vleesch meer opgediend worden en gebakjes of taarten van meel zijn verboden. Maar brood heeft nog nooit ontbroken en het is goedkoop. Men kan niet zeggen, dat er werkelijk geleden wordt Het leven is duur, maar de loonen zijn verhoogd. Het moreel blijft goed, in weerwil van den langen duur van den oorlog en het zoo groot aantal slachtoffers. Vele onzer verwanten zyn gesneuveld, gewond of krijgs gevangen. Wy' krijgen dikwijls bezoek van „tauben" en zjj maken slachtoffers. Gelukkig valt negen tiende der bommen op onbebouwd terrein. In Frankrijk hebben de Fransche Protes tantes een sterk patriotisme aan den dag gelegd en de Katholieken laten hen recht wedervaren. Jodenvervolging in Palestina. Terestschenko, de Russische minister van Buitenlandsche Zaken, heeft aan het Russi sche Zionistencongres geseind, dat de wreed heden, die de Turken aan de vreedzame be volking van Palestina gepleegd hebben, van dien aard zijn, dat de Russische regeering het noodig geacht heeft, zich tot de gealli eerde mogendheden te richten, ten einde door bemiddeling van de neutrale staten, gezamenlijk van Turkije te eischen, dat deze brutale, voor de menschheid zoo vernede rende handelingen, zullen ophouden. In de tweede zittingvanhetOostenryksche parlement heeft de Joodsche afgevaardigde dr. Benno Straucher eene interpellatie aan de regèering gericht over den toestand in Palestina. De interpellatie was door de andere 11 Joodsche en niet-Joodsche afgevaardigden mede dnderteekend. De Joodsch-Socialistische Arbeiderspartij Poalei Zion in Rusland heeft aan het Inter nationaal Socialistisch Bureau een telegram gezondën, waarin gevraagd wordt te protes teeren Itegen de Jodenvervolgingen in Pales tina eri de socialistische party in de Centrale landen'te verzoeken bij hunne Jregeeringen erop ain te dringen de vervolging te doen staken.: i De bekende keizerklok van den Keulschen dom, Aie in 1887 uit 20 in den Fransch- Duitscnen oorlog veroverde kanonnen ge goten was en een gewicht van 543 cente naars heeft, is door 't Domkapittel ten be hoeve Van het leger afgestaan. De klok moet wegens; haar grootte doorgezaagd worden. Dit werkje zal acht weken duren.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1917 | | pagina 7